University of Groningen
Tussen pragmatiek en dogmatiek Gaarthuis, Remy
DOI:
10.33612/diss.96175922
IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.
Document Version
Publisher's PDF, also known as Version of record
Publication date: 2019
Link to publication in University of Groningen/UMCG research database
Citation for published version (APA):
Gaarthuis, R. (2019). Tussen pragmatiek en dogmatiek: een rechtsverkennend onderzoek naar de beveiligingsgedachte in het sanctiestelsel van Engeland en Wales, en de lessen die we daaruit kunnen trekken voor het Nederlandse stelsel. Wolf Legal Publishers. https://doi.org/10.33612/diss.96175922
Copyright
Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).
Take-down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.
Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.
Stellingen behorende bij het proefschrift
“Tussen pragmatiek en dogmatiek” van R.S.T. Gaarthuis
1. De beveiligingsbehoefte vormt een niet te negeren grootheid in het maatschappelijk krachtenveld waarbinnen het sanctiestelsel functioneert. Op het moment dat die behoefte in de verdrukking dreigt te raken, uit zich dat dikwijls in een sterke drang tot verandering.
2. De idee dat vrijheidsbeneming meerdere legitimerende strafdoelen dienen kan (en mag), biedt wellicht nog de beste waarborg tegen willekeur. In de aanvaarding van deze diversiteit schuilt immers de mogelijkheid om sancties op hun eigen merites te beoordelen en om – ook op waarborgenniveau – maatwerk te bieden.
3. De strafrechtsdogmatiek heeft factische waarde in de zin dat het negeren ervan doorgaans tot spanningen leidt die het systeem onwerkbaar kunnen maken.
4. In een systeem dat van oudsher ruimte heeft gelaten voor vergelding van schuld past de invoering van minimumstraffen minder goed.
5. Het toemeten van straf zal grover worden naar mate de beslissingsvrijheid van een rechter wordt beperkt. Een dergelijke ‘grove’ wijze van toemeten van straf vergt correctiemogelijkheden in het kader van de tenuitvoerlegging om rechtvaardig te kunnen heten.
6. Leerstellige keuzes maken het systeem kwetsbaar, zeker in een continu veranderende samenleving.
7. De eis van proportionaliteit biedt geen mathematische zekerheden. Ze is flexibel en de invulling ervan kan meebewegen met de beveiligingsbehoefte in een samenleving. Zeker wanneer het strafklimaat verhardt (of de behoefte aan beveiliging elders in het systeem te weinig ruimte krijgt) zal deze eis de neiging hebben te inflateren.
8. Een punitief strafstelsel kan voor een belangrijk deel in de maatschappelijke beveiligingsbehoefte voorzien.
9. De mensenrechtelijke benadering biedt een perspectief van waaruit grenzen aan overheidsinterventies worden gesteld die niet uit de straftheorieën zelf voortvloeien. Het interessante aan dit perspectief is dat het, als overkoepelend kader, enerzijds antwoorden lijkt te verschaffen op vragen waar de strafrechtstheorieën zelf niet goed uit lijken te komen, terwijl het, anderzijds, die dogmatiek ook een plaats geeft en kritische toetsing van de uitkomsten ervan mogelijk maakt.