• No results found

Wat heeft 1 jaar GEOlogisch op drie veehouderijbedrijven in Flevoland gebracht?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Wat heeft 1 jaar GEOlogisch op drie veehouderijbedrijven in Flevoland gebracht?"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wageningen UR - Animal Sciences Group - Nieuws & Agenda

http://www.asg.wur.nl/NL/nieuwsagenda/archief/nieuws/2007/Wat_he...

1 of 2

5-9-2008 8:08

Log in Zoek Links

Deze Site

Deze Site Zoek Uitgebreid zoeken

Onderwijs Onderzoek Publicaties Producten Nieuws & Agenda Over Animal Sciences Group Werken bij Contact wageningen ur (home)>animal sciences group (home)>nieuws & agenda>archief>nieuws>2007>wat heeft 1 jaar geologisch op drie veehouderijbedrijven in flevoland gebracht?

Wat heeft 1 jaar GEOlogisch op drie veehouderijbedrijven in

Flevoland gebracht?

Nieuws Agenda Nieuwsbrieven Persvoorlichting Archief Nieuws 2007 2006 2005 2008 Agenda RSS 3 jan 2007

Onderdeel: Animal Sciences Group

Een eerste seizoen boeren met GEO informatie, ten dienste van plaatsspecifiek sturen in het veld (mn. plaatsspecifieke bemesting), gaf nog niet direct grote verbeteringen in de bedrijfsvoering. Geologisch staat voor het ontwikkelen en laten zien van dit soort toepassingen, 2006 blijkt wat dat betreft vooral ook een (onder-)zoektocht. De winst van 2006 is dat duidelijk is geworden waar we staan, welke mogelijkheden goed toepasbaar zijn en welke nog (veel) verder ontwikkeld moeten worden. Het geeft focus wat voor 2007 het project te doen staat.

Met name het plaatsbepalen met GPS en dus plaatsspecifiek “iets” op het perceel uitvoeren is goed mogelijk. Het maken van strooikaarten om automatisch te kunnen strooien is nog te bewerkelijk. De strooiers zijn bovendien eigenlijk te groot en kunnen niet heel plaatsspecifiek toedienen.

Satellietfoto van biomassa genomen op 11 juni 2006.

Bron: Vexcel (Microsoft)

De bodemparameters kunnen op deelperceelsniveau bepaald worden, maar snelle bemonstering en analyse vragen een strakke logistiek. Nog beter zou het zijn om de bodemparameters op perceelsniveau in detail en digitaal beschikbaar te hebben.

Het zegt ook veel over de noodzaak van samenwerking van partijen. Zowel voor wat betreft het uitwisselen van Geo-informatie als ook het gezamenlijk optrekken voor het ontwikkelen van kennis en toepassingen. In 2006 is hiermee de nodige ervaring opgedaan in het Geologisch consortium (mn. BLGG, Kverneland, Agrovision, Microsoft), in 2007 moet het oogsten worden.

Voor de (gras)oogst zijn we nog (te veel) afhankelijk van visuele waarnemingen. Er bestaan wel satellietopnamen van opbrengsten (NDVI, biomassa), maar deze komen nog te sporadisch en altijd achteraf beschikbaar en geven geen nauwkeurig beeld van opbrengst en zeker nog niet van kwaliteit. Overigens, exercities met melkveehouders, waarbij is gekeken naar de huidige en toekomstige bruikbaarheid van satellietbeelden, waren veelbelovend. Een flinke stap kan gezet worden als in 2007 gewerkt wordt aan de calibratie van de beelden, ofwel als duidelijk is welke kleurschakeringen op de kaart overeenkomen met welke opbrengstverschillen. Een mooie uitdaging om samen met de praktijkbedrijven verder te ontwikkelen. In 2006 is op 3 veehouderijbedrijven in de Flevopolder enige praktijkervaring opgedaan met plaatsbepaalde bemesting.Op het High Tech bedrijf op de Waiboerhoeve, De Kandelaar (mts. Van Kempen) en VOF Kets is dit voorjaar per bedrijf 1 graslandperceel uitgezocht om ervaring op te doen met

graslandbemesting en eventueel verder management op basis van Geo (GIS/GPS) informatie.

De percelen zijn op basis van kennis van de veehouder (kennis opgedaan in voorgaande jaren) ingedeeld in in eerste instantie 4 en uiteindelijk 2 delen, waarop in het verleden min of meer zichtbare opbrengstverschillen waren te zien. Deze “vakken” zijn met GPS ingemeten en vastgelegd, zodat ze later makkelijk te traceren zouden zijn. Van deze vakken zijn grondmonsters genomen (algemeen bodemonderzoek grasland en N-mineraal bepaling).Op basis van deze gegevens is de bemesting voor de eerste snede per vak bepaald.

Vervolgens is deze bemesting overgezet naar een zogenaamde strooikaart. Dit is een digitale kaart van het perceel, met daarop de vakken waar een bepaalde bemesting gegeven moet worden, gekoppeld aan de hoeveelheid die gestrooid moet worden. Deze kaart wordt vervolgens gekoppeld aan een kunstmeststrooier. Op basis van het GPS systeem op de trekker weet de combinatie

trekker/bestuurder/kunstmeststrooier waar deze zich op het perceel bevindt, maar ook wat gestrooid moet worden. Vervolgens wordt de op de kaart ingebracht hoeveelheid daadwerkelijk gestrooid. Deze hoeveelheid kon slechts nauwkeurig gestrooid worden op een oppervlakte die minimaal door de strooier gestrooid kan

Contact

Gertjan Holshof gertjan.holshof@wur.nl Henri Holster henri.holster@wur.nl

»

meer Contact

(2)

Wageningen UR - Animal Sciences Group - Nieuws & Agenda

http://www.asg.wur.nl/NL/nieuwsagenda/archief/nieuws/2007/Wat_he...

2 of 2

5-9-2008 8:08

worden, waarbij de strooier ook in het perceel moet worden afgesteld op kantstrooien, om een duidelijke grens tussen twee

strooihoeveelheden/strooivlakken te maken. In de praktijk bleek de strooier bij een perceel met een geer soms halverwege een strooivak op een andere hoeveelheid over te springen, omdat deze hoeveelheid hoorde bij het grootste bereik (oppervlak) dat de strooier op dat moment zou “bestrooien”.

Het tijdstip van oogst kon nog niet met behulp van technische ondersteuning (bijvoorbeeld satellietbeelden) bepaald worden en is dus door de veehouders zelf ingeschat, warbij steeds het perceel als 1 geheel is geoogst. Wel zijn dit seizoen 4 satellietopnamen van de percelen beschikbaar geweest, maar deze beelden kwamen te laat voor een actuele beslissing en geven eigenlijk nog een te globaal beeld.

De jonge zeeklei op de geselecteerde bedrijven was eigenlijk te homogeen van samenstelling. Op basis van de bodemparameters bleek nauwelijks verschil tussen de gekozen proefvakken. Er is wel aangepast gestrooid, maar de aangebrachte verschillen waren klein, waardoor ook de opbrengsten veelal niet erg verschilden. Uit de ervaringen die in 2006 zijn opgedaan zullen aandachtspunten in 2007 verder worden uitgewerkt.De specifieke plaatsbepaalde bemesting zal verder verfijnd worden en de opbrengstbepalingen zullen in 2007 meer aandacht krijgen en verder worden ontwikkeld.

De andere onderdelen zullen verder verfijnd worden, waarbij mogelijk naar een locatie wordt uitgeweken waar de natuurlijke verschillen groter zijn.

Print nieuwsbericht

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Rijk en buurprovincies zijn voor het verbeteren van Natura 2000-gebieden en het verminderen van de stikstofdeken voor een be- scheiden deel afhankelijk van Flevoland (Flevoland

Voor het eerst introduceert Land Rover ook nieuwe 3.0 liter zes-in-lijn Ingenium-motoren in de Range Rover Velar.. Al deze versies zijn standaard uitgerust met vierwielaandrijving

Sociaal Zevenaar heeft in februari van 2017 een avond georgani- seerd om hier met Rijnwaarden en Zevenaar werk van te maken, met drie aanmeldingen was duidelijk dat gemeente

Omdat de rol van gezamenlijk opdrachtgever bij gemeenten niet belegd is, zal een Portefeuillehoudersoverleg Publieke Gezondheid Hollands Midden van de 19 gemeenten ingericht

Maar nu was het de raadkamer zelf die voor een oplossing zorgde: men vond dat hier geen sprake was van euthanasie, maar hulp bij zelfdoding, en daar worden artsen wanneer ze

De eu- thanasiewet diende niet om euthanasie mogelijk te ma- ken voor patiënten, want die werd al toegepast, maar om artsen te beschermen: als ze de voorwaarden volgden, waren ze

Daartoe zijn in totaal 150 beursgenoteerde vennootschappen onderzocht en is niet alleen vastge- steld in welke mate best practice bepalingen worden nageleefd, maar ook – indien

Deze jongeren zijn het niet gewend om over hun problemen te praten, maar het is wel belangrijk dat zij zich bewust worden van hun situatie en hun eigen problemen in gaan zien.