AFZETTINGEN WTKG31 (3),2010 69
Snoepjes
uit de Delta
Anton Janse*
Parvicardium
pinnulatum (Conrad, 1831)
Eentotnogtoe
weinig
bekendesoorthiertelande,
vandeuitgebreide
Parvicardium groep. In de nieuwefossielenat-las wordt
melding gemaakt
van eenenigszins
twijfelach-tige vondst,
vanwege het sleetseoppervlak,
uit de Wes-terschelde. Deze wordt daarom vermeld als Parvicardium cf.pinnulatum.
Omeen
goede diagnose
testellen of het geen P. scabrum ofP.
papillosum
is moetmeneigenlijk fysiek
vergelijkings-materiaalbij
de hand hebben.Onder
gunstige leefomstandigheden
kunnen deschelpjes
degroottevan eencentimeterbereiken.
Het door
mij geziene
materiaalvandeze soortuit dedel-taboringen
wordt nietgroterdaneenmillimeterofzes. In deloop
vandetijd zijn
ermede door hetgroteversprei-dingsgebied,
door diverse auteursdenodige synoniemen
ontstaan.Totvoorkort werd aangenomendatdit
verspreidingsgebied
pan-arctisch
was. Dankzij
dewaarnemingen
van onze ge-waardeerde Cardium-kenner Jan JohanterPoorten is hier-over meerduidelijkheid
ontstaan. Ineeninstructief artikel in Gloria Marisgeeft hij
desoort-karakteristieken,
de laatste kennis omtrentdeverspreiding
ensynonimie
weer. Ookbij
het determinerenvan deboringen
heefthij mij
uit de droom kunnenhelpen bij
hetopnaam
brengen
van dezesoort.In demonsters vande
deltaboringen
komt P.pinnulatum
met tientallenvoorin Dreischorenzelfs enkele honderden inboring
Den Osse.Stratigrafisch
bekeken in deperiode
van hetLaat-Plioceen,
metdaarna hetgrootstevoorkomen in hetVroeg-Pleistoceen.
Het laatste ingezelschap
van een koude-minnende fauna zoals: Yoldialanceolata, Serripes
groen-landicus en Clinocardium ciliatum.Toondertijd ging
de voorkeurvandit beest uitnaarwatfrissereomstandigheden.
Het heeft
mij
dan ook verbaasd datbij
de inventarisa-tievoor de nieuwe atlaserzoweinig waarnemingen
van dezesoortbovenwaterzijn gekomen (letterlijk
enfiguur-lijk).
Feit is daterin hetbrongebied
voor deverspoeling
ruim voldoende materiaal voorhandenis,
maar dat door hetdaaropvolgende
transportde delicate kenmerken veel-alafslijten,
waardooreengoede
determinatiemoeilijk,
zo nietonmogelijk
wordt.Toch raad ik iedere
geïnteresserde
lezeraan omde hunbe-schikbaremonsters
nogeenskritischopditpuntnatezien.
Tenslotte nogeen
mededeling
van technische aard. Deze column istotnutoe metdenodige regelmaat verschenen,
watmij
enuit de reactieshierop
eenheel aantal liedeneen genoegen verschafte. Eenplaatje
meteenpraatje erbij;
wel-nu eris een?softwareprobleem opgedoken bij
het maken vanmacro-opnamen.Overleg
metde leverancier hiervan maaktemij duidelijk
dataanpassing
ofvervanging
eenbe-grotelijke
grapgaatworden. De ga pogenmijn krantenwijk
uittebreidenomde komende verhalen ookweer
fatsoen-lijk
meteenplaatje
tekunnen stofferen.Literatuur
Moerdijk,
RW. & F.P.Wesselingh
etal,
2010. De Fossieleschelpen
van de Nederlandse Kust. - In deserieGe-ologie
vanNederland,
Nederlands Centrumvoor Bio-diversiteit Naturalis.TerPoorten,Jan
Johan,
2003. The Cardiidae of Morbi-han andLoire-Atlantique,
France. An overvieuw of the encounteredspecies
with remarks aboutmorpho-logy, ecomorpho-logy,
and distribution.—GloriaMaris,
41(6):
112-140.Tijdschrift
vandeBelgische Vereniging
voorConchyliologie.
*
AntonJanse, G.van Voomestraat165,3232 BEBrielle,
tel. 018-141 6238,e-mail:
acjanse@hetnet.nl
Parvicardium pinnulatumDenOsse, 156m.
Onderzoeknaarde
Deltaboringen,
watbetreft het deelvanzuidwest
Nederland,
vormen eendeelvanmijn bezigheden.
Zo nu endan wordt het oog