• No results found

Fitspiration : motiverend of misleidend? : de invloed van fitspiration op het zelfvertrouwen en lichaamsbeeld van vrouwen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Fitspiration : motiverend of misleidend? : de invloed van fitspiration op het zelfvertrouwen en lichaamsbeeld van vrouwen"

Copied!
39
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De invloed van fitspiration op het zelfvertrouwen en lichaamsbeeld van vrouwen Ramona Nouse 10529802 Docent: E.S. Smit Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Communicatiewetenschap – UvA Datum: 16-01-17 Aantal woorden: 5688

(2)

Abstract

Fitspiration is momenteel een trend op sociale media. Dit onderzoek kijkt naar de invloed hiervan op het zelfvertrouwen en lichaamsbeeld van vrouwen van 18 tot 40 jaar. Ook worden perfectionisme en sociale vergelijking als modererend effect onderzocht. 156 respondenten hebben deelgenomen aan een online experiment, waaruit blijkt dat fitspiration geen invloed heeft op zelfvertrouwen, maar wel op de beoordeling van de eigen seksuele aantrekkelijkheid en de bezorgdheid om het gewicht. Perfectionisme en sociale vergelijking blijken geen modererend effect te hebben. In vervolgonderzoek is het belangrijk om het stimulusmateriaal realistischer te maken.

Introductie

“De fitgirls zijn te herkennen aan hun strakke billen, blokjesbuik (abs in jargon) en spierballen (Van Sadelhoff, 2016). Het motto van deze vrouwen: sterk is het nieuwe sexy. Sportschoolfoto’s, vergezeld door hashtags als #bodygoals, #bikinibody, #fitspiration en #workout worden op Instagram gezet voor honderden, soms duizenden volgers. Maar er loert een gevaar: wat doen die Insta-kiekjes met het zelfvertrouwen en zelfbeeld van jonge volgsters?” (Van Sadelhoff, 2016). Zo luidde het einde van een online artikel van het Algemeen Dagblad op 9 september 2016. De laatste zin geeft aan wat de essentie van deze studie was: wat doen de fitspiration foto’s op sociale media met het zelfvertrouwen en lichaamsbeeld van jonge vrouwen? Deze kanalen zijn voor de generatie Millennials (geboortejaar vanaf 1984) niet onbekend, aangezien zij er mee opgegroeid zijn (Tanney, 2015). Er kan gesteld worden dat sociale media een belangrijk deel uitmaken van de huidige socioculturele samenleving (Bearman, Martinez, Stice & Presnell, 2006). Het doel van deze kanalen is het verwerven van interactie en het onderhouden van sociaal contact (Perloff, 2014 en Nouse, 2016). Hiervoor is het nodig een account te maken, wat als het ware een presentatie van een persoon is. Dit geldt met name voor de kanalen die het delen van foto’s toestaan. Vooral Instagram focust op het delen van foto’s. Echter stelt Perloff (2014) dat een onrealistische presentatie van een persoon kan worden gecreëerd wanneer positieve aspecten

(3)

worden benadrukt en foto’s worden bewerkt. Dit is iets wat regelmatig voorkomt op Instagram (Perloff, 2014). Echter wordt dit pas problematisch wanneer het wordt uitgelegd aan de hand van de social comparison theory van Festinger (1954). Deze theorie stelt dat men hun sociale en persoonlijke waarden baseren op de vergelijking met anderen. Het resultaat hiervan is dat er continu vergelijkingen worden gemaakt op allerlei verschillende vlakken. Denk hierbij aan aantrekkelijkheid, welstand, intelligentie en succes. Dit kan leiden tot opwaartse en neerwaartse evaluaties. Opwaarts is wanneer men motivatie haalt uit een vergelijking en dit gebruikt om doelen te bereiken. Neerwaarts is wanneer het leidt tot een negatiever zelfbeeld of zelfvertrouwen (Festinger, 1954). Juist nu leeftijdsgenoten snel gevonden kunnen worden via sociale media, worden er meer vergelijkingen gemaakt dan ooit tevoren (Perloff, 2014). Echter kan het risicovol zijn wanneer men systematisch vergelijkingen maakt met onrealistische en/of bewerkte foto’s, omdat dit betekent dat men aan een beeld probeert te voldoen die niet bestaat. Volgens Perloff (2014) kan dit leiden tot een verstoord lichaamsbeeld, minder zelfvertrouwen en eetstoornissen. De vraag is dan ook of deze trend leidt tot een gezonde motivatie om actief en bewust te leven, of dit juist neerwaarts werkt en leidt tot minder zelfvertrouwen of een negatiever lichaamsbeeld. Aangezien 70% van de Nederlandse bevolking sociale media gebruikt (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2013), zal deze studie aanzienlijke maatschappelijke relevantie kennen. Daarnaast bleek uit een systematische literatuurstudie (Nouse, 2016) dat een hoge mate van perfectionisme correleert met de manier waarop sociale media wordt gebruikt, maar (alleen onder vrouwen) ook met het zelfvertrouwen en lichaamsbeeld. Volgens Crocker et al. (2003) is perfectionisme één van de risicofactoren die het lichaamsbeeld kan beïnvloeden, vooral wanneer er een situatie is waar op basis van het uiterlijk vergelijkingen worden gemaakt. Denk hierbij onder andere aan foto’s, bijvoorbeeld op sociale media. Perfectionisme zal in deze studie als modererende variabele worden meegenomen. Dit is in lijn met eerder uitgevoerde studies (Perloff, 2014; Crocker et al., 2003; Nouse, 2016). Ook kent de doelgroep een sterke mate van selectiviteit (Perloff, 2014). Dit betekent onder andere dat individuen worden aangetrokken tot content dat in

(4)

lijn is met hun eigen attitudes en voorkeuren (Perloff, 2014). Dit wordt bevestigd door de social comparison theory (Festinger, 1954). Uit de studie van Arroyo (2014) bleek dan ook dat individuen die regelmatig vergelijkingen maken met personen waar zij zich mee konden identificeren, vaker negatief spraken over hun lichaam. Op basis van meerdere studies (Arroyo, 2014; Arroyo & Brunner, 2016; Perloff, 2014) wordt het maken van sociale vergelijkingen als moderator meegenomen in deze studie. Een tekortkoming van eerder onderzoek is dat regelmatig werd gezocht naar een verband tussen het gebruik van bepaalde kanalen en concepten als zelfvertrouwen, lichaamsbeeld, persoonlijkheidskenmerken en eetstoornissen, maar er is vrijwel geen experimenteel onderzoek geweest dat onderzocht hoe deze verbanden in elkaar zaten. Daarnaast zijn de experimenteel uitgevoerde onderzoeken inhoudelijk enigszins verouderd. Deze studie poogt dit kennisgat op te vullen. Er is gekozen om te focussen op vrouwen van achttien tot veertig jaar, omdat sociale media vooral populair is in deze leeftijdscategorie, zie bijlage drie (Bearman, Martinez, Stice & Presnell, 2006; CBS, 2013). Dit alles leidt tot de volgende onderzoeksvraag: “Wat is de invloed van fitspiration op Instagram op het zelfvertrouwen en lichaamsbeeld van (jong)volwassen vrouwen (18 – 40 jaar) in Nederland en in hoeverre werken perfectionisme en sociale vergelijking modererend op dit effect?”

Conceptueel model

Hier zullen de concepten worden gedefinieerd, de verwachte verbanden worden beschreven en zal een theoretisch kader omtrent de hypotheses worden gegeven. In onderstaand model zijn de hypotheses schematisch weergegeven.

(5)

Theoretisch kader Het proberen eigen te maken van lichaamsidealen begint bij vrouwen in Westerse culturen al op de leeftijd van drie jaar (Dittmar et al., 2006). De massamedia is geïdentificeerd als significante bron van percepties op het lichaamsbeeld. Waar meisjes al vroeg worden blootgesteld aan poppen (Barbie: ‘The cultural icon of female beauty’), gaat dit na een aantal jaar over in het kijken naar televisieprogramma’s. In deze programma’s en reclameblokken is het niet ongewoon dat een dun model verschijnt (Dittmar et al., 2006). Zodra de kinderen een aantal jaar ouder worden – denk: twaalf jaar – is het niet ongewoon dat zij in aanraking komen met het internet (Chrisler et al., 2013), waar ideaalbeelden regelmatig getoond worden. Wanneer deze vrouwen jongvolwassen (18-25 jaar) zijn, gebruikt 96% dagelijks sociale media (CBS, 2013). Deze Millennials zijn, volgens Sinek (2016), erg goed in het framen van online content: “We zijn er erg goed in men te laten zien dat ons leven fantastisch is, ook al ben je eigenlijk depressief.” Mede doordat sociale media is gebaseerd op interactiviteit (Perloff, 2014; Eveland, 2003) zijn gebruikers bronnen, maar tegelijkertijd ook ontvangers. Deze user generated content zorgt voor de persoonlijke outlets die gecreëerd worden op de kanalen (Perloff, 2014). Met name Instagram biedt een galerij aan zelfportretten en levensmomenten. Bovendien is het altijd en overal beschikbaar, wat leidt tot exponentieel meer mogelijkheden voor sociale vergelijkingen (Perloff, 2014). Juist doordat deze vergelijkingen automatisch en continu plaatsvinden Afbeelding 1: Conceptueel model

(6)

(Festinger, 1954; Arroyo & Brunner, 2016) is de content op sociale media invloedrijk wat betreft het lichaamsbeeld en zelfvertrouwen (Nouse, 2016). Momenteel is relatief veel bekend over gezondheidsgevaren van foto’s en advertenties met onrealistisch dunne modellen (Perloff, 2014). Echter is de laatste jaren een verschuiving te zien: thinspiration (de wens om dun te zijn) moet plaats maken voor fitspiration (Nouse, 2016). Hiermee wordt elke activiteit op sociale media bedoeld waarbij het doel is om mensen te inspireren fitter te worden door ‘gezonder’ te eten en veel te sporten (Collins, 2016). Dit betekent dus ook dat onderzoek gebaseerd op dunne ideaalbeelden verouderd is. Wel heeft recent literatuuronderzoek uitgewezen dat er een sterk negatief verband bestaat tussen het gebruik van sociale media en het zelfvertrouwen en lichaamsbeeld van vrouwen. Hierbij is zelfvertrouwen de mate waarin men zichzelf prijst, waardeert, accepteert en leuk vindt (Blascovich & Tomaka, 1991). Er zal specifiek gefocust worden op fitspiration, omdat dit bekend staat om het benadrukken van positieve aspecten en het (regelmatig) bewerken van foto’s. De volgende hypotheses kunnen worden opgesteld: H1: Vrouwen die fitspiration op Instagram zien hebben een significant lager zelfvertrouwen dan vrouwen die een reisfoto zien. H2: Vrouwen die fitspiration op Instagram zien hebben een significant negatiever lichaamsbeeld dan vrouwen die een reisfoto zien. Perfectionisme De uses and gratifications theory stelt dat men media gebruikt om aan bepaalde behoeftes te voldoen (Whiting & Williams, 2013). Daarnaast zou het gebruik van mediakanalen een actieve en doelbewuste activiteit zijn (Perloff, 2014). Van individuen met een hogere mate van perfectionisme is bekend dat zij actief zoeken naar de huidige standaard (Whiting & Williams, 2013). Iemand die perfectionistisch is streeft naar volmaaktheid, ook voor het uiterlijk, waarbij de huidige standaard gebruikt wordt als minimumeis (Whiting & Williams, 2013). Wanneer zij fitspirationfoto’s zien, is er een kans dat zij dit als het huidige schoonheidsideaal beschouwen, terwijl eerder is vastgesteld dat deze foto’s geen realistische weergave van de werkelijkheid zijn. Dit kan leiden tot ongezonde situaties waarin veel van het lichaam en de gezondheid wordt gevraagd.

(7)

Volgens eerder onderzoek (Crocker et al., 2003; Perloff, 2014; Nouse, 2016) kan worden gesteld dat perfectionisme een risicofactor is dat het lichaamsbeeld en zelfvertrouwen kan beïnvloeden, vooral wanneer er een situatie is waar op basis van het uiterlijk vergelijkingen worden gemaakt. Dat deze situatie plaatsvindt op sociale media, is eerder al benoemd. Er wordt verwacht dat de invloed van fitspiration op zelfvertrouwen en lichaamsbeeld versterkt wordt door perfectionisme: H3a: Perfectionisme heeft een positief modererend effect op het hoofdeffect van fitspiration op zelfvertrouwen (H1); H3b: Perfectionisme heeft een positief modererend effect op het hoofdeffect van fitspiration op het lichaamsbeeld (H2). Sociale vergelijking Volgens de social comparison theory (Festinger, 1954) vergelijken individuen zichzelf met anderen ter zelf-evaluatie. Dit bestaat uit opwaartse en neerwaartse evaluaties, wat eerder is beschreven. Voor het lichaamsbeeld geldt dat een vergelijking maken met een ‘aantrekkelijker’ individu negatieve gevolgen kan hebben (Ridolfi et al., 2011; Tiggemann & McGill, 2004). Dit komt doordat mensen van nature niet voldoen aan de standaarden die in de media worden gegeven, omdat zelfs de modellen op de foto’s aanzienlijk worden bewerkt door middel van Photoshop (Ridolfi et al., 2011; Tiggemann & McGill, 2004). Daarnaast stelt deze theorie ook dat sociale vergelijking vooral plaatsvindt wanneer diegene gelijkwaardig lijkt te zijn, omdat dit een meer accurate vergelijking geeft (Festinger, 1954). Voor het maken van een vergelijking is het belangrijk dat identificatie plaatsvindt (Festinger, 1954). Wanneer een individu wordt blootgesteld aan een fitnessfoto en een sociale vergelijking wordt gemaakt zal deze foto het lichaamsbeeld beïnvloeden (Arroyo & Brunner, 2016). Uit onderzoek blijkt dat individuen die sociale vergelijkingen maken negatiever zijn over het lichaam, wat indirect leidt tot een lager zelfvertrouwen (Arroyo & Brunner, 2016). Dit wordt bevestigd door eerdere literatuurstudies (Perloff, 2014; Nouse, 2016). De volgende hypotheses zijn opgesteld: H4a: Sociale vergelijking heeft een positief modererend effect op het

(8)

hoofdeffect van fitspiration op zelfvertrouwen (H1); H4b: Sociale vergelijking heeft een positief modererend effect op het hoofdeffect van fitspiration op het lichaamsbeeld (H2).

Methode

Er werd gebruik gemaakt van een factorieel design met twee condities. Er is gekozen om een online experiment uit te voeren, omdat gezocht werd naar een causaal verband. Pre-test De eerste pre-test werd uitgevoerd onder studiegenoten van de onderzoeker. Op basis hiervan is het stimulusmateriaal veranderd naar de foto’s van Carmen Ketelaar; de eerste foto’s verschilden aanzienlijk van elkaar en zouden de interne validiteit erg benadelen. De tweede pre-test werd gehouden onder twintig bekenden van de onderzoeker. Hierdoor werden de antwoordcategorieën van de schalen omgedraaid, omdat aangegeven werd dat invullen op die manier prettiger werkt. Daarnaast werden schalen met veel vragen op meerdere pagina’s gezet om de overzichtelijkheid te bevorderen. Ook werden inleidende stukjes van schalen grotendeels weggehaald, omdat dit overbodig bleek te zijn. Ook kwam naar voren dat men de schaal van sociale vergelijking soms niet begreep. Echter werd besloten dit niet aan te passen, omdat het gebaseerd was op een bestaande schaal. Daarnaast bleek de inleidende tekst niet geheel duidelijk. Dit is aangepast en de spelfouten werden weggehaald. Als laatste werd een statistische pre-test uitgevoerd. Hieruit bleek dat alle schalen een gemiddeld, dan wel hoog betrouwbaarheidsniveau hadden; zie resultatensectie. Er is geen PCA uitgevoerd, aangezien aangenomen werd dat met een betrouwbare schaal gewerkt kon worden. Achteraf bleek dat een PCA nodig was voor een aantal variabelen, dus zijn ze alsnog uitgevoerd. In het onderzoek werd een manipulatiecheck meegenomen. Dit bestond uit de volgende vraag: “Wat heeft u zojuist op de foto gezien?”. De groepen uit de manipulatie bleken significant te verschillen: Chikwadraat (3) = 156,00, p <

(9)

0,001. Dit is een perfect verband (Cramer’s V = 1,000). In tabel één is te zien dat de geobserveerde en verwachte waarden sterk van elkaar verschillen. Hier is ook te zien dat bij zes respondenten de manipulatie niet gelukt is. Aangezien bij de rest van de respondenten de manipulatie wel is gelukt, zijn de eerder genoemde respondenten niet verwijderd uit het onderzoek. Steekproef De respondenten zijn op meerdere manieren benaderd. Er werd een bericht op Facebook geplaatst, waarin de onderzoeker de Facebookvrienden opriep om deel te nemen aan het onderzoek. Hierbij werd de doelgroep genoemd. Daarnaast werd ditzelfde bericht gedeeld op Facebookpagina’s van studentenwoningen, sportgroepen, vriendengroepen en de pagina van de opleiding Communicatiewetenschap. Daarnaast werd het bericht verspreid op het ElleGirl forum. Dit forum had de juiste doelgroep voor dit onderzoek. Stimulusmateriaal De onafhankelijke variabele (fitspiration op Instagram) werd gemeten aan de hand van twee condities. De experimentele conditie bevatte een foto die aan de omschrijving van fitspiration voldeed. Deze foto is afkomstig van Instagram, maar bevat geen tekst, hashtags of likes/reacties. Op de foto is een jonge vrouw Conditie Wat heeft u gezien? Een vrouw in de sportschool Een vrouw die naar de kermis gaat in haar vrije tijd Een vrouw die aan het studeren is Weet ik niet Totaal Fitspiration Geobserveerd 79 0 0 0 79 Verwacht 40 36 2 1 79 Reizen Geobserveerd 0 71 4 2 77 Verwacht 39 35 2 1 77 Totaal Geobserveerd 79 71 4 2 156 Verwacht 79 71 4 2 156

(10)

in sportkleding te zien die in de spiegel een foto maakt in de sportschool. Ook haar locatie is te zien: 24 Hour Fitness – Point Loma, CA. De controleconditie bevatte een foto van dezelfde jonge vrouw in dagelijkse kleding die voor een kermis staat. Zij heeft een beker koffie in haar hand en draagt een zonnebril. Deze foto beeldde de reisfoto af met locatie: ‘EF San Diego’. Zie bijlage één voor het stimulusmateriaal. Dit stimulusmateriaal werd gebaseerd op het onderzoek van Tiggemann en Zaccardo (2015). In hun studie werd dezelfde verdeling gebruikt. Ook al waren de foto’s verschillend van aard; er is een aantal overeenkomsten te noemen. De belangrijkste overeenkomst was dat op beide foto’s dezelfde vrouw stond. Carmen Ketelaar heeft hiervoor schriftelijk toestemming gegeven. Ze is op beide foto’s van voren afgebeeld en staat op beide foto’s lachend met ontblote armen. Ook heeft ze een voorwerp in haar hand. Daarnaast zijn beide foto’s genomen in San Diego. Echter is er ook een aantal verschillen te noemen. Natuurlijk zijn de foto’s in een geheel andere omgeving gemaakt. Echter was dit ook de bedoeling. Daarnaast verschilt de kleding en voorwerpen in de hand. Ten slotte was op beide foto’s het gedeelte van het aantal likes, reacties en de tekst en hashtags weggehaald. De reden hiervoor was dat de foto’s hierdoor minder verschillen hadden en dit geen bias kon veroorzaken. Procedure De respondent begon op de pagina waar de informed consent centraal stond, zie bijlage één. De tekst begon met een korte uitleg. Hierbij werd geen inhoudelijke informatie gegeven. Wel wist de respondent vanuit het wervingsbericht dat het om eventuele effecten van sociale media zou gaan. De voorwaarden voor deelname werden uitgelegd en hierna kon men aangeven of ze akkoord gingen door de meerkeuzevraag te beantwoorden. Alleen na toestemming (‘Ik ga akkoord met bovenstaande voorwaarden’) begon het onderzoek. De respondent werd willekeurig aan een conditie toegewezen. Na vijf seconden was het mogelijk door te klikken naar de volgende pagina en na dertig seconden sprong de pagina automatisch door. Na het zien van de foto werd

(11)

gevraagd wat de respondent zojuist op de foto had gezien. Hierna begon de vragenlijst voor de verschillende schalen. Ten slotte werd gevraagd of men een Instagramaccount had. Wanneer er voor ‘ja’ werd gekozen, kreeg men de vraag of ze bekend waren met het account van Carmen. Daarna kwam de vraag hoe vaak men sport en om welke sport dit dan gaat. Afsluitend werd er gevraagd naar demografische gegevens. Men kon kiezen het e-mailadres achter te laten wanneer zij het uiteindelijke onderzoek willen ontvangen. Ook is gevraagd naar overige opmerkingen. Het onderzoek werd afgesloten met een debriefing. Hier werd uitgelegd wie zij op de foto hadden gezien en wat zij betekent in dit onderzoek. Ook werd de respondent nogmaals bedankt voor deelname. Metingen De demografische kenmerken zijn geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, sportactiviteit(en) en het hebben van een Instagramaccount. Op basis van deze gegevens werden mannen en respondenten boven de 40 jaar missing gemaakt. Overige kenmerken werden gebruikt om de steekproef te beschrijven. Zelfvertrouwen werd gemeten als afhankelijke variabele. De schaal is een vertaling van de Rosenberg Self Esteem Scale (Rosenberg, 1965). Deze schaal wordt tot op de dag van vandaag regelmatig gebruikt in onderzoek van sociaal psychologische aard. De schaal bestaat uit tien stellingen die beantwoordt worden aan de hand van een zevenpunts Likertschaal. De antwoordcategorieën variëren van één (sterk mee eens) tot zeven (sterk mee oneens). Vijf stellingen zijn positief gesteld en de vijf andere stellingen zijn negatief gesteld. Voordat de analyse begon werden vijf vragen gehercodeerd. Een betrouwbaarheidsanalyse zal aangeven hoe betrouwbaar de schaal is. Lichaamsbeeld werd gemeten als afhankelijke variabele. De schaal is een vertaling van The Body-Esteem Scale van Franzoi en Shields (1984). Deze schaal was oorspronkelijk gericht op mannen en vrouwen. Voor dit onderzoek was dit niet relevant, dus werd het gedeelte voor de mannen verwijderd. Dit had verder geen invloed op de vragen. Deze schaal meet lichaamsbeeld op basis van drie componenten: sexual attractiveness, weight concern en physical condition. De schaal bestaat uit 31 items. Hierbij werden lichaamsdelen en lichaamsfuncties

(12)

genoemd, waarbij respondenten op een vijfpunts Likertschaal konden aangeven hoe zij zich voelen over dat lichaamsdeel of die lichaamsfunctie. De antwoordschaal varieert van één (sterk negatieve gevoelens) tot vijf (sterk positieve gevoelens). De items zijn te verdelen onder de drie componenten. Een betrouwbaarheidsanalyse per component gaf aan hoe betrouwbaar de schaal was en een principale componenten analyse (PCA) gaf aan of de drie componenten ook daadwerkelijk konden worden geconstrueerd. Zie hiervoor de resultatensectie. Perfectionisme werd in dit onderzoek meegenomen als moderator. De schaal is een versimpeling van de Multidimensional Perfectionism Scale van Hewitt en Flett (1990). De reden dat niet de gehele schaal is gebruikt heeft een inhoudelijke en praktische reden. De praktische reden is dat het een schaal van 45 items is. Aangezien er in de vragenlijst al meerdere schalen worden gebruikt, zou dit de vragenlijst erg lang maken. Het nadeel hiervan is dat het tot irritatie kan leiden bij de respondenten en zij het onderzoek kunnen onderbreken. In dit onderzoek wordt perfectionisme gemeten aan de hand van zeven stellingen die beantwoord worden aan de hand van een zevenpunts Likertschaal. De antwoordcategorieën variëren van één (sterk mee eens) tot zeven (sterk mee oneens). Een betrouwbaarheidsanalyse zal aangeven hoe betrouwbaar de schaal is. Aangezien het een bestaande, veelgebruikte schaal is, wordt verwacht dat er geen PCA uitgevoerd hoeft te worden. Sociale vergelijking werd in dit onderzoek meegenomen als moderator. De schaal was ontworpen door de onderzoeker, maar geïnspireerd op de studie van Basil (1996). Hier werd de schaal gerelateerd aan celebrity endorsement. Om deze reden was de gehele schaal niet over te nemen. De huidige schaal bestaat uit vijf stellingen die beantwoord werden aan de hand van een zevenpunts Likertschaal. De antwoordcategorieën varieerden van één (sterk mee eens) tot zeven (sterk mee oneens). Een PCA gaf aan of de schaal meet wat er gemeten moest worden was en de betrouwbaarheidsanalyse gaf aan hoe betrouwbaar de schaal was. Analyseplan Om informatie over demografische kenmerken te verkrijgen zal een

(13)

descriptieve frequentietabel uitgedraaid worden. Het hoofdeffect van de onafhankelijke variabele (fitspiration op Instagram) op de afhankelijke variabelen (zelfvertrouwen en lichaamsbeeld) zal worden gemeten aan de hand van een eenwegs variantieanalyse (ANOVA). Deze zal twee keer worden uitgevoerd, voor het effect op zelfvertrouwen en voor het effect op lichaamsbeeld. Lichaamsbeeld zal worden verdeeld in drie componenten, dus zal drie keer de analyse worden uitgevoerd voor deze variabelen. De moderatie van perfectionisme en sociale vergelijking op de twee hoofdeffecten zal gemeten worden aan de hand van een multipele regressieanalyse. Dit na standaardiseren van de conditievariabele en de moderatievariabele. Ook zal een interactieterm (conditie*perfectionisme en conditie*sociale vergelijking) worden aangemaakt.

Resultaten

Steekproef In totaal hebben N = 163 personen deelgenomen aan het online experiment. Voor 7 respondenten geldt dat zij uit het onderzoek zijn verwijderd, omdat zij mannelijk of ouder dan 40 jaar waren. Dit betekent dat de analyses zijn uitgevoerd met 156 respondenten. Deze respondenten zijn tussen de 18 en 40 jaar oud (M = 25,47, SD = 6,09). Daarnaast hebben n = 45 respondenten (28,8%) een HBO opleiding gevolgd of zijn daar op dit moment mee bezig, 73 respondenten (46,8%) hebben een universitaire opleiding gevolgd of zijn daar op dit moment mee bezig en 38 respondenten (24,4%) zijn lager opgeleid. Het onderzoek focust zich op Instagram. Voor n = 130 respondenten (83,3%) geldt dat zij een eigen Instagramaccount hebben. Hiervan waren 7 respondenten (5,4%) bekend met het Instagramaccount van Carmen Ketelaar. Eén van de condities bevatte een foto van Carmen in de sportschool. Voor 125 respondenten geldt dat zij minstens één keer per week sporten (M = 2,88, SD = 1,56): 43 (27,6%) sporten één keer per week, 35 (22,4%) sporten twee keer per week, 28 (17,9%) sporten drie keer per week en 19 (15,2%) sporten vier keer per week of meer.

(14)

Fitspiration en zelfvertrouwen: het eerste hoofdeffect Uit de betrouwbaarheidsanalyse blijkt dat alle items samen een sterk betrouwbare schaal vormen (α = 0,84, M = 3,09, SD = 0,88). Uit een eenwegs variantieanalyse (ANOVA) bleek geen significant effect van fitspiration op het zelfvertrouwen van de doelgroep (F (1, 154) = 0,02, p = 0,878). Zie tabel één in bijlage twee. Daarnaast bleek dat de assumptie van gelijke varianties in de populatie niet is geschonden, Levene’s F (1, 154) = 0,00, p = 0,98. Hypothese één (H1) werd verworpen. Fitspiration en het lichaamsbeeld: het tweede hoofdeffect. Ter controle is een principale componenten analyse (PCA) uitgevoerd. Dit gaf aan dat acht componenten konden worden gevormd volgens de Varimax rotatie. Deze componenten hadden allemaal een eigenwaarde boven 1. Daarnaast gaf ook de scree plot aan dat er acht punten naast de buiging in de lijn zaten. Echter is wel gekozen om in lijn met The Body Esteem Scale (Franzoi & Shields, 1984) de drie delen als nieuwe variabelen te construeren. De reden hiervoor is dat ze alle drie sterk betrouwbaar bleken. Daarnaast zou er geen sterke interpretatie gegeven kunnen worden aan de acht verschillende componenten. De eerste variabele die was geconstrueerd heet seksuele aantrekkelijkheid (α = 0,78, M = 3,57, SD = 0,51). De tweede variabele heet bezorgdheid om gewicht (α = 0,87, M = 3,25, SD = 0,80). De derde variabele heet fysieke conditie (α = 0,82, M = 3,37, SD = 0,65). Uit een eenwegs variantieanalyse (ANOVA) bleek een middelmatig sterk significant effect van de soort conditie op de seksuele aantrekkelijkheid (F (1, 154) = 6,19, p = 0,014, η2 = 0,04). Zie tabel twee. Hierbij scoorde de controleconditie gemiddeld hoger (M = 3,69, SD = 0,54) dan de fitspiration conditie (M = 3,49, SD = 0,44) op de schaal van seksuele aantrekkelijkheid, waarbij 1 staat voor sterk negatieve gevoelens en 5 voor sterk positieve gevoelens. Dit betekent dat de respondenten uit de fitspiration conditie gemiddeld negatievere gevoelens hebben over de seksuele aantrekkelijkheid van zichzelf dan de respondenten in de controlegroep. Daarnaast bleek dat de

(15)

assumptie van gelijke varianties in de populatie niet is geschonden, Levene’s F (1, 154) = 3,40, p = 0,067. Uit een eenwegs variantieanalyse (ANOVA) bleek een middelmatig sterk significant effect van de soort conditie op de bezorgdheid om het gewicht (F (1, 154) = 10,37, p = 0,002, η2 = 0,06). Zie tabel drie. Hierbij scoort de controleconditie gemiddeld hoger (M = 3,46, SD = 0,74) dan de fitspiration conditie (M = 3,07, SD = 0,77) op de schaal van bezorgdheid om het gewicht, waarbij 1 staat voor sterk negatieve gevoelens en 5 voor sterk positieve gevoelens. Dit betekent dat de respondenten uit de fitspiration conditie gemiddeld een negatiever beeld van het gewicht hebben dan de controleconditie. Daarnaast bleek dat de assumptie van gelijke varianties in de populatie niet is geschonden, Levene’s F (1, 154) = 0,04, p = 0,845. Uit een eenwegs variantieanalyse (ANOVA) bleek geen significant effect van de soort conditie op de fysieke conditie (F (1, 154) =1,14, p = 0,288). Zie tabel twee in bijlage twee. Dit betekent dat hypothese twee (H2) gedeeltelijk wordt aangenomen. Wel moet er rekening gehouden worden dat voor de fysieke conditie geldt dat de assumptie van gelijke varianties in de populatie is

Tabel 2: Effect van fitspiration op seksuele aantrekkelijkheid

Variabele b* t p 95% CI

Constant 65,89 < 0,001 [3,58; 3,80]

Conditie -0,20 -2,49 0,014 [-0,35; -0,04]

Noot. CI = Confidence Interval.

Tabel 3: Effect van fitspiration op bezorgdheid om gewicht

Variabele b* t p 95% CI

Constant 40,18 < 0,001 [3,29; 3,63]

Conditie -0,25 -3,22 0,002 [-0,63; -0,15]

(16)

geschonden, Levene’s F (1, 154) = 5,76, p = 0,018. Fitspiration en perfectionisme: het eerste moderatie-effect Alle stellingen zijn perfectionistisch gesteld. Dit betekent dat de stelling een voorbeeld van perfectionisme is. Dit geldt echter niet voor item vier (‘Ik streef niet naar perfectie in mijn werk of opleiding’). Om deze reden is dit item gehercodeerd. Een principale componenten analyse (PCA) gaf aan dat er op basis van zeven items, twee componenten konden worden gevormd. Echter zou de eerste component zes items bevatten en de tweede component zou één item bevatten. Om deze reden is besloten item zeven (‘Mensen om mij heen zullen mij ook accepteren als ik een taak niet perfect uitvoer’) te verwijderen uit de lijst, omdat met één item geen nieuwe variabele kan worden geconstrueerd. Het nieuwe component had een eigenwaarde van 3,103 en verklaarde 51,71% van de variantie. Hierbij had item drie (Het maakt me onrustig wanneer ik een fout in mijn taak zie) de hoogste componentenlading 0,85. Er werd een nieuwe variabele geconstrueerd met de naam perfectionisme (α = 0,80, M = 4,9, SD = 1,06). Er werd een multipele regressieanalyse uitgevoerd met de twee gestandaardiseerde variabelen (conditie en perfectionisme) en de interactieterm (conditie*perfectionisme) als onafhankelijke variabelen. Uit de analyse bleek geen significant modererend effect van perfectionisme op het hoofdeffect van de conditie (fitspiration of reizen) op zelfvertrouwen (F (3, 152) = 0,91, p = 0,730). Zie tabel drie in bijlage twee. Hiermee wordt hypothese 3a verworpen. Uit de analyse bleek geen significant modererend effect van perfectionisme op het hoofdeffect van de conditie op de seksuele aantrekkelijkheid (F (3, 152) = 3,49, p = 0,055). Echter is dit wel bijna een significant klein effect (η2 = 0,06), zie tabel vier.

(17)

Uit de analyse bleek geen significant modererend effect van perfectionisme op het effect van fitspiration op de bezorgdheid om gewicht (F (3, 152) = 4,08, p = 0,994). Zie tabel vier in bijlage twee. Uit de analyse bleek geen significant modererend effect van perfectionisme op het effect van fitspiration op de fysieke conditie (F (3, 152) = 1,91, p = 0,051). Zie tabel vijf. Wel is dit bijna een significant klein modererend effect (η2 = 0,04). Hypothese 3b wordt (officieel) verworpen.

Fitspiration en sociale vergelijking: het tweede moderatie-effect Deze variabele werd na afloop van de analyses pas sociale vergelijking genoemd. De reden hiervan is dat deze term aanzienlijk sterker onderbouwd kon worden met literatuur. Echter is om fouten te voorkomen de term ‘identificatie’ in statistische delen (inclusief tabellen) niet veranderd naar ‘sociale vergelijking’. De principale componenten analyse (PCA) gaf aan dat alle items van de schaal samen één component vormen. Er is één component waarvan de Variabele b* t p 95% CI Constant 91,97 < 0,001 [3,51; 3,67] Perfectionisme -0,05 -0,70 0,482 [-0,11; 0,05] Conditie -0,20 -2,54 0,012 [-0,18; 0,02] Conditie*Perfectionis me -0,15 -1,93 0,055 [-0,15; 0,00]

Noot. CI = Confidence Interval.

Tabel 5: Effect van fitspiration op fysieke conditie met perfectionisme als moderator

Variabele b* t p 95% CI Constant 66,26 < 0,001 [3,26; 3,46] Perfectionisme 0,06 0,80 0,427 [-0,06; 0,14] Conditie -0,09 -1,09 0,283 [-0,15; 0,05] Conditie*Perfectionis me -0,16 -1,97 0,051 [-0,20; 0,00]

(18)

eigenwaarde hoger is dan 1 en ook het scree plot laat zien dat er één stip is naast de buiging in de lijn. Het component heeft een eigenwaarde van 2,582 en verklaart 51,64% van de variantie. Item vijf (‘Ik vind mezelf vergelijkbaar met de persoon op de foto’) had de hoogste componentenlading 0,82. Van de vijf items is een nieuwe variabele geconstrueerd met de naam identificatie (α = 0,76, M = 3,88, SD = 1,01). Er werd een multipele regressieanalyse uitgevoerd met de twee gestandaardiseerde variabelen (conditie en identificatie) en de interactieterm (Conditie*Identificatie). Uit de analyse bleek geen significant modererend effect van identificatie op het effect van fitspiration op het zelfvertrouwen (F (3, 152) = 0,78, p = 0,311). Zie tabel vijf in bijlage twee. Hiermee wordt hypothese 4a verworpen. Uit de analyse bleek geen significant modererend effect van identificatie op het effect van fitspiration op de seksuele aantrekkelijkheid (F (3, 152) = 2,23, p = 0,461). Zie tabel zes in bijlage twee. Daarnaast bleek uit de analyse geen significant modererend effect van identificatie op het hoofdeffect van fitspiration op de bezorgdheid om gewicht (F (3, 152) = 3,50, p = 0,613). Zie tabel zeven in bijlage twee. Ten slotte bleek geen significant modererend effect van identificatie op het hoofdeffect van fitspiration op de fysieke conditie (F (3, 152) = 2,52, p = 0,475). Zie tabel acht in bijlage twee. Hypothese 4b wordt verworpen.

Conclusie en discussie

Fitspiration en zelfvertrouwen Uit de resultaten bleek geen significant effect van fitspiration op zelfvertrouwen. Dit betekent dat er geen significant verschil zit in de invloed van fitspirationfoto’s of reisfoto’s (op Instagram) op het zelfvertrouwen van de doelgroep. Dit is in strijd met eerder uitgevoerde literatuurstudies (Perloff, 2014 en Nouse, 2016). De reden hiervoor kan liggen bij de meting van sociale media in de huidige studie. Uit eerder literatuuronderzoek (Perloff, 2014; Nouse, 2016) bleek dat social grooming bepalend kan zijn voor resultaten aangaande het concept ‘zelfvertrouwen’. Dit betekent dat alleen blootstelling aan een

(19)

Instagramfoto wellicht geen effect oplevert, maar het daadwerkelijk bestuderen, liken en reageren van en op de foto waarschijnlijk wel. In de huidige studie is wel alleen gebruik gemaakt van blootstelling. Voor vervolgonderzoek is aan te raden social grooming te gebruiken, in plaats van slechts blootstelling, om een meer realistische situatie te creëren. Er wordt verwacht dat social grooming ook voor lichaamsbeeld dit effect teweeg kan brengen. Fitspiration en lichaamsbeeld Uit de resultaten bleek een gedeeltelijk significant effect van fitspiration op het lichaamsbeeld. Dit geldt voor seksuele aantrekkelijkheid en de bezorgdheid om gewicht. Er is geen significant effect gevonden op de fysieke conditie. Dit laatste kan verklaard worden door de aard van de foto. Conditie wordt geassocieerd met conditionele (cardiovasculaire) sporten. Echter is op de foto een krachtsport te zien. Ook hier geldt dat voor vervolgonderzoek meer variatie in stimulusmateriaal wordt aangeraden om een meer realistische situatie te waarborgen. De significante resultaten betekenen in eerste instantie dat men na het zien van fitspiration de (seksuele) aantrekkelijkheid negatiever beoordeelt en dat er een hogere mate van negatieve bezorgdheid om het gewicht is. Dit kan maatschappelijk gezien zorgwekkend zijn, aangezien Instagram momenteel vol staat met deze foto’s en – zoals eerder is aangegeven – het grootste deel van de samenleving vanaf achttien jaar sociale media gebruikt. Echter is dit een kort termijneffect. Op de lange termijn zou een lagere ervaren aantrekkelijkheid en grotere bezorgdheid om gewicht kunnen leiden tot eetstoornissen en andere psychologisch problemen (Perloff, 2014). Echter is deze studie gefocust op korte termijneffecten en zijn eetstoornissen niet onderzocht. Het zou dus maatschappelijk relevant zijn te onderzoeken of fitspiration op de lange termijn een indicator is voor psychologische problemen, waaronder eetstoornissen. Op korte termijn heeft het een in ieder geval een zorgwekkend effect. Dit betekent dat er meer kennis zou moeten komen over de effecten van foto’s op Instagram. Wellicht is het – professioneel gezien – relevant een voorlichtingscampagne te starten op basis van de resultaten.

(20)

Perfectionisme en sociale vergelijking Daarnaast bleek geen significant modererend effect van perfectionisme. Dit betekent dat perfectionisme geen versterkend effect heeft op het effect van fitspiration op zelfvertrouwen en lichaamsbeeld, zoals wel werd verwacht. Uit literatuuronderzoek (Nouse, 2016; Perloff, 2014) bleek dat perfectionisme een risicofactor is dat negatieve invloed heeft op het lichaamsbeeld en zelfvertrouwen. Wel was dit onderdeel van een groep factoren die onderling verband hielden, waar in deze studie geen rekening mee is gehouden. In vervolgonderzoek zouden deze factoren wellicht wel meegenomen moeten worden. In eerder literatuuronderzoek (Perloff, 2014) kwam echter niet naar voren dat de factoren alleen effect hebben wanneer zij allemaal aanwezig zijn, maar het is voor te stellen dat dit wel invloed kan hebben. Ten slotte bleek ook geen significant modererend effect van sociale vergelijking op zelfvertrouwen en lichaamsbeeld. Dit is in strijd met eerder literatuuronderzoek (Nouse, 2016; Perloff, 2014). Voorwaarde voor sociale vergelijking was de aanwezigheid van identificatie (Festinger, 1954). Aangezien in dit onderzoek alleen gebruik is gemaakt van foto’s van Carmen en hier dus geen variatie in was, kan het zo zijn dat identificatie vrijwel niet is opgetreden. De respondenten zijn bijvoorbeeld gemiddeld 25 jaar oud, terwijl Carmen 21 jaar is. Fitspiration op Instagram kent ontelbare variatie van personen en situatie. Ook hier geldt dat een meer realistische setting aangeraden wordt voor vervolgonderzoek, zodat er meer mogelijkheden voor identificatie zijn. Limitaties Het onderzoek kent een aantal implicaties, zoals de generaliseerbaarheid. De respondenten waren grotendeels studenten, dan wel hoogopgeleiden uit de randstad. Om de definitieve maatschappelijke betekenis vast te kunnen stellen en te verbeteren zou deze studie in vervolgonderzoek grootschaliger aangepakt moeten worden. Er zou een sample uit meerdere bevolkingsgroepen (representatief voor de Nederlandse bevolking) moeten worden meegenomen. Daarnaast werkt de aard van het onderzoek beperkend; er is gevoelige informatie gevraagd van de respondenten. Het is niet opgemerkt in de resultaten, maar het is goed voor te stellen dat respondenten die bekend waren

(21)

met de onderzoeker de informatie niet naar waarheid durfden te delen. Door van tevoren informatie te verstrekken en te benadrukken dat anonimiteit werd gewaarborgd, is wel geprobeerd dit te beperken. Echter is dit iets wat wel in gedachten moet worden gehouden. Wanneer verder wordt gekeken naar de vragenlijst, is een aantal subjectieve begrippen te zien. Het begrip ‘uithoudingsvermogen’ kan voor iedereen een andere betekenis hebben. Echter is dit gebaseerd op een bestaande schaal, waar ook geen definiëring of uitleg wordt gegeven, wat dus in deze studie ook is aangehouden. Ten slotte kent het gebruikte stimulusmateriaal een aantal beperkingen. De foto’s zijn een letterlijke uitsnede van hoe ze online staan. Echter zijn de reacties, aantal likes en tekst onder de foto’s weggehaald. Dit is gedaan om bias te voorkomen, maar zorgt wel voor een minder realistische setting. Zoals eerder is aangegeven wordt aangeraden in vervolgonderzoek een situatie te creëren waarin Instagram daadwerkelijk gebruikt kan worden (social grooming). De resultaten bieden een (gedeeltelijke) opvullen van het wetenschappelijke kennisgat over de richting van het verband tussen Instagram en zelfvertrouwen en lichaamsbeeld. Dit onderzoek kan een begin bieden voor vele vervolgonderzoeken, zoals eerder beschreven.

Literatuurlijst

Andrew, R., Tiggemann, M., & Clark, L. (2016). Predicting body appreciation in young women: An integrated model of positive body image. Body image, 18, 34-42. doi:10.1016/j.bodyim.2016.04.003 Bearman, S., Martinez, E., Stice, E., & Presnell, K. (2006). The skinny on body dissatisfaction: A longitudinal study of adolescent girls and boys. Journal of Youth and Adolescence, 35, 217-229. http://dx.doi.org/10.1007/s10964-005- 9010-9 Blascovich, J., & Tomaka, J. (1991). Measures of self-esteem. Measures of personality and social psychological attitudes, 1, 115-160. doi:10.1016/b978-0-12-590241-0.50008-3 Centraal Bureau voor de Statistiek. (2013). Sociale Media: gebruik en gebruikers. Geraadpleegd op 14 januari 2017 via https://www.cbs.nl/nl-nl/onzediensten/methoden/onderzoeksomschrijvingen/aanvullende%20onder

(22)

zoeksbeschrijvingen/sociale-media-gebruik-en-gebruikers Chrisler, J. C., Fung, K. T., Lopez, A. M., & Gorman, J. A. (2013). Suffering by comparison: Twitter users’ reactions to the Victoria’s Secret Fashion Show. Body Image, 10, 648–652. doi:10.1016/j. bodyim.2013.05.001. Collins. (2016, 27 juli). Definition of fitspiration. Geraadpleegd van https://www.collinsdictionary.com/submission/17735/fitspiration Crocker, J., Luhtanen, R. K., Cooper, M. L., & Bouvrette, A. (2003). Contingencies of self-worth in college students: Theory and measurement. Journal of Personality and Social Psychology, 85, 894– 908. doi:10.1037/0022-3514.85.5.894. Dittmar, H., Halliwell, E., & Ive, S. (2006). Does Barbie make girls want to be thin?: The effect of experimental exposure to images of dolls on the body image of 5- to 8-year-old girls. Developmental Psychology, 42, 283–292. doi:10.1037/0012-1649.42.2.283. Erdogan, B. Z. (1999). Celebrity endorsement: A literature review. Journal of marketing management, 15(4), 291-314. doi: 10.1362/026725799784870379 Eveland, W. P., Jr. (2003). A “mix of attributes” approach to the study of media effects and new communication technologies. Journal of Communication, 53, 395–410. doi:10.1111/j.1460-2466.2003. tb02598.x. Festinger, L. (1954). A theory of social comparison processes. Human relations, 7(2), 117-140. doi: 10.1177/001872675400700202 Gotwals, J. K., Dunn, J. G., & Wayment, H. A. (2003). An examination of perfectionism and self-esteem in intercollegiate athletes. Journal of Sport Behavior, 26(1), 17. doi:10.1016/j.paid.2004.09.009 Katrevich, A. V., Register, J. D., & Aruguete, M. S. (2014). The effects of negative body talk in an ethnically diverse sample of college students. North American Journal of Psychology, 16, 43–52. Nouse (2016). Social media en het zelfbeeld van vrouwen: literatuuronderzoek. (Bachelorreview). Perloff, R. M. (2014). Social media effects on young women’s body image concerns: Theoretical perspectives and an agenda for research. Sex Roles, 71(11-12), 363-377. doi:10.1007/s11199-014-0384-6 Ridolfi, D. R., Myers, T. A., Crowther, J. H., & Ciesla, J. A. (2011). Do

(23)

appearance focused cognitive distortions moderate the relationship between social comparisons to peers and media images and body image disturbance? Sex Roles, 65, 491–505. doi:10.1007/s11199-011-9961-0 Rosenberg, M. (1965). Rosenberg self-esteem scale (RSE). Acceptance and commitment therapy. Measures package, 61. Rosenberg, M. (1979). Conceiving the Self. New York: Basic Books. van Sadelhoff, L. (2016, 19 september). Sterk is het nieuwe sexy. Geraadpleegd van http://www.ad.nl/nieuws/sterk-is-het-nieuwe-sexy~a5ea3475 Steinberg, L. (2008). Adolescence (8th ed.). New York: McGraw-Hill. Sinek, S. (2016). Milennials Question: What's wrong with Millennials? [Video]. Geraadpleegd op 12 januari 2017 via https://www.youtube.com/watch?v=OPaQPWfqjmw&t=164s Tanney, A. (2015, 18 juni). Social Comparison Theory: How Our Social Media Habits Make Us Unhappy. Geraadpleegd van http://elitedaily.com/life/media-affects-self-worth/1055695/ Tiggemann, M., & McGill, B. (2004). The role of social comparison in the effect of magazine advertisements on women’s mood and body dissatisfaction. Journal of Social and Clinical Psychology, 23, 23–44. doi:10.1521/jscp.23.1.23.26991 Tiggemann, M., Slater, A., & Smyth, V. (2014). “Retouch free”: The effect of labelling media images as not digitally altered on women’s body dissatisfaction. Body Image, 11, 85–88. doi:10.1016/j.bodyim. 2013.08.005. Tiggemann, M., & Zaccardo, M. (2015). “Exercise to be fit, not skinny”: The effect of fitspiration imagery on women's body image. Body image, 15, 61-67. doi:10.1016/j.bodyim.2015.06.003 Whiting, A., & Williams, D. (2013). Why people use social media: a uses and gratifications approach. Qualitative Market Research: An International Journal, 16(4), 362-369. doi:10.1108/QMR-06-2013-0041

(24)

Bijlage 1 – Vragenlijst inclusief stimulusmateriaal

Beste lezer, U gaat deelnemen aan een onderzoek dat wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de Amsterdam School of Communications Research (ASCoR), onderdeel van de Universiteit van Amsterdam. Gedurende het onderzoek zult u aan de hand van een afbeelding een aantal vragen beantwoorden, wat ongeveer tien minuten in beslag zal nemen. Door akkoord te gaan met de voorwaarden, verklaart u op een duidelijke wijze te zijn ingelicht over de aard en methode van dit onderzoek. Daarnaast verklaart u geheel vrijwillig deel te nemen aan dit onderzoek. Dit onderzoek valt onder de verantwoordelijkheid van ASCoR, Universiteit van Amsterdam. Dit geeft u de volgende garantie: - Uw anonimiteit is gewaarborgd en antwoorden of gegevens kunnen onder geen enkele voorwaarde aan derden worden verstrekt, tenzij u hiervoor uitdrukkelijke toestemming heeft gegeven. - U heeft het recht om deelname aan het onderzoek te weigeren of voortijdig af te breken. Ook kunt u achteraf (binnen 48 uur na deelname) uw toestemming intrekken voor het gebruik van uw antwoorden en/of gegevens. - Deelname aan het onderzoek zal geen risico's of ongemakken voor u met zich meebrengen. Er zal geen moedwillige misleiding plaatsvinden en u zult niet met expliciet aanstootgevend materiaal worden geconfronteerd. Voor vragen en/of opmerkingen kunt u contact opnemen met de verantwoordelijke onderzoekers Ramona Nouse en Tessa Leenaarts via e-mail (ramona.nouse@student.uva.nl of tessa.leenaarts@student.uva.nl). Voor eventuele klachten over dit onderzoek kunt u zich wenden tot het lid van de Commissie Ethiek namens ASCoR, per adres: ASCoR secretariaat, Commissie Ethiek, Universiteit van Amsterdam, Nieuwe Achtergracht 166, 1018 WV Amsterdam; 020-525 3680; ascor-secrfmg@uva.nl .

(25)

Wij hopen u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben en bedanken u alvast voor uw deelname aan dit onderzoek. Met vriendelijke groet, Ramona Nouse en Tessa Leenaarts m Ik ga akkoord met bovenstaande voorwaarden (1) m Ik ga niet akkoord met bovenstaande voorwaarden (2) If Ik ga niet akkoord met bove... Is Selected, Then Skip To End of Survey .

(26)

Wij vragen u onderstaande afbeelding aandachtig te kijken. Na een aantal seconden kunt u doorklikken naar de volgende pagina.

(27)

Wij vragen u onderstaande afbeelding aandachtig te kijken. Na een aantal seconden kunt u doorklikken naar de volgende pagina.

(28)

Wat heeft u zojuist op de foto gezien? m Een vrouw in de sportschool (1) m Een vrouw met op de achtergrond (2) m Een vrouw die aan het studeren is (3) m Een vrouw in een kledingwinkel (4) m Weet ik niet (5) Geef aan wat voor u van toepassing is. Sterk mee oneens (1) Mee oneens (2) Een beetje mee oneens (3) Neutraal (4) Een beetje mee eens (5) Mee eens (6) Sterk mee eens (7) De persoon op de foto lijkt me erg gezellig (1) m m m m m m m Ik zou graag vrienden willen zijn met de persoon op de foto (2) m m m m m m m De persoon op de foto zou een rolmodel voor mij kunnen zijn (3) m m m m m m m Ik heb dezelfde kwaliteiten als de persoon op de foto (4) m m m m m m m Ik vind mezelf vergelijkbaar met de persoon op de foto (5) m m m m m m m

(29)

Geef aan wat voor u van toepassing is. Sterk mee oneens (1) Mee oneens (2) Een beetje mee oneens (3) Neutraal (4) Een beetje mee eens (5) Mee eens (6) Sterk mee eens (7) Over het algemeen ben ik tevreden met mezelf (1) m m m m m m m Op sommige momenten vind ik mezelf niet goed genoeg (2) m m m m m m m Ik denk dat ik een aantal goede kwaliteiten heb (3) m m m m m m m Ik ben in staat om sommige zaken net zo goed uit te voeren als anderen (4) m m m m m m m Ik heb het gevoel dat ik niet veel heb om trots op te zijn (5) m m m m m m m Ik voel me soms erg nutteloos (6) m m m m m m m Ik heb het gevoel dat ik waardevol ben (7) m m m m m m m Ik zou graag meer respect voor mezelf willen hebben (8) m m m m m m m

(30)

Over het algemeen vind ik dat ik faal (9) m m m m m m m Over het algemeen ben ik erg positief over mijzelf (10) m m m m m m m

(31)

Geef aan wat voor u van toepassing is. Wanneer er over een taak wordt gesproken, kan dit een opdracht zijn in uw opleiding of werk, maar ook dagelijkse (kleinere) taken. Sterk mee oneens (1) Mee oneens (2) Een beetje mee oneens (3) Neutraal (4) Een beetje mee eens (5) Mee eens (6) Sterk mee eens (7) Mijn doel is om zo goed mogelijk te zijn in alles wat ik doe (1) m m m m m m m Wanneer ik een taak uitvoer kan ik niet rusten tot het perfect is (2) m m m m m m m Het maakt me onrustig wanneer ik een fout in mijn taak zie (3) m m m m m m m Ik streef niet naar perfectie in mijn werk of opleiding (4) m m m m m m m Wanneer ik iemand vraag een taak uit te voeren, verwacht ik dat zij dit foutloos doen (5) m m m m m m m Ik heb het gevoel dat mensen erg veel van mij verwachten (6) m m m m m m m Mensen om mij heen zullen mij ook accepteren als ik een taak niet perfect uitvoer (7) m m m m m m m

(32)

Hieronder worden een aantal lichaamsdelen en lichaamsfuncties genoemd. Gelieve aan te geven hoe u zich voelt over dit deel of functie van uw eigen lichaam. Sterk negatieve gevoelens (1) Matig negatieve gevoelens (2) Neutraal (3) Matig positieve gevoelens (4) Sterk positieve gevoelens (5) Lichaamsgeur (1) m m m m m Eetlust (2) m m m m m Neus (3) m m m m m Fysieke uithoudingsvermogen (4) m m m m m Reflexen (5) m m m m m Lippen (6) m m m m m Spierkracht (7) m m m m m Taille (8) m m m m m Energieniveau (9) m m m m m Dijen (10) m m m m m Oren (11) m m m m m Biceps (12) m m m m m Kin (13) m m m m m Lichaamsbouw (14) m m m m m Fysieke coördinatie (15) m m m m m Billen (16) m m m m m Behendigheid (17) m m m m m Borsten (18) m m m m m Ogen (19) m m m m m Jukbeenderen/wangen (20) m m m m m

(33)

Heupen (21) m m m m m Benen (22) m m m m m Libido (23) m m m m m Buik (24) m m m m m Geslachtsorganen (25) m m m m m Gezondheid (26) m m m m m Seksuele activiteit (27) m m m m m Lichaamshaar (28) m m m m m Gezicht (29) m m m m m Fysieke conditie (30) m m m m m Gewicht (31) m m m m m Hebt u een Instagramaccount? m Ja (1) m Nee (2) If Nee Is Selected, Then Skip To Hoe vaak sport u? Kent u het account @CarmenKetelaar op Instagram? m Ja, ik ben bekend met het account (1) m Nee, daar heb ik nog nooit van gehoord (2) Hoe vaak sport u? m Nooit (1) m 1x per week (2) m 2x per week (3) m 3x per week (4) m 4x per week (5) m 5x per week (6) m Meer dan 5x per week (7) If Nooit Is Selected, Then Skip To Wat is uw geslacht?

(34)

Welke sport(en) beoefent u? [open tekstvak] Wat is uw geslacht? m Man (1) m Vrouw (2) Wat is uw leeftijd in jaren? Wat is uw hoogst genoten opleiding? m Basisschool (1) m VMBO (2) m MBO (3) m HAVO (4) m VWO (5) m HBO (6) m Universiteit (7) Vul hier uw e-mailadres in wanneer u het uiteindelijke onderzoeksrapport wenst te ontvangen [open tekstvak] Hebt u nog vragen of opmerkingen? [open tekstvak] Bedankt voor uw deelname aan het onderzoek. Voordat het onderzoek afgerond wordt, zullen we u meer informatie geven. LET OP: het onderzoek is nog niet ingeleverd. Na het lezen van onderstaande tekst kunt u het onderzoek definitief afronden door op de pijl te klikken. De vrouw op de foto is Carmen Ketelaar. Zij heeft een Instagramaccount waarop zij foto's uit haar dagelijkse leven deelt. Carmen is gecertificeerd gewichtsconsulente en fitnesstrainer, waardoor zij haar volgers op Instagram op het gebied van voeding en sport wilt informeren. Doordat u één van de foto's van

(35)

haar account hebt gezien, is het geen juiste weerspiegeling van haar gehele account. Zij probeert op geen enkele manier een negatieve invloed uit te oefenen op haar volgers. De foto die u heeft gezien is op geen enkele manier bewerkt. Wel is de tekst onder de foto en het aantal likes en reacties weggehaald. Voor eventuele vragen en/of opmerkingen kunt u contact opnemen met de verantwoordelijke onderzoekers Ramona Nouse en Tessa Leenaarts (via ramona.nouse@student.uva.nl of tessa.leenaarts@student.uva.nl). Voor eventuele klachten over dit onderzoek kunt u zich wenden tot het lid van de Commissie Ethiek namens ASCoR, per adres: ASCoR secretariaat, Commissie Ethiek, Universiteit van Amsterdam, Nieuwe Achtergracht 166, 1018 WV Amsterdam; 020-525 3680; ascor-secrfmg@uva.nl . Klik op onderstaande pijl om het onderzoek in te leveren. >>

(36)

Bijlage 2 – Tabellen bij niet-significante resultaten

Tabel 1: Effect van fitspiration op zelfvertrouwen

Variabele b* t p 95% CI

Constant 31,02 < 0,001 [2,91; 3,30]

Conditie -0,12 -0,15 0,878 [-0,30; 0,26]

Noot. CI = Confidence Interval.

Tabel 2: Effect van fitspiration op fysieke conditie

Variabele b* t p 95% CI

Constant 46,91 < 0,001 [3,27; 3,56]

Conditie -0,09 -1,07 0,288 [-0,31; 0,09]

Noot. CI = Confidence Interval.

Tabel 3: Effect van fitspiration op zelfvertrouwen met perfectionisme als moderator

Variabele b* t p 95% CI Constant 44,08 < 0,001 [2,96; 3,23] Perfectionisme -0,13 -1,60 0,111 [-0,25; 0,03] Conditie -0,02 -0,19 0,850 [-0,15; 0,13] Conditie*Perfectionis me 0,03 0,35 0,730 [-0,12; 0,16]

(37)

Tabel 4: Effect van fitspiration op bezorgdheid om gewicht met perfectionisme als moderator

Variabele b* t p 95% CI Constant 53,98 < 0,001 [3,15; 3,93] Perfectionisme -0,11 -1,37 0,173 [-0,20; 0,04] Conditie -0,25 -3,25 0,001 [-0,12; 0,12] Conditie*Perfectionis me 0,00 0,01 0,994 [-0,32; -0,08]

Noot. CI = Confidence Interval.

Tabel 5:Effect van fitspiration op zelfvertrouwen met sociale vergelijking (hier: identificatie) als moderator

Variabele b* t p 95% CI

Constant 41,43 < 0,001 [2,97; 3,27]

Identificatie -0,10 -1,15 0,254 [-0,24; 0,06]

Conditie -0,05 -0,55 0,582 [-0,19; 0,11]

Conditie*Identificatie 0,08 1,02 0,311 [-0,07; 0,23]

Noot. CI = Confidence Interval.

Tabel 6: Effect van fitspiration op seksuele aantrekkelijkheid met sociale vergelijking (hier: identificatie) als moderator

Variabele b* t p 95% CI

Constant 85,00 < 0,001 [3,52; 3,69]

Identificatie 0,00 0,01 0,993 [-0,08; 0,09]

Conditie -0,20 -2,30 0,023 [-0,18; 0,01]

Conditie*Identificatie 0,06 0,74 0,461 [-0,05; 0,12]

(38)

Tabel 7: Effect van fitspiration op bezorgdheid om gewicht met sociale vergelijking (hier: identificatie) als moderator

Variabele b* t p 95% CI

Constant 50,25 < 0,001 [3,16; 3,41]

Identificatie -0,00 -0,30 0,975 [-0,13; 0,13]

Conditie -0,25 -2,99 0,003 [-0,33; -0,07]

Conditie*Identificatie 0,04 0,51 0,613 [-0,10; 0,17]

Noot. CI = Confidence Interval.

Tabel 8:Effect van fitspiration op fysieke conditie met sociale vergelijking (hier: identificatie als moderator

Variabele b* t p 95% CI

Constant 62,37 < 0,001 [3,27; 3,48]

Identificatie 0,21 2,42 0,017 [0,02; 0,24]

Conditie -0,01 -0,13 0,897 [-0,11; 0,10]

Conditie*Identificatie 0,06 0,72 0,475 [-0,07; 0,15]

(39)

Bijlage 3 – Gebruik sociale media in Nederland per

leeftijdscategorie

Figuur 1: Gebruik sociale media in Nederland per leeftijdscategorie.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In tabel 6 zijn de doorbraakvolumina weergegeven voor adsorptie bij aanwezigheid van microbiologische activiteit in de eerdgrond met 2,60; 6,00 en 7,18% organische stof.

In contrast to Mill, Feinberg argues that offence is a legitimate reason to restrict free speech and behaviour as well. One can imagine that not everyone is offended by the same

Using Amsterdam as a case study, the research tried to find out what macro (city) level and micro (neighbourhood) level characteristics influence the locational

Waar grootvader Johan Libordius en vader Johan Hendrik Kleijne uit de elite van Den Bosch afkomstig waren, lijkt het erop dat het gezin van Johannes Lubordus Kleijne eerder een

25 Dit neemt echter niet weg dat het debuut van Op de Beeck, hoewel het in eerste instantie vooral voortstuwt op het succes van haar tweede roman, toch zowel door de Nederlandse

Motivated by the latter results and following one of the definitions of discrim- ination provided in Chapter 2, I decided to use an Average Treatment Effect Esti- mation, in

The owner of the vital-sign monitoring (VsM) application service has designed an architecture of independent service providers, and translated requirement R1 into a set of assump-

To understand if the acute disease presentation of chikungunya was influenced by a preceding dengue infection, symptoms assessed by general practitioners were compared and