• No results found

Nieuw mestbeleid: koe kan in de wei blijven

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Nieuw mestbeleid: koe kan in de wei blijven"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

NIEUW MESTBELEID: KOE KAN IN DE WEI BLIJVEN

Harry Luesink, Walter van Everdingen en Michel de Haan (ASG)

Het aantal melk- en kalfkoeien dat dag en nacht, onbeperkt, geweid wordt, loopt steeds verder terug. Behalve een omschakeling naar volledig opstallen, via zomerstalvoedering of summerfeeding, heeft er de laatste jaren vooral een omschakeling plaatsgevonden naar beperkt (alleen overdag) weiden. Dit blijkt uit gegevens uit het Bedrijven-Informatienet van het LEI.

Meer koeien op stal

Begin jaren negentig telde Nederland bijna 1,9 miljoen koeien. Hiervan werd ruim de helft nog onbeperkt geweid. Ten opzichte van die periode is het aantal dieren dat in 2002 en 2003 de gehele zomerperiode nog buiten liep, gehalveerd. Het aandeel melk- en kalfkoeien dat daarentegen dag en nacht op stal werd gehouden, is trendmatig gestegen van ongeveer 5% midden jaren negentig, via 9% eind jaren negentig naar zo'n 15% (200.000 stuks) in 2002 en 2003. Het aantal koeien dat beperkt geweid wordt, ligt op ongeveer 780.000. Dit is gelijk aan het aantal beperkt geweide koeien begin jaren negentig (figuur 1). Achter de ontwikkelingen gaan verschillende oorzaken schuil. Enerzijds heeft de sector te maken met een afname van het aantal koeien en bedrijven. Relatief vaak zal het bij de stoppers gaan om minder moderne bedrijven, die niet zijn ingericht op het dagelijks opstallen van vee. Anderzijds stimuleerde de mestwetgeving vanaf 1998 (Minas) een productieproces met een beter beheersbare mineralenstroom. En beperkte weidegang gaf daartoe meer mogelijkheden dan onbeperkte weidegang. Het toepassen van beweiding vraagt in ieder geval een flinke huiskavel met grasland. In Zuidoost-Nederland is de veebezetting per ha hoger dan gemiddeld en wordt meer snijmaïs geteeld dan elders. Het is dan ook niet verwonderlijk dat daar meer koeien binnen blijven dan in Noord- en West-Nederland.

;; ;; ;; ;; ;; ;; ;; ;; ;; ;; ;; ;; ;; ;; ;; ;; ;; ;; 0,0 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2 1,4 1,6 1,8 2,0 1990-1991 1994-1995 1998-1999 2002-2003 Aantal melkkoeien (x 100.000) stalvoedering ;; beperkt ;; onbeperkt

Figuur 1 Verdeling van het aantal melkkoeien naar beweidingssysteem

Gevolgen nieuw mestbeleid

Het LEI heeft samen met de Animal Science Group een onderzoek gedaan naar de gevolgen voor het toepassen van beweiding van het mestbeleid dat in 2006 in werking treedt. In het nieuwe mestbeleid worden gebruiksnormen per hectare gewas gehanteerd. Bij introductie van het nieuwe beleid werd door de praktijk gesteld dat de gehanteerde normen het volledig opstallen van melkvee extra zou stimuleren, omdat de gebruiksnorm afhankelijk is van weidegang. Uit het onderzoek blijkt dat opstallen economisch gezien niet aantrekkelijker wordt dan weiden. De hogere gebruiksnorm bij opstallen wordt gecompenseerd door de lagere werkingscoëfficiënt van stikstof bij weidegang, waardoor de stikstofbemesting ook bij weidegang niet in het gedrang hoeft te komen (tabel 1). Op het eerste oog lijkt de winst voor opstallen te zitten in het feit dat minder mest hoeft te worden afgevoerd, vanwege de hogere gebruiksnorm, maar dat is juist niet waar. Het al dan niet moeten afvoeren van mest is afhankelijk van de forfaitaire productie in vergelijking met de

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw normatieve plaatsingsruimte. En die twee feiten zijn niet afhankelijk van het toepassen van beweiding of opstallen.

Tabel 1 Gebruiksnormen op kleigrond a) voor werkzame stikstof (kg/ha) bij derogatie voor het gehele bedrijf, 2009 b)

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ grasland met beweiden grasland, 100% maaien ⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯

Totale N-gebruiksnorm a) 310 350

Gebruiksnorm dierlijke mest 250 250

Werkingscoefficient dierlijke mest 45% 60% Effectieve N uit dierlijke mest b) 112 150 Aanwendingsruimte c) N uit kunstmest a-b) 198 200 ⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯

a) Voor veen- en zandgrond gelden ande e no men b) Voor 2006-2008 gelden andere normen; c) Dr r ; e maximale hoeveelheid stikstofkunstmest bij een plaatsing van exact 250 kg organische N per ha

Weidegang economisch aantrekkelijk

In vrijwel alle doorgerekende bedrijfssituaties blijft weidegang economisch gezien aantrekkelijker dan opstallen. Voor slechts een zeer beperkt (naar schatting 1%) aantal bedrijven, namelijk zeer intensieve bedrijven op droge zandgrond, zal opstallen aantrekkelijker zijn. Het gaat daarbij om slechts marginale voordelen, in de orde van enkele honderden euro's per bedrijf. Het nieuwe mestbeleid leidt weliswaar niet tot economische voordelen bij opstallen van de koeien, maar dat neemt niet weg dat er steeds minder koeien in de wei te zien zullen zijn. Andere ontwikkelingen, zoals een terugloop van het aantal bedrijven (en dus van het aantal koppels), schaalvergroting met daarbij ongunstiger verkaveling en wensen tot een betere beheersbaarheid van het productieproces gaan onverminderd door. Met name die laatste factoren leiden tot een omschakeling naar volledig opstallen van de melkkoeien.

Meer informatie:

PraktijkRapport rundvee 69

Invloed mestbeleid met gebruiksnormen op weidegang.

beschikbaar op www.pv.wur.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In a market research study conducted in the USA, triathletes were segmented based on their attitudes towards triathlons, resulting in seven clusters, namely:

ASSETS Natural Capital (resources) • Natural Resources • Ins�tu�ons • Infrastructure • History • Economic, Cultural and Polical Environment •

Die doel van die studie is om die psigososiale behoeftes van maatskaplike werkers, wat ondersoeke na seksuele misbruik van kinders doen, te identifiseer om te kan

By investigating the relations between psychological capital and its antecedents such as authentic leadership and supportive organisational climate, as well as

In die middel bo: ORANJEVRUSTAAT (een woord). Die Staatswapen neem die middelste gedeelte van die noot in beslag en rus op twee gekruisde vIae van die

Thirdly, the sanctuary metaphor as a space for divine-human encounters signifies the tabernacle as a prototype sanctuary model, suitable in directing the search

Die eerste hipotese wat ondersoek was, was dat opleiding van onderwysers in verhoudingsvaardighede deur middel van die Program vir Onderwysers 'n effek sou hê op die