• No results found

CSE 2018: 5 HAVO wiskunde B tijdvak I

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "CSE 2018: 5 HAVO wiskunde B tijdvak I"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Examen HAVO

2018

tijdvak 1 donderdag 24 mei 13.30 – 16.30 uur

wiskunde B

1 lees verder ►►►

(2)

Macht van 2

De functie f is gegeven door f x( ) 4 2  0,3x2.

Op de grafiek van f ligt een punt R. De y-coördinaat van R is 2. 3p 1 Bereken exact de x-coördinaat van R.

De grafiek van f snijdt de x-as figuur in het punt Q. Verder zijn

gegeven het punt P(0, 5) en de lijn l door P en Q.

Lijn l en de grafiek van f snijden elkaar behalve in Q ook in het punt S.

Zie de figuur.

6p 2 Bereken de coördinaten van S. Rond deze coördinaten af op twee decimalen.

De grafiek van f wordt 20 naar links en 10 omhoog geschoven. Hierdoor ontstaat de grafiek van een functie g.

De functie g kan geschreven worden in de vorm g x( )  a b 20,3x.

3p 3 Bereken de waarden van a en b.

Afstand 5

De lijn l is gegeven door de vergelijking 3 11

4 4

yx .

Verder is gegeven het punt P(6, 1).

De afstand tussen l en P is 5. figuur 6p 4 Bewijs dit.

De cirkel c met middelpunt M is gegeven door

2 2 28 32 308

xyxy   .

In de figuur zijn punt P en cirkel c met middelpunt M weergegeven.

De afstand tussen c en P is ook 5.

De afstand tussen M en P is groter dan de afstand tussen M en de x-as.

4p 5 Bereken exact het verschil tussen deze twee afstanden.

(3)

Hardlopen

Hardlopers die regelmatig een bepaalde afstand lopen, zijn vaak nieuwsgierig naar hun eindtijd op een andere afstand.

De Amerikaanse onderzoeker Pete Riegel stelde in 1977 de volgende formule op:

0,06 1 2 1 2 s v v s        

Hiermee kan met behulp van de bekende gemiddelde snelheid v1 op een bepaalde

afstand s1, de te verwachten gemiddelde snelheid v2 op een andere afstand s2 worden

uitgerekend.

Hardlopers gebruiken vaak de volgende vuistregel: als de afstand verdubbelt, dan neemt je gemiddelde snelheid met 6% af.

3p 6 Onderzoek of de bovenstaande formule aan deze vuistregel voldoet.

In de onderstaande tabel staan de wereldrecords hardlopen op de weg bij de heren op een aantal afstanden zoals ze in het jaar 2015 waren.

tabel

In de hardloopsport wordt vaak gekeken naar de tijd die een hardloper gemiddeld over een kilometer doet. Dit wordt het looptempo genoemd.

3p 7 Bereken het looptempo van het wereldrecord op de marathon in het jaar 2015. Geef je eindantwoord in hele minuten en seconden nauwkeurig.

In nevenstaande figuur is de logaritme van de tijd t in uren tegen de logaritme van de afstand s in kilometers van de wereldrecords op de afstanden uit de tabel uitgezet. Deze punten liggen bij benadering op een rechte lijn, die ook in de figuur is getekend. Deze figuur staat ook vergroot op de uitwerkbijlage.

5p 8 Bepaal met behulp van de lijn in de figuur op de uitwerkbijlage het te verwachten wereldrecord hardlopen op een afstand van 50 kilometer.

Geef je eindantwoord in hele uren en minuten nauwkeurig.

3 lees verder ►►►

wereldrecordtijd in 2015 wedstrijd

afstand

(in meters) uren minuten Seconden

10 km 10 000 26 44 15 km 15 000 41 13 10 mijl 16 093 44 23 20 km 20 000 55 21 halve marathon 21 097 58 23 25 km 25 000 1 11 18 30 km 30 000 1 27 37 marathon 42 195 2 02 57

(4)

De helling

De functie f is gegeven door 2 3 1

3 2

( ) ( 1)

f xx  x.

6p 9 Bereken exact voor welke waarden van x de helling van de grafiek van f groter is dan 1

2

3 .

Horizonafstand

Als men vanaf bijvoorbeeld een hoog gebouw of een berg vrij zicht heeft tot aan de horizon, is de horizon verder weg dan wanneer er vanaf de grond naar de horizon gekeken wordt.

figuur 1

Het kijken naar de horizon gebeurt vanuit het oog O in een rechte lijn naar een punt P op de horizon.

De hoogte waarop het oog zich bevindt noemen we de kijkhoogte. De afstand OP tot aan de horizon noemen we de horizonafstand. De horizonafstand a in meters hangt af van de kijkhoogte h in meters boven de grond. Zie figuur 1.

Hoe groter de kijkhoogte, hoe groter de horizonafstand. De horizonafstand a is bij benadering evenredig met h.

figuur 2

In figuur 2 is dit evenredige verband tussen a en h door middel van een rechte lijn weergegeven. Bovendien zijn van een aantal punten op deze lijn de coördinaten gegeven.

Figuur 2 staat ook vergroot op de uitwerkbijlage.

3p 10 Bepaal met behulp van de figuur op de uitwerkbijlage welke kijkhoogte hoort bij een horizonafstand van 40 km. Geef je eindantwoord in hele meters nauwkeurig. Bij benadering geldt:

3741

ah

Hierin is a weer de horizonafstand in m en h weer de kijkhoogte in m.

De horizonafstand kan ook in kilometers uitgedrukt worden. Het verband tussen de horizonafstand k in kilometers en h kan worden beschreven met een formule van de vorm kc h .

(5)

Het licht van de Lange Jaap, een vuurtoren bij Den Helder, reikt 30 zeemijl ver. Een zeemijl is 1852 m.

De lamp van de Lange Jaap bevindt zich op een hoogte van 57 m. Vanaf een

kijkhoogte van 2 m is het licht van de Lange Jaap op een afstand van 30 zeemijl niet (rechtstreeks) te zien, omdat de vuurtoren zich dan achter de horizon bevindt.

De maximale afstand d waarop het figuur 3 licht van een vuurtoren een

waarnemer (rechtstreeks) kan

bereiken is afhankelijk van de hoogte

H waarop de lamp van een vuurtoren

zich bevindt, en van de kijkhoogte h van de waarnemer. Zie figuur 3. Bij benadering geldt:

3,74 ( )

d   Hh

Hierin is d de maximale afstand in km waarop het licht van een vuurtoren

een waarnemer (rechtstreeks) kan bereiken, H de hoogte van het licht van de vuurtoren in m en h nog steeds de kijkhoogte in m.

Wanneer het licht van de Lange Jaap op een afstand van 30 zeemijl vanaf een kijkhoogte van 2 m wel (rechtstreeks) zichtbaar zou zijn, zou de lamp zich een stuk hoger moeten bevinden.

5p 12 Bereken hoeveel keer zo hoog de lamp zich dan minstens zou moeten bevinden. Geef je eindantwoord in één decimaal nauwkeurig.

Raaklijnen door de oorsprong

De functie f is gegeven door figuur 1

1 ( ) 1 2 3 f x x x     .

De lijn k raakt de grafiek van f in het punt A(1, -3). Zie figuur 1. Lijn k gaat door de oorsprong. 5p 13 Bewijs dit met behulp van

differentiëren.

(6)

De lijn l met vergelijking 11 9

y   x figuur 2 raakt de rechtertak van de grafiek

van f in het punt B. Zie figuur 2. Lijn l snijdt de linkertak van de grafiek van f niet.

6p 14 Bewijs dit.

Hoogwerker

Met behulp van een hoogwerker kan een monteur foto bepaalde werkzaamheden op hoogte uitvoeren. Zie de

foto.

Hierbij staat de monteur in een bak, die is bevestigd aan twee scharnierende draagarmen. De twee draagarmen draaien ten opzichte van elkaar en ten opzichte van het wagentje waaraan de onderste draagarm bevestigd is. In deze opgave bekijken we een vereenvoudigd

2-dimensionaal model van de situatie. Zie figuur 1, waarin dit is weergegeven.

figuur 1

Punt A is het scharnierpunt op het wagentje, punt B het scharnierpunt van de twee

draagarmen en punt C het einde van de

bovenste draagarm waaraan de bak bevestigd is.

- De lengte van draagarm AB is 250 cm. - De lengte van draagarm BC is 300 cm. In de situatie zoals weergegeven in figuur 1 geldt dat BC horizontaal is. Hoek ABC is dan 50 graden.

figuur 2

In figuur 2 is ook het punt D weergegeven.

D is de loodrechte projectie van A op de verticale lijn door C. Deze verticale lijn is in

figuur 2 gestippeld weergegeven. Figuur 2 staat ook op de uitwerkbijlage. De afstand AD is ongeveer 139 cm.

3p 15 Toon dit aan. Je kunt hierbij gebruikmaken van de figuur op de uitwerkbijlage.

(7)

Wanneer de monteur de bak recht omhoog figuur 3 verplaatst, zal hoek ABC toenemen.

Zie figuur 3.

Deze figuur staat ook op de uitwerkbijlage. De monteur verplaatst de bak recht omhoog tot

292

CD cm.

4p 16 Bereken in dit geval de toename van hoek ABC in hele graden nauwkeurig. Je kunt hierbij

gebruikmaken van de figuur op de uitwerkbijlage.

(Co)sinus

Op het domein

0 , 2 is de functie f gegeven door:

1 4

( ) 2 3 sin( ( ))

f x    x

Verder is de lijn l gegeven door de vergelijking 7 2

y  . Zie figuur 1.

figuur 1

Op het gegeven domein snijden l en de grafiek van f elkaar in twee punten. 4p 17 Bereken exact de x-coördinaten van deze punten.

Een functie g heeft een figuur 2 functievoorschrift van de vorm:

( ) cos( ( ))

g x   p q r x s

Er geldt:

- De periode van g is 4.

- Het hoogste punt van de grafiek van g valt samen met het hoogste punt van de grafiek van f.

- De amplitude van de grafiek van g is twee keer zo groot als de amplitude van de grafiek van f.

Zie figuur 2.

5p 18 Bereken mogelijke exacte waarden van p, q, r en s.

(8)

Wiskunde B

2018-I

Uitwerkbijlage.

NAAM: . . . . . . . . . . . .

vraag 8

(9)

vraag 15

vraag 16

(10)

Wiskunde B

2018-I

Uitwerkingen.

(N=1,2)

Macht van 2

1 maximumscore 34 2 0,3x2 2 geeft 20,3x2 2 1  0,3x 2 1 1  x10 1 2 maximumscore 6  0,3 2 1 4 2 x y    zero geeft 1 3 13 x  2

 Voor de lijn PQ geldt: 1 3 5 3 8 13 5 5 y x   x 2  3 2 8 5 y   x intersect geeft S(4.30, 3.39) 2 3 maximumscore 3g x( ) 4 2  0,3 ( x 20) 2 10... 4 2  0,3x410 14 2 2 4 0,3x 14 16 2 0,3x, dus a14 en b 16

Afstand 5

4 maximumscore 6

 de loodlijn door P heeft richtingscoëfficiënt 1 3 1  1  1 3 1

y   x b gaat door (6, 1) geeft 1 3 1 1 6 9 b    1  3 11 1 4x  4 13x9 1  1 1 12 4 2 x6 geeft x 3 en y 5 2  d P l( , ) (6 3) 2  (1 5)2 5 1 5 maximumscore 4(x14)2(y16)2 144, dus M(14, 16) en straal 12 1MP  5 12 17 en d M x as( ,  ) 16 2  Het verschil is 1 1

Hardlopen

6 maximumscore 3  afstand verdubbelt: s2 2s1 1  dit geeft 1 0,06 2 1 ( )2 1 0,96 vv  v  1

 nee, de snelheid neemt met 4% af 1

7 maximumscore 3  42,195 km in 57 60 2 60 2   122,95 minuten 1  dat is dan 122,95 42,195 2,91 minuten over 1 km 1

 het looptempo is 2 minuten en 55 seconden 1

8 maximumscore 5

 log(50) 1,7 1

 log( ) 0,4t  2

(11)

De helling

9 maximumscore 6  2 2 1 2 1 3 2 2 '( ) 3 ( 1) 2( 1) f x   x   x  1  1 2 '( ) 3 f x geeft (x1)2 2 2x 1 2  x  1 2 1  1 2 '( ) 3 f x  voor x 1 2 en x  1 2 2

Horizonafstand

10 maximumscore 3

 bij een horizonafstand van 40 km hoort h 10,7 2

h114 meter 1 11 maximumscore 3  3741 1000 a  h 1  ... 3,741 h (3,741)2 h 14h 2 12 maximumscore 5d 30 1,852 55,560  km 1  3,74 ( H  2) 55,56 1  voer in y13,74 ( x  2) en y2 55,56 intersect: x 180,67 2

 de lamp moet dan 180,67

57 3,2 keer zo hoog zijn. 1

Raaklijnen door de oorsprong

13 maximumscore 5  2 2 2 '( ) 1 (2 3) 2 1 1 (2 3) f x x x            2  f'(1) 3 1

y  3x b gaat door A(1, -3) 1

 dit geeft b    3 3 1 0; dus k gaat door de oorsprong 1

14 maximumscore 6  11 9 1 1 2x3   x x geeft 29 1 1 2x3   x 2  2 9 (2x3)( x 1) 1 1  x26x 9 0 1

(x3)2 0 geeft x3 (dus maar één oplossing: B) 2

Hoogwerker

15 maximumscore 5

 E is de loodrechte projectie van A op BC 1  BE 250 cos(50 ) 161 o 

cm 1

AD300 161 139  cm 1

2 lees verder

(12)

16 maximumscore 4

AC 29221392 323 cm 1

3232 25023002 2 250 300 cos( ABC) 1

 150 000 cos( ABC) 47 915 geeft cos(ABC) 0,32 1  ABC71o en dus met 21° toegenomen 1

(Co)sinus

17 maximumscore 4  7 2 ( ) f x  geeft 1 1 4 2 sin( ( x )) 1  1 1 1 5 4 6 4 6 (x ) k 2 (x ) k 2                1  1 1 5 1 6 4 2 6 4 2 x   kx    k 1  dit geeft 1 1 11 6 4 12 2 1 x    en 5 1 7 6 4 12 x    1 18 maximumscore 5  periode is 4, dus 2 1 4 2 r 1

 het hoogste punt van f ligt bij 1 1

4 2 (x )     . Dus bij 1 4 ( , 5) 1  dus ook 1 4 s 1  de amplitude van g is 6: q6 1  de evenwichtsstand is p   5 6 1 1

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zuid: (Zeeuws-)Vlaamse kust en Appelzak. Het is niet geheel duidelijk in welke mate golven en getij van belang zijn. Er is hier een belangrijk rol weggelegd voor sedimentbeheer en

Figure 15: Resistivity result of multiple double cables (three bottom cables and three surface cables); sets of measurements at selected time stamps. In general, each time

Voor de overige scenario’s die niet in bovenstaande lijst voorkomen NAP5, Huidig beleid, en 100%DAW zijn deze ontleend aan de wel beschikbare scenario’s: • voor NAP5 is gebruik

Die vier termen zijn (i) de mogelijke positie van de zeewaartse grens van het kustfundament (bepalend voor het oppervlakte van het kustfundament), (ii) het netto

Voor metalen en nutriënten geldt dat, als gevolg van de specifieke samenstelling van de grond of bagger en/of door locatiespecifieke omstandigheden, de nalevering veel lager kan

Voor de resultaten zoals beschreven in deze rapportage is gebruik gemaakt van een niet-officiële versie van SOBEK (een zogenaamde branch). Er zijn model specifieke aanpassingen

Er is aangenomen dat het brakke water uit de bassins, in de situatie waarin geen zilte teelt op volle grond in de nabijheid plaatsvindt, niet kan worden gebruikt voor beregening