• No results found

Samenvatting LESA visuele stoornissen bij kinderen en jongeren

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Samenvatting LESA visuele stoornissen bij kinderen en jongeren"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

138

nr 6

  december 2010 ı jaargang 42

Samenvatting LESA Visuele stoornissen bij kinderen

en jongeren

De samenvattingskaart opgenomen van de ‘Landelijke Eerstelijns Samenwerkings Afspraak (LESA)

Visuele Stoornissen bij kinderen en jongeren’. De LESA is ontwikkeld door de Algemene

Jeugdgezondheidszorg (AJN) en het Nederlands Huisartsengenootschap (NHG). Voor de volledige

tekst van de LESA verwijzen wij naar Huisarts en Wetenschap (Huisarts wet. 2010;53(7):S11-S14) en

Tijdschrift voor jeugdgezondheidszorg (TJGZ. 2010;42(4):85-90).

M.M. Boere-Boonekamp en A.J. Klein Ikkink

Dr. M.M. Boere-Boonekamp, arts Maatschappij en Gezondheid, drs. A.J. Klein Ikkink, huisarts. Correspondentieadres: Dr. M.M. Boere-Boonekamp, TNO Kwaliteit van Leven, Postbus 2215, 2301 CE Leiden, magda.boere@tno.nl.

© 2010 Nederl and s Hui sar ts en Gen o ot sc hap en Ar ts en jeug dg ez ondheid sz o rg Nederl and

Lesa (samenvatting)

Begrippen

Functieafwijkingen van het oog

* : strabismus, refractieafwijkingen (hypermetropie, myopie, anisometropie of astigmatisme) en amblyopie.

Aangeboren afwijkingen van het visuele systeem

* : bijvoorbeeld congenitaal cataract, primair congenitaal glaucoom, retinoblastoom, coloboom van de iris en congenitale nystagmus.

Cerebrale visuele stoornissen

* : verhoogd risico bij prematuren en kinderen met geboorteproblemen.

Opsporing van visuele stoornissen

screening door de JGZ Onderzoek

* naar visuele stoornissen tijdens reguliere bezoeken tot en met 6 jaar. Gebruikte methodieken in de JGZ

* : het ontwikkelingsonderzoek van Van Wiechen (VWO); (Vroeg) Tijdige Opsporing Visuele stoornissen (VOV- of TOV-test); de Amsterdamse Plaatjeskaart (APK of APK-TOV) en de Landolt-C-kaart.

Vanaf 7 jaar

* : als niet al onder behandeling oogarts, onderzoek op indicatie bij twijfel over de visus, eerdere visusbepaling onvoldoende en niet verwezen, geen eerdere visusbepaling verricht, hoofd-pijnklachten, leer- en of leesproblemen, beide ouders brildragend of bekend bij oogarts. Risicogroepen

* : extra aandacht voor visusonderzoek bij pre- en dysmaturen en bij kinderen met een ontwikkelingsstoornis of een verstandelijke beperking. Zo nodig aangepaste testmethode gebruiken (Lea Crowded Symbol Book) of verwijzen naar een instelling voor visueel gehandicapten. Bij over-dracht gaat de jeugdarts na welke adviezen zijn gegeven over controle van het visuele systeem en begeleidt hij de ouders in overleg met de oogarts.

Diagnostiek door de huisarts

De huisarts ziet kinderen en jongeren op indicatie en beoordeelt of verwijzing naar een oogheelkundig *

team, optometrist of opticien is geïndiceerd.

De NHG-Standaard Refractieafwijkingen geeft richtlijnen voor diagnostiek en beleid bij kinderen en *

vermeldt randvoorwaarden voor het visusonderzoek.

Huisartsen met specifieke oogheelkundige interesse kunnen een diagnostisch refractionerings-*

onderzoek uitvoeren bij kinderen van 6 jaar en ouder met een vastgestelde visus van minder dan 1,0 maar meer dan 0,2.

Huisarts en jeugdarts hanteren grotendeels dezelfde criteria bij signalering van visuele stoornissen. Het merendeel van de gevallen zal bij de programmatische JGZ-screening gesignaleerd worden.

Functieafwijkingen van het oog Kinderen tot 6 jaar

* verwijst de jeugdarts of huisarts rechtstreeks naar een oogheelkundig team voor een consult binnen drie tot vier weken.

Kinderen van 6 tot 10 jaar

* verwijst de jeugdarts naar de huisarts. De huisarts verwijst naar de oogarts of verricht zelf diagnostisch refractioneringsonderzoek en verwijst dan bij myopie of astigmatisme naar de opticien of optometrist. De huisarts rapporteert het gevoerde beleid terug naar de jeugd-arts. Wanneer de huisarts dit onderzoek zelf niet uitvoert, kan worden afgesproken dat de jeugdarts ook deze leeftijdscategorie rechtstreeks verwijst naar de oogarts.

Kinderen van 10 jaar en ouder

* verwijst de jeugdarts of huisarts meestal rechtstreeks naar de opticien. aangeboren afwijking of cerebrale visuele stoornis

De jeugdarts of huisarts verwijst snel en doelgericht naar een oogheelkundig team. *

De jeugdarts overlegt telefonisch met de huisarts over de beste verwijsroute bij urgentie. *

aanbevolen verwijsroute na signalering van visuele stoornissen

Landelijke eerstelijns samenwerkings afspraak (Lesa)

Visuele stoornissen bij kinderen en jongeren (samenvatting)

(2)

nr 6

  december 2010 ı jaargang 42 

139

D e v o ll ed ig e t ek st v an d e L ES A V is u el e s to o rn is se n b ij k in d er en e n jo n g er en is g ep u bl ic ee rd o p d e N H G -w eb sit e e n A JN -w eb sit e

Lesa (samenvatting)

aandachtspunten voor de samenwerking tussen huisarts en jeugdarts

afstemming eerste en tweede lijn

Zorg dat alle betrokkenen (huisartsen, JGZ-teams, oogheelkundige teams, optometristen, *

opticiens), geïnformeerd worden over de verdeling van taken, de werkwijze en de verantwoor-delijkheden rond de opsporing van visuele stoornissen.

Maak afspraken over de gegevensuitwisseling tussen huisarts en jeugdarts: spreek af dat *

bij verwijzing naar de tweede lijn de huisarts c.q. de jeugdarts een kopie van de verwijsbrief ontvangt.

Maak afspraken met oogheelkundige teams over de maximale wachttijd. *

Zorg dat in de verwijsbrief de naam en adresgegevens van de huisarts en de jeugdarts worden *

vermeld, zodat de tweede lijn naar beide beroepsgroepen kan terugrapporteren. Verwijstraject en rechtstreeks verwijzen

Maak afspraken over de verwijsroute bij verdenking op een aangeboren visuele afwijking of *

cerebrale visuele stoornis.

Maak afspraken over de rechtstreekse verwijsroute door de jeugdarts bij kinderen tot 6 jaar. *

Maak afspraken over de verwijsprocedure bij een functieafwijking bij kinderen van 6 jaar en *

ouder. Sluit hierbij aan bij de aanwezige oogheelkundige specialisatie van huisartsen in de regio.

Pas de landelijke JGZ-modelverwijsbrief voor rechtstreekse verwijzing door de jeugdarts zo *

nodig aan voor regionaal gebruik.

Zorg voor borging van de afhandeling van terugrapportage: de bespreking van de resultaten *

met de cliënt en de administratieve verwerking. Voorlichting

Zorg voor uniform voorlichtingsmateriaal (zie www.nhg.org, rubriek Patiëntenvoorlichting, of *

www.ajn.artsennet.nl, rubriek Beroepsinhoudelijke-info).

Spreek af wie, bij verdenking op of vaststelling van een visuele stoornis, de informatie geeft over *

aandoening, verwijsroute en begeleiding na verwijzing (met voorlichtingsfolder of patiënten- brief).

Bereikbaarheid

Maak duidelijk wie de aanspreekpersoon is in de JGZ voor terugrapportage door de specialist. *

Zorg dat jeugdarts en huisarts elkaar gemakkelijk kunnen bereiken voor afstemming en *

overleg.

Landelijke eerstelijns samenwerkings afspraak (Lesa)

Visuele stoornissen bij kinderen en jongeren (samenvatting)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vanuit de wereld van typografen werden heel wat lettertypes naar voren geschoven die de leesbaarheid zouden verbeteren, maar de argumentatie werd niet altijd even goed

aanstellerig sentiment wil d oen doorgaan voor echt dichterlik gevoel (als o.. de inhoud der Verzen. De student wenne zich gerustelik eraan dat te doen: natuurlik

“Responsible ​ ​Business​ ​Events​ ​Top​ ​of​ ​the​ ​Agenda​ ​in​ ​Copenhagen.”​ ​TravelDailyNews. International,

As the dissolved Fe concentration becomes the dominant form of iron measured in the abstracted water with time, this could indicate that natural iron concentrations in the

Deze aangepaste methode houdt in dat bij kinderen in het Speciaal Onderwijs (4-19 jaar) gebruik wordt gemaakt van het LH Crowded Symbol Book om de visus te bepalen,

organisatorisch is het niet altijd in te plannen. Bij oudere leeftijdsgroep: naar schatting 60%; organisatorisch ook beter haalbaar.  Goede indicator; er is een beter

Waar wij in deze LESA spreken over de oudere, patiënt of cliënt, wordt ook het systeem rond de oudere bedoeld (dus inclusief belangrijke mantelzorger(s) en vertrouwenspersoon:

Dit geldt niet voor patiënten met licht tot matig ernstig COPD die vooral door de huisarts worden begeleid.. Op basis van nieuwe inzichten is er welis- waar consensus over het