• No results found

Onderzoek voor de eendenhouderij

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Onderzoek voor de eendenhouderij"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ONDERZOEK VOOR DE EENDENHOUDERIJ

Ing. K. Bouma, technisch medewerker eendenhouderij

In Nederland worden per jaar ongeveer 4 miljoen slachteenden geproduceerd. De

produktie vindt voor meer dan 80% plaats in de gemeenten Ermelo en Harderwijk.

Eenden worden voornamelijk buiten gehouden. Deze buitenhouderij veroorzaakt een

zware belasting van het milieu.

-Inleiding

In Nederland worden eenden, zowel fok- als mesteen-den, van oorsprong buiten gehouden. Deze buiten-houderij vindt plaats in de maanden maart t/m okto ber. Omdat hierbij jarenlang dezelfde percelen wor-den gebruikt is de bodem ernstig vervuild. Ook de NHs-emissie

(=

ammoniak-emissie) van deze perce-len is erg hoog. De overheid wil om deze reden de buitenhouderij over een aantal jaren verbieden. Dit betekent dat de eenden in de toekomst in stallen gehouden moeten gaan worden. De direkte bodemvervuiling stopt dan en de NHs-emissie zal minder hoog zijn. De NHs-emissie kan bovendien met behulp van aanvullende maatregelen verder worden beperkt.

Wijze van huisvesting

In het

kader

van het Ontwikkelings- en Saneringsfonds (0- en S-fonds) voor de landbouw zijn in Harderwijk een zestal proefstallen gebouwd, waarbij eenden in stallen op strooisel en/of rooster worden gehouden. Hoewel de houderij in stallen een hogere kostprijs veroorzaakt, is toch duidelijk dat goede technische resultaten kunnen worden verkregen. De volgende vragen komen echter naar voren:

1. Wat zijn de technische resultaten (o.a. groei, voe-derconversie en uitval) en hoe dient de stalinrich-ting te zijn als eenden in stallen worden gehouden? 2. Welke vermindering van N( = stikstof)- en P( = fosfor)-uitstoot kan door huisvesting in stallen, eventueel aangevuld met fasevoeding (of fytase toediening aan het voer) verkregen worden? 3. Wat voor invloed heeft de huisvesting van eenden

in stallen op de kwaliteit van karkas, veren en po-ten?

4. Hoe is het gesteld met het gedrag c.q. welzijn van eenden in stallen?

ad 1. Hoe de stalinrichting eruit moet zien is nog niet bekend. In de proefstallen in Harderwijk zijn verschil-lende systemen geprobeerd. De technische resulta-ten zijn onderling niet goed te vergelijken. Wel blijkt dat op volledig rooster de dieren, vanwege het optre-den van kannibalisme, gesnavelkapt moeten woroptre-den. Onderzoek naar de technische resultaten van de verschillende systemen is nodig.

ad n.Vermindering van N- en P-uitstoot door binnen-huisvesting is mogelijk. Indien de stal een dichte vloer heeft vindt geen direkte bodemvervuiling plaats. Daar-naast zal in een stal de ammoniak-emissie minder hoog zijn, omdat per eend minder ruimte beschikbaar is (kleiner emissie-oppervlak). Welk systeem de min-ste emissie geeft moet worden onderzocht.

Vermindering van de N- en P-uitstoot via de voeding kan doorfasevoeding, waarbij devoeding beter wordt afgestemd op de fysiologische behoeften van het dier (ouder dier heeft minder behoefte aan N en P dan jonger dier). Verder kan door toevoeging van fytase de organische P in hetvoer beter beschikbaar komen, waardoor ook minder P toegevoegd hoeft te worden.

ad 3. Wat voor invloed binnenhuisvesting op de kwali-teit van de eenden heeft is niet bekend. De invloed van binnenhuisvesting en met name de verschillende huisvestingsvormen zal onderzocht moeten worden.

ad 4. Hoe het is gesteld met het gedrag c.q. welzijn van eenden in stallen is niet bekend. Onlangs is op de Landbouw Universiteit in Wageningen een oriente-rend onderzoek gestart naar het welzijn van eenden. Verder onderzoek naar het gedrag van eenden op verschillende huisvestingssystemen zal moeten wor-den uitgevoerd om hierop een antwoord te kunnen geven.

Orienterend onderzoek

Op “Het Spelderholt” is een orienterende proef gestart. Deze proef vindt plaats in 2 identieke afdelingen, per afdeling worden 210 eenden geplaatst. Een volledig strooiselstal wordt vergeleken met een roosterstal met mestschuiven. Beide afdelingen zijn voorzien van voertonnen en drinknippels. Van beide afdelingen worden de volgende gegevens verzameld:

* de NH3-emissie, deze wordt bepaald door middel van meting van het ventilatiedebiet en de NHa-con-centratie in de lucht;

* technische resultaten, onder andere voerverbruik, groei en uitval;

* de kwaliteit van veren, karkas en poten.

Tevens zal het gedrag van de eenden worden beke-ken.

(2)

Verkrijgen kriteria

Uit dit eerste onderzoek worden gegevens verkregen met betrekking tot milieubelasting, technische resul-taten en gedrag van de eenden. Door middel van vervolgonderzoek kunnen kriteria worden verkregen voor de huisvesting en verzorging van eenden waarbij goede technische resultaten zijn te realiseren, De belasting van het milieu moet minimaal zijn waarbij het welzijn van de eenden niet of nauwelijks wordt aange tast.

loopruimte

De indeling van een afdeling voor 210 eenden, 0 = voerton; = drinknippels

Foto: Een moderne eendenstal

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The mission of the Ministry of Public Service is to provide quality human resource services to line ministries and agencies through legal frameworks and human resource

De in deze evaluatie gepresenteerde bevindingen bevestigen ook dat het structureel verbinden van waterveiligheidsopgaven met ruimtelijke opgaven in een gebied alleen mogelijk is

- handelt snel en adequaat volgens de voorgeschreven procedures, wettelijke richtlijnen en afspraken van de organisatie; - hanteert consequent professionele grenzen en haar

De Informacie van 1514 schetst het beeld van een omvangrijke publieke schuld die door een groot deel van de publieke sector werd gedragen; deze werd, voor zover wij kunnen

Willeke Los laat in haar dis- sertatie zien wat de voorlopers waren van deze discussie in het begin en het midden van de achttiende eeuw en maakt daarbij een expliciete connectie

Voor zover deze opmerkingen niet nieuw zijn moet wel bedacht worden dat hier een basis van een exacte wijze van afwegen van de noodzaak tot studie is gegeven en dat een formulering

In het onderzochte gebied heeft het grootste deel van de gronden een te hoge (win­ ter) grondwaterstand (GHG) voor een optimaal gebruik als grassportveld. Deze

De RIE Grafimedia wordt uitgevoerd met behulp van een computerprogramma waaruit aanbevelingen volgen in een plan van aanpak die het bedrijf moet uitvoeren om