Tijd.scbrift aoor
reelten
afzet uan pop*lier
en
wilg
5e JAARGANG No.3 AUG. 1968 Uitgaue aan d'e StichtingPopalier Verschijnt vier maal per jaarRed'actie:
K.
Adema, EindhovenIr. J. T. M. Broekhuizen, Secretaris,
\íageningen
Prof.
Dr. G.
Hellinga,\íageningen
Ir. H. A.
van der Meiden, \TageningenIr.
J. L. F. Overbeek, Z:wolleIr.
P. de Sonnaville,\íinssen
Ad.minil trari'e en r ed'actie : Gen. Foulkesweg 64, -Jlageningen Telefoon:08310-AIL
Postrekeningnr.:
lll29I5
t.n.v. Stichting Populier te S7ageningenÁbonnement
f 3,-
per jaar, losse nummersf
1,50Drukkerij:
A.
VerweijSpijk
5,Tel.2831,
rVageninger,Inborà:
Voorwoord
Rentabiliteitsberekeningen
.
.Populierenbeplanting bii \Tessem Paraleucoptera sinuella, een mi-neefmot
Vooruitzichten van de griendcul-tuur I
Hervorming van griend in popu-Iier
De grijze abeel Kalender
Verslag van de NPC over 1966 en t967
(Il)
. Mededelingenl8
l8
39t0
t1 40 4) 44 46 50 10-j. 'Rob*sta'in
O.Fleuoland d: 17,6 cm; h: 15n;
V: ca.94 nlt/ha,Foto: Van der Meiden
38
Voorwoord
Dit
nummer bevat artikelen over sterk uiteenlopende onderwerpen. Hoewelal
dezebijdragen
belangwekkendeinformaties
geven,willen
wij
toch
op
één ervanUw
aandachtin
het bijzonder vestigen. Onder detitel
,,Rentabiliteitsberekeningenin
de populierenteelt" geeftIr.
J. J.Mooij
een aantal beschouwingen over de hoogte van de rentevoet, die voor de berekening van het rendement van beplantingen van door-slaggevend belang zijn.Indien
bepaalde artikelen vragenbij U
doen rijzenof
indienU
van oordeel bent dat bepaalde onderwerpen een uitvoeriger behandeling verdienen, zullenwij
dat
graag vernemen. \Vij zullen er danin
de volgende nummers aandacht aan besteden.De Redactie
lr.
J. J.
Mooij
/
Rentabiliteitsberekeningen
in de
populierenteelt
Aíd.
Bosbedrijlsleer,l.B.O.,
LandbouwhogeschoolIn
enige recenre artikelen van ,,Populier" is derentabiliteit
van de populierenteelt ter sprake gekomen enwel
als gevolgvan
de inmiddels gedaalde houtprijzen en sterk gestegen loonkosten. Zeer terecht is erin dit
verband door Van der Meiden reeds op gewezen, dat derentabiliteit
uan clezeteelt
slechtskan
worden beoordeeld aan de hand van concrete kosïen- en opbretzgsÍci.jf ers.Hier
kan echter nog aan worden toe-gevoegd, dat tevens eefi. fialllogezei.le analyse van deze gegevens geboden is teneinde d.e nood,zaaken de
d.oelmatigheiclvan de verichte
behandelingen gedurende het gehele produktieproces beterte
kunnen beoordelen.Nu
vergtdit
houtproduktieprocesin
het algemeen een financiering op middellangetot
langetermijn,
zodatbij
het opstellen van desbetreffende rentabiliteitsberekenin-gen een zekere rentevoet zal moeten worden gebruikt. De hoogte van deze te bezigen renteaoetis
als gevolgvan de
langeproduktieduur
in
de
bosbouwvan
doorslag-gevende betekenis voor dete
berekenen resultaten. Alhoewel het de houtproducent uiteraard geheelvrij
staatom
naar eigen believenvan
een zekere rentevoetuit
tegaan,
zaI
hij
zich
anderzijds terd.ege gebontlertlueten
aanmogelijke
alternatieve renderingsmogelijkheden van het hiervoor beschikbaar te stellen kapitaal.Zowel
uit
de
meer klassiekeals
uit
de
moderne Westeuropese bosbouwliteratuurkomt
naar voren,dat
deze zogenaamde bosre;tteuoeleeÍ
1%
à
3,5/6
zaI
moeten bedragen.Daarbij wordt in
eerste instantie uitgegaan van het oucr langelernijtt
te berekenen gemiddelde van de landelijke rentevoet voor langlopende en solide lenin-gen c.q. Staatsleninlenin-gen, waarop vervollenin-gens de zolenin-genaamde ttendntatige cluarteaantuat van hour van eenI
/o
à
L,5/6
ín
minderingwordt
gebracl.rt. Deze relatieve duurte-aanwas van houtvloeit
voortuit
de omstandigheid, dat de l.routprijzen - over langeretermijn
bezien - sterkerblijken
tezijn
gestegen dan de prijzen van andere produkten voor onze samenleving.Zo is
b.v. gebleken, dat de duurteaanwas vanhout
op stamin
Zweden over de periodeI909-'t8
gemiddeld 2,4 Voper
jaar,tn
Finland over de periodeI9I3-'53
gemiddeld 1,5 oÁ per jaar enin
Zwitserland over de periode van1925-'58 gemiddeld
I,l
/o
per jaar heeft bedragen.Alhoewel
in
Nederland de rentevoetvan
Staatsleningenin
de laatste jarenom
de6,)
Vo
schommelt, bedraagtde
gemiddeldetentevoet over de
na-oorlogse jaren slechtsrond
4fly.
Rekenine houdendemet
de trendmatige duurteaanwasvan
hout van ca.I
/o,
zoade bosrentevoethier
te lande ca. 3 o/o kunnen zijn.Voor
de
Nederlandse omstandighedendient hierop
evenwelnog
een correctie re worden aangebracht, welkevoortvloeit uit
de reeds enige decennia bestaande fiscale arijd,omvan
inkont.sterzuit
bosbezit. Deze fiscale tegemoetkoming aan de bosbouw houdt immers in, dat de 30 % tot 70 7o marginale inkomstenbelasting - waarvan het percentage overigensafhankelijk
is van de
omvangvan de
inkomstenuit
andere bronnen-
danwel
de 437o
tot 47 %t vennootscl.rapsbelasting over de inkomstenuit
bosbezitniet
meer aan de fiscus behoeftte
worden afgedragen.Op grond van
dehieruit
voortvloeiende besparing van ca. 50 7o van de inkomstenvolgt
dan ook, dat tle rendering in. d.e bosbonn, slechtt d.ehelft
uan de renderingin
alternatieue beleg-gingsnt.ogelijkbed.en. behoeÍtte zijn;
m.a.w.:op
grond van deze fiscalevrijdom
van inkomstenuit
bosbezit behoeft de renderingin
de bosbouw geen4/6,,
maar slechts39
de
helft
ervan oftewel 2/o
rezijn.
Hieruit volgt
eenbosrente-voet van 2 o/o mtnus
I
/6
àttrteaanwas: |
/a.
Voorts
dient
echternog het
aspectvan de
aoortschrijrlenrle geld,onttuaarcláegin
beschouwing te worden genomen en wel opgrond
van
de aanzienlijke verschiilenin
de mate vanbescher-ming
welke de diverse beleggingsmogelijkheden hiertegen bie-den.De
sector uande
udrte reiltegeuencleleningen kan zich
tegendit
aspect alleen maar trachten te beschermen door zo mogelijk op de kapitaalmarkt een hogere rentevoet te bedingen;dit
heeftdan
ock
vooralin
de laatste jaren plaats gevonden.Het
gevolghiervan
is
echter, dat de vroegere tegen een lagere rentevoetI
pari
uitgegeven leningen daardoor thans onclerpari
ziln komente staan, zodat over de afgelopen decennia:
-
geaccepteerd enerzijds een llertnoge,zsuerlies ènvan
ca. 7,5 Va moet worden-
anderzijdsmiddeld
rendement vanbij
een gemiddelde rentevoet 5 7o overdie
periodevan
4kan
7o
een wordenge-verkregen.
Hiermede
tevensrekening
houdende,kan het
vereisterende-ment voor de bosbouw
in
Nederland op basis van dezealterna-tieve beleggingsmogelijkheid berekend
worden op:
57o mints
50
7o
daanan
:
2,57o bij
een vermogensverliesvan
een 1,5To.Hieruitlaat
zich wederom een bostentevoet afleiden van 2,5/o
minus
7/o
drmteaanwasvan hout :
I,5
Vobij
een vermogensverlies vanI)
7o.Bij
bosbezitblijkt
echter geen sprakete zijn
van
vermogens-verlies; een
dergelijk
bezitvertoont
daarentegenjust
een zeerb earecligend,e a ernzo geu danw at.Y oor het overwegend
uit
naald-hout
bestaande Nederlandse bosareaallaat
deze
vermogens-aanwas
zich over de
afgelopen30
jaren zelfsramen
op
7 %, .Bosbezit
biedt
derhalve een goede bescherming tegen de voort-schrijdende geldontwaardingen
blijkt
in dit
opzicht dan
ook veel meer overeenkomsten te vertonen met een aandelenbezit.In
rJe aattl.eleuectorlaat
zichover
de afgelopen decennia hetgemiddeide rendement ramen
op
een 37o
à
4% bij
eenge-middelde vermogensaanwas
van
een 5/o
à 4%. Op
grond van deze alternatieve beleggingsmogelijkheidkan het voor de
bos-botrw vergelijkbare rendement worden berekend op: 3
%
à 4 %minus
50 d/o daarvan-
1,5% à
2%.
Hieruit volgt
dan, dat de bosrentevoet dan 1,5 %, à 2%
minus
1/p
duureaanwas:
0,5 7c
à
I /6
zal behoevente
zijn, exclusief het verschilin
ver-mogensaanwas tussen aandelenbezit en bosbezit.Een nadere
oriëntatie
zal echter kunnenuitwijzen, dat
dit
tengunste
van de
bosbouw uitvallende
verschil in
vermogens-aanwas geheelte
dankenis
aande
factor grond.
Dit
inzicht moet dan ooktot
de conciusie leiden, dat derentabiliteit
uan clehoulprodtrktie
op
basis van een bosrentevoetvan
0,5 o/oà I
%dient te
worden berekend,excluiet'
de
uit
de
produktiefactorgrond
voortvloeiende rente-lasten.Uiteraard
dient
daarnaastperiodiek
te
worden
nagegaanin
hoeverre àeze zeer bevredi-gend genoemde vermogensaanwas van de grond zich op redelijk niveaublijft
continueren()
4%
à
5/o).Worden
echter dezerentelasten over de bosgrond
toch
in
de rentabiliteitsberekenin-gen betrokken, d.an zal daarin tevens de vermogensaanwas van de bosgrond moeten worden gecalculeerd.Tenslorte moge met de opmerking worden volstaan, dat
in
dezebeschouwing
nog
geenrekening
is
gehoudenmet
financiëletegemoetkomingen aan de bosbouw
in
de vorm van bebossings-subsidies en bosbijdrageregeling.G.
P.
Leenders en lr. B. B.
Glerum
/
Een
populierenbeplanting
bii
Wessemt)
Provinciaal medewerker, resp. Consulent SÍaaÍsbosÀeheer, Maashicht
U
moetwel
heel diepin
gedachten verzonkenzijn,
wanneer U,rijdend met
de auto van\(/eert
naar Maastricht,niet
het popu-lierenbosje zier waarvoorin dit
artikel
Uw
aandacht gevraagd wordt.Het ligt
ten westen van de snelweg de E!
juist
voor de Maas-Popilierenbosjebij
1l/essent, gezien uanait bet zuidet.iB*-; -.
brug
bij
\Tessemin
het
linker
Maasdal, eenzaamin
eenuit-gebreid agrarisch landschap.
Beter dan een beschrijving tonen de foto's aan dat het hier.gaat om een landschappelijk