• No results found

Een inventariserend onderzoek naar de geschiktheid van de bodem voor bos in Oost-Brabant en Midden-Limburg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een inventariserend onderzoek naar de geschiktheid van de bodem voor bos in Oost-Brabant en Midden-Limburg"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

STICHTING VOOR BODEMKARTERING

WAGENINGEN

EEN INVENTARISEREND ONDERZOEK NAAR DE GESCHIKTHEID VAN DE BODEM VOOR BOS IN OOST-BRABANT EN MIDDEN-LIMBURG.

(2)

Stichting voor Bodemkartering Staringgebouw

Wageningen telefoon:0837°-!91

Rapport nr.

1204-EEN INVENTARISEREND ONDERZOEK NAAR DE GESCHIKTHEID VAN DE BODEM VOOR BOS IN OOST-BRABANT EN MIDDEN-LIMBURG

door: T. Vis

afdeling Bosbouw

Wageningen, december 197^

N.B. Niets uit dit rapport raag zonder toestemming van de Stichting voor Bodemkartering worden vermenigvuldigd of in andere publikaties worden overgenomen.

(3)

I N H O U D

biz. 1. Inleiding

2. Beschrijving van de proefgebieden ^

3. De gegevens van grond en bos 9

De resultaten 10

5. Samenvatting 11

(4)

f~-w' S|/l ß— I - V \ i ' k - ~ y^y 'x •- - 3f**¥ ' • 'k "i "• * ,-r? *-S . . - -•- 1 ' -' , w—V' i s= y-* •* ï !•**•;» , .. 7$) *• 'Ïïv' 7^,J l'-iAf &/ 1 ' " *• ^S^T.r ss-»• '*"• ti >ï Y . "ï-i-I «- •' V. g, -1 \ ,rmm •-> / Jr r ^ ^'T-' >^'W/45£VvVJ --,__I\ / <? V Vi öVfe

• $ * . .

ü

H

t -, H \m i '. _A "*" • V V l44.' •- '*" .^f'5--f^'- V ^ V • :,". • ,. w n i i\ '*•4^? '• f ' "J >. '' \\ ,t • ï N « » i Î V " ' >' v* -JU.-. . _ •_ - . '> " 'fmÏ' Xs^n J%'' if/ä -* > r % fwfV #• \ 5 ,L/f$ £ !«•" ' \&i, :'•'. t A'- r ->%7 (% r ...

-V

Él} .^, -7-kï r • V T • ~\t' V £ "I" fcNifeu-!' "^csv^. 'r • ":i^- •'•• '- H. frt\ j; \p* !

(5)

' 3 '

-1. INLEIDING

Bij de geschiktheidsbeoordeling van gronden voor de groei van boom­ soorten in het kader van de kaartbladenkartering, schaal 1:50 000 werden in het gebied van de kaartbladen 57 Oost en 58 West een aantal gronden aangetroffen waarvoor de beoordeling slechts onder voorbehoud kon wor­ den gegeven (Stichting voor Bodemkartering, 1972: hoofdst. 19 en aan­ hangsel 5)« Van deze gronden was te weinig bekend ra.b.t. de productie­ mogelijkheden voor bos. De betreffende gronden komen in de legenda's bij de bodemkaarten van de twee kaartbladen onder de volgende hoofdklas­ sen voor:

- brikgronden - oude kleigronden - leemgronden

- kalkloze zandgronden.

Om de kennis van de geschiktheid van deze gronden voor de groei van ver­ schillende boomsoorten te vergroten is gezocht naar bosopstanden op deze gronden. Door middel van hoogtemetingen zou dan een indruk van de groei kunnen worden gekregen.

Met medewerking van de heer H.L. Kanters die een groot aandeel heeft gehad in het veldwerk voor de genoemde kaartbladen en het bijbehorende rapport, werden de op deze gronden voorkomende bosopstanden geïnventari­ seerd. Bij het veldwerk zijn de volgende gronden, aangeduid met de namen van de subgroepen uit het Nederlandse systeem van bodemclassificatie (De Bakker en Schelling, 1966) en de gebruikelijke codering, onder bos

aangetroffen: radebrikgronden BKd ooivaaggronden KRd poldervaaggronden KRn en Lm leekeerdgronden pin vorstvaaggronden Zb broekee rdgronden vW z zwarte enkeerdgronden zEZ

beekeerdgronden pZg

kamppodzolgronden cHd

De laatste vier gronden zijn slechts incidenteel in het onderzoek betrok­ ken omdat daar niet in eerste instantie de belangstelling naar uit ging.

Deze gronden werden in de onderstaande bosgebieden gevonden:

I Weerterbosch II Klaarstraat III Swartbroek IV Heijkersbroek V Sluphof VI Leudal VII Linderheide.

Met hulp van velen konden de noodzakelijke gegevens over leeftijd, voorgeschiedenis en beheersmaatregelen achterhaald worden. In dit rap­ port worden de bovengenoemde gebieden verder proefgebieden genoemd of met het Romeinse cijfer aangeduid. In afbeelding 1 is de ligging van de­ ze proefgebieden aangegeven. De naamgeving van de proefgebieden II, III en V is niet authentiek maar door ons gegeven naar aanleiding van op de topografische kaart voorkomende namen.

(6)

Ä O t/î O •s 0 •P f4 -P 0 x: ß O u a 0 xi & ß ü) •p O O w 6 O O .O 0 TJ S N O > O 0 s Ê-t ß S 5 •g 0 B a o o o u O I 0) -p fco ß ß t4 0 H ri ^ * ®

§ &> bo Sj o m o co LA-5 t— ON OMA LAVO LA «- KMA O t-CO -=* OD LAf-OO-OJt^-OJOJOJO o t— c-— cvj rA «~ OJ r- OJ OJ OJ w ß

fi O aj .O K\ VO t- t-* * % m «- m t— if\t-vo C—t— in lAVO VO KO iA IA % «t « % * iA-4- t^VQ t- K\VO VO «- C— O t—

CD

'S) O H

£5

O O * *

mvo -d* -=h lA-J" t- IA O CO * * * % rAt-vo rA lAco rA o -4- -4- rA* * * * * * vO VO hA «- r- (M IA O CO ÎA «— O r-OJ IA-4- -5f -d- VO VO m IA IA-3-* * * * * * * * * * * * O »— r- ON ON O ONVO f-ON tACO -=** -=*" r- O I- b*0\0 o c— rA-^t t— OCO lAi- r- O on

I ß

<n T3 0 0) *~5 k

3 CQ IA-4- CM O O O fA LA fA OJ OJ t"— FS rA ia ia cvj r- rA-=f rA-^t ONCQ t—t^-CQVO rA 7a rA rA-Sr i— C— fA fA rA rA rA rA VOVOVÛVOVOVOVOVOVOVO la la rA ia in UA t—CQ CO CQ LA

-p u O O w H O O PP ß ß a) d> 'ö Q) 0) > > O O & ho to «J -P ö) (0 ,a ,o o o ffi « a a o o PU CU a ft. <ö d ß b b *H ß ^ ß 0 >1 0 XS -H TJ 0 0 0 > • > O rH O rt u bO vH bO ß ß ß ß ß 0 0 0 © O tj 73 TJ 'Ó T? "O cd a 0 > > > > > ß © 0 © 0 W O O O O O t> tl bÛ b0 %4 ti & tt «H bO h0 tH W Ö ÖH 0 O "Ö TJ «S a> © > > O O a-_ _ _ _ _ o > © CÖ *H U f~i h0 bt) h> <m bO b0 \J \J ^ KJ i~t Ui fS H « Q P « Ä Q < ÜO f e O<O<O4Q<P<O<O<O4O4O4 O O O O O O O O O O (anCUP^o-tOHp^cun^cuD-i £4 A4 P-« EU P-< CL« 0 0 0 0 0 0 0<O4O4O<Q<0< i—I ß ß fl> o) +> ß ß ri »Ö (0 ci 0 0 fi si 0 0 0 > -P 4-» -p V) M w ß u r—1 0 0 0 0 'O •p *0 13 O O < g

t-c-r-iii

ß ß ß ß ß ß <D CJ <D 0 CD <]> S S S S S S ^3 ^ 3 Xi A Xi 0 0 0 0 0 0 +J +> -P +> +3 +> w co w w (0 ui u u u u u u 0 0 0 0 0 0 p +> +J +> +> p Ä Ä J3 XJ Ä 0 0 0 0 0 0 < <C <C «< < +> +> 43 +> +> 43 3 d 0 3 3 3 O O O O O O 0 0 0 0 0 0 +> +3 43 +J 43 -p W W W W 03 03 rH i—! r—1 1—I f—I 1—i 0 0 0 0 0 0

*0 Tf 'Ô "Xi TJ 'Ô "Ö ti *0 'O 'O ä s S ä s S TÎ Tl Tl TJ Tl 0> <l> <i) (1) <\i 0 O <> 0 O O O > > > > > > ß ß ß ß ß ß «) <t) o) <l> iî) 'O T3 T3 "O *o T3 ß ß ß ß ß ß H M H H M H O OJ fA-4" LA CVJ CM CM CM CM CM H H H > > > t> hObOMMfcOtOtOMMhO g g g g g g g g g g w w w w w w w w w w ß ß ß ß ß ß ß ß ß ß 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 cqpqmcqpqmfrjpqcqfQ -p p co 01 o 0 o S •H -H b0 Xi ^5 • # • • • • "O "d *0 *0 *o *o •cj ci m <i-i <Ih Q-< <w c3 w cd <d a3 al aî ai

IIIIII

0 ^4 O 0 k I—(

(7)

- k

-2. BESCHRIJVING VAN DE PROEFGEBIEDEN

In de volgende paragrafen wordt voor elk proefgebied een korte be­ schrijving van de grond en het bos gegeven. In de tabellen 1 t/ra 7 wor­ den de meetgegevens van de bomen per genummerde proefplelc vermeld. I _V{eerterbosch

Dit proefgebied waarvan het grootste deel sinds kort eigendom is van de stichting "Het Limburgs Landschap", ligt ten noordwesten van Weert tegen de grens met NoordBrabant. Op oude topografische kaarten -de oudste dateert van 1837 -is aangegeven dat het gebied toen voor het grootste deel met bos was begroeid (zie ook Stichting voor Bodemkarte-ring 1972: afb. 14 en 15) en op sommige plaatsen, zoals het oostelijk deel, moerassig was. Dit deel heet dan ook nu nog "In den vloed". Het gehele gebied is overigens nog steeds "nat" en daardoor slecht ontslo­ ten.

De gronden in dit gebied bevatten tussen 0 en 80 cm beneden maai­ veld meer dan 50$ leem; het zijn leemgronden (Stichting voor Bodemkar-tering, 1972s hoofdst. 15). Op kaartblad 57 Oost van de bodemkaart 1:50 000 worden de gronden aangeduid met de code Ln5, Gt III of V en In de legenda geclassificeerd als poldervaaggronden. De bossen staan op bedden (rabatten) van 3a.b meter breed om een betere drooglegging te verkrijgen. De rabatten hebben een bovengrond die bestaat uit materiaal met een sterk wisselend leem- en lutumgehalte. Dit materiaal is afkom­ stig uit de greppels. De grove den is de meest voorkomende boomsoort in dit gebied. Er komen ook nog een klein aantal,meest jongere, opstan­ den van Japanse lariks, fijnspar en inlandse eik voor.

Volgens de beheerder van het gebied zijn de groepjes hoge eiken die hier en daar voorkomen,meer dan 100 jaar oud. In de Tweede Wereld­ oorlog zijn veel van deze oude eiken en ook oude berken geveld of ver­ nield .

De populierenopstanden die verspreid in het gebied voorkomen, zijn nog vrij jong. Ze zijn in de zestiger jaren door het Bosbouwproefsta­ tion en de Stichting Industrie Hout aangelegd op de laatste (omstreeks het jaar 193°) uit bos ontgonnen enclaves grasland. De bodemgesteldheid wijkt daar nogal af van de overige gronden in dit gebied. De greppels zijn afwezig (dichtgeschoven) en de bovengrond bestaat uit een donkere ca. 20 cm dikke bruinzwarte Aan-horizont. Vooral dit laatste achten wij gezien de gunstige invloed op de boomgroei, van belang.

II_ Klaarstraat

Het bijna drie ha grote perceel ligt in de gemeente Nederweert aan de weg van Nederweert naar Ospel. Het is particulier bezit en tot 1964 als bouwland gebruikt. Een boomkweker uit Nederweert heeft in opdracht van de eigenaar het perceel beplant met Populus "Zeeland" en Populus "Gelricä". Een aantal jaren later is er fijnspar onder deze populieren geplant.

De bovengrond in dit perceel bestaat uit een 55 cm dik opgebracht mestdek (Aan-horizont) met een humusgehalte dat van boven naar beneden afneemt van 6 tot Het moedermateriaal waarin het bodemprofiel is ontwikkeld, is zwak lemig, zeer fijn dekzand. In de ondergrond vanaf 110 cm beneden maaiveld komt lössleem voor dat zeer sterk lemig (kO$) is. Het regenwater percoleert daar, gezien de roestverschijnselen, zeer langzaam in. Op de bodemkaart 1:50 000 wordt de grond aangeduid met de code zEZ23, Gt VII en in de legenda zwarte enkeerdgrond genoemd.

(8)

Afb. 2 Groeiverschillen in Populus "Robusta". De slechte groei in het midden van de opstand is het gevolg van een dunnere Aan-horizont

(9)

5

-Tabel 2. Overzicht van de boomsoorten op de proefplekken in Klaar-straat (II)

Proef­ Boomsoort Leeftijd Hoogte Gem.lengte- Opmerkingen

plek in in m groei in

jaren cm/jr.

1 Pop. "Zeeland" 10 12,1 121 )

2 Pop. "Zeeland" 10 12,5 125 ) geplant als 2-ja­

5 Pop. "Zeeland" 10 14,6 146 ) rige stek

4 Pop. "Zeeland" 10 13,0 130 )

III _Swartbroek

Zuidwestelijk van Swartbroek, gemeente Weert, liggen twee perce­ len die beplant zijn met Populus "Robusta". Het zijn kleine percelen in particulier eigendom, gelegen temidden van bouw- en weilanden.

Op de bodemkaart 1:50 000 wordt de bodem gekarakteriseerd als een zwarte enkeerdgrond, code zEZ2j5, Gt V, voor beide percelen.

De groeiverschillen (zie afb. 2) op het complex Broekweg hangen samen met de dikte van de Aan-horizont. In het midden van de opstand is deze horizont dunner dan 50 cm (zie in tabel 14 proefplek 2 van proefgebied III). In deze tabel zijn de bodem- en Gt-verschillen die op de bodemkaart 1:50 000 niet tot uiting konden komen (te kleine schaal) te vinden door de bodemgegevens van de proefplekken in dit proefgebied (III) te vergelijken.

Tabel j5» Overzicht van de boomsoorten op de proefplekken in Swart-broek (III)

Proef- Complex Boomsoort Leef- Hoogte Gem.lengte- Opmerkingen

plek tijd in m groei in

in cm/jr.

jaren

1 Broekweg Pop. "Robusta" 16 14,4 90 ï Leeftijd

be-( paald aan j boorspanen 2 Broekweg Pop."Robusta" 16 12,8 80 ( paald aan ï Leeftijd

be-j boorspanen 3 Broekweg Pop."Robusta" 16 17,3 108 ï Leeftijd be-( paald aan j boorspanen 4 Dorp P op."Robusta" 16 18,4 115 ï Leeftijd be-( paald aan j boorspanen IV_ Heijkersbroek

Dit proefgebied ligt westelijk van het dorp Ell in de gemeente Hunsel., die ook eigenares is. De beplanting bestaat uit diverse popu-liereklonen. Het is een toetsingsproefveld van het Bosbouwproefstation "De Dorschkamp". De grond was tot 1965 in gebruik als grasland; het was een laag gelegen slecht ontwaterd gebied aan de Tongelroyse beek. De ontwatering is na de bosaanplant verbeterd. Nadat het grasland 25 cm diep geploegd was, werden greppels getrokken. De hoofdafwatering op de beek werd later ook verbeterd.

De gronden hebben een ca. 25 cm dikke sterk lemige, fijnzandige Apg-horizont met 5 à 6$ humus op een Cg-horizont met dezelfde textuur tot ca. 60 cm. De G-horizont daaronder is matig fijnzandig met zeer sterk lemige lagen. Op de 50 000-kaart worden de gronden aangeduid met de code pZg23, Gt III en in de legenda zwarte beekeerdgronden genoemd.

(10)

6

-Tabel 4. Overzicht van de boomsoorten op de proefplekken in Heijkers-broek (IV)

Proef- Complex Boomsoort Leef­ Hoogte Gem.lengte s- Opmerkingen

plek tijd in m groei in

in cm/jr.

jaren

1 a 6-g I en II Pop."Robusta" 8 10,1 126 ) Proefveld Bos-1b 6-g I en II Pop."Dorskanp" 8 12,0 150 ) bouwproefsta-1c 6-g I en II Pop."Oxford" 8 9,3 116 ) tion (code:

ld 6-g I en II Pop."Andros­ 8 11,0 137 ) LTP 1-24 of

coggin" ) 05500200024)

2 6-f Pop."Robusta" 14 18,7 134

)

V _Slughof

Ten noorden van Neer liggen in een groot vlak ruilverkavelingsge-bied een aantal bospercelen. Eén daarvan is als proefgeruilverkavelingsge-bied in het on­ derzoek betrokken omdat het in tegenstelling tot de andere met één hout­ soort beplant is. De andere bossen zijn als "natuurbos" te beschouwen en vreemd genoeg, gezien de hoge leeftijd, niet alle op de chromo-topo­ grafische kaarten van I96J (schalen 1:25 000 en 1:50 000) weergegeven.

Tot 1964 was het proefgebied in gebruik als weiland. Daarna is het beplant met populiereklonen. Het gebied is particulier eigendom van een houthandelaar en door het Bosbouwproefstation "De Dorschkamp" beplant om toetsingsonderzoek te doen aan een aantal buitenlandse klonen. Aan Populus "Robusta" die als standaardkloon is aangeplant, zijn door ons hoogtemetingen gedaan. De toetsklonen waren overigens al in 1971* één jaar voor dit onderzoek, op één vakje na, geveld.

De gronden behoren evenals die in het Weerterbosch (i) tot de leemgronden. Door een grondbewerking tot 80 cm diepte vóór de aanplant, met behoud van de bouwvoor, zijn de horizonten in het profiel niet dui­ delijk meer te onderscheiden. Er is wel een duidelijke A-horizont aanwe­ zig met ca. humus. Het leemgehalte schommelt rond de 50# i het lutum-gehalte bedraagt 8 à 10$. Op de bodemkaart 1 s 50 000 worden de gronden aangeduid met de code pLn5, Gt V en in de legenda als leekeerdgronden omschreven.

Tabel 5- Overzicht van de boomsoorten op de proefplekken in Sluphof (V) Proef- Boomsoort Leeftijd Hoogte

Gem.lengte-plek in in m groei in jaren cm/jr. Opmerkingen 1 Pop."Robusta" 9 2 Pop."Robusta" 9 13,6 14,3 151 159 » Proefveld Bosbouwproef-( station Bosbouwproef-(code:LTP 1-22 ) of O55OO2OOO22 VI_ Leudal

Het "leudal" is een natuurreservaat van het Staatsbosbeheer dat ten noordwesten van Roermond tussen de dorpen Roggel, Heijthuijsen, Neer en Haelen ligt. Het gebied is van oudsher met bos begroeid geweestj eiken en berken op de hoge delen en o.a. elzen en wilgen op de lagere delen langs de twee beken die door het gebied stromen. Het eiken/berkenbos is

(11)

- ?

-vervangen door grove den en in mindere mate door Japanse lariks, fijn-spar en douglas. Er zijn ook grote delen ontgonnen tot bouwland. In de beekdalen groeit binnen de grenzen van het proefgebied ook nu nog een groot aantal loofhoutsoorten waaronder de populier.

Het onderzoek vond plaats op de hoog gelegen zwak en sterk lemige stuifzanden. In deze stuifzanden wordt in tegenstelling tot bijvoor­ beeld de stuifzanden van de Veluwe een bruine horizont in de positie van een B-horizont aangetroffen. Op de bodemkaart, schaal 1:50 000 worden de gronden gecodeerd als Zb21 en Zb23, Gt VII. Zij worden in de legenda vorstvaaggronden genoemd.

Tabel 6. Overzicht van de boomsoorten op de proefplekken in het Leudal (VI)

Proef- Complex Boomsoort Leeftijd Hoogte Absolute

plek in jaren in m boniteit 1 26-d douglas 48 14,5 5 2 26-d douglas 48 17,5 7 3 28-g grove den 38 12,8 5,9 k 15-d douglas 49 17,4 7 5 15-f grove den U8 H, 7 5,6 6 15-h fijnspar k9 18,3 12 7 15-b douglas 26 12,0 10 8 15-d fijn spar 49 13,9 7 9 16-f Japanse lariks 19 10,8 10 10 31-1 grove den 39 13,1 5,9 11 34-d fijnspar 25 10,0 14 12 31-S grove den 44 13,8 5,6 15 31 -m douglas 38 13,9 7

14 3I-I grove den 39 14,1 6,3

15 31-k grove den 31 13,2 7,1

16 3U fijnspar 25 10,1 14

17 3W grove den 63 15,4 5,1

18 3U-b grove den 32 12,0 6,3

19 32-j grove den 67 14,6 4,7

20 36-m grove den 46 17,6 6,8

21 36-k Japanse lariks 31 15,4 9

22 37-d grove den 46 15,0 5,9

23 36-k fijnspar 32 12,6 13

2k 36-h Japanse lariks 36 17A 10

25 36-j grove den 29 11,1 6,3

26 6-b Japanse lariks 23 Ut, 2 12

27 20-d grove den 64 15,8 5,1

28 20-a Japanse lariks 26 8,9 4

29 3-d "acacia" 36 19,2 ?

30 2-g grove den 25 11,1 7,1

31 3-c eik +36 14,5 7,0

VII _Linderheide_

Dit bosgebied van de gemeente Linne ligt ten zuiden van Roermond tussen Linne en St. Odiliënberg. Het bos is in technisch beheer bij het Staatsbosbeheer.

Het gebied is zeer reliëfrijk als gevolg van de vele oude rivier­ lopen die, scherp begrensd, het landschap doorsnijden. Toch ligt het

(12)

8

-gebied vrij hoog t.o.v. de omgeving. Het grondwaterstandsverloop is zo­ wel op de hoogten als in de dalen met Gt VII gekarakteriseerd.

Door de op korte afstand wisselende bodemgesteldheid (zie Stich­ ting voor Bodemkartering, 1972, par. 16.2) konden de voorkomende gron­ den niet afzonderlijk op de 50 000-kaart worden aangegeven. Men heeft daarom de ooivaaggronden, radebrikgronden, vorstvaaggronden en holtpod-zolgronden als een associatie Roergronden, code AR, Gt VII, op de kaart vermeld. In de tabellen 8 t/m 15 die de inhoud van hoofdstuk 3 vormen, worden de proefplekken in de Roergronden wél verdeeld over de verschil­ lende subgroepen omdat het in dit geval informatie van één punt betreft. Overigens is het onderscheid tussen enkele van deze subgroepen zo ge­ ring dat beter de meer globale aanduiding "bruine grond" gebruikt kan worden (De Bakker en Schelling, 1966; blz. 36; De Bakker, 197°)• Tabel J. Overzicht van de boomsoorten op de proefplekken in de

Linderheide (VII)

Proef- Complex Boomsoort Leeftijd Hoogte Absolute

plek in

jaren in m boniteit

1 11-a fijnspar 39 18,7 16

1A 11-a Japanse lariks 39 20, k 11

2 11-a fijnspar 39 18,7 16

2A 11-a Japanse lariks 39 19,2 10

3 18-b beuk 39 19,9 10

k 19-a Japanse lariks 26 16,1 13

5 20-a Japanse lariks 28 \h,2 9

6 20-a Japanse lariks 28 U,9 10

7 1 -a beuk lK) 16,8 9 8 1 -a fijnspar ko 16, k 13 9 1 -c beuk ko 16,9 9 10 1 -c beuk ko 17,8 9 11 1-d fijnspar 37 17,3 16 12 6-c fijnspar 35 1^9

lit-13 9-a Japanse lariks 35 17,0 10

1 ii- l+-d douglas J>k H+,7 9

15 21-c fijnspar 26 11,1 15

(13)

- 9

-3. DE GEGEVENS VAN GROND EN BOS

Voor de weergave van de gegevens zijn per boomsoort tabellen sa­ mengesteld, waarin per proefplek alle opgenomen gegevens vermeld staan. De volgorde van de pröefplekken in deze tabellen werd bepaald door de

groei van de boomsoort. Zij zijn gerangschikt van goed naar slecht. In deze tabellen (8 t/m 15) is het proefgebied aangeduid met het Romeinse cijfer. Voor de bodemgegevens is gebruik gemaakt van de 50 000-kaart en legenda en de uit éigen waarneming verzamelde gegevens per boorpunt c.q. proefplek. Voor de laatste is veelal de codering genoteerd die o.a. bij de afdelingen Opdrachten en Bosbouw van de Stichting voor Bo-demkartering gebruikt wordt voor gedetailleerde karteringen bijvoorbeeld voor de Staatsboswachterij en en ruilverkavelingsgebieden. De vegetatie­ typen zijn gecodeerd volgens het systeem van Bannink, Leijs en Zonne­ veld (1973).

In hoofdstuk k wordt het verband tussen grond en bos dat door be­ studering van de tabellen 8 t/m 15 gevonden kan worden, besproken.

(14)

d O •d 0 > O u bO g ä p. SH O 0 01 0 'd •p XJ O •H N U 0 > O CO O •3 EH -P bO S O O IA •> % LA co O O •» % t- m t-LA •> O O OJ vo VO K\ VD lA CO «-t— LA -d* -4" «« % «• % O *— t— *— O KA -d* -4- -d- OJ 00 O CO "o vo ka oj V0 Î^ÎO KA OJ -d- CO VO 'd d o •H -P <d Qh " d

5 j- t— A 1^ K\ W 5 -m vo oo rr\f<"\fc— m i<~\ c— t— cr\ oi m r\t<"\rr\t<"\rr\l<AOJJ- K\ n n co co o\ vo a\ oo 4 A 3 3 31 S ® 5 &

t <D •H -p cd •p 0 0) bo Q, <y s > -p 2 J j y ^ S l 2 J S l S 1 2 i S i a i a 5> + + + + I v—' p,' ss « ä a H I à s d ss a s s a s S > III II A II A II A > ; ni 1 II! 1 III A A II A ; HA IIA > ni ! 1 IIA IIA IIA > II A II A A

A VII VII VII

H <3— <w m 1 r\ <- <- «- <3- <H ta IC\ <H lA m <- IA (1) 0 m 1 r\ «- ta IC\ lA m IA r<N T3 TÎ 0 O Lf\ q N Xi r<> U\ ir> UN U^ LA IA J«N r<\ f<> lA n m r<\ LA IA r<N & G q D D 4J rO 44 PÎ ß Xi & M q M U q d M ^3 0 M M N O N H! M M 1-3 M N N N M M N N Csl M N N Csl N N I .O 03 O M cd 0) bO 5 1 U 1 «J (t) «) d S 6 <D O "d T* 1—4 I—1 O O a p* ? Sh 3 o + S 0 *0 •H 'd 'S s d O o u U bo bO bO bO cd

!

-p ©

§

m -d ^4 (—î O o > p. 1 1 h M bO 60 sy cd s £ o 0) 'O *d «—{ I—t o o a a 1 1 1 o o o h u u hO bO bO bO bO bO cd öj cd cd cd cd t t, Z © 0 0 'Ö *0 *0 H H rH O O O O« Q« O« *d »d 1 î U faO bo g bO Sf cd td cd > > > -P -p P 0} w 03 U u U O 0 O > > > •p o H H H H H H P P H M H g > H H H H M H H > H y g H H . H H P M H H H H H P £ £ > ^ £ H > £ M H £ £ H H 0 n3 O O -p s A I O o o o LA cd TJ a 0 bO ,3 H 0 T* O ,Q 5 5 IA lA K\ •-OJ CU S3 SI N IS1 l*\ „ % *8 (SI â 3 m m h IA LA LA â is ä KA r-OJ CM & A CS3 CS3 § in fi 5 3 fi m ai i°\ r<A eu OJ in .a .a g M N i3 •-•O (SI N OJ OJ £> in in oj a a s .O OJ OJ tsi. N XX (d i3 X <D H t O O d 0 -p S *d g T1 tJ xi 0 0 d 0 0 O 0 0 0 •p 09 > -p 01 > > d rH d d 0 o) 0 0) 0 •P Tl >1 60 1 R TJ T3 •d O d 60 1 vA *d d d < H M\ OJ r<\ 2 H H •P g ^3 <D -P 03 iH Q> T!. O xî 0 •p 0] I—I 0 •Ö Ä Ä n ri J" M3 K\ |f\ g g Xi 0 -P S 0 £ o < 0 o g •d bO î CO OJ l X 0 CQ iH 0 ,û 'd î î '»d î ^ <- h H lA KN K\ S «-0 S 0 •p 03 Ph 0 •P O < 1 J3 0 -P 07 1—1 0 •d cd J- TJ -"5 à A I T3 <M 0 0 tH P »° P-i 0 PM bO 0 Ui 0} cd 0 O u Ü rH Ö 0 O ^ .Q H H M M H JH M M H H H H H H H M H H M M H . M H H H M H H H H < H M H H H M H H M M H H M H H M H . H H H H H M H 03 Ö

,Q O cd & -d- t- f- «- CO hf-f-^lAlAl^l^l^O O ONONO^^VOVOJ1^ t-

«-t - «-t - fr- «-t — V O V O V O V O V O V O V O V O V O V O V O V O l A l A l f l l A l A i n i A l A l A l A 4 1

0 M O 0 £4 1—I

(15)

O •p bo e o 00 t- o f- «- vo m on o o o CVJ r- r- r-«- K\ r- * * * * * % * VO A in IA vo OJ 00 KN •ö ö T~ï <D •H & -P cd <H -~i <D a •rt 3 o\ a\ c*- vo vo m m m co co o oj r- ai w FS 4 CU Q> Q> K\ -4* -J-I a> •H -p <d -P a> bo a ,0) K > -P a) »d £ £ 5 > > H H O *25 t> > > H l> f> H H H H M H I O .a m o CQ (d "H S a S M H H £ £ P H H H H £ H £ £ M £ H H £ £ £ £ M M M M M •xi "ö 5 9* <3— <1— in cvj m K\ N lA 'd N 5 g â" KN r^s fO ft ,Q ÎSJ N TJ <*—* G \ •d t3 O *0 ö Ö G %A bO O Ö Ö *Ö o o O u u bO u o bO bO bO «t fcö k bO bO bO

$

> ^ § (d td (d cd 3 U Q) cd -p •P -P f-t w > > > 'O rH 'O *H © > co 0) ta cd o U u O 'O *H cd o o O o O* u o > > > (d a 07 a •H a Q> £ <D O u Cu a> TJ •p o •H M <D > O o\ rH 0 •3 M û) •8 o H H H H H H H H H g g g £ H H « « « < < < 1r\ S 5 « J3 «< tSJ cm .Q £1 cvj NI > S § m s OJ {S3 S 2 O rH t O cd I ai I -P ,§ •P CO f—I a> 'd t3 (ö © tJ o o f—I rH > > «- OJ vo 0 1 *0 1 XJ TJ 'O •O -d- J* Ö KN H fi fi «- KN cd 1 1 vo 1 LPi 1 m I T3 «m <D a> -H P ^ k O 0H H H H H M M 0) w ta cd rH •H (D O U O g .Q H M M H M H M H H H H H H H . H H H H H H H > H H H - H M . 0} ß *9 ° (d .Q vo vo vo m m -=J- -=t" K\r^r<\r^cvi f— i <D M o d) rH CU P. r- CVJ •— r- m ON CM r- VO r- K\ 00 KN VO 00 r- Ç\J OJ

(16)

<D +> bo a Is 0 « 01 t - V O r - o j r ^ - i f - C U C T v O O O - ^ O l J - f ^ O N O t— vo-d- fA O ON -d' t— o c-- J- in m oo •d ö «r-j <D •H U -p a «-} © 35 t- (\i ai oj ai m r - v o r°s K"\ on n oj o\ co m on «- vo co *- co ai knFSoj I o •H •P cd :P <D 0 bo a © S > -p t3 Pi pi S Si "O g O 43 Ui O ça •d g bO 3 © T3 O O M M M M M M M M M M H H H H 'd la (t, iri in 9 « £ s s " s a s g m m eu m m ^ ka

43 w 4a 43 N S N M 43 43 d 43 m m m ^ N N M ISJ ir\ r<>i

T3 Ö ö\ •d d -d <d \ \ 'd \ 'd Ti *d ö 'd O O T3 S o XJ 'd Ö U Ö -d o 0*0 d-d o ö'd o O o o h o ö ö S ö O ö bO bO O Ö bO O ß O ß u o a t» u u u bO bO M ÎH O bO M O cd bO h bO cd bOS-t U O bO h o bO bO bQ to bO bO bOU bû bûh bO bO bO cd bO cd cd 44 bO cd 44 bQ44 tû ci 44 bO cd °3 cd cd cd cd > > «H bO cd > •H bûiH Q) cd •H cd cd cd cd cd u £ h cd > £ Cd ^ (d > h cd > > > > U > © 0 43 cd -p 0) cd 43 Cd -P ,û cd -P -p •P -P <s> -P T5 ^ 0) > w •d û> > a) > w 0 > ui w » w TS 03 M M 'O *H O O ffj o o O cd o cd o o cd O O rH 'Ö -H h 'ÖtH U u h h M u O O O O O Q* Pi u o > p. ho ^ O > U O > > > > Pi > w 44 h cc$ 0 w & »? d a> a 0 O ÎH Pi 0 T5 +> 42 O •H N U 0 > O 0 •3 EH -P ä I o o o o m cd *d ß 0 bO 3 S cd O > ^ M H H

\£ £

H ^ ^ £ g S B M H H M H H g S M H H £ I •d O ,a m M 5 «3 N G tó « 45 OJ 5 « m '— KA f°\ _ OJ CV1 OJ . . (C Ä K fl fl K < < < < N N < ! N 5 S m oj X 0) iH t O 43 . vA ON o3 I g

S

45 Q> +> t/3 © -P 43 O < I cd I cd ^ ^ ô ? vA vA «- r- Ol 0\ r- K\ d A4 O vo OJ K\ TJ 0 O

§

I 'd cm 0 (D «H O 43 k © bO MM M M M M M 0 W (Q cd r—I 44 «H O O ê M ö 0) O k 43 M M M M M M M M M M M M M M M M M > M M M M M M M M M \ M M M M M M . S S »Û O 05 45 m 4 ^ oj O O O O O r" r- r- «- r* (î\ O N t^- § «T S O (D ?-« rH p-t a ON VO r- (M vo 00 S \û 1^ ON 4 r- OJ l A tCU OJ OJ -OJCO

(17)

a> -p bo S O 13 Ö 32 -p cd (!) ö

3

I 0) •H -P <a •p o o bo a JO >> > -P -P O O T5 O O S a> o ,Q

§

•s

« ö <D M

3

ë "8 O S a> nd o A a x I O O O O m cd si ä

a

J? cd X O ri & O O I TJ <M O <D *H O .Û <D P* bO 0) ca co cd I—! •H a> S O rH Ö O O ,Q S S x> o cd .o I <+-< 0 O 0) M £-1 I—I cm a O LA -=t ON IA OJ -=i" t- C— KN -d- -d" -4* KN -=fr C- VO K\ IA % * * % ON 00 ON 00 ON VO VO t-% % * * VO -=}" CQ cvj r^N -=r -=f ON CO CO 31 > !> > H O > H > M H H H H H H

£ ^ g g g g

m KN K>> lA K"N tA K\ & K> KN Î<"N f<"\ ,û N ^ ,Û ,û ,û N ^2 N N N N Ö Ö O O u u U2 cd M 8 'd 'd Ö G ö Ö g n T5 «d O o o O o u *4 bO to faO bO bO •d bO bO bO bO m â cd «5 <3 CÖ o cd cd cd > u > > > > -P bO •p -P -P -P w w w « w u o u o o O o O o > PS > > > > vo OJ f°V CVJ K\ kn IA rv + + 3, >

S S S S

H H H > > £ . ^ o-LA m m t<A

â 3 3

N 'd 'd «d Ö ö ö o o o u u bO bO bO ÎH S bO cd /tt bû ft4 >

?

> U 4> U O & <u 'd 'd •d H «—1 rH O o O P« p. a VII II A I I A I I A II A VI 1 > > I I I VII r— r-"

CVI CVJ OJ (M OJ tn m IO OU «i d & M 3 N IM N N M t-1 N

1 1

g S M bO bD bO

"H

O U bO cd 4) O 'd *d .. cd fc & d) o o p. a o eu M •H O

S

S s

f î S S S I. + « o 5 S H H H H

£ P ^ £

la m m aj ai oj --•d 13 tj "O

s I g g

T3 'd ÖT* ä*d pßoöoß Ö en T* O Éh O u o o bûfc hQSn bO?H Aî bû^ WM bO bO *H bû»H bQiH fcû bu £i cd k ctf cd cd ,Q cd,Q cd ,Q cd <d 0) > o > <i> > > fcd O cdO cd o o d*HfdvH TJ*H *rl o M H H H

§ 5 § S

'd •d 'd »d G Ö a ä o o o o U b0 bO bO & ÎH ÎH U U <3) o 0) 0) O o O o PS PH « <D .O •H •H ^3 A •H a Ö CD (D (D •P +J -P Ö •M W co CQ 3 a> 3 rH b a> CD (D CD 3 o rH cQ a 1 'd •d 6 'd rl TS •P -P rH .Q .1 t 1 1 VO a T3 & O a 1 cd O O «H m 1 vo LA r— 1 CD J- CVJ •—» VO CVJ <M •H O O 1 0) S < < <H 00 <D r— r— 1 1 I—» O o O fn ?4 a Pi Pi <D O Q> *d H »d X> M H H M S VI VI VI VI 1 VI s H M H VI S g g g g > > > •P -p •p si o H M o o «H H H N > > > > «H •H U a> H H H H H H U N <0 H H H H U N CD H H M M > > lA J- O > o o % «k % O O ON t— t- c— lA t- f- t— C"— O ON ON ON • r— • r— cvj r* rH CD rH rH o o © 0) n *3 t— -d- CM J- KN r -s -=h O OJ -3 KN t- ON O EH r— r* &H t<> EH KN ON «—

(18)

§

O s îS5 m k\ 4 r- vo o co vo m h o m k\ -d» co O -=* 0>ON^in4J-4cO K\0 CM OJ CO t— -4- OJ - ^ O N O O O - ^ t - O O '— O O '— r— CO O OJ 'd G •O © •H +> «J 3. V O O \ V O V O o \ O O O O . d - O C O O O V O V O V a v o ia m ia vo vo m vo co 0 •H "SP •p © Q> bO ÇU 0 S > -P « « I « « I £} « * « « W « h r- J-I .Q w O m ci 0 NJ 3 H H M H H H H H H H H H H H H > H H i > H H g H i 4 g H g g s > P g g . H . H H H H M > M > H H H H H H H H H H H â â t â t â i H l l 1 1 1 1 1 1 1 t î t î t î t l in in in ir) ^ in in ig C<J a 3 3 ä 3 3 3 3 û o. a Û "Ö ij 13 -d <0 -Ö G G G G G G O O O O O O bû to tïo ta ö S n0 0 0 O <Ü <D n n 0) 0 0 O O O X X M M M M a> <D <D Q) Û> <D O 0 <D 0) 0 0) 1 M t 0 © © © ~ M O • 0 0 £ N tO bO V, t © 0) © © 1 o *2 p P p k Ö £ *o "B •tf G I Ö 1 p p TJ •d *0 *d TJ 'O bû b. M £ bO tn Ü Ö G G G G G G ci) o £ ? bû bO bû bo £ bO bû o O O O o S o o 'S V V r*l U U M u £H £ bû £ 'S u £ s O fcû bû bû fa) bO bO "8 <U (D bû 0 1 t <U <D 1 D <s> a •s <D d> 0 1 d) i N "8 eu o Q> t <0 Q) "H <1) D <D a> t O O IS Q> a) bO "8 <U (D •g 4) <D (D 0) O) o o (D S» H O CD M M M o <3> o Q> 0) Q) M 5 <D N ^3 N M N N N > 3 <D d> o 0 o © a> * H r-l rl r-1 r-1 i—1 H ^3 s a\ o © P< 0 O (a w < 03 G 00 V II O

s

ä JS I o O o a "S o bû 3 -P O S <D <0 'S s O ^5 H H H H H . H H . H H > H H > H H H Ö g H H H H H H . H > H > H H H H H _ H H > H H H H M H m ß m m G m c >3 q ö £ ö M a M t-3 O, M r°\ ia ia in Ln m in 5 1 5 NJ NJ i I 1 i I ^ S S K\ CM m bo Ö N M p,

I

TJ I—î o a

S

bO bû 1 1 1 o o o %* Z u t t o H O a bO t 0 0 M © hO t © 3 o a i faO "E a <y d) TJ A4 » !-H O £ o © N O. ,Q » t cd © t 5 t 0 'S S G G G G G G •ö -d •o *2 T3 TJ TJ 'd T3 T3 •d T3 G G G G G G G o 'd p O O O o O O o o o o o o 'd ÎH G bo u u b ÎH u U u à bû o bo bû 5) bû bû bO bû bO » bO S) bû o t <0 ä •g o 0 0 0 0 0 t •g •g "g bO ï » bû bO 1

?

ti d cd -p P. u 0 0 0 0 0 0 t> >

?

> > > > - f4 •3 G 0 G o •M G G H G % 0 0 0 0 0 0 0 0 K S u £ U 0

O 0 0 0 0 0 0 0 • H rH «-i »—I i—i rH H *3 'd •xi T3 *d M M 0 0

S 0 M ,Q N N N N N & £ > ? S ? O O o O o O O 0 P. a a a Oi CU P4 Xi « bû vA vi •!â 9 > H 0 A4 +> P •P •P -p H H -P > O $ § (Q w u ? *4 S*9 p c3 bO w bû O bO bO 0 bû Xi 3 bO w bû o p 3 ts p 03 P 03 S P u -P •p 0 0 0 £ U U ? g s g •H A Xi •H X> 0 b M U Ä Ä 03 0) 03 M ci •o P* 0 0 0 •" aS G G cd G "~3 ci «r! <3 t3 f7 O O O CÖ aS at 0 0 cd P «H «—i <0 i—i o U u U H H o *4 U H U 0 W « « « P fP (0 m > > •> PQ « > CQ m * 0 r~C i* o o É2 £ ho g

«

G S ffl W (Q Qh 0 1 iH C0 t— i »> i <H vi

«

o *< to p a> A4 0 S o 1 00 a « g •a & o •p •p o •H fi O •H

"S

•p O bO ï? I tJ CM O © «H B-8 CU bO H > H > H H . > H > H H H H H H W H H H H H H H H . H M H H H ^ U U aî E D cd o tx-^i m • "— < < < < < < < <

I o\ t— evi r- o co vo mmininm3F J- ia 4 o vo m t^\ ai (\i ai m m o o -• -• r- O CT\ co C O O O O t — o j « - o o > c h c - v o m o O J O J O I r ^ t « ^ -I <+-» Q) M (Ii Q •§' vo Ki 3' CU C\10\Or-VOf-|^LA(\l4?(\lr-4K> CU t°\ -§ l_ ^1 O ONr-VO h CO h ^ fl| 1^ J- K\(\l CM f<N m e s o a r- 0 «— N A n ^ U

(19)

t O cm X O g 5? rH 3 PH -P rl ê bO fcO O O ü) O u <, u 0 •H t—I §• CU ß 0 V» 0 g a o *0

8

+3 ,ß O •H N Sh 0) > O m <D •S &H 0 -p hû s Is T3 ß •r-j (J) •H U •P 03 <4-1 «O 41) ö 3 o •H -P ^ «3 --P 0 0 bo a »5? ? > -P

i

,Q W O f9 «5 ß 0 bO 3 t cd •? O O O O m rf fl 0 hO •3 «J 25 "8 H 0 rH 1 O I TJ <tH O 0) «H O & U 0) Pk bO a> w w o3 H •H 0 o ë -p o a <D O .O ë a a> o & 0 to W ^ d-rH M U U cd B 0 «5 o o, -O I (1) >1 8.3 P-i CU C— «— O in vo co H H H H H H H H H î î T i fo^ T m m t<\ a a d CU CU CU 'd ß ß ß o o o u u u hO feO t0 t t t O <D 0 0 0 0 M X M 0 G) 0 0 O <D W H H H H H H M H CVj in m bo a a •& I cd g feO M 3 P g bO ,Q S g ,Q 0 W rM a 0 fn •H 0 « W > H H M < < < O «% % LTV r^\ vo H H H t î m m a a CU Cu T3 5 S O o 6 bo t t 0 0 0 O >1 A4 <D 0 0) 0) rH H H > H LA lT\ 5 5 Ti TJ Ö ß 'd ß o o 'd O ?H M ß bO bO hO o 5) bO bO bO u 60 (rt (d bû <4 cd E p t i 0 E 0 <;> Q 0 'O 1—! t—1 0 M T3 O o 0 O eu eu ^3 eu 1 U bû bO a) P bO H H < < •H 1-3* OJ t*~ bO nS LA " -' S-' S' •si OJ 0 t—Il b— O 21 t- m *1 - ^ •;»— s1 t' o in M K\ ON f"N % % t— o\ vo 00 H M H M H M ft I ^ S

$

^ NI a« eu 1 1 bO bO ï S 0) 0 a> o Ai ^ a) <!> o a> r-J Xi H M H M H H KN m *0) a s •a g

&

60 1 U bO . <3> a> o XJ rH O Pi M o 0 ,a I KO M

s l

&0 g g •Q Q> M M O "-J © -H fj (U m w î> H H C < (M VO

1'

<+-«| « O KN O S a\ u 0 Cft 0) 5? g m U 0 eu •H ä -p 5 o CQ (Q » Ö 0 bO rH O > a o 00 V It o Ö 0 a o I 5 u a o A II <C d 0 I—t ci Q* 0 •P 0 -P <d +> 0 bO

?

0 0 N rH ï

(20)

1 0

-k. DE RESULTATEN

De geringe hoeveelheid gegevens per boomsoort en per grond laten geen statistisohe verwerking toe. Wij beperken ons dan ook tot het aan­ geven van tendensen die uit de tabellen 8 t/m 15 zijn af te lezen.

De radebrikgronden, ooivaaggronden en poldervaaggronden (KRn), (brikgronden en oude kleigronden) geven over het algemeen een goede

groei te zien van fijnspar , Japanse lariks en beuk. In inlandse eik, grove den en populier konden op deze gronden geen proefplekken uitge­ zet worden en in douglas slechts één proefplek. De profielopbouw van deze gronden met name die met een groot vochthoudend vermogen doet ech­ ter verwachten dat ook eik, douglas en populier tot redelijke produk-tie kunnen komen. Van de Amerikaanse eik die niet in het onderzoek is betrokken, kranen enkele fraaie opstanden voor in het proefgebied Idn-derheide.

Op de poldervaaggronden (Ln). en leekeerdgronden (leemgronden) wor­ den goede resultaten geboekt met grove den, fijnspar , eik en soms met Japanse lariks. Wanneer deze gronden enige tijd in cultuur (grasland) geweest zijn, geven de populieren ook een zeer goede groei te zien. Van douglas en beuk waren geen opstanden op deze gronden aanwezig om proefplekken in uit te zetten. Voor de wat mindere groei op sommige proefplekken in grove den en Japanse lariks zouden respectievelijk de chemische rijkdom (proefplek 11 met vegetatietype H2) en de hoge grond­ waterstand (proefplek 22 met Gt III) verklaringen kunnen zijn.

De vorstvaaggronden (kalkloze zandgronden) die slechts in proef­ gebied VI en hier en daar in proefgebied VII voorkomen, zijn overwe­ gend met naaldhoutsoorten beplant. De groei is redelijk tot goed. Bij grove den en fijnspar valt het op dat de proefplekken in de oudste opstanden de minste resultaten geven.

Op de overige gronden: broekeerdgronden (moerige gronden), zwarte enkeerdgronden, beekeerdgronden en kamppodzolgronden (kalkloze zand­ gronden) werden alleen populieren gemeten. Van de klonen "Robusta" en "Zeeland" uit de sectie Aigeiros is uit ervaring wel bekend wat onder goede, matige en slechte groei verstaan moet worden (Asschert, Kuipers en Visser, 1968: A (goed) => 110 cm/jr.j B (matig) =81 - 110 cm/jr. en C (slecht) = < 81 cm/jr.). Gemakshalve zijn voor de nog niet zo lang in gebruik zijnde klonen dezelfde klassen aangehouden. Op de drie proef­ plekken in het complex Broekweg na, kan de groei op alle proefplekken in de beste klasse gerangschikt worden.

Op een aantal proefplekken kan de vegetatie niet getypeerd worden omdat ze daar nog te duidelijk de kenmerken had van een cultuurgewas (grasland).

Om de kennis van de groei van de nieuwe populiereklonen (cultivars van balsempopulieren en balsemhybridepopulieren) uit te breiden zou het wenselijk zijn om op proefvelden van het Bosbouwproefstation en de Stichting Industrie Hout vergelijkend onderzoek te doen.

Men zou de veronderstelling dat balsempopulieren en balsemhybriden op armere gronden nog goed groei en, kunnen toetsen (Van der Meiden, o.a. 197®)• Het is daarnaast gewenst voor deze nieuwe klonen vast te stellen wat onder goede, matige en slechte groei verstaan moet worden.

(21)

5. SAMENVATTING

In een gebied in Oost-Brabant en Midden-Limburg dat op de bodem-kaart, schaal 1:50 000, op de bladen 57 Oost en 58 West is weergegeven, werd een inventariserend onderzoek uitgevoerd in bosgebieden op brik-gronden, oude kleibrik-gronden, leemgronden en kalkloze zandgronden. Er is weinig bekend over de geschiktheid van deze gronden voor bos.

Dit inventariserend onderzoek stelt ons in staat enkele tendensen in de relatie tussen de groei van een aantal veel voorkomende boomsoor­ ten en de genoemde gronden aan te geven.

De brikgronden, oude kleigronden en leemgronden bieden goede moge­ lijkheden voor zowel loof- als naaldhoutsoorten. Deze gronden moeten dan goed ontwaterd zijn, dit geldt met name voor de oude kleigronden en leemgronden. De leemgronden moeten voor loofhoutsoorten ook bemest wor­ den. Op de kalkloze zandgronden, waarvan vooral de vorstvaaggronden in het onderzoek betrokken zijn, kunnen de minder eisende naaldhoutsoorten met succes geteeld worden.

(22)

1 2

-6. LITERATUUR

Asschert, A.G.W., G. Kuipers "1968 en S.P. Visser

Bakker, H. de 1970

Bakker, H. de ,en J. Schelling 1966

Bannink, J.P., H.N. Leijs 1975 en I.S. Zonneveld

Meiden, H.A. van der 1970

Stichting voor Bodemkartering 1972

Onderzoek naar de groei van ver­ schillende populiereklonen en de factoren die hierop van invloed zijn.

Uitgave onder auspiciën van C.P. van Goor en J.L. Guldemond.

Stichting Bosbouwproefstation "De Dorschkamp11, Wageningen. Biz. 12-15 en 20-25.

Bruine gronden.

Stencil nr. kgOJ. Stichting voor Bodemkartering, Wageningen. Systeem voor bodemclassificatie voor Nederland. De hogere niveaus. PUDOC, Wageningen.

Vegetatie, groeiplaats en boniteit in Nederlandse naaldhoutbossen. Bodemkundige Studies, nr. 9- Stich­ ting voor Bodemkartering, Wagenin­ gen.

Ontwikkeling en perspectieven van de populierenteelt.

Ned.Bosb.Tijdschr. J+2, 1 ; 5-12. Uitgebr. lit.opg.

De bodemkaart van Nederland, schaal 1:50 000. Toelichting bij de kaart-bladen 57 Oost, Valkenswaard en 58 West, Roermond.

Stichting voor Bodemkartering, Wa­ geningen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zoals u in dit jaarverslag kon lezen, wil Wit-Gele Kruis Oost-Vlaanderen zich focussen op specifieke verpleeg- technische zorgen, gericht op de expertise die we hebben binnen

‘Een grote fout’ lacht hij, ‘Het was heel handig om de groep bij elkaar te houden, als je ratelde kwam iedereen immers naar je toe maar ’s ochtends zat je echt niet op dat

The literature review that follows focuses on issues that are central to the development of a work unit performance measurement questionnaire, namely organizational

The framework is a result of studying and applying a number of best practice methods and tools, including customer segmentation, customer lifetime value, value analysis, the

- Het is onduidelijk welke inventarisatiemethode gevolgd wordt: op welke manier de trajecten afgebakend worden en welke kensoorten (gebruikte typologie) specifiek worden

Is het college bereid om samen met de collega-bestuurders initiatieven te ontplooien om private organisaties die in de markt zijn voor het opzetten en uitvoeren van het nieuwe

Geef daarnaast het aantal uren aan dat u per week gemiddeld werkzaam bent als kinesitherapeut respect. 3) Wanneer één situatie is aangeduid maar geen enkel

The big question thus remains: Can Kenya sustain its increasing milk production with an increasing share of high quality processed products and assure consumers of