• No results found

Het genus Cryptocoryne (17). Cryptocoryne griffithii Schott

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het genus Cryptocoryne (17). Cryptocoryne griffithii Schott"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Overdr. PI. syst Overdruk uit: 'Het Aquarium', 31 (10) : 2 3 2 - 2 3 3 (1961)

No

' 1 0 8 7 1

PROF. DR. H. C. D. DE WIT

Het genus Cryptocoryne (17)

Gfyptoconyne griffithü Schott

Cryptoconjne griffühii

Na mijn uiteenzetting over C. cordata (zie van deze reeks artikelen no. 14) behoef ik over de systematische positie van C. griffühii weinig meer te zeggen. Toch moet mij de opmerking nog eens van het hart, hoe gewichtig het blijkt te zijn om bij de bestudering van een genus met varia-bele soorten, waarvan de aard der planten zich slecht leent om gedroogd tot herbariumexempla-ren toch alle kenmerken nog goed te laten zien, de beschikking over levende planten te hebben. Nadat ik op grond van al het waarneembare aan veel herbariummateriaal een scheidingslijn tussen

C. griffühii en C. purpurea meende te hebben

vastgesteld, ontving ik via d e heer Van Bruggen en de firma Liet te Amsterdam, bloeiende exem-plaren van een Cryptocoryne uit Malakka, die rechtstreeks waren geïmporteerd. Het bleken ras-echte C. griffithii-exsmplai&a te zijn, die tot in alle finesses met het gedroogde authentieke mate-riaal overeenstemden, maar die bovendien nu nog kenmerken toonden, die ik aan gedroogde exem-plaren niet of met onvoldoende zekerheid had kunnen zien. Dank zij deze import is het mij nu mogelijk de soort C. griffühii scherp te omschrij-ven (vgl. fig. 1).

Bladschijf eirond, vlak of wat golvend of hobbe-lig, niet zeer spits, aan de voet breed hartvormig tot afgerond of stomp, bovenzijde bruinachtig groen, meestal met purperen streepjes of vlekjes en daardoor enigszins gespikkeld of gemarmerd, onderzijde meestal purper getint, 5-7 (10) cm lang, circa 4 (63^) cm breed.

Bladsteel fors, purper getint, 5-12 cm lang.

F/g. 1. Cryptocoryne griffühii Schott. 1.

bloeien-de plant (x Y2); 2. lengtedoorsnede ketel (x 2);

3. uruchtbeginsel (x 5); 4, 5. meeldraden (x 5); 6. zaad (x 2).

(2)

Spatha op een duidelijke, lj/2-4 cm lange steel, korter dan de bladeren. Ketel 1 - l H c m lang, vrij breed, buis 2-8 (12) cm lang, in de regel opval-lend wijd. Vlag IYI-V/J cm lang, breed tot smal eirond, in de regel plotseling tot een kort staartje toegespitst, soms echter geleidelijk toegespitst, purper, dicht wrattig (wratjes spits), keel purper, met smalle opstaande boord.

Meeldraden 40-60. Vruchtbeginsel uit 6-7 vrucht-bladen opgebouwd, stijl duidelijk, stempel vrij klein, elliptisch of eirond, gaafrandig, bol of in het centrum afgeplat (niet ingedeukt). Zaadbegin-sel (eitjes) lang en smal, evenals het zaad.

Verspreidingsgebied. Maleise Schiereiland.

Malak-ka: Sungai Udang Bosch Reservaat, mijlpaal 14, beek, in modder en zand. Johore: Sungai Kayu, in een beek. Singapore: beek bij Tanglin; New Reservoir; Bukit Timah; Chan Chu Kang; Kranji; Bukit Mandai; bos van het Reservoir; Bukit Sadanau Reservaat.

Sumatra, Palembang: Rawas Moeara Beliti, laag-land, in boskreekje, samen met Barclatja. Hoogst-waarschijnlijk ook op de Anambas en Natoena Eilanden (op Groot Natoena, ten W. van Ranai; op Siantan, ten O. van Terampa; in ondiepe beken zeer algemeen, in snel en in langzaam stro-mend water).

Ten slotte merk ik nog op, dat uit het boven-staande volgt, dat in onze aquaria geen C.

grif-fithii wordt gekweekt (of misschien hoogst

zel-den). De soort, die tot voor kort wel een der meest algemene was en als C. griffithii bekend

"ÏlatoenarNeil. ' „Groot Natoena T"X<?P-Sianlany l"V '' Anamkäs eil. u|—, ^.v MalakaN. —ii. j B a n ö k a \SUMATRA 1 ^2\ K

Verspreidingsgebied, can Cr. griffithii Schott

stond (ik beken zonder voorbehoud,' dat ik deze vergissing jarenlang in stand h e b helpen houden) moet C. purpurea R i d 1. heten.

Voor de conscientieuse liefhebbers, die in de lite-ratuur plegen te snuffelen, deel ik volledigheids-halve nog mee, dat de gekleurde plaat, die in 1900 verscheen (Curtis's Botanical Magazine 3de serie, vol. 56, tab. 7719) ten onrechte als C.

grif-fithii werd omschreven. De afbeelding heeft

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het verzuilingsvoorbeeld van het over- wegend 'linkse' Groningen, dat naar aanleiding van het optreden van Linthorst Homan in 1938-1939 aangevoerd wordt, is dan ook niet

In zijn bijdrage 'Het dubbelspoor van de Katholieke Actie tijdens het interbellum' gaat Vos in op de concrete gevolgen van de wrijvingen tussen de gespecialiseerde

De grootste verdienste van De Brabantsche Saecke is mijns inziens het doorprikken van de hardnekkige mythe als zou de protestantse angst voor het roomse Brabant de reden zijn

De discussie spitst zich toe op de verschuiving die zich in deze periode voordeed in het grondgebruik: de oppervlakte bouwland nam toe ten koste van de oppervlakte grasland..

Deze opvatting wordt bevestigd door de dissertatie van Van Zanden, waarin wordt berekend dat in Groningen in het begin van de negentiende eeuw, toen ruim 60% van de

Deze opvatting wordt bevestigd door de dissertatie van Van Zanden, waarin wordt berekend dat in Groningen in het begin van de negentiende eeuw, toen ruim 60% van de

Voegt men daarbij het dreigement van de leden van de raad (in 1806), dat zittende leden zullen aftreden en nieuwe niet bereid zullen worden gevonden om zitting te nemen als ook

Maar als cultuurwinst, die toch ongetwijfeld zowel door de Vondel van de hekel- als door die van de lofdichten zou zijn toegejuicht, mag toch wel worden aangemerkt dat in onze