• No results found

EU-Landbouwuitgaven en agrarische productiewaarde

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "EU-Landbouwuitgaven en agrarische productiewaarde"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

EU-LANDBOUWUITGAVEN EN AGRARISCHE PRODUCTIEWAARDE

Boudewijn Koole en Ton de Kleijn

De EU-landbouwuitgaven voor het markt- en prijsbeleid bedroegen in 2000 40,4 miljard euro. Daarvan was 64% bestemd voor de plantaardige en 23% voor de dierlijke sector. De rest betrof overige subsidies en subsidies voor structuurontwikkeling. Het huidige stelsel van subsidies is in de plannen van eurocommissaris Fischler om het landbouwbeleid te hervormen ter discussie gesteld. In dit artikel wordt een relatie gelegd tussen de productiewaarde van de agrarische sector in de lidstaten en de ontvangsten uit de EU-landbouwuitgaven.

De toeslagen voor de granen maken 41% uit van de EU-landbouwuitgaven. Ruim de helft van die graantoe-slagen gaat naar Frankrijk en Duitsland. Andere belangrijke plantaardige producten zijn: olijfolie, suiker en groenten en fruit. Voor rundvlees was in 2000 11% van het budget bestemd. Frankrijk, Ierland en het Vere-nigd Koninkrijk ontvangen hiervan gezamenlijk ongeveer 65%. Andere belangrijke dierlijke producten met ondersteuning zijn: melk- en zuivelproducten (6,3%) en schapen- en geitenvlees (4,3%). Per lidstaat varieert de verdeling over plantaardig en dierlijk uiteraard sterk (figuur 1).

Frankrijk, de grootste netto-ontvanger binnen de EU, ontving ruim 20% en Duitsland, de grootste nettobeta-ler, 14% van de totale EU-landbouwuitgaven. In beide landen komt ongeveer 70% van de ontvangen subsidie ten goede aan de plantaardige productie. Ierland, ook een netto-ontvanger binnen de EU, is een duidelijk voorbeeld van een land waar het grootste deel (65%) van de ontvangen subsidie ten goede komt aan de dierlijke sector. Aan Oostenrijk, Finland en Zweden wordt een aanzienlijk deel van de ontvangen subsidie verstrekt voor structuurontwikkeling (figuur 2).

Wanneer de EU-landbouwuitgaven worden gerelateerd aan de agrarische productiewaarde wordt inzicht ge-kregen in de mate waarin de waarde van agrarische productie samenhangt met de landbouwuitgaven. Voor de EU-15 als geheel zijn de EU-landbouwuitgaven 14,7% van de agrarische productiewaarde. De subsidies voor plantaardige producten maken 9,4% en die voor dierlijke producten 3,4% uit van de productiewaarde. De Nederlandse en Luxemburgse landbouw zijn relatief het minst afhankelijk van de subsidiegelden. De Duit-se en ItaliaanDuit-se landbouw zitten ook nog net onder het gemiddelde. Vooral in Ierland en Griekenland is de productie in sterke mate afhankelijk van subsidies. Ook Oostenrijk en Finland ontvangen relatief veel, mede veroorzaakt door het grote aandeel subsidies voor structuurontwikkeling.

De mate waarin de productiewaarde van de agrarische sector ondersteund wordt door het aandeel in land-bouwuitgaven van de EU voor die lidstaat zal één van de overwegingen zijn bij de standpuntbepaling van lidstaten over de voorstellen van eurocommissaris Fischler. Voor Nederland zijn de ontvangsten uit het be-trokken budget, gerelateerd aan de productiewaarde van de landbouw relatief laag door het grote aandeel van de tuinbouw daarin. Rundvleesproductie bepaalt in Ierland een groot deel van de agrarische productie-waarde. Dit komt ook duidelijk tot uitdrukking in het aandeel van de ontvangsten uit EU-landbouwuitgaven daarin. De landbouw in Luxemburg ontvangt weinig directe steun uit de EU-landbouwuitgaven. Indirect ech-ter, door de ondersteuning van de melkprijs, is de afhankelijkheid van het EU-landbouwbeleid veel groter. Deze kanttekening geldt voor alle lidstaten die profiteren van prijsondersteuning. Een ander effect dat in het voorgaande niet in beschouwing is genomen is de samenhang tussen prijsvorming van gesteunde producten en niet gesteunde producten. Zo zal bijvoorbeeld de aardappelprijs kunnen dalen, wanneer de ondersteuning van de graanproductie (via de hectaretoeslag) wordt losgelaten.

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

LEI, Agri-Monitor, september 2002 pagina 2 Mln. € 0 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000

FRA (22) DUI (14) SPA (14) ITA (13) VK (10) GRI (6) IER (4) NED (3) DEN (3) OOS (3) BLU (2) ZWE (2) FIN (2) POR (2)

Plantaardig Dierlijk

Overig (inclusief structuur)

Figuur 1 Ontvangsten per lidstaat (mln. euro) van EU-landbouwuitgaven (met tussen haakjes he aan-deel per land in het totaal)

t % 0 10 20 30 40

IER (1.7) GRI (2.6) OOS (1.0) FIN (0.7) VK (4.1) SPA (5.5)

ZWE (0.8) DEN (1.3) FRA (9.0) BLG (1.0) DUI (5.6) ITA (5.1) POR (0.7) LUX (0.0) NED (1.4)

Plantaardig Dierlijk

Overig (inclusief structuur)

Figuur 2 Aandeel van de ontvangsten van EU-landbouwuitgaven in de waa de van de agrarische out-r put per lidstaat (met tussen haakjes het totaal aan ontvangsten (mrd. euro) per land)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The most numerous of all insects are the springtails (Order Collembola) which have a very wide geographical range.. The longest jum ping insect is the common flea (Order

Specific issues addressed in this study include, (i) determination of the effect of deregulation of the marketing of agricultural products in 1997 on average real market

Various additional factors, such as parental influence, the type of family meals offered, location where most meals are eaten, socio-demographic status, availability

Nitrogen Use Efficient (NUE) varieties can provide a partial solution to the problem through efficient N uptake and utilisation. Designing an effective breeding strategy for

May Measurement Month 2018: a pragmatic global screening campaign to raise awareness of blood pressure by the International Society of Hypertension.. Thomas Beaney 1 ,2 ,

Since the cellular innate immune response to rotavirus transcripts has not been reported, this study determined the expression of IFN-α, IFN-β and IFN-λ1 in HEK 293H

A qualitative research approach was followed in this rapid review, followed by the basic research goal which was to explore existing literature and obtain an answer on the review