• No results found

Meten aan Balansbal en Comfort Slat Mats

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Meten aan Balansbal en Comfort Slat Mats"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

V-focus augustus 2009

18

R U N D V E E

a

c

h

te

rg

ro

n

d

V-focus augustus 2009

19

R U N D V E E

a

c

h

te

rg

ro

n

d

Roostervloer Mat Mat&Valve Grote ballen Kleine ballen

Vloer 50 (0%) 22 (56%) 22 (56%) 50 (0%) 50 (0%) Kelder 50 (0%) 50 (0%) 31 (38%) 33 (34%) 20 (60%)

Totaal 100 72 53 83 70

Balansballen

Het principe van de balansballen is al bekend in de varkenshouderij en richt zich helemaal op het verminderen van de ammoniakemissie uit de kelder. De balansbal is een holle bal, gemaakt van polyethyleen en voor ongeveer de helft gevuld met water. Niet te veel zodat ongeveer de helft van de bal boven het mestoppervlak uit­ steekt (zie foto hiernaast) maar wel genoeg om te zorgen dat het zwaartepunt altijd onder het mestoppervlak ligt. Mest die door de rooster­ spleten valt komt in de vrije ruimte tussen de balansballen terecht. Als er mest op de balansbal achterblijft wordt deze na verloop van tijd top­ zwaar en draait vanzelf rond zodat het schone gedeelte, dat eerst onder het mestoppervlak zat, nu boven komt. Er zijn twee uitvoeringen getest: een bal met een diameter van 22,5 cm en een versie met een diameter van 27 cm. Voorlopige metingen in vleesvarkensstallen wijzen op een emissiereductie van 30­40% maar deze ervarin­ gen zijn niet zondermeer te vertalen naar de melkveehouderij. Runderdrijfmest heeft andere eigenschappen, het mest­ en urineergedrag van koeien verschilt met dat van varkens en er is een andere verdeling tussen de bijdrage van vloeren en kelders aan de totale stalemissie. Aan de andere kant is er bij melkvee een kleinere emissiereductie nodig (15%) om in aanmerking te komen voor opname in bijlage 1 van de Rav. Groot voordeel van de balansbal is dat het een eenvoudig toepasbaar systeem is voor bestaande stallen. Melkvee­ en varkenshouder René Asbreuk uit St. Isidorushoeve wil deze ballen in zijn nieuw te bouwen stal toepassen en heeft voor de oriënterende metingen ook in zijn bestaande stal de balansballen toegepast.

Meetmethode

Voor het bepalen van de ammoniakemissie is voor beide systemen gebruik gemaakt van zogenoemde boxmetingen. Daarbij wordt een box over een gedeelte van de vloer geplaatst (zie foto pagina 20) en wordt het onderliggende keldergedeelte met platen afgescheiden van de rest van de kelder. Door een bekende hoeveel­ heid lucht door de box over de vloer te blazen en de ammoniakconcentratie in de ingaande en uit­ gaande lucht te meten is de ammoniakemissie van dat stuk vloer en kelder te berekenen. Wanneer tegelijkertijd onder dezelfde omstan­ digheden ook een vergelijkbaar stuk vloer zonder aanpassingen gemeten wordt, is het effect van het systeem ten opzichte van deze referentie te bepalen. Bij beide systemen is de betonnen roostervloer met kelders als referentie gebruikt. Door alle verschillen tussen de twee meetlocaties is het niet mogelijk de uitkomsten van de balansballen en de Comfort Slat Mat met elkaar

te vergelijken. De metingen aan de Comfort Slat Mats vonden van mei tot juli 2008 op de Waiboerhoeve in Lelystad plaats. De metingen aan de balansballen vonden in november 2008 op het bedrijf van René Asbreuk plaats.

Resultaten

Beide systemen hadden in beide varianten een emissiereducerend effect. De emissiereductie van de ‘mat’ ten opzichte van de roostervloer was 28 procent. De flap voegde daar nog eens 19 procent aan toe, zodat de totale emissiereductie van het Comfort Slat Mat systeem op 47 procent uitkwam. De emissiereductie van de grote balansballen was 17 procent en die van de kleine balansballen 30 procent. Alle getallen zijn gecor­ Hendrik Jan van Dooren

(ASG – Animal Sciences Group van Wageningen UR)

Meten aan Balansbal en

Comfort Slat Mats

De ammoniakemissie in Nederland is sinds 1990 gehalveerd tot 133 kiloton (2007). Het aandeel van

de landbouw is in die jaren vrijwel constant gebleven. De overheid zet in op een daling en er wordt

daarbij steeds nadrukkelijker naar de melkveehouderij gekeken. Ook ervaren veehouders steeds

meer belemmeringen bij het realiseren van uitbreidingsplannen.

BalaNSBallEN iN

MEStKElDER

De balansbal is een holle bal, gemaakt van polyethyleen en voor ongeveer de helft gevuld met water.

Foto: ASG

tabel 1

Relatieve emissie ten opzichte van de roostervloer uitgesplitst naar bijdrage van vloer en kelder met tussen haakjes de reductie-efficiëntie van de verschillende systemen.

i

n 1990 was 95 procent van de ammoniakemissie afkomstig uit de landbouw en in 2007 was dat nog steeds 90 procent. Ook in absolute zin stabiliseert de ammoniakemissie de laatste jaren. Binnen de melkveehouderij is ongeveer 50 procent van de ammoniak afkomstig uit stallen en mest­ opslagen. Stallen zijn dus een belangrijk aan­ grijpingspunt voor de vermindering van de ammoniakemissie. Om de ammoniakemissie te verminderen is tot nu toe vooral aandacht besteed aan de vloeren in stallen. Voordeel hier­ van is dat de vorming van ammoniak bij de bron wordt aangepakt. Nadeel is het spanningsveld dat ontstaat tussen beloopbaarheid en emissie­ vermindering. Onlangs heeft de Animal Scien­ ces Group metingen afgerond aan twee syste­ men die voor dit spanningsveld een oplossing lijken te zijn en op termijn een aanvulling kunnen zijn op de lijst met erkende emissie­ arme huisvestingssystemen (Bijlage 1 van de Regeling ammoniak en veehouderij). Het zijn de Comfort Slat Mats van het Ierse ICE en de

balansballen van de firma Havadi uit Gemert.

Comfort Slat Mat

De Comfort Slat Mat is een uit Ierland afkom­ stig systeem dat ontwikkeld is om het welzijn en de klauwgezondheid van melk­ en vleesvee te verbeteren. Het systeem bestaat uit twee onder­ delen: de ‘mat’ en de ‘valve’. De ‘mat’ is een hoes die over de roosterbalk wordt geschoven (zie foto linksonder) en waaraan de ‘valves’ beves­ tigd kunnen worden. Deze flappen sluiten dan de kelder af zodat de luchtuitwisseling tussen stal en kelder beperkt wordt. De hoezen bestaan uit een harde stevige onderlaag die om de roosterbalk wordt geklemd en een zachte toplaag van rubber. De toplaag is makkelijk indrukbaar en in rust enigszins bol waardoor urine snel wegloopt in de roosterspleten. De mest kan door een roosterschuif weggeschoven worden. Naast de milieuaspecten heeft het systeem dus ook invloed op de beloopbaarheid en klauwgezondheid van het melkvee. Deze aspecten zijn echter niet meegenomen in de metingen door ASG.

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Mat Mat&Valve Emi ss ie (%) 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

Grote ballen Kleine ballen

Emi

ss

ie (%)

Figuur 1

Relatieve emissie van de Mat en de Mat&Valve t.o.v. de roostervloer (=100%).

Figuur 2

Relatieve emissie van grote en kleine balansballen t.o.v. de roostervloer (=100%).

CoMFoRt Slat Mat

Comfort Slat Mat met tussen de roosterbalken de ‘valves’.

(2)

V-focus augustus 2009

20

R U N D V E E

a

c

h

te

rg

ro

n

d

Emi ss ie NH 3 (m g h -1 m -2) 0 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 0:00:00 0:10:00 0:20:00 0:30:00 0:40:00 0:50:00 1:00:00 1:10:00 1:20:00 1:30:00 1:40:00 1:50:00 2:00:00 2:10:00 2:20:00 2:30:00 2:40:00 2:50:00 3:00:00 Tijd (minuten) Referentie Mat Mat&Valve Emi ss ie NH 3 (m g h -1 m -2) 0 200 400 600 800 1.000 1.200 1.400 1.600 1 2 3 4 5 6 7 Nummer meting Grote ballen Kleine ballen Referentie

rigeerd voor temperatuur en gelden voor een omgevingstemperatuur van 15 ºC. In figuur 1 en 2 (zie pagina 19) is de relatieve emissie te zien. De uitkomsten van de metingen mogen niet direct vertaald worden naar emissies op stalniveau. Wel geeft de grootte van de emissiereductie en de stabiliteit van de gevonden verschillen (figuur 3 en 4) vertrouwen dat ook op stalniveau een effect van de systemen gemeten kan worden. Door het toevoegen van de flap wordt ook een deel van de kelderemissie voorkomen waardoor de totale emissie daalt. Bij de ballen met een kleine diameter blijft een kleiner mestoppervlak over als de ballen zo dicht mogelijk tegen elkaar worden gelegd dan bij de ballen met een grote

diameter. Dat is een mogelijke verklaring voor de lagere ammoniakemissie bij de kleine balans­ ballen.

Beide systemen beïnvloeden op verschillende manier de vorming en emissie van ammoniak. Door de Mat wordt de urine snel afgevoerd en komt zo min mogelijk in contact met mest zodat de vorming van ammoniak wordt voorkomen. De flap beperkt de luchtbeweging in de kelder en de balansballen voorkomen de ‘verdamping’ van ammoniak van het mestoppervlak. De effec­ tiviteit van deze beïnvloeding is opgenomen in tabel 1 (zie pagina 18). Daaruit blijkt dat de Mat aanzienlijk effectiever is dan de Valve en dat de kleine ballen bijna twee keer zo effectief zijn als de grote ballen.

De gemeten emissiereducties zijn zodanig groot dat voor beide systemen besloten is een proef­ stalstatus aan te vragen. Havadi wil de kleine balansbal verder ontwikkelen en brengt die inmiddels op de markt. De Comfort Slat Mat wordt onder de naam Groene Vlag aangeboden. Wanneer uit de stalmetingen blijkt dat de emissiereductie voldoende groot en constant is kunnen de systemen opgenomen worden in de Rav en wordt een emissiefactor toegekend. De keuzemogelijkheid uit emissiearme systemen is voor melkveehouders dan weer toegenomen.

MEEtappaRatUUR

Meetopstelling bij de metingen aan de balansballen.

Foto: ASG

Figuur 3

Gemiddeld verloop van de emissie tijdens metingen aan de Comfort Slat Mats. (Op de x-as de tijd in minuten na start van de meting.)

Figuur 4

Verloop van de gemiddelde ammoniakemissie per opeenvolgende meting. (Op de x-as het volgnummer van de meting.)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ook hier zou na de eerste reactie van het dier op de stick de test kunnen worden afgebroken omdat tussen de 30 en 40% van de dieren geen tweede gedrag en tussen de 80 en 90% van

en HNO_ gedoseerd. Cu werd vrijwel niet gegeven en van Fe i van de hoeveelheid. Magnesium is doorgaans in halve concentratie gedoseerd. Regelmatig is extra HNO^ gegeven. Fe is in -J-

This signi ficantly exceeds the Eddington luminosity for even the most supermassive black holes known in the universe by several orders of magnitude.. Our original conclusions for

The aim of the study was to document indigenous knowledge on the conservation and the sustainable utilisation of plants for African Traditional Medicine (A TM)

The recognition of student sexual cultures by the formal curriculum would be a starting point for the construction of a more relevant learner-centred sexuality education

(e bestudeer en te beskryf. ‘n Honderd klipwerktuie verteenwoordigend van verskillende kulture en tydperke. keurig uitgestal met voldoende inligting daarby. het immers

However, significant enrichment in BTMs for genes with hypomethylated CpGs associated with promoter regions (i.e., potentially activated genes) was observed with

Door van de getransformeerde scores elk jaar het landelijk gemiddelde (bepaald met behulp van de 140 beschouwde stations) voor het betreffende jaar af te trekken, kan de