• No results found

Jeugdwerkloosheid in Amsterdam

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Jeugdwerkloosheid in Amsterdam"

Copied!
136
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

i 1 1

22 Werkgever enz. 23 van-tot Aard het werk van beëindiging 26 Reden 27

(2)
(3)

/ /

'"'

. _/ "-

;-

/ / "' y· ...

-~

/ / . /'-"' '\/ " . / ' " . -/ . /,f" / 7- N,-:-::-.-:-;---'-:...

./~.

/('!!.; /

~-

..

,-.;,\CfU~;.l

___ · -q_9}ctor>a,~l 13.:t._13,g_~ ."E'il'.:1 §~J'.'.J:J?:l:.Ï.:~ ... 8.C'J C~():l.tJ..~-~-~ :Î,.J.1 131; :i, -~ 1,1 :tl. t ) ..

.... G.L .. 'L'.v.e.nd.e.r.'.'.".Çle ___ :H.i;i.@." . .\.:L_r113i:;:i,tuu.t. ... Yr>9r. ..

... " ... " ... " ... w~.t.e.n,;:;qhê.P. ... "Q..E?.+ .. "@4.:t".13.g?g:i.~ .. .:r:~A)

.. .

Universiteit va.~ Amsterd&~

.... " ... " ... ".. ... " " ... " .... " .. " . "

-.•.•....•.•....•.. ·••···•··•·•·•··

j

: . : _ · .. " .. _. ·-· -··· · - · · ··c . . .. 1 ·

:::: \L i.

1···

--~:!;/l:k~~:~kh::· A~~·e!!s:n~e.:~

b midd Q

~-

• e ondaru

~

' .... ··· ··· g .... J ... ".M " ."." .... _;;L ... "".

e. ' ....

el.'-"a .... s. .. "dl.. . ... .... kP.

l

1 d t d k-'- t• _,,

I ...

e. gro .~L ... r:u _"e. ... nog ... 10.0..

1···--··J1~.t .:P,9.-W<:î. èi.~ .. À~J:'~:n..t .. ~P:g~JE> .. Jh.9.9.:f<3-... P.~~:L.cl,dE;_l:L.l'.lg) -~ ..

.... " ... VoJ.J;:~:r.s. ...

Cstq,

t;L.sti.e.l;}:en) ., ... .

\i (b ... .; h-'- · · ) n

... .v.ro.om ... eroe.penvoor..L ... c. i..:i..ng. , .. e ...

.. St.o.ks" .. ::voar. ... het. bi.j.zitt.en ..

... .. _" ... " ... 9Pr.e.kken .:t.µ_,;;s.e..:n. ...

hem .. ~n .... d.e

··· ... S::-~ t .;,:'.1 ;·rt::...,,n: : __ ;: .,, . " .. " ... . l 1ï C.-h.:;i;ir 1

l

.. ·I .f

!

! . ... ·-··· ~~,'V ();Y~..::_:_:_:i_~·:Ji·n i (\,b.jadi_· ___ _ i " . . 1 . i

".".;?;o.n.d.e.r"".a..e" Jl,µ:J.1!...V.M." Ben . Stoelinga ".\.:t.~J:l19.-g:r:~.l::P)".~~1:l."<1.~H.

uitvoe.r.ing ... Yan .... 4:it. ... .9:nc;l.~};_?.;9.~4: .... ?:tl.W9.ge.J.:i,.j~_ .. ~.ij:rJ: ... E.ie.."'.'.' ....

. wee. st.~." .. " ... " ... " ..

; .. " !?9JJJ.e:n. ·' ~.b.:b~n.".w~ ... t.~r ... .Y..9.9.:rP9.*..~.t.9:;i.Ji,g ".Y.~+~---g_~_9.Pl:'.e.l:cke.~ ...

.JJ.i tgave : ... temagro~P." .. Je.Y.gdW~:r,'~loq E;l-1~J4.

-·---···-·--·---·---~-- ---·

(4)
(5)

KONKLUSIES

Vooral ongeschoolde jongeren of werkende jongeren hun opleiding

niet afgemaakt hebben, worden dcor de werkloosheid getroffen. Bijna de helft van de werkloze jongens

schoolden (PAD) ingeschrevena

op de afdeling voor

onge-Echter juist op deze afdeling is het dienstbetoon van het GAB het

geringst" Door een enorm aan mankracht zijn de wachttijden

lang en ie weinig tijd voof èen bemiddelingsgesprek Veel

bemiddelaars werken onder grote spanningena

De werkloze jongeren kunnen we anders <:heiden naar vier groepen:

Ia jongeren die hun lbo- of mavo-opleiding t hebben ( en

dus ook al op school uit de boot gevallen zijn).

Onder de werkloze jongens is dit de grootste groep~ De meeste van hen

staan op de afdeling PAD ingeschreven. Vooral deze jongens zijn voor

t werken zeer afhankelijk van het arbeidsbureaua Vroeger kwamen j

vaak na enkele dagen weer aan het werk, nu jn zij veel

werk-loos, vooral doordat de

werkloosheid is komen te staano

PAD onder de grootste druk van de

Uit nadere bli dat deze groep de grootste problemen had en

heeft met werken, het behouden en het vinden van (geschikt) werk.

In het v~rleden zijn zij vaker werkloos geweest, hebben zij bij vele

werkge~ers gewerkt en werkzaamheden in beroepen verricht.

Velen hebberi dus nooi~ de id gehad vakopleidingen te volgen

of hun ervaringen en bek~aamheden uit te bouwen.

De meeste zijn wegens en reorganisatie e.d ont

Bij toenemende en hoge werkloosheid wordt deze groep het eerst en het

meest troffen.

Maar deze groep ( bij de jongens de grootste) bureau de minste aandacht.

(6)

~rbeids-II.

de tweede grote groep be uit Surinamers en Ant:illianeno

Ook deze groep üi een probk.emgroep apart"

Ten opzichte van de overige gro zijn zij werkloos.

40%

van de jongens en

46%

van de meis heeft nog niet in nederland

• Van de Surinamers die

had van de jongens 89% een

Verder is er -van

het arbeidsbureau.

dan drie maanden werkloos waren

iding, van de meisjes 83%0

beeldvorming rond deze groep op

III. de derde groep bestaat uit werklo

opleiding of met diploma(§). Bij de mei

met een

s is dit de grootste groep.

Het merendeel staat schreven op de va ksekties van het GAB en is

ook minder jk van het GAB voor het vindl:en van werk ( zij

worden geacht zelf te solliciteren).

Een van bli ook moeilijkheden met werken eu het vinden

van ge werk te hebbeno Zij hebben nu eens werkzaamheden in

dit beroep en dan weer in een ander verricht, stonden

bij het GAB schreven en zijn werkloos" jnlijk

zij op het werken

IV~ de rest-groep bestàat uit jongeren die schreven staan op de

afdeling Bij Bemiddeling, hetzij omdat zij wegens handikaps

een speciale bemiddeling nodig hetzij omdat zij in bepaalde

ingen vallenQ(de Niet~Bemiddelbaren en de jongeren die wachten

op plaat in WSW-verband)

Bij de jongens is de g:::oep met een

bij de meidjes ie groep met een

lt of mavo het grootst,

e huishoudschool, mavo of

hogerQ Vooral meisjes die eerder gewerkt hebben en van het inkomen uit

werken jk zijn geworden en mei es die een(hogere)

beroeps-gerichte opleiding gevolgd hebben, laten zich bij het arbeidsbureau

(7)

verwezenli is, zal ook een uitkering (met een verplichte

inschrij-ving bij het ) niet altijd als een recht ervaren wordena

De verborgen werkloosheid kan onder meisjes die niet afhankelijk zijn

van werken en een opleiding hebben zeer groot zijna

Een groep die er verder uit bestaat uit ex-gedetineerden.

7% van de schreven was ooit gedet geweesto

Van hen was maar efst dan drie maanden werkloos.

(gemid-deld is

31%

langer dan drie maanden ).

Opmerkelijk is hun arbeidsverleden van v66r de (eerste) detentie:

59%

was toen al oerder werkloos geweest en

41%

had toen al een

'onre-gelmat arbeidsverleden'( als aanwij dat men jkheden met

het werk en het vinden van geschikt werk heeft). Nà de (eerste)

detentie heeft van da e groep nog slechts , waarvan

een deel a via zendbureaus o

Het aantal werklozen dat het GAB Amsterdam opgeeft voor

de statistieken komt niet overeen met het werkeli aantal

schre-ven werklozen ( ). Ook uit ander onderzoek bli dat lang

alle werklozen die op het arbeidsbureau

in de statistieken voorkomen.

schreven staan

Ook het per schreven.en dat dan drie of zes maanden

Dit is te wijten aan de

werkloos is is in werkeli id

procedures rond de in- en uitschri op het arbeidsbureau: na

en het laten verlopen van de inschri wordt men opnieuw

i ~eschreven en wordt voor de duur van de werkloosheid weer van voren

af aan geteld.

De van werkloze

door het arbeidsbureau i kaarten zijn geen duideli Wanneer het arbeidsbureau

in geschikten en minder-geschikten en diskrirninerend. Op de stam-redenen te vinden voor deze

(8)

t behoorlijk op te vatten en deze groepen juist de extra aandacht te geven die deze nodig hebben en waar zij recht op hebbeno Nu is de

in minder-geschikten een alibi om bepaalde werklozen een

langer stempel te geven of zelfs schriftelijk te laten 3n zodat

de bemiddeling in feite op een je wordt gezet"

Als de bemiddeling naar werk moeilijk verloopt valt een éénzijdige nadruk van de bemiddelaars op de 'arbeidsbereidheid' en de

'motiva-tie' van de werkloze (jongere) te

Echter.zowel bij werkgevers, het arbeidsbureau en de werkloze zijn

oorzaken aan te wijzen die dsbemiddeling bemoeilijkeno

Bij de werkgevers: 1" he·t gechicaneer :rond de vakaturemelding: het

onvoldoende omschrijven van de ingediende vakatures wat betreft de

van de werkzaamheden en vooral wat ft het geboden loon; he·t

t GAB als een is vervuld of wordt

inge-et inlichten van

trokken 2" het aannemen van grote grooponwerknemers

narners en detineerden 3 het van werk tesm (re)

lonen, sle en onder sle

arbeidsomstandig-heden en

4o

het uitblijven van in de en

(verdere) demokrati van het bedrijfc

Bij het arbeidsbureau: een enorm aan mankracht waardoor de

bemiddelaars geen inzicht (meer) hebben in de en in de

situ-binnen de en ook geen inzicht hebben in de persoon van

de werklozeo Als we op de op de stamkaarten blijkt

dat met werkwensen en werkverlangens van de werklozen weinig ( of helemaal geen)

werkgevers en hun

gesprek tussen bemiddelaar en bij de verdere bemiddeling weinig

met die van de

). Van een werkeli~k

, of er wordt meer mee gehoudeno

(9)

Bij de werkloze treedt een zekere terughoudendheid ten opzichte van

het arbeidsbureau en het werk dat hem aangeboden zou kunnen worden, op

als gevolg van:

1o teleurstellende ervaringen in het verloden met het arbeidsbureau,

wat betreft het aanbieden van werk

2o teleurstellende met verwijzingen van het arbeidsbureau

naar banen die reeds vervuld waren of ingetrokken wareno

3o de werkgeversgerichtheid van de bemiddelaars of het niet aan bod

komen van de werkwensen tijdens het bemiddelingsge

4"

de onduidelijke relatj.e van het arbeidsbureau met de uitkerende

instantieso

teleurstelcnde ervaringen in het algemeen bij het zoeken naar werk of het afnemen van de arbeidsbereidheid naarmate de werkloosheid langer duurt"

Opmerkelijk is dat het falen van de bemiddeling (als er schuldigen aangewezen worden.) vrijwel nooit toegeschreven wordt aan de werkge-verskant of aan het arbeidsbureau, maar aan de werkloze zelfo

De reden hiervan is waarschijnlijk dat de bemiddelaar alleen opde

werkloze invloed kan uitoefenen wanneer de bemiddeling moeilijk(er) verloop to

(10)
(11)

AANBEVELINGEN TER VERBE11ERING VAN HE1' FUNKTIONEREN VAN GAB'S VOOR

JONGEREN DIE VOOR HET VINDEN VAN WERK AFHANKELIJK ZIJN VAN HET ARBEIDSBUREAU

Aan het 'beroep van inschrijving', het 1nevenberoep', de werkwensen

en verlangens van de werklozen, hun ervaringen met werken in het

meen, hun ervaringen bij de vorige werkgever, aan de noodzaak en de

mogelijkheden tot het volgen van (part-time) opleidingen zou meer aandacht kunnen worden besteedo

Hoofdzaak is dat voor elke werkloze een duidelijk bemi

aanwezig is. Kan het beroep van inschrijving nog niet vastgesteld worden ( zoals het geval is bij de als minder-geschikten aangemerkten) dan zouden de maatregelen aangegeven dienen te worden om naderhand tot een beroep van inschrijving te komen bijvoorbeeld door het volgen van aanvullend onderwijs.

Dit houdt uiteraard in dat het voorzieningenpakket wb aanvullende

opleidingen ead zeer sterk uitgebreid wordt" Voor Surinamers en

Ant en voor ongeschoolde jongeren in de wat oudere

leeftijds-kategorie (20 t/m 25 jaar) moeten meer opleidings-een

scholingsmoge-lijkheden gekre~erd worden, binnen het kader van het CVV

of het p~rti ieonderwijs.

Het projekt 'vorming en scholing' (voor ) heeft een nog veel

te t en niet alle aurinamers worden

Het CVV is gezien de zeer eisen die aan de gesteld

worden voor de grootste groE[)werkloze onbereikbaar"

Verbeteringen op het GAB moeten allor"-:-.rat op de afdeling PAD

voerd worden. De grootste groep van de jongens, zij die geen

maakte opleiding hebben, is de dupe van de noodsituatie op de PAD. Het bestaan van de afdeling PAD bevestigt het aloude, diskriminerend

(12)

onderscheid tussen geschoolden en onge .. ~H~~ De die

ontstaan door de grote van. werklozen en het

aan met name op deze s van de oorzaken van

de werkloo dsduur en het grote aantal 1

"

onze mening is het overwegen waard de PAD op te

spJ.itsen en voor mannen een soortgeli tuatie te als

voor vrouwen: ook worden bij de s deeld"

Werklozen in de berQtps,,;roep bouw zouden worden bij de

Bo~, de be~ep j de ,

beroeps-groep

opleidingen Door deze

bij de voor wie

de

~AD

door de

doen

worden bij de.

~ou ook voor die noo

GAB

e voor.werk van ) en an-van de en de i:a d en. een re arbeid~ etc

jven zou het

streven naar

(13)

TER INLEIDING

Het rapport bestaat uit twee gedeelten: een literatuuroverzicht en het onderzoek bij het GAB Amsterdam" Beide gedeelten kunnen afzon-derlijk gelezen wordeno

De aanleiding tot het onderzoek bij het arbeidsbureau was een aan-tal vragen van welzijnswerkers in Amsterdam die in hun werk veel met werkloze jongeren in kontakt komeno Zij benaderden de temagroep

'jeugdwerkloosheid' met het verzoek de kategorie jongeren in Amster-dam die problemen hebben met het vinden van werk alsook problemen hebben met onderwijs, huisvesting, drugs etc te onderzoekeno

Daartoe heeft de temagroep allereerst de werkers van welzijnsinstel-lingen geïnterviewd over de problemetiek van de jongeren met wie zij in aanraking komen en het aantal van deze jongeren in hun buurt" Zie hiervoor ons rapport 'Jongeren bui ten het arbeidsproces' jan"

197.5

Dit onderzoek is erop gericht gegevens te verzamelen over deze kate-gorie jongeren voorzover zij ingeschreven staan bij het GAB Amsterdnmo In gesprekken voorafgaand aan het onderzoek, met jongeren op het

arbeidsbureau kwam vaak een terughoudendheid naar voren ten aanz:i.en van het arbeidsbureau en het werk dat zij via het arbeidsbureau aangeboden kregen of konden krijgen" Het leek ons noodzakelijk deze houding tov het GAB aan de hand van artikelen, nota.as, rapporten en onderzoek na.der te bestudereno Daarmee is het onderzoek in een wat algemener kader geplaatst: het funktioneren van arbeidsbureaus voor werkloze jongeren die voor het vinden van werk afhankelijk zijn van het arbeidsbureau en/of jongeren die behalve problemen met het vinden van werk ook andere problemen hebben zoals onvoldoende onderwijs, onvoldoende huisvesting, diskriminatie, drugs en kriminaliteit" Het eerste gedeelte van het onderzoek (hoofdstuk VI) anal:i.seert een gering aantal gegevens van alle ingeschreven jongeren; het tweede

(hoofdstuk VII) een groter aantal gegevens van die jongeren die langer dan drie maanden werkloos wareno

(14)
(15)

Inhoud:

Hoofdstuk I

Hoofdstuk II

Hoofdstuk III

Hoofdstuk'

tv·

;leug_q1:1er)flqosh~id i,n, .N:~.<\t;;rland met .n.ame in

A~-·. ·aa:in,

pag~ 1.

1. jougdworklooshoid,pn'5.1 ~

2. jeugdwerkloosheid in Amsterdi:i:m , pag.2.

3. de werkgelegenheid in Am'stércfam, po.g. L~.

P,.e. _Posf ti.e va,:q,' Orl.P;jef?.P.h,901d~rL012 .de a:i:~sii§.sm.a:r:.!:&

en in de arbeidssituatie, pag.7.

Het :f.unktioneren van het Arbeidsbureau, pag.10.

1~ organisatie, pag.10.

2. de bemiddelingsaktiviteiten, pag.10"

3.

de relati~ tussen het arb~idébureau en de

uit-kerende instanties, pag.12~

4.

de bemiddelingsafdelingen op het GAB-Amsterdam,

pa:g.12.

5.

hEJt arbeidsbureau nieuwe stijl (.NS ) , pag. 13.

6.

klachten over het arbeidsbureau, pag. 14.

A. klachten over het kontakt tussen de bemidelaar

en de werkloze kli~nt, pag.15.

B. klachten over de=verwijzingen van het arbeids-bureau naar werkgevers, pag.17o

Co klacht.an over .J.1e. openheid. van het GAB, pag~ 19"

?o konklusie, pag.20o

De g~;v.olg;en van w,erk~.S>..2.12.!i<?i,d, pag" 22"

1. de beleving van de wijz~ waarop men werkloos

wordt, pag.22o

2. de gevolgen vari de werkloosheid voor de direkte situatie van de werkloze, pago23.

< •

3~ stigmatisering,pèg.24.

(16)

Hoofdstuk V

Hoofdstuk

VI

Hoofdstuk VII

Kenmerken 'i.:ap werkloze jons;er~.i: in"A_rr1.~terdal'Jl,

pag.3!~.

:1. werkloze jongeren met een afgebroken opleiding

(groep A), pag.32.

2. werkloze jongeren met een afgemaakte opleiding

(groep B)J pag.37.

3.

Surinaamse en Antilliaanse jongeren,pag.39.

L~. gehandikapten, P~.'.?~-~O·

Onderzoek Deel I (Algemeen)

1. inleiding, pag.41.

2. aantal werkloze jqngeren ingeschreven bij het

GA,B, pag.42.

3. daur van de werkloosheid, pag.43.

4. leeftijd, pèl.g~41+"

5. beroepsgroepen en afdelingen GAB, pag.45.

6.

Surinaamse en Antilliaanse werkloze jongeren,

pag.46.

7.

schoolverlaters, militaire dienst,

ex-gedeti-neerden en buitenland~rs, pag.46.

8.

meisjes, pag.47.

9.

konklusie, pag.48.

Onde,rzoek Deel ,II Clang,durig w.e,:r;kloze ,jon~eren),

pag. 11-9.

1. inleiding, pag.49.

2. (lang.~urig.) werkloze jongeren met een afgebroken .opleiding (groep A), pag.51.

I jongens, pag.51.

II meisjes, pag.53.

III samenvatting, pag.55.,

3. (langdurig) we~kloze jongeren met een afgemaakte

opleiding of diplom~('s) (groep B), pag.55.

I jongens, pag.55o

II meisjes, paga56o

III samenvatting, pag.56"

l~. (langdurig werkloze Surinaamse en Antilliaanse

(17)

Bijlage I

Bijlage I I

Bijlage I I I

Bijlage IV

Bijlage V

5.

(langdurig) werkloze jongeren op de afdeling

Bijzondere Bemiddeling,

pag.59.

6.

overige kenmerken, pag.62.

I de minder geschikten, pag.62.

I I o~-godetineerden, pag.64~

I I I medische indikaties en drugs, pag.65.

IV buurten in Amsterdam, pag.65.

7.

samenvatting en konklu.sies, pag.66.

1. schoolopleiding, pag.66.

2. aantallen naar groepen, pag.67.

3.

duur, pag.67.

4.

arbeidsverleden, pag.68.

5,

aanmerkingen op de stamkaarten, pag.69.

Literatuur

Onderzoek; probleemstelling en methode

Negatieve typeringen op de stamkaarten

Tabellen, werkloze jongeren (algemeen), behorende

bij hoofdstuk VI

Tabellen langdurig werkloze jongeren, behorende bij hoofdstuk VII.

(18)

'.!?;,BELLEN

Tabel 1 aantal geregistreerde werklozen in Amsterdam voor de

periode november 196~

-

augustus

1975

naar sexe en

leef-tijd. Aandeel van de werklozen jonger dan 25 jaar op het

totaal aantal en het aandeel van de langer dan 3 maanden

ingeschrevenen op het totaal aantal werklozen jonger dan

25 jaar. (officiële cijfers GAB Amsterdam) pag 3

Tabel 2 vergelijking percentages GAB Am~~erdam november

1974

en

februari

1975

en !WA november

1974 -

januari

1975.

Werkloze jongens

(19

t/m 22 jaar) langer dan

3

maanden

en langer dan 6 maanden werkloos. pag 43

Tabel 3 aantal werkloze jongeren (15 t/m 22 jaar) naar sexe en

leeftijd. Per,centage langer· dan 3 maanden werkloos en

percentage regelmatig werkloos (R) naar sexe en

leeftijd. ' pag

44

Tabel

4

aantal werkloze jongeren (15 t/m 22 jaar) naar sexe en

afdeling GAB Amsterdam. Percentages langer dan 3 maanden

werkloos en percentages regelmatig werkloos (R) naar

sexe en afdeling GAB Amsterdam. pag

45

Tabel

5

langdurig werkloze jongeren

(15

t/m 22 jaar) naar sexe

en de groepen A (afgebroken opleiding), B (afgemaakte opleiding), Surinamers en jongeren op de afdeling

Tabel

6

11abel 7 Tabel

8

Tabel 9 Tabel 10 Tabel 11

Bijzondere Bemiddeling. pag

49

percentage (langdurig) werkloze jongeren met een afgebro, ken of een afgemaakte opleiding naar sexe en groepem

pag

66

percentages (langdurig) werkl6ze jongeren naar sexe

en groepen pag 67

gemiddelde duur van de (laatste) werkloosheidsperiode

naar sexe en groepen (in maanden) pag 67

gemiddelde duur·van alle werkloosheidsperiodes naar sexe

en groepen (in maanden) pag 67

onregelmatig arbeidsverleden naar sexe en groepen

(vertikaal en horizontaal gepercenteerd) pag

68

percentage (langdurig) werkloze jongeren met aanmerkingen op de stc..rnkaart naar sexe en groepen (vertikaal en

horizontaal gepercenteerd) pag 70

Tabel A1 aantal werkloze jongeren naar beroepsgroepen en sexe Tabel A2 aantal werkloze jongens naar beroepsgroepen, duur van

de werkloosheid en leeftijd.

Tabel A3 aantal werkloze meisjes naar beroepsgroepen, duur van de uerkl.oor:;heid en leefti;jdo

Tabel A4· aantal werkloze jongeren naar sexe, duur van de

werkloos-heid en naar de groepen 1nederlanders', 'surinamers',

werkloze jongeren op de afdeling Bijzondere Bemiddeling en buitenlanders.

Tabel. A5 aantal werkloze jongeren naar sexe, leeftijd en duur van

de werkloosheid pijl?;_ge Il[

Tabellen I t/m XIII. Langdurig werkloze jongeren naar sex.e en de

groepen A(afgebroken opleiding), groep B (afgemaakte opleiding), Surinamers en wer

jongeren op de afdeling Bijzondere Bemiddeling;

L .schoolopleidingen IL duur v:~.n de werkloosheid III. regelmatige

werkloosheid IV. arbeidsverleden V. aantal werkgevers VI. aantal

beroe-pen VII ontslag bij laatste werkgever VIII negatieve typeringen

IX. verwijzingen X. uitkeringen XI. leeftijd XII buurten in Amsterdam

(19)

HOOFDSTUK Io - JEUGWERKLOOSHEID IN NEDERLAND EN MET NAME IN AMSTERDAM In dit hoofdstuk proberen we enkele ontwikkelingen en kenmerken van

de jeugdwerkloosheid aan te geven en gaan we dieper in op de bijzondere

positie die Amsterdam in het geheel van de werkeloosheid inneemto

.

1 o ,Je.~6:?-werkloosheid JJ:.a..n_~elijk),

1 • •

Eind, augustus 1975 was het aantal werklozen opgelopen tot 204"000, 148c.OOO mannen en 4·6oOOO vrouweno Van de werkloze mannen waren 54"700

jonger tl.an 25 jaar (3796), van de werkloze vrouwen waren 27"800 jonger

dan 2~ ja,ar (6096)"

De jeugdwerkloosheid is de laatste jaren sterker toegenomen dan de algemene werkloosheid. Als we het aantal werklozen van augustus 1973 op (het indexcijfer) 100 stellen, dan komen we voor augustus 1974 en 1975 op de cijfers:

aug'73 aug '74 aug '75

werkloze mannen totaal 100 130 154

werkloze mannen jonger dan 25 jaar 100 147 166

werkloze vrouwen totaal 100 137 151

werkloze vrouwen jonger dan 25 jaar 100 152

157

Ook in procenten van de afhankelijke beroepsbevolking scoort de

jeugd-werkloosheid hoger: van de jongens onder de 19 ja.a.r is 10,8

%

werkloos,

va.n de jongens van 19 t/m 22 jaar

7,6

%

en van de 23- en 24-ja.rigen

is 6,7

%

werkloos, terwijl vàn alle mannen L1-,8

%

werkloos iso

Voor de vrouwen zijn de perçentages: onder de 19 jaar

6,5

%,

19 t/m

22-jarigen

3,7

%,

23- en 24-jarig~n 5,0

%

en alle vrouwen

4,5

%

(maand-verslag arbeidsmarkt augustus 1975, ministerie van sociale zaken)" De Interimnota van de regering (september 1974) besteedt veel aandacht aan de jeugdwerkloosheido Deze geeft de volgende kenmerken van jeugd-werkloosheid:

1. Grotere konjunktuurgevoeligheid: meer dan evenredige stijging van de werkloosheid aan het begin van een recessie, maar ook een

rela-_n<eJj .

tief herstel bij aantrekkende werkgelegenheid (wat nog steeds'llfet geval is)"

2" De omvang van de jeugdwerkloosheid zou waarschijnlijk nog sterker zijn toegenomen dan nu het geval is, indien de omvang van de jeug-dige beroepsbevolking niet zou zijn teruggelopen door: spontane groei van de deelname a.an het volledig dagonderwijs, invoering van de 9-jarige leerplicht op 1 augustus 1971, extra deelname aan het

(20)

-2·"

volledig dagonderwijs (extra leerja~r lts) en de uitbreiding van de

opleidingsduur lager beroepsonderwijs.

3o Ondanks het extra ongunstige verloop van de werkloosheid onder meisjes

liggen de werkloosheidspercentages daarvan nog altijd aanmerkelijk

lager dan ~an jongens"

l~o Het systeem van jeugdlonen versterkt op zichzelf de konkurrentie~·

positie van zeer jeugdigen ten koste van de oudere jeugd en·vol-wassenen. Deze positie wordt nu iets moeilijker doordat de jeugd-lonen in verhouding tot de volwassene stijgen en doordat de ingangs-datum van het volwassenenloon geleidelijk wordt verlaagd.

5.

De oudere jeugd die thans werkloos is, heeft gemiddeld vermoaielijk

een wat lagere o~leiding dan degenen die thans op de arbeidsmarkt

komen, hetgeen eveneens de konkurrentiepositie van de oudere jeugd

verslechterto Zo bestond in

1967 33%

van de jongens die het

vol-ledig dagonderwijs verlieten nog uit ongeschoolden (alleen lagere

school, afgebroken lbo, afgebroken mavo of driejarige vhmo), in

1972

was dit percentage teruggelopen tot

18%0

Voor de meisjes respQ

36% en 2396 (;:~5:

80/82*

)o

60

De arbeidsoriëntatie en -motivatie van jongeren is veranderd:

a" groter(~ selekti vi teit bi;j het kiezen van een werkkring

bo E)en enger begrip passende arbeid

Co de inkomenspositie van de ouders maakt periode van werkloosheid

minder bedieigend

l

dQ ver~ui~irig inschrijvingskriteria voor uitkering~n e"verschuiving ir.i.teressesferen

f. maatsch~ppij-kritische houding.

Ten aanzien van de jeugd\verkloosheid in de grote steden merk.t de nota. op:

7o

Rijksgenoten maken relatief een hoog percentage uit van de,{langdurige)

werkloosheid.

80

Mede in samenhang met een <il.fwijkende leeftijdsopbouw van de

beroeps-bevolking vormen jeugdigen een betrekkelijk gering.percentage van

de totale werkloosheid in de grote .steden (25:

37,38)

2,. J eus.9ye,r,k.:t'?.C:.~~~}.d, .i.~Ains. t.e r,dam

Tot voor kort kwam de hoge (jeugd)werkloosheid voornamelijk buiten de grote steden voor. Vooral in plaatsen waar de werkloosheid groot is,

*

zie de bijlage literatµur~ het tweede cijfer betreft de pagina('s)

(21)

neemt de jeugdwerkloosheid zeer grote vormen aan"

Zo kan de direktie van het arbeidsbureau in Amsterdam vlak vóórdat wij

het onde~zoek begonnen nog uit~oepen:

"Als u vreselijke verhalen wilt horen, moèt u echt niet bij ons zijnoc"We hoeven niet wakker te liggen van die duizend werkloze jongeren onder de 22 die in 4msterdam staan ingeschreveno Een kwart van die groep behoort tot de kategorie rtminder geschikten"

en de rest vindt doorgaans binnen enkele maanden werko11 .

(Trouw: 22-7-1974.)

Tabel· 1: Aantal geregistreerde werklozen in Amsterdam voÓr de. periode

lll$itA'~'l'-'i!liW-Wll

november 1966 - augustus 1975 naar sexe en leeftijd. Aandeel

van de vierklozen jonger dan 25 jaar op het totaal aantal en

het aandeel van de langer dan 3 maanden ingeschrevenen op

het totaal aantal werklozen jonger dan 25 jaaro

MANNEN VROUWEN <1) <2) <3) u~·>

d

~;;-·,--6-6--

1

~st::t--

1

;5tiP

2"-

~~

~4.6s~:

1

)

-

2o'.;' -

3:

3

)

1~

4

)

nov 967 4666\ 8Lr7! 18

6!

1 889l

23~

26] 13, nov

'68

3576i

576 i

16 i

15:

[

94~

21~

2;\

1~

3626\ 621: 17: 12: 11018j

23°:

23,

1~

nov 169 3873' 750: 19[ 16 l1Lr5d 345)

24,

9, 61+50! 1229j 19' 14) !1971j 513, 26, 15, 9693! 1861 ! 19j 21: j1994j

.56~

28.

1~

8'?96! 1296: 15:.

26!

1,2346:

756'

3ti

2j

174 9Lt91 !13Lr8 :14 !28J 12471 j

7~·2

)o

i:36 nov '70 nov 1 '71 nov 172 nov

'73

feb mei '?Lr 8976 i1198 j13 ·321 .2202 : 580 j26 13:5 aug t 74 911+3 : 1523 \ 17 j 28 j j 25L1.4 : ?62 i 30 \29 nov '74 10040: 2136 21

!

29 \ 13035' 979l ·

32

29, feb '75 [11578 )2503 j22 ,31/I :3377, [1150 )34 )33 mei'75 ·11160 12569 ·23 jLr1il !3192;. \9?0 j30 )8 a·ug 1 75 \ 127LJ.;5 i3Lr13 · :27 : 3711 \3742 ;1450 : 39 !32

-

--·-·-·-'

-~-~

..

~1

___ _;._J_. -'--. ---· _

__Ll. _ _ . : ...;,_..:J._ __

.:._.~---i-

______ ,_

(Officiële cijfers GAB Amsterdamo)

De·jeugdwerkloosheid in Amsterdam neemt sterk toeo Niet alleen de

aan-tallen. :nemen toe, maar vooral ook het percentage jeugdigen

op

het

to-taal en. de laatste maanden de duu'.r' van de 111erkloosheid: 37% van de werk·~·

~·~•m1.,.111r 1'1F'l>'T~WT'il - . - . . , , •

(22)

De percentages van de jongeren op de totale werkloosheid blijven lager dan het landelijk percentage" Het percentage van de werkloosheid in

Amsterdam ligt voor mannen hog r dan het landelijk cijfer (augustus 1975: 5,7),voor vrouwen lager (augustus 1975: 4,2).

Om de jeugdwerkloosheid in Amsterdam in zijn konte~t te plaatsen,

enkele aantekeningen over de werkgelegenheid in Amsterdam en de lastige

aard yan de werklozen in deze stad~ In het jaarverslag1974 van de

Regionale Raad voor de Arbeidsmarkt Noord-Holland wordt opgemerkt dat Amsterdam in 1973/LJ. 10% van de gehele Nederlandse werkloosheid voor zijn rekening nam, maar slechts 7% van de gehele Nederlandse pèrsoneels-vraago Ook de samenstelling van het wèrklozer1bestand in geheel

Neder-land en Amsterdam vertoont grote verschillen~

in

%

bouw metaal kantoor handel minder-geschikten

geheel Nederland 30

r)

,_ 10 6 17

Amsterdam 9. '7 13 6 l1-2

Een zeer groot percentage minder-geschikten in Amsterdam. Naar raming

bestaat 70% vrrn de minder·-geschikten uit ongeschoolden (26: 29,30).

De sekretaris van deze raad maakt zich ~:.orgen:

"De beschikbare gegevens ov"r deze groep (ongeschoolden) die voor

een deel in do statistieken wordt ondergebracht bij de niet ~rg

elegante vermelding "'n::_r:der-geschiktenn zijn ondoorzichtig. Voor een deel vallen de ruim 2000 werkloze Surinamers en Antillianen in Amsterdam eronder ••• Dit is een pijnlijk probleem ••• Er is wel degelijk vraag naar ongeschoolden, zoals blijkt uit het aantal gastarbeiders dat hier werkt. Maar toch blijft het uitermate

.moei--lijk onze eigen ongeschoolden te plaatsen.11

(Het Parool: 15-2-1975.)

Ook de Hert in Vrij Nederland (21··12-1974) laat zich somber uit over 1

Amsterdam: 11een zak van werkeloosheid in een gebied waar bijna

iede-reen werk heefti1

o De werkgelegenheid gaat hollende achteruit. Hij doet

de suggestie dat de beter geschoolde, beter betaalde werknemers met

een gezin de stad aan het verlaten zj.jn. Ze maken daar in w6onruimte

plaats voor de nog steeds toestromende alleenstaand.en en de achter-blijvende minder geschoolden, maar behouden de gunstiger arbeidsplaat-sen die ze in de stad hadden, terwijl het werk voor de nieuwkomers en achterblijvers afneemt. Afdoende bewijzen ontbreken echter. Ook hij verbaast zich over de grote aantallen mindèr-geschikten in Amsterdam: !!Naar de oorzaken van dit verschijnsel laat zich op dit moment alle.on maar raden".

(23)

Simon Korteweg van het Parool (15-2-1975) ziet de oorzaken van werk-loosheid bij het arbeidsbureau z.f)lf. De, di:Y;ekteur en zijn bemiddelaars

kunnen de situatie niet meer an. Hij wil zijn ~emiddelaars niet meer

blootstellen aan mensen die dan-0ok nog eens met per~oonlijke problemen

bij het ~rbeidsbureau aankloppen, ziet de frustraties bij kli~nten en

bemidd~~aars, hot grote verloop onder zijn personeel en stelt dat

el.ke bemiddelaar. !lléér alleen .al zijn geld aan uitkeringen die ni.et behoeven te worden gedaan terugverdient. HUi t alles blijkt dat .het probleem van de werkloosheid in Amsterdam beslist onvoldoende is. be-studeerd en dat er te weinig middelen ter beschikking zijn om er echt iets aan te doen. Het is minder een kwestie van te weinig werk als wel van te weinig werekli;jke zorg en aandachtno

Een ander aspekt dat steeds in de skussie terugkeert en dat zeker

de ( jeugd)werkloosh<ëd.d in Amsterdam aanga.at is de werkwilligheid van

V\Ott>.

de werklozeno In d.G boleidsdisku1=>i:de van het GAB-Amsterdam 1975-1980

staat onder meer te lezen: 11De realiteit met name in Amsterdam gew•

biedt te erkennen dat een ~iet onbelangrijk deel van de bedoelde

groep kliënt en niet of zeer zwalç gomCJtiveerd ir.:; tot het verrichten van

arbeid11

a De direkteur Lu;yf probeerde onlangs nog jongeren aan h<:lt werk

te krijgen: "we z,ullen moeten leren ;:;~anvaa.rde:n dat we recht op onder·"

wijs hebben, maar dat \ve daar niet het recht op bepaald werk aan kun"··

nen ontleneno Dat eist een andere instelling." o .Door z.i,jsprongen te

maken doet hij of zij in iedeJ'.' geval ervaring op." • .'Van de gefrus-· treerden die beneden hnn niveau werken, weet ik bijna niets.o.Dat de inhoud van het w0rk zwaar weegt, blijkt bij de inschrijvingen op

het arbeidsbureau. Daar rtellen mensen eisen die re~el zijn als je

kijkt naar hun opleiding en ervaring. Ze zijn dan niet in de eerste

plaats geinteresseerd in de hoogte van het salarts. Maar d~e eisen

blijken helaas ir::·eëel i D.ls ;je kijkt n<e,ar de mogel:Ljkheder:i. .. , de

arbeidsmarkt. 11 (Volkskrant: 15-1+·-19'75)

De sekretaris van de Raad van de Arbeidsmarkt voor Noord-Holland

be-kijkt de zaak nog van twee Lantcm: "het is echter een onontkoombaar

gegeven dat het gezien de hoogte van de uitkering voor een aantal mensen kennelijk niet aantrekkelijk genoeg is om weer ingepast te

worden in het arbeid:.:~p:cocec~111 maar 17bedrijven doen nog te weinig aan

het verbeteren van de inhoud van bepaalde funkties waardoor die

aan-sluiting beter tot stand zou kunnen komen17 (het Parool: 15···2-1975)

(24)

-6-Samenvattend wordt de (jeugd)werkloosheid in Amsterdam gekenmerkt door:

1o een groot aantal minder-geschikten en/of ongeschoolden;

2o een gebrekkig funktioneren 7an het GAB-Amsterdam;

3o een kritische houding van de jeugdige werklozen ten aanzien van

het werko Er is een relatie tussen werkwilligheid en het uitblijven van verbetering van de arbeidssituatie en vermindering (kwanti-tatief en kwali(kwanti-tatief) van het aanbod werk.

(25)

HOOFDSTUK II - DE POSITIJ1 VAN ONG.ESCHOOI,DEN OP DE ARBEIDSMARKT EN

IN DE ARBEIDSSI'I1tTA'.11IE

Enkele jaren geleden heetten ongeschoolde arbeiders nog een schaars.

artikel te zijn. Of anders uitgedrukt: het kostte de werkgevers oga.l

wat moeite ongeschoolde, goedkope arbeidskrachten te werven. Van

Berkel beschrijft deze situatie, die volgens hem gevolgen moet hebben voor de lonen en arbeidssituatie:

11De snelle groei van het kontingent opgeleide werknemers wijst erop

dat het voorheeµ massal 0 arbeidsaanbod van 11cmgeschoo1den11 aan het

~erdwiJnen is. Deze tefictentia gäat door: opleiding vervult de

de .behoefte een "beroep11 uit te oefenen, de kans op een ru:Lrn

. a.andeE;ll, in de welvaart is g'çoter, het toegekende prestige hoger. Op de arbeidsmarkt betekent ... dit dat de deelmarkt voor

onge-schoolde, onopgeleide arbeiders nauwelijks aanvulling'krijgt u:Lt :de jeugdige leeftijdsklasse •••• Het schaars worden van ar-beiders betekent dat. werk.situatie en arbeidsvoorwaa:rden aan een hoger niveau van behoeften tegemoetkomen moet; in de toekomst nog meer dan thans. In een arbeidsbestel waarin èn een brede laag

"employés n aa;i::1wezig z,al. zijn èn waarin door

technisch-organisa-torische dynamiek.in tal van uitvoerende funkties het werk van

"arbeiders11 veel zal verschillen van het traditionele beeld van

handarbe:~d, zal met. name :;in de werkEloorten die in ontwikkeling

i;en achter lüi,jv0n1~ de krit:Lf:iehe houding van werknemers dwin@;en

tot .. aä.npa.ssing!3n, in het werk als zodanig, in .de beloning, in.

~e bevordering van het sociaal prestige en in de overige

arbeids-voorwaiarden.; n ('10:

15, 51,

52)o

De reakt:Le van bedrijven ging een heel andere richting uit. Het

aan-trekken van buitenlandse werkne~ers en van gehµwde vrouwen, het

aan-t~ekken van personeel via uitzendbureau's, ~utomatisering eudq is

goedkoper dan loonsverho[,S,ingen en verbetering va.n de arbeidssi.tuat:Le o

Uit een re.cent réwport (19'75) blijkt dat be.driJven tekorten aan

uit,-voere:ndè handarbeiders s.J.s vol;;t opvangen:.

1o Bij vuil, zwaar etc. werk gaan bedrijven vooral over tot het.

a,an-trekken van bui ten1andse werknr~mers en tot automatisering van de

produktie.

2. Bij routine-arbeid gaan zij over tot het aantrekken.van pendelaars en buitenlanders en bij lichamelijk minder zware arbeid tot het aantrekken van gehuwde vrouwen.

3.

Bij ploegendiensten kan men tekorten ten dele opvangen door

over-werk, bij verdere tekorten: buitenlanders, pendelaars en verder

reorganisatie. (6)

De ongeschoolden nemen dus een konkurrentiepo t in ten aanzien van

automatisering, mechanisering on ove~btenging van het bedrijf naar

(26)

1

Nog in

1974

werden in Noord-Holland buitenlandse werknemers in

68

van

de 100 gevallen aangetrokken om het personeelsverloop op te vangen en

in

28

·van de 100 gevallen zelfs om. het personeelsbestand uit te breiden.

80% van hen werkt in de produktie-afdelingen, L~3% verricht

ploegen-diensten en verder is er een groot personeelsverloop onder hen

(53).

Bij hoge werklooshe:J. d n&emt de konkurrentie tussen de groepen onge-schoolden toe. De eisen die werkgevers aan hun personeel stellen worden hoger. Groepen ongeschoolden komen buiten de konkurrentiestrijd te staan:

11de onbruikbare ongeschooldenn. Durlacher ziet dit proces als volgt:

11Indien in een bepaalde bedrijfstak ondernemingen van verschillende

grootte en/of ver.schillend marktaandeel opereren, zullen de loon-kosten van de werknemers in de marginale bedrijven afgewogen worden tegen verdergaande mechanisering of automatisering, maar ook tegen

maatregelen van effici~ntie, hergroepering van kapitaal,

bijvoor-beeld door fusering en sluiting van bedrijven. Loonverschillen

binnen i~n bedrijfstak kunnen aanleiding zijn tot nivellering van

het loonpeil naar dat in marginale bedrijven. Bij een krappe ar-beidsmarkt vallen deze laatste vaak uit de boot en met hen het personeel. Weliswaar zal daarvan een deel weer aan de slag komen,

. maar dit proces .werkt nive~i_J.erend op het loonpeil en bevordert

werkloosheid, vooral bij ongeschoolden ••• In ondernemingen waar de ' organisatiegraad van arbeid.ers laag is, waar weinig mogelijkheden voor ander werlç zijn, waEi.r scholing gering en training op het werk

miniem zijn1 waar vervanging vazt werkkracht voor het bedrijf geen

o~gunstige gevolgen heeft, is ~e kans op lage ~onen en

arbeidsonze-kerheid groot o Vooral dS>.ar, waar een ondernemer zijn

onderhande-lingspositie uitbuit en fü.'\nkbae.r gebruik maakt van eventuele

werk-loosheid.11 (13: .52, 53)

De positie van ongeschoolden c~ de arbeidsmarkt in in de bedrijven wordt

zwakker naarmate de Herk1oor.;heid ·'.;·o; ";emto De groep ongeschoolden krijgt het bij werkloosheid nog moeilijker omdat bij hoge werkloosheid in het algemeen mensen eerder geneigd zijn (of gedwongen worden) een baan beneden hun niveau aan te nemeno Door deze neerwaartse spiraal

(diploma-inflatie) wordt de konkurrentiepositie van degenen onderaan de maatschappelijke ladder uiteindelijk het meest aangetast.

In

1967/68,

in een periode van neergaande konjunktuur, werden onge-schoolde jongeren eerder ontslagen, met name de kategorie van de

19-24

jarigen.

(36: 41)

Bij toenemende werkloosheid blijken vooral de ongeschoolde jongeren de eerste en grootste klappen te krijgen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Interim-nota de vraag en aanbod

naar jeugdigen moeilijk voorspellen kan: 11daar dit mede afhankelijk is

van algemene ekonomische en technologische faktoren als:

beschikbaar-heid en betaalbaarbeschikbaar-heid van andere lrn tegorieën werknemers: gehuwde vrouwen~

buitenlanders, mogelijkheden tot (verdere) mechanisering en uitwijk-mogelijkheden naar het buitenland met (een deel) van het arbeidsproces

(27)

in kleine bedrijven werken

(79: 5).

J"uist in deze bedrijven zijn de arbeidsomstandigheden het ineest achtergebleven en bie,den deze bedrijven geen opJ9idings- en toekomstmogelijkheden. Omdat deze bedrijven veelal geen p,ersoneelsafdeling hebben, weet men weinig af van wettelijke regelingen en is men voor de personeelsvoorziening zeer afhankelijk

van het GAB

(6).

Het GAB verricht juist voor deze bedrijven een

(28)

-· 10···

HOOFDSTUK III. - HET FUNKTIONEBEN VAN HET ARBEIDSBUREAU

Allereerst een korte uiteenzetting over de organisatie, de bemidde-lingsaktiviteiten, de regelingen inzake uitkeringen tussen het arbeids-bureau en de uitkerende instanties en onze indrukken over de

verschil-lende bemiddelingsafdelingen op het GAB-Ams.terdam en over het

arbeids-bureau nieuwe stijl (ans)o H'et boek van A.M. Stroosnijder, "De

Arbeids-marktH

(66)

dient daarbij als informatiebron. Daarna inventariseren

we de klachten over de arbeidsbureau's naar de bemiddeling (het kon-takt tussen de bemiddelaar en de werkloze-kliënt), het aanbieden van

.b

werkzaamheden (w~..b~j de aard van dit werk) door het arbeidsbureau

en de openheid van de arbeidsbureau'sQ

De beheerslijn is als volgt: de kliënt-werkloze, de bemiddelaar, de chef van de betreffende afdeling, de chef afdeling bemiddeling, de direkteur van het gewestelijk arbeidsbureau, de hoofdinspekteur-direkteur voor de arbeidsvoorziening in een distrikt, de hoofdinspekteur- direkteur-generaal van de arbeidsvoorziening en de minister van sociale zakeno Aan de direkteur van het GAB is wettelijk toegevoegd een Commissie van Advies, welke bestaat uit tenminste twee vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en twee vert igenwoordigers van de werknemersorgani-saties .en een voorzitter, meestal de wethouder van fJocia.le zaken van de betreffende plaats of de burgemeester. Uit deze kommissie kunnen kleine of subkommissies gevormd worden. Hoewel de direkteur van het GAB alle vergaderingen van deze kommissie bijwoont en in overleg met de voorzitter de agenda samenstelt, maakt hij geen deel uit van de kommissie. De kommissie kan gevraagd of ongevraagd advies gevan aan de direkteur GAB over de volgende onderwerpen: ontslagaanvragen, pas-sende arbeid, uitstel en vrijstelling van militaire dienst,

minder-validen, niet-bemiddelbaren en niet-re~el aanbod. De adviezen worden

van belang geacht opdat nde overheid zich bij het treffen van maat-regelen gesteund weet door het georganiseerde bedrijfslevenn.

2. De bemi~deli~~~al~J;eiten

In de arbeid.sbemiddelingmr3t van 1930 wordt de arbeidsbemiddeling

om-schreven als trde voortdurende bemoeiing met het doel werkgevers en werknemers bij het zoeken naar arbeidskrachten en arbeidsgelegenheid

(29)

-· 11-·

op de juiste plaats" te brengen. (nog steeds Str?osnijder:) De be-middelaar tracb..·C zich doÓr een menselijk maar ·tevens zakelijk gesprek· een beeld te vormen van de persoon van de werkzoekende waarbij vooral

·~r· ' '

het verkrijgen van inzicht in de persoon, zijn aanleg en kapaciteiten centraal staat. De benodigde gege.ens kan de bemiddelaar verkrijgen door

, ·,' . . '

het gesprek, informaties van derden (werkgevers en onderwijsinstellin-gen) en door eigen 1vaarneming van de bemiddelaaro "Indien de bemidde-laar hier goed in getraind is geeft deze waarneming een duidelijk

beeld van de kliënt0o

Naast de gegevens over de kliënt heeft de bemiddelaar ook tot taak zich nader te doen informeren over de bestaande vakatures. Door

ge-sprekken met werkzoekenden en het bedrijfsbezoek kan een duidelijk beeld gevormd worden over de werkomstandigheden, de inhoud van de funktie, de beloningsstruktuur, sekundaire arbeidsvoorwaarden etco

Van de werkzoekenden wordt een zogenaamde stamkaart aangelegd. Naast de personalia wordt een arbeidsanamnese over de laatste tien jaar opge-maakt en de indruk van de bemiddelaar over de ingeschrevene vermeld. Aan de hand van opleiding en praktijkervaring wordt het beroepsniveau van de werkzoekende en zijn hoofdberoep c.q. nevenberoep vastgesteld.

Indien de werkzoekende

zich.

niet kan verenigen met het door de bemid-~ ·

delaar vastgeiïtë1de l:ÎÖo:fdberoep wordt, indien de werkzoekende dat wenst

• • ' p ' ,

de kommissie~vap advies ingeschakeld, waarna het hoofdberoep wordt

gehandhaafd of gewijzigdo

Indien bij deb~mi'ddelaar twijfel bestaat over de juiste beroepsrichting

voor de werkzoekende of over de lichamelijke- en/of geestelijke toe-stand, waarin de werkzoekende verkeert, kan hij advies inwinnen bij

de beroepskeuze-adviseur en de medis~h-adviseur.

Indien aan het arbeifü3bureau een vakature wordt doorgegeven, gaat de bemiddelaar n.a welke ingeschrevene daarvoor het meest geschikt is. Een . duidelijk inzicht in de vakature is daarvoor noodzakelijk. Bijvoor-beeld opleidingseisen, werktijden, afstand en beloning dienen bij hem

bekend te zijn. Hij roept de werkzoekende op en geeft hem een

intro-duktiekaart voor het bedrijf mee. Deze introintro-duktiekaart wordt door de werkzoekende bij de werkgever afgegeven, waarna deze de kaart met de aantekening daarop of de sollicitant is aangenomen of niet in aanmer-king komt, aan het GAB terugzendto Bij afwijzing geeft de werkgever dan ook no.g een korte omschrijving waarom de werkzoekende niet werd aan-genomeno

(30)

-12~

3o De relatie tussen het arbeidsbureau en de uitkerende instanties

--!ljU-•<>4•BÓll<$~""'--'"""'"'"'°"-..-.---·.,;: t "'"">%1~"" ...

"M>--

11'... ~44111•-~-tU~..,

De direkteur van het GAB of zijn vervanger is lid van diverse advieskom•N

missies ten behoeve van de ujtvoering van de wetten inzake de werkloos-heidsvoorziehihg, de rijksgroepregeling werkloze werknemers en de

sociale werkvoo~zieningo

Het GAB informeert de uitkerende instanties op twee manieren:

1o Door een bezwaarschrift als een werkloze aangeboden arbeid, scholing

e.d. weigert. Aan de werknemer wordt medegedeeld dat hij zijn bezwa-ren schriftelijk kenbaar kan maken en dat deze daarna aan de kom-missie van advies voor de direkteur GAB wordt voorgelegd" Ind:Len ook na.ar het oordeel van de kommissie de .aangeboden arbeid passend

kan worden geacht, wo~dt een bezwaarschrift aan de uitkerende

in-stantie gezonden. De werknemer wordt hiervan op de hoogte gesteld.

2o De schriftelijke kennisgeving over alle zaken die de werkzoekende

aangaan en waarvan kenn~sneming van belang kan zijn.

Verder vult het GAB kontrole-formulieren voor deze instanties ino

Het arbeidsbureau is tot dit alles wettelijk verplichtu

.'.ie .•

J2~J?.e!l!i,d_<!.el.;i!~~~~et

__ GAB

:.A:.~st,er.~a.,r:!,

De bemiddeling is onderverdeeld naar sekties: _een l.a.s.e.r.~~ls.E2. Per-·

soneel Alg~m<·me Dienst (PAD), waar ongeschoolde werklozen ingèschre·1ten

worden die geen diploma(1s) bezitten en geen ervaring (minimaal drie

jaar) hebben in één van de beroepen van de volgende ~sektie~: bouw,

metaal, algemene industriële beroepen, handel en kantoor,

huishoudè-lijk personeel, horeca, artiesten en musici, hoger pe~soneel en

part-time. De ~1..~~.midd:,eJ~,n,.g staat meer op z.ichzelf: op

deze afdeling worden alleen werkzoekenden bemiddeld die· door gebreken,

kwalen of afwijkingen in aanmerkelijke mate in hun arbeidsfunktie

worden belämmerd. Voor bemiddeling op deze afdeling is medische indi-katie nóodzakelijk.

Belangrijk is dat wie niet op één van de vaksekties bemiddeld kan

wor-den op de afdeiing PAD te~ebht komt. Overigens is er alleen voor mannen

een afdeling enkel en alleen voor ongeschooldeno (Ongeschoolde meisjes worden ingeschreven op de afdeling algemene industriële beroepen, via.ar ook hoger geschoolden ingeschreven staan.) Door deze indeling lijkt doorstroming van de afdeling PAD na.ar de andere afdelingen, wat de

jongens betreft, moeilijk. Door de bemiddelaars wordt de afdeling(en) waar de bemiddeling het meest specialistisch karakter heeft, het

(31)

-1

hoogst gewaardeerd (afd~ling Bijzondere Bemiddeling). De afdeling

waar de bemiddeling weinig rideskundigheidn vereist het minst (PAD)

(zie ook 59)ö De vakaekties waarvoor soms uitgebreide kennis van de

beroepen en vakatures noodzakelijk is worden eveneens hoger aangesla-gen" De belangstelling onder bemiddelaars voor de af deling PAD is zeer gering, wat een reden zou zijn voor het grote verloop op deze

afdeling" (Natuurlijk 2.ullen hierbij ook faktoren als de sfeer op de

afdeling, de chef en de hoeveelheid kliënten een rol speleno)

De sfeer op de diver~e afdelingen is sterk verschillend. Op de afdeling

"hoger personeel" is een normale wachtkamer met gewone stoelen voor de werklozen, krijgt de pas ingeschrevene een informatiemapje mee naar huis en wordt van de werkloze verwacht dat hij zelf solliciteert" Op de afdeling PAD (ongeschoolden) bestaat de wachtkamer uit een grote saaie hal met kale banken uit de krisistijd, krijgt men geen enkele informatie mee en is de werkloze overgeleverd aan de individuele be-middelaar: door de indeling op alfabet komt men steeds bij dezelfde

ambtenaar terecht. Op de afdeling PAD is sinds jariuari 1975 ook de

procedure van het schriftelijk VfJrlengen gestarte Vooral de zogeheten

11minder-geschiktentt komen hiervoor in aanmerking.

Verder dan nog de verschillen in mankracht. :De afdelingen PAD en

Handel en Kantoor verricl:tten in 197Lt ongeveer evemreel werk aan in·~

schrijvingen, plaatsingen en aanvragen van werkgevers. De afdeling Handel en Kantoor had in 1974 18 personeelBleden, de <:'1.fdeling PAD

daarentegen sl.echts 12 (beleidi:>diskussienot;a GAB~Amsterdam). Mede

door de rigide scheiding op het arbeidsbuieau tussen geschoolde en

ongeschoolde beroepen is ~ooral de afdeling PAD onder de druk van de

werkloosheid komen te staan.

:E~venals bij de massamedia gaat b:i..i het arbeidsbureau de meeste aandacht

naar de geschoolde ex-werknemer of de schoolverlater die veel getn-vesteerd heeft in zijn opleiding (de werkloze akademikus). De onge-schoolden komen op een afdeling terecht met de minste outillage, de geringste mankracht en onvoldoende bemiddeling (lange stempels,

schrifteJ.i jke verlenging en geen vrije keuze tuBsen bem:i.ddelaars) o

Het experiment arbeidsbureau nieuwe stijl i.8 vooral opgezet om de GAB's

uit de bureaukratische sfeer te halen: de werklozen mogen nu zelf in de vakaturebakken kijken, meer informatie, betere outillage van de

(32)

-14-Omdat de eksperimenten opgezet zijn in een tijd van lage werkloosheid

lijken deze veranderingen vooral ten gunste te komen van de 11

friktie-werklozen1; en van hen die van baan willen verandereno Ook het

GAB-Amsterdam gaat in haar beleids~skussienota

1975-1980

uit van dezelfde

veronderstelling of v'ooroQ>dcel ten gunste van de beter. opgeleiden: "De sterk toegenomen macht van de vakorganisaties heeft de positie van de werknemers in het maatschappelijk verkeer belangrijk verste-vigd. Daarnaast heeft zich over vrijwel de gehele linie een aanhouden-de stijging van het opleidingspeil en het ontwikkelingspeil van aanhouden-de beroepsbevolking voorgedaan. In plaats van de veelal onderdanige en ongeschoolde maatschappelijke verschoppeling is gekomen de zelfbe-wuste, goed opgeleide werknemer, die geacht mag worden zijn rechten

en plichten te kennen•: o

Allemaal goed en wel, maar bestaat het grootste deel van de werklozen niet uit personen die zeer weinig opleiding gehad hebben en die in hun weiksituatie weinig ontplooiingsmogelijkheden hebben?

Het funktioneren van het GAB en de experimenten in de 17ans11-sfeer

moeten vooral getoetst worden met het oog op groepen die het

arbeids-bureau het meest nodig hebben: ~handikapten, minder-geschikten,

on-geschoolden en de langdurig werklozen.

6.

Klachten over het arbeidsbureau

-~ " ... "<1-•• 1 "

-In het algemeen worrlt niet positief over de arbeidsbureau's

geoor-deeld: de laatste nota van de regering (februari 19'?5) vermeldt dat

40% van de ondervraagden van een onderzoek naar wer.kloosheid de

hulp van het GAB (ruim) onvoldoende vond, eveneens L1.0% (ruim)

vol-doende en 20% had geen mening (1+9: 14 'I) o

Van de kli~nten van he~ experimenteel Werkbureau (EWB) in Amsterdam

had slechts

10%

positieve ervaringen met het GAB en 600,.0 negatieve

ervaringen (11ze kunnen niet helpen met leuk werk, op mijn terrein1

' en "ze hebben geen belangstelling voor je, als je maar werkt, wat en

hoe doet er niet toen) (Informatieschrift EMB '1975) o

De volgende klachten zijn specifieker van aard. Om een juiste indruk te

krijgen over de a~rd van- de klachten en om welke werkloze kliënten het

(33)

Koopmans

(35: 58)

ii:f5ë-är'bëiä.sbëmiddeling ten ba.te van deze kategorie (werknemers uit pro-tlleemgezin:rten) blijkt een prekaire zaak te zijno Onverzorgdheid van uiterlijk en een onverschillige houding, maken zowel het kontakt tussen bemidqelaa.r en werkzoekende alsook het vinden van geschikt werk moeilijk. Wanneer eenmaal gebleken is dat de arbeidskrachten op grond van hun ge-dragingen negatief beoordeeld worden door werkgevers en een ongunstige arbeidshistorie ontwikkelen, moet op een bijzondere manier bemiddeld worden. Vaak heeft.het dan geen zin om deze arbeidskrachten te ver-wijzen naar die ondernemingen waar strenge selektiekriteria bij werving van personeel worden aangehoudeno Dit betekent dat wanneer eenmaal op

het GAB gebleke~'is dat de betrokken werkzoekende behoort tot de

ar-beidslabiele kategorie, voora.l verwezen wordt naar de meer onaantrek-kelijke arbeidsposteno Wanneer het ongunstige arbeidsbeeld eenmaal

gekonstittieerd is, wordt dit in de bemiddeling bekrachtigdo De betrok~

ken werknemers lettèn over het algemeen vooral op de hoogte van het

geboden loon en minder op de status van het aangeboden werk, naar zeggen van de ambtenaren"n

De Sociale Diensten

_______

...

__

~ .•

___

_...

________ _

(85)

(november

1973)

De GAB's voelen er niet voor werklozen te motiveren voor werko Het gaat om twee groepen werklozen:

1o De vrijwillig werklozen die door eigen toedoen werkloos geworden

ii'jn, niet gemotiveerd zijn tot arbeid, of niet tot werken over te halen zijn omdat het inkomen dikwijls niet of nauwelijks hoger is dan de uit-kering of degenen die weigeren werk te aanvaarden dat voorheen door buitenlandse werknemers is verrichto Ook een groep moeilijk plaats-bare jongeren met name in de grote steden die in korte tijd de ene na de andere baan hebben versleten en tenslotte nergens zin in hebbeno Het zijn vooral jongeren zonder opleiding. Alvorens ze aan het werk

te krijgen zal eerst aan de motivatie gewerkt moeten uorden (?)"

~ De onvrijwillig werklozen: veel ouderen, gehandikapten, ongehuwde

moeders, akademici. "Vele GSD's·menen dat de arbeidsbureau's zich on-voldoende inzetten voor de langdurig werkloz.en vooral als gevolg van de kwantitatieve en kwalitatieve onderbezettingen van de GAB's" Wanneer deze bureau's meer tijd zouden uittrekken voor langdurig werkloz;en, zou dat ten koste gaan van kortstondig werklozen.o.oBij vele sociale diensten bestaat de indruk dat arbeidsbureau's liever bemiddelen voor werklozen waarbij sukses bij voorbaat vrijwel verzekerd is dan dat zij zich inspannen voor langdurig werklozen. De arbeidsbureau's zouden langdurig werklozen wel eens wat te gemakkelijk het stempel van

"moei-lijk pla.atsbaar11 of 0ongemotiveerd11 geven" Het is.dan ook al geen

uit-zondering meer dat de GSD arbeidsbemiddeli:ng verricht voor langdurig

werklozen hoewel dat formeel hun taak niet is~ De arbeidsbureau's moeten

veel aktiever helpen bij het vinden van werk en ook na plaatsing .kon-:-takt met hen houdeno En als dat werk niet binnen het vrije bedrijf te vinden is, zal de rijksoverheid zelf (blijvend) werk moeten.·scheppena Ook het arbeidsbureau nieuwe stijl wil geen werkzaamheden meer verrich-ten voor. werklozen die niet meer tot arbeid gemotiveerd zijn.; Echter' andere instellingen zijn .niet uitgerust om in het verlengde van sociaal-pedagogische be1nvloedingsaktiviteiten tot arbeidsbemiddeling te komeno Alleen het GAB kan deze funktie vervullen met zijn gedetailleerde

(34)

Jeugdwerkloosheid in Haarlem (1+6:52)

(1973)

---"We hebben het gevoel dat juid de groep die valt onder 11persoonlijke

omstandighedenn (afgeb:ccken opleiding en persoonlijkheidsstruktuur) niet zoveel profijt trekt van de berriddeling. Een aantal mensen twijfelt eraan of juist deze groep wel de extra zorg die zij nodig heeft, kan krijgen bij de bemiddeling.n

Jeugdwerkloosheid in Utrecht

(7) (1974)

---nveel zeiden graag beJ.angctelling van de bemiddelaar te verlangen voor meer persoonlijke zaken en ook verdere begeleiding bij het werk dat

ze via het GAB hadden gekregen. De bemiddelaar zal dus moeten zoeken

naar werk dat de mogelijkheid biedt om een (verdere) opleiding af te maken zoals avondwerk en pdrttime werko Verder bi.jzondere aandacht voor

mensen met de grootste a~beidsmoeilijRheden: mensen met een onafgemaakte

opleiding die dientengevolge meestal ook een laag gekwalificeerd beroep hebbeno ''

~~~s~~!E~~2~~~!!~-!~-~~!~~~-i~2~~ZL~12

(1974)

110verwegend wordt negatief geoordeeld over het GAB. Jongens beleven

de sfeer op het GAB negatiever dan meisjes die zich eerder neutraal

opstelleno Jongeren die vrijwillig ontslag hebben genomen laten zich

negatiever uit over het funktioneren van het GAB dan jongeren die

on-vrijwillig zijn ontslagen. Uitspraken: "te oppervlakkig, je bent gewoon een nummertje", Phet gaat meeE>tal zo: goeie morgen datum erop

-goeie morgen. Ze kennen ja hier ook niet, nou begrijp ik wel, als .je

per dag zo'n 40 ä 50 mensen krijgt, dat is niet bij te houden. Een

per-soonlijke binding met de mensen hier verwacht ik ook niet. Het is dan natuurlijk wel de vraag of het systeem goed is en of er bijvoorbeeld niet nog zo'n gebouw naast moet •••• In het begin vond ik het lullig,

maar nu vbd ik het niet erg meer. n

~~~~~~~~~i;;~!~~~~::~~D" ;i:~--~~~~!~~2,~P.

.

.c.\22:22.:'.§§2 (

1975)

11De ervaringen van do de:ctien ge:Cn terviewde instellingen met het GAB

zijn overwegend negatief, op enkele positieve ervaringen na. De kri-tiek konsentreert zich rond vier punten:

1. Het beleid van het Q!~eidsbureau maakt een onderscheid tussen

ar-~-idsbemiddeling en hulpvorle:ning en ziet het laatste niet als taak van

het arbeidsbureau. Daarmee schuift het GAB de verantwoordelijkheid voor

jongeren die extra o.andacht nodig hebben bij de bemiddeling voor

plaat-sing in het arbeidsproces, van zjch af. De aard van het

bemiddelings-gesprek is vaak onper13001JliJk cm autoritair.

b_

De po si tie van jongeren uit soci_aal lagere milieus wordt bevestigd

doordat het arbeidsbureau hon indeelt bij lager geklasseerd werk. Deze

jongeren krijgen daardoor geen kans zich te ori~nteren op de

arbeids-markt middels proefperioden in verGchillende bedrijfstakken.

3. De ingewikkelde p:coeedureB rondom uitkering· en ontslag houden de

jongeren eerder af van vrnrk 7.,onken dan dat het stimuleert.

4.

Het werkt verwarrend dat de bemiddelaar ook uitkeringen kan

stop-Zëtten. Het is een soort bemiddeling met het 11pistool op de borE>tn. ·

'1De positieve ervaringen betreffen de afdeling bijzondere bemiddeling en

vroeger de Jeugdafdeling. Hiermee zijn vaak redelijk goede kontakten

11deze mensen zijn bereidwillig". Toch is de konklusie dat het weinig

oplevert. Vooral persoonlijk kontakt tussen hulpverlener en bemiddelaar

over een kli~nt levert nog wel eens een goed baantje op.

Bovendien wordt als positief ervaren het bezoek van jeugdkonsulenten van het arbeidsbureau aan klub- en buurthuizen voor voorlichting en

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoe vervelend de onbedoelde gevolgen van de ZSM procedure ook mogen zijn, men mag verwachten dat het Openbaar Ministerie in de toepassing van de wetgeving

De stand van de volgende platen is ontstaan door zo’n plaat eerst verticaal tegen het muurtje te plaatsen en daarna de onderkant over de grond te verschuiven in de richting

Zet een ‘voortent’ op voor de arbeidsmarkt Mensen, bedrijven en instellingen hebben nu behoefte aan dienstverlening op maat.. ▲ ‘Grote bedrijven als banken en verzekeraars

De secretaresse en de directeur komen overeen dat het percentage uren waarin ze drie of meer telefoontjes krijgt, niet hoger dan 20% mag zijn.. Als dit percentage hoger is, hoeft

Ook in het Waals Gewest en het Brussels Gewest behoort het gros van de startbaners tot doelgroep 2. In Wallonië is het aandeel schoolverlaters groter dan in Vlaanderen. In Wallo-

Terugleiden van het arbeidsbureau naar deze toeleidende organisatie zou voorkomen kunnen worden door algemene consulenten van het arbeidsbureau deze ex-gedetineerden

1982 bepleit en wij vinden dat die moet worden gestimuleerd door de verlaging van belasting- en premiedruk. De over- heid heeft dat tot op heden niet gedaan en voorzover

Een werkgever kan een eventuele ver- gunning voor ontslag onder meer niet gebruiken tij- dens de eerste twee jaar van ziekte van de werknemer en indien de werknemer lid is van