• No results found

Brandneteloverlast - is er iets tegen te doen?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Brandneteloverlast - is er iets tegen te doen?"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Brandneteloverlast - is er iets tegen te doen?

Jaap Mennema

Toen ik deze zomer in Canada vertoefde, kon ik het niet nalaten om een eenvoudig zakfloraatje (PETERSON & Mc KENNY, 1987) te kopen. Zo een in de trant van de Eisevier-uitgaven.

AI bladerend in deze flora viel mijn oog op de Brandne­ tel, waar cursief heel opvallend bijstond: Do not touchl En dat is minder vreemd dan het op het eerste gezicht lijkt. De Brandnetel hoort in Noord-Amerika van origine niet thuis , is daar (per ongeluk) ingevoerd en zal dus zeker niet de 'Schrik van ieder stadskind' zijn, zeals Victor Westhoff hem noemt in zijn dichtbundel 'Hartgespan' .

Het was dan oak een vreemde gewaarwording daar in Canada urenlang in uitgestrekte bossen rond te lopen zonder een Brandnetel te zien. Dat is helaas in Europa weI anders, zeker de laatste tijd. Het heeft er aile schijn van dat de Grote brandnetel - want daar gaat het voor­ al om, niet om de van bemeste , vooral droge plaatsen op bouwland en nabij boerderijen bekende Kleine brandnetel - thans meer en uitbundiger voorkomt dan voorheen en dus overlast gaat geven.

Overlast met name aan wancelaars, die hun wandelge­ not sterk zien ingeperkt door de soms lenerlijk en fi­ guurlijk uit bos en park puilende Grote brandnetel. Overlast ook aan andere,typische bosplanten,die hun levensruimte kleiner zien worden door de steeds meer opdringende brandnetels .

Is er een beheer denkbaar, die aan de overlast van de Grote brandnetel een halt toeroept?

Dit is de vraag die menig beheerder van park en bos zich zal hebben gesteld . Zo ook in Den Haag, waar de toenmalige D.G.M. (Dienst Groenvoorzieningen & Mi­ Iieueducatie), thans sector Groen van de dienst Stads­ beheer, Prof. Dr. E. van der Maarel (Uppsala, Zweden) en diens echtgenote Mevr. M. van der Maarel-Versluis als ecologische adviseurs om raad vroeg.

Uiteraard moest het beheer gericht zijn op een efficien­

te (lees: niet te dure) en milieuvriendelijke bedrijfsvoe­ ring.

De Van der Maarels stelden voor om in een zeer brandnetelrijk bosgedeelte van Reigersbergen, gele­ gen in de landgoederenreeks Haagse Bos - Reigers­ bergen - Marlot, een 25-tal proefvlakken uit te zetten, elk van 4 x 4 m2. In een willekeurig patroon werden voor deze proefvlakken de volgende beheersmaatrege­ len uitgevaardigd:

- 5 proefvlakken werden als blanco-proef.ongemoeid

gelaten;

- van 5 proefvlakken werd op 16 juni 1987 de bovenste

2 drn afgeplagd, waarna ook deze proefvlakken on­ gemoeid werden gelaten;

- 5 proefvlakken werden elk jaar een maal in juni ge­ maaid en het maaisel werd afgevoerd;

-5 proefvlakken werden elk jaar een maal in juni ge­ maaid en het maaisel werd ter plekke verbrand en de

as werd in de vakken uitgestrooid;

- 5 proefvlakken werden elk jaar twee maal gemaaid, in juni en augustus/september en het maaisel werd afgevoerd.

Van aile proefvlakken werden op 1 juni 1987 - dus voor de eerste beheersmaatregelen - door G. Thijsse (Delft) plantensociologische opnamen gemaakt met behulp van de decimale schaal van LONDO (1974).

Na de uitgevoerde beheersmaatregelen werden de proefvlakken begin augustus en eind september 1987 nogmaals (eveneens door G. Thijsse) plantensociolo­ gisch qemventanseerd.

In 1988 trad ik in dienst als stadsecoloog van Den Haag en heb ik, aanvankelijk met behulp van G. Thijs­ se (en in overleg met de Van der Maarels) de inventari­ saties voortgezet. Zij vonden in 1988 plaats in juni en augustus, telkens voor het uitvoeren van beheersmaat­ regelen. In 1989 werd na een drietal inventarisaties, te­ zamen met mijn medewerker P.L.J . Schoenmakers in de maanden april, juni en september en na het uitvoe­ ren van de noodzakelijke beheersmaatregelen, het on­ derzoek afgesloten.

De resultaten van het onderzoek zijn weergegeven in de figuren 1-5. In deze figuren is telkens de frequentie van voorkomen van de Grote brandnetel afgebeeld op basis van de gemaakte plantensociologische opna­ men. weer-de eaar de e ear-de . . . . Hoog9 te - Gemlddelde ---- Laag s t e

""

'90S

Fig. 1: Afplaggen -niets doen

Uit figuur1 blijkt allereerst dat de beheersvorm 'Afplaggen - niets doen' geen zoden aan de dijk zet voor wat betreft het te voeren beheer op de lange ter­

(2)

mijn. Na een aanvankelijke - en verklaarbare - daling keerde de bedekking van de Brandnetel aan het eind van de proefperiode nagenoeg weer naar zijn uitgangs­ punt terug.

Opmerkelijk is, dat in twee van de vijf proefvlakken bin­ nen deze categorie het Kleetkruid in 1989 de Grote brandnetel ging overvleugelen om uiteindel ijk toch weer te verdwijnen . Ook verdient het vermelding, cat na het afplaggen het aantal soorten , dat zich in de proefvlakken vestigde aanvankelijk een duidelijke sti]­

ging vertoonde, maar uiteindelijk nadat de Grote brand­ netel de hegemonie had hersteld, weer afnam.

Sc h a l l L~"" 10 ~'-" " -" -. . . ..

-

-.

.

-

-

---_

. . . . . Hoogste .. aer de - -CelftJdd eJ d e wae r de ---- LS8gste e aer-de ~ '96'

,

...

.

,

..

,

Fig. 2: Een maal maaien - maaisel atvoeren

Sc"•• 1 L~"" '0 ~ ..._---, \ " ....r ... \ \ J

"

, \ \ J 'J ' \ J \ , J \ \ I \ , J \ .. . . Hoogste weer de ' J \ V \ \ - -CemJ dd e J d e "s8 rde \ \ \...

-

---- Leege t e eaer de "'~ 11f-- --.,.-- -,-- -,-- -,---- -,---- -,---, --t Opn.!llllen :....-J .988 '96'

'

'''"'

Fig. 3: Een maal maaien - maaisel verbranden en as ter plekke uitstrooien

Er is een begrijpelijke overeenkomst te constateren tussen de beheersvormen een maal maaien - maaisel afvoeren (fig. 2) en een maal maaien • maaisel ver· branden en as ter plekke uitstrooien (fig. 3). De be­ schrijving van de laatste maatregel doet enigszins mys­ tiek aan en dat is ook zoo In sommige kringen van bas­ beheerders heerst de anthroposofische opvatting dat "Brandnetels weg zullen blijven, als ze worden geeon­ fronteerd met de as van hun voorvaderen ...". Toen de resuttaten van de proefvakken in deze categorie geen merkbare verschillen opleverden met een rnaat maaien - maaisel afvoeren is in 1989 besloten de tweede cate­ gorie te veranderen in een maal maaien vlak voor de bloei - maaisel afvoeren. Deze verandering in de be­ heersvorm verklaart de daling in frequentie van voorko­ men aan het eind van de proetperlode. Het aantal soorten in beide cateqorieen vertoonde geen opmerke­ lijke schommelingen. Schu l Lo<><lo '0 ,..•..•-, \\\ .. r\ \ ... , ..__...._.._... . . . Hcogs re "8er d~ \ \ - ­ Ce-IIlJddeJde .. aa r de " ' ~ l l \ \

'-

--­

n _ ---­ L88g9te­ weer-de I~_ _~ ­ 199 7 ---.J"

,

...

" .~-19~ '--~. - t Opn&lIle-n

Fig. 4: Twee maal maaien - maaisel atvoeren

Het beste resuttaat ter bestrijding van de overlast is be­ reikt met de beheersvorm twee maal maaien - maai­ sel afvoeren (fig. 4). Hier kan worden geeonstateerd, dat de bedekking van de Grote brandnetel gedurende de proefperiode is teruggebracht van gemiddeld 800/0 naar 10% ! Bovendien kan worden vastgesteld, dat het aarrtal soorten, w.o. eehte basplanten als Groot hek­ senkru id en Geel nagelkruid zich in de proefvakken gingen vestigen, resp. in bedekkingsgraad toenamen. Bovenstaande conclusies zijn getrokken op basis van de gemiddelde waarden . Aile figuren laten zien, oat van deze gemiddelde waarden zowel naar omhoog als naar om laag duidelijk kon worden afgeweken ('hoogste' en 'Iaagste' waarden) , ook in de blanco­ proefvakken (fig. 5). SC.... . I LO<'\do 10 I ..:..._··_ · ._ ·_ · ~ _ w_...._..._... ---- - - , ~/ \ I \ ...\ I \ ,... .... \ I \ J \ I '\ J J

'

\ I

I

.. " Hoogste w• •re e \ JJ " I v " - -Ge"' J dd e J d e •• ar de ---- L89ggt:e wa arde .'~ 1 f-I_--,-_-.--_,.-_,....----,_-.,._--, ~

,

..

'

Fig. 5: Blanco - proef

Een verklaring hiervoor is moeilijk te geven. In 1989 heeft de afdeling Ecologie van de dienst Stadsbeheer in aile proefvakken grondmonsters genomen en geana­ Iyseerd op zuurgraad, % organische stof en het tos­ taat- en kaliumgehalte van de bodem.

Helaas bleek het niet mogelijk te zijn om het stikstofge­ hatte van de bodem te bepalen, een factor, die voor de stikstofminnende Grote brandnetel uitermate belangrijk

is.

Uit de grondmonsteranalyse blijkt heel verrassend, dat binnen de totale proefvlakte van ca. 60 x 50 m2 grote verschillen kunnen optreden. Met name yond ik grote verschillen in de zuurgraad, nl. van 3.1 - 7.1I!

Overigens komt dit overeen met onze ervaringen ei­ ders in Den Haag: de zuurgraad kan in de bovengrond over een zeer korte atstand opmerkelijke verschillen

(3)

vertonen. Enige voorzichtigheid met het generaliseren van bodemsituaties is dus geboden.

Resumerend kan worden gezegd, dat in net kader van efficient en milieuvriendelijk bosbeheer net regime van twee maal maaien en het maaisel afvoeren de over­ last van brandnetels het best kan tegengaan.

Het tijdstip , waarop gemaaid moet worden, levert voor wat betreft de tweede maaibeurt geen enkel probleem op: eind augustus / begin september.

Anders is dit met de maaibeurt in voorjaar / voorzomer,

orndatde Grote brandnetel in het ecologische netwerk dan een zeer belangrijke functie heeft te vervullen. Hij is namelijk volgens WEE DA (1985) in zijn Oecologi­ sche Flora 1 ".... onder de inheemse planten degene die voor het grootste aantal vlindersoorten als (exclu­ sieve of voornaamste) voedselplant dient".

Atalanta, Dagpauwoog en Kleine vos leggen bij voor­ keur eieren op de Grote brandnetel, waaruit zich in het voorjaar rupsen ontwikkelen . Deze rupsen verpoppen zich omstreeks het begin van de zomer tot fraaie vlin­ ders, tenzij ... zij als voedsel hebben gediend voor jon­ ge Nachtegalen. Nachtegalen en Brandnetels, zij zijn door ecologische ketens onverbrekelij\< aan elkaar ver­ bonden. Wie zonder enig inzicht de Brandnetels te lijf gaat, jaagt de Nachtegaal weg.

Ecologisch groenbeheer legt juist op dat inzicht de na­ druk. Geen automatismen in de voorjaar- / voorzomer­ maaibeurten , maar inzicht. Geen datum-atspraken om te maaien, maar maaibeurten na (teletonlsche) afroep, zodat de Nachtegaal rustig de tijd krijgt om zijn jongen te voeden tot aan het moment van uitvliegen.

Wie de Nachtegaal wi! behouden, gaat voorzichtig met de Grote brandnetel om.

·

·

··

".

.

.'1'

;

::;?

'

.

·

t

:

lU

fJI

i

;(

.

Ji~

.

4(.I7(!b:~ · ~'jt ." ~ . ...--->-= ~

~;:;

ci;,~.~.

co .' ,': /,C<l rfN.'... .:~<' , . . , ED· ;! "~ •

.

..

.

.

itA

' "

v: -~ . _ ~~ ~~

~

.~#fi

.

:'

~~~~~

.~ ~ ;~ . -.:?: J.~ ~~"

-.

,..

h" ~ " . :'/ ,-" .

L

..

~ '~. ~ .... . ;/ ..t ~ t:' 07 / '

"/

, ..,."

i

tv'

t

(Tekening: Annemarie van Lierop. Uit: VLlNDERS KWEKEN, Vlinders1ichting Wageningen, 1989)

Literatuur:

Londo, G., 1974. De decimale schaal voor vegetatie­ kundige opnamen van permanente kwadraten. Gorteria 7:101 - 106.

Peterson, R.T. & M. McKenny, 1987. A Field Guide to Wildflowers. Houghton Mifflin Company, Boston.

Weeda, E.J., 1985. Nederlandse Oecologische Flora 1, Amsterdam.

Ilt7llillil

l

i

- Advertentie ­

WILT U MEER NATUUR?

HELP DE NATUUR EEN HANDJE !

GEEN WILDGROEI WEL EEN NATUURLIJKE ORDE

EN KOSTENBESPAREND ST. ECOPLAN MAAKT DE PLANNEN

uw probleem onze specialiteit

tuinadv iezen

beheersplannen

bege leid in g

bcgrotingen

wer kp lan ne n

ECOPLAN adviesburo voor nOfuuronfwikkeling en

ECOBEHEER oonnemers vo n ecologische werkzoamheden

vindt U oon de Mozorf,trool 12·9722 EC Gronin en

050 -27 1534

ECOBEHEER BV DOEl VOOR U HET ECOLOGISCH ONDERHOUD ecologische onderhoudsbeurten aanleg en natuurbouw tuinen en parleen grasla nd en bennen bos en beplanting vijvers en poe len ruig te en overhoeken

aantrekkelijke natuur volge ns uw eigen wensen

kostenbesparend door een natuurlijk

en extensie f beheer

U belt wij ko men

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Steeds meer waarnemingen An- derzijds duiden deze gegevens, samen met alle andere waarnemingen, ontegenspreke- lijk op lokale vestiging – terwijl we daarover, tot minder dan

Bij bunzing is er weliswaar nog geen sprake van inteelt, maar bunzings uit West- Vlaanderen vertonen wel een lagere genetische diversiteit dan bunzings uit Limburg!. Op vlak

Groupe Bruxelles Lambert (GBL) is een Belgische industriële holding. Het hoort bij de tien grootste bedrijven in België en maakt sinds de start deel uit van de BEL20. GBL is

Omdat het heel erg nodig is om over alle onderwerpen na te denken hebben Zorgbelang Groningen, zaVie en Platform Hattinga Verschure een spel ontwikkeld met de titel Is er iets

We bedoelen fysieke toegankelijkheid, maar ook toegankelijkheid voor mensen met zicht-, gehoor-, verstan- delijke- en geestelijke beperkingen Ÿ Werk - Zorg ervoor dat mensen met.

Broeder van Liefde Stan Goetschalckx neemt het voor hen op en vergeet daarbij de inheemse jongeren niet. Ook zij verdienen een degelijke vorming en

‘Mijn les voor de coronacrisis zou dan ook zijn: bekijk de pandemie niet strikt vanuit de medische hoek, maar vanuit alle disciplines.. Je ziet dat er een behoefte bestaat om

Bij de eerste geslachtslijst in de Bijbel, in Genesis 5, wordt een strakke lijn gevolgd: van elke generatie wordt in drie regels verteld hoe de stamvader van die generatie