Ontwerp, fabricagetekeningen en ijkgrafieken van een
twee-componenten boordynamometer met een meetbereik van 0,1
to 1,0 mm boordiameter
Citation for published version (APA):
Tops, P. J. C. (1964). Ontwerp, fabricagetekeningen en ijkgrafieken van een twee-componenten boordynamometer met een meetbereik van 0,1 to 1,0 mm boordiameter. (TH Eindhoven. Afd.
Werktuigbouwkunde, Laboratorium voor mechanische technologie en werkplaatstechniek : WT rapporten; Vol. WT0109). Technische Hogeschool Eindhoven.
Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1964 Document Version:
Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record Please check the document version of this publication:
• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.
• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.
• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.
Link to publication
General rights
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.
If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:
www.tue.nl/taverne Take down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us at: openaccess@tue.nl
providing details and we will investigate your claim.
techniscbe hogeschool eindhoven
laboratorium voor mechanische technologie en werkplaatstechni,ek
rapport van de sectie: (iereeoschappen en gereedschapsontwikkeling. titel: Ontwerp, fabricagetekeningen en ijkgrafieken van een
twee-componenten boordynamometer met een meetbereik van 0,1 tot 1,0 mm bOQrdiameter.
auteur(s): P. J • C. Tops
sectieleider: ire L.A.H. van Bergen
hoogleraar: prof. ire C. de Beer
samenvatting
In dit rappoTt worden de constructieberekeningen gegeven
voor het ontwerp van een twee-componenten boordynamometer
waarmee de aanzetkracht en het boormoment kunnen worden ge
-meten die optreden bij het boren metspiraalboren van 0,1 tot 1,0 Mm.
~ij het ontwerp werd uitgegaan van de eisen en de geg.vens zoals deze zijn vermeld in rapport nr. 0101 op bIz. 50. In
dit rapport zijn deze eisen en gegevens als appendix I op
-genomen.
De fabricag.tekeningen zijn. voor wat betreft de omderdelent de samenstelling en de gebruikte schakelingen, ala bijlagen aanwezig.
Tot slot zijn in dit rapport de ijkgrafieken van de
aanzet-krachtmeting en de boormomentmeting opgenomen.
prognose
Net behulp van deze rlyna ometer kunnen gegevens worden ver-kregen omtrent verspaningseigenschappen van kleine
spiraal-boren.
biz. 1 van 61 biz. rapport nr. codering: 010
9
l
1'.4
trefwoord: boordy namo-meter datum: september 196~ aantal biz. 61 +I~b'
'1.1
~
~ .J geschikt voor publicotie in:I
o 5 lQ 15 30 35 40 45 50 ,---~~~~--~--~~~~~4_---~----~--, rapport nr. 0109
•
van 61blz. 1•
Voorwoord.Of schoon het niet .mogelijk is hier de namen te noemen van
perSDnen d1e aij met deze opdrac~t geholpen hebben, w11 1
enkelen een uitzondering maken.
In de eerste plaats dank ik de heren drs.
J.
Koning enH.M. Hendrickx voor hun voortreffelijke ideeen V00r het
neren van de rekstrookjes en de heer C.J. Timmermans voor
bouwen van de daarvoor noodzakelijke optische apparatuur.
Rendrickx ben ik bovendien zeer erkentelijk voor de zor dige
wi jze waarop hij de rekstrookjes heeft geplakt en de elec~ aanslui tingen heert gemaakt.
De heren J.W.M. Teeuwen en G.H. Schinning dank ik voor de er-vaardiging van het mechanische deel van de dynamometer.
De heer M. de Groot dank ik voor de foto's van dit rapport heeft gemaakt.
Mevrouw F.R. Jacobs ben ik zeer erkentelijk voor de zij dit verslag op papier heeft gezet.
Eindhoven, september
1
96
4.
werk p laatstechn I.k technische hogeschool ein hoven
o 5 1Q 15 20 25 30 35 50 rapport nr. 0109 I Bepa11ng van de 1-1 Principe.
biz. van 61 biz.
De dynamometer bestaat in hoofdzarur uit het vervo~mingsli haam,
een tweezijdig ingeklemde prisma~he balk met e n rechth ekige normaaldoorsnede, waarop een voorziening is gemaakt om he te boren werkstuk vast te klemmen. ~e rek op bepaal t ge -kozen plaatsen is maatgevend voor de aanzetkrach en het
oormo-mente
Metaalrekstrookjes doen dienst ale opnemers.
geplaatst dat het instrument alleen gevoelig
zijn
grootheden en ongevoelig voor alle andere krachten en de
ratuur.
werkplaat.t.chn I.k
mete(1
empe-o
5 1Q 15 20 25 30 35 50 rapport nr. 0109I-2 VerTorm1ngslichaam.
De len te van het vervormingslichaam is vrij arbitrair op 80 mm. Een lang ere balk geeft een at onhandelbaar paraat. Een kortere balk geeft gratere problemen .bij juiste plaate plakken van de rekstroken.
De hoogte en de breedte zijn a18 Tolgt bepaald:
Het weerstandsmoment ~egen buiging t.g.v. het boormo
zodanig gekozen, dat voldoende grote rekken i.v.~. de heid worden bereikt.
Het weerstandsmoment tegen buiging t.g.v. de aanzetkrach zodanig berekend dat de maximaal toelaatbare
wordt overschreden.
Deze twee weerstandsmomenten geven de hoogte en
vervormingslichaam.
Voor het verloop van het inwendige moment ~l(X) van het
mingslichaam t • • v. een uitwendig moment M in het midden
o
< x <t
1.i
1 < x < 1. MM(X)=
PX - 110 ~(X)=
1-:0 - P(l-x). MO=
1.=
3/2 M/l. 1/2 werkplaatltechnlek vIn 61 biz.o 5 10 15 20 25 30 35 50 rapport nr. 0109
De Tere1ste incrementele gevoeligheid bij een uitwendig
van maximaal 70 ~fmm bedra gt: du
dg = 1 schaaldeel per 10 gfmm, dUB
...
-3
1 sd • 10 kgfcm.
De maximale gevoeligheid van de Hottinger meetbrug bij to pas-sing van 'in aktieve rekstrook bedraagt:
du
dg = 100 schaaldelen per 100 fJ,rek, due
.. -6
1 ad II: 10 rek.
Deze~aximal. gevoeligheid bij gebruikvan "n aktieve re trook
wordt door het meetsysteem bereikt indien een uit endig _
M = 10-3 kgf'cm een relatieve rek £ = 1 fJ. rek
=
.
plaat ••Van de rekstrook bewerkstelligt.
De te bereiken gevoeligheid bij t oepassing van vier
stroken is v~er maal zo groot, zodat in dat geval
uit-slag van de meetbrug ; 100 ed overeenkomt metee~ relatie e r.k
van ' in reketrook van
25
fJ,rek, due dan geldt:1 ad
~
t.
10-6
rek.Nu moet een u1twendig moment van 10-3 kgfcm
e
e~
rek vani
fJ,rekter plaatse van een rekstrook bewerkstel1igen. De inwendi e
mo-menten ter plaatee van de rekstroken zijn resp.
MM(
1
/3
1) liti
M
en ~~(2/3 1)
=
-
t
1. Het: H M(1/3 1)"
= W en f: Y ','I 1-'1(1/31)=
Ea z = ~.ede om een grote rek te verkrij~en bij een relatief kl.ine
span-ning werd ale materiaal voor het vervormings-l'chaam en luminium
legering gekozen met een elaeticiteitamodulus
E
=
0,7. 106
kgf/cm2 •o
5 10 15 20 25 30 35 50 rapport nr. 0109Dit leidt tot onderstaande waarde voor het weerstandsmo buiging:
De hoogte - dikte verhouding van het vervormingsliehaa
klein mogelijk gehouden worden i.v.m. torsie t.g.v. s
ming of het niet op de juiste plaats aangrijpen Tan kraeht. Om dit te bereiken wordt het
aanzetrichting zo slap mogelijk uitgevoerd, m.a.w. we la
die richt1ng de maximaal toelaatbare buigspanning
=
°0 22 '
2400
kgf/cm toe.Maximale aanzetkracht in het midden: P
- 15
kgf.a max Hp
=
1/8
p • 1=
1/
8
.
1
5.
8
::
1
5
kgfem max a max M M15
10-3
4
iii P max6,2
5
.
a=
=
=
2400
=
em _ W Y a 0,2 Aldus: W=
6,25. 10-3
em3
(I '1De afmetingen van het vervor ingsliehaam volgen nu uit
en
1-2
-3
.
VI=
1
/6
bh2
x=
6,25. 10-3
em3
W ;:1
/6
b2
h z=
1,43_ 10-3
cm3
b=
1,2
5
. 10-
'
em h=
5,4
8
. 10-
1
em h.
b
=
4
,37
afm. tingen: lengte
8
0
nunhoogte
5,
4
8
mm breedte1,25
mm)
-2
)
In appendix II is berekend dat indien voor het vervorm.~.ga
tegen
zo
lichaam i.p.v. een prismatische staaf met
oor-snede een prismatische koker met dezelfde lengte en deze de
o 5 10 15 20 25 30 35 50 rapport nr. 0109 _
weerstandsmomenten tegen doorbuiging wordt genomen, de t
stijfheid nagenoeg gelijk blijft.
Om
dezefabricage-problemen wordt de rechthoekige doorsnede a~ .. ~~,~
Nadere omschrijvine van de voor het vervor ingslichaam
aluminium legering: ·edal 51 S - T (veredeld) p
=
2700 kg/m3~
=
7000 kgf/mm2 00,2=
24 kgf/mm2 0B=
32 kgf/mm2 rek =8
%0,6
%
Mg 1,0 10 >,s
.•
1 werkplaat.technlek 1 blL•
o
5 1Q 15 20 25 30 35 45 50rapport nr. 0109 bIz.
8
van 61 bIz.1-3
Beveatigingaelement voor het wery~tuk.Van het te boren materiaal worden cilindervor~ige
maakt met een diameter van
8
mm en een hoogte vanen g e-3 mm
,0
fig.
I-3-
1
.
hoogte wordt hierin een rechth gleuf gefreesd zoals afgebeeld in figuur
1
-3-1.
Dit werkstuk wordt in een houder (tek. nr. 112S-2) geplaa at en T&stgezet met behulp van een spie (tek. nr.
11
2
8
-3)
.
Spie en ~ouder zijn gemaaktvan de reeds genoemde alumini m
leg.-ring om de eigenfrequentiea van het systeem zo jk te
hauden. In gemonteerde toestand is de aituatie zoals in
1-3-2. In figuur 1-3-3 zijn de krachten getekebd die de
de. omgeving uitoefent, indien de apie wordt vastgezet.
P
L~
Ps
H/z
"Iz
1-
3
-3
fig. 1-3-2. werkplaatstechnlek guur H Na'R&
o
5 1Q 15 20 25 35 50 rapport nr. 0109 biz.V~~r het vastzetten van de apie is nodig een kraeht P
s
gelijk aan:P
=
H {tan~+ tan (a+~)}V
V~~r het loetrekken van de eilinder is nodig een
lijk aan: Met
P
L
=
H
{1
+~}
cos ... tan a = 0,10 - a=
5,70 tan ; ~=
0,15 -~ = 8,50 ~=
500 - coe J3=
0,6428, Pv
•
0,40 H. PL :;;: 0,38 H. , Ps
zodatp
~ 1. L geeft dit:Uit e~erimenten bleek dat de verticalekracht omhoog
de boor tijdens het boren of het omhoog halen van de b werkstuk wordt uitgeoefend tot ~axinaal 90 gf opliep.
yolgt dat de apie met een kracht VB.n tenL"linste 90 gf m vaetgezet. Dit is geen bez·aar, daar een dergeli~ke spie
hand tot een kracht van ongeveer 500 gf kan worden vast
werkplaatltec:hnlek
• ge ..
door op het
o
5 1Q 15 20 25 35 50rapport nr. 0109 biz. 1 van 61 biz.
II
Plaataing van de rekstrookjes.In figuur
II-2
is de plaatsing van de rekstrookjea op hetervor-mingalichaam aangegeven.
De plaats en de echakeling (zie "figuur 11-3) zijn zodanig t het boormoment en de aanzetkracht elkaar voor wat de meting be
niet beInvloeden, terwijl de meting ongevoelig is voor all andere te verwachten uitwendige krachten zoals een normaalkracht
een dwarekracht D en een torsiemoment T. Bovendien hebben empera-tuur -variaties geen invloed op de meting. In tabel
II-4 1
eenen ander overzichtelijk weergegeven. Een + teken duidt op en po-aitieve bijdrage, een - t eken duidt op een even grote nega ieve bijdrage van de relatieve rek resp. de meteruitslag U ten evolge daarvan.
In verband met de kleine plaatsruimte op het vervormin!ali haam
werden de kleinete normaal in de handel zijnde ~ekstrookje eno-men. Deze zijn van de firma Budd, importeur Peekel.
Rekstrookjee C 12, 1 x 1 - M 50
Dit zijn temperatuur gecompenseerde metaalfolie rekstrookj e voor a111llinium met een weeratand Van 120 Q en een K-faktor v n onge
-veer 2. De afmetin~en van deze rekstrookjes zijn zoals .fg beeld in figuur I1-1.
2,5
1..3
fie:. 11-1.
rapport nr. 0109 biz. 1 VIn 61b1L o 5 Y..--/ Ys~ 1Q P1 N1
•
0 c co..
N1 P 2 11 1, 2 15 20 1-1 M3 P3L4$
-
:
1:
P1,2 M2 M4 25 30 50fig. 11-3. Principeschema van de schakeling voor M en P rekstrookjes.
I I I I ~
•
..
rr ." D a•
..
-•
n :r-::I i" rr Invloed bron Homent N £ J.1 Aanzetkracht P a t p a Yp a=
:':'" Normale kracht N EN ----:-= I~ =- Dwarskracht D ED-
:-:: ::-. Torsie T £T•
n=-
_.
~ 'YT ;-n I~=-
0--: Normale kracht N1•
, = EN=
=-
'1=
0 = Q Temperatuur 9£
e
•
•
. :-;.. I -n=-I-
Ten gevolge van de geringe•
-
af.z-4n<i~ 'ke .. hi_i-d,.. .. .,. .. rI. :!la =:
=
i
::r!
f ::I rel. 1 2 +--
f -+ + + + +--
f -+ + + + ~ + + Cot o I I f. oment strook rek e spannin U pver de brug 3 4 1 2 3 4-
+ + + + + f - -l --
f - --
-+ + +- -
+- -
+-
+ -+-
+ +-f - -I -
-
--
-+ + +-
-
+ + + +- -
+ + + +- -
+ I ... I U to-taal +4 0 I' 0 0 0 0 0 : 0 '-"'0 I I I Aanzetkracht strookrel. rek t spanning U
de brug U over t o-1 2 3 4 1 2 3 4 taal + + + + +
-
-
+ 0 +- -
+ + + + + +4 + + + + +-
-
+ 0.
+ +-
-
+-
+-
0 + +-
-
+-
+-
0-
+-
+-
-
+ + 0 + + + + +- -
+ 0 + + + + +-
-
+ 0 + + + + +-
-
+o
;-dwarsgevoeli ,heid van de gebruikte rekstrookjes zl.Jn..
de¥~Al .. kl .. ; riA,.. ... nan .n ... -r.zan xlljke h; in,..,~e.n . ...llan. de .~ .•
~ o I
..
a ."1
!!
8 0 I» ~ ef 0•
•
...
-D H H I ~ • ~ 1::-::--= ~ .--- "~ I~ = . -,..,..---,- ~ 1- ' .~ - .-,~ ~ ~ .f"T' =1 :.:: 2: !'I I'.lI:..
::I C'\ ~ 2: !'Ir
l-
r
-a-pp
-
o
-
"
-
n
-
r-.-0-1
-
0-9
--
--
----
---
----
---
---~~
----
--
---b-I
Z-.-1-3-Y-a-n-6-1-b--1z.1o~
I
,~
,,~
I
"I
,.l
25I
30~
IT
45 50Door drs.
J.
Koning en zijn medewerkers in de groep lengt emeet-techniek werd een methode ontwikkeld en meetapparatuur ontworpenom de rekstrookjes te positioneren en te plakken,met eeD
symaetrie-onnauwkeurigheid kleiner dan 0,1 mm.
Binnen afzienbare tijd zal de heer J.M. Hendrickx hiervan een
rapport doen verschijnen.
Op onderstaande foto waarop ongeveer de helft van het vervorming
s-lichaam is afgebeeld, zijn de geplakte en op terminals aangesloten
rekstrookjes zichtbaar.
Foto nr. 1
Rekstrookjes op vervormingslichaam.
o 5 10 15 20 25 30 35 50 rapport nr. 0109 blL 14 van 61 blL
III Incrementele gevoeligheid, meetbereik en maximaal optredende
span-ningen.
111-1 danzetkracht.
Spanningsverloop in de balk t.g.v. de aanzetkracht indian reke-ning gehouden worat met een 8ta11'gedee1te in het midden met een
lengte van 1/ 10 1. 1 0"
X"
9/20 1. Mp(X) = - EI/2 +0 -t
Pax. Elyl:o
x - ;; 1 P a x2 C + 1· x + 0 y'=
0 'x=
9/20 1. y'=
0 HO = 9/30 Pal. 9/80 P 1 -t
p x a a C 1 :;: 0o :;:
9/20 MO 1 -~
P 12 1000 ao
5 1Q 15 20 25 30 50 rapport nr. 0109 9/20 1<
x<
11/20 1-1/10 x-9/20 19/
80P a{19ra)
~
p(
X
)
p a -11/8op 1 a blL 15 van61 blL + 9/80 P 1 -t
p x a a Mp(9/20 1) 1p(10/20 1) = 9/80 P 1 a = - 11/80 P 1 aDe rekstrookjes zijn geplaatst op x
=
0,9 em en x = 7,1 em enverder zoals aan~egeven ~n Ii ur I1-1 en op tekening 1128-0-2
gemerkt met P1 tim P
4-De gemidde1de spanning ~er plaatse van de rekstrookjes bedraagt:
_
_ -1L1
=M
p9/BO 1)
"r -
2,75werkplaatltechn lek
Ii
Y
0 5 -1Q ~ 15 -20 '-25 ' -30 -35 I--
50-•
rapport nr. 0109 blL 16 van 61 blL Het Hp(9
/8
0
1) :::(9
/
8
0 -
t.
9
/
8
0)
8
Pa :: 9/20 Pa kgfcmI
~
::: 6,25. 10-3
cm3
, .geeft dit: en - , 81
2 a ::: 2o, P kgf cm • r aDe gem1ddelde rek van een rekstrookje bedraagt dan:
--
or _
28,8 -6 4 -6&1 ::: E - 0,7· 10 • Fa rek::: 1,2. 10 Pa rek.
H1nimale gemiddelde rek per strookje voor P ::: 10 gf.
a
-
4 -
6
£1 min
=
0, 12. 10 rek.'aximale gem1ddelde rek per strookje voor p ::: 15 kgf
a
-
::: 616. -6 (1II-1-1 )&1 max 10 rek.
I"
:::
Dit ligt ver beneden de toelaatbare waarde £1 ::: 40.000. 10-0 rek.
Voor
4
reketrookjes geechakeld zoals in fig. 11-3 geldt:(I11-1-2)
Hier wordt due ruimschoots voldaan aan de eis voor wat betreft
de gevoeli heid.
&-
4
max --24
6
4.
10-6
re • k Met de brug kan gemeten worden-6
tot 50.000. 10 rek.
De maximale buigspanning in de balk t.g.v. P a treedt op ter
plaatee van de inklemmingen en bedraagt
werlcplaatltechnlelc
a
max ::: (I11-1-3)
II
o 5 10 15 20 25 30 35 rapport 111'. 0109 blL 1?van 61b1L 111-2 Boormoment.
Spannirtgsver100p in de balk t.g.v. het boormo.en~ indien
reke-ning gehouden wordt met een stargedee1te in het midden .at
een 1engt~ .an 1/10 1. 1 1/2 P
Mo
({
t
}
.
xr
)M(
X
)
M
o(
U
P 0< X < 9/20 1 ~v,(X) = - E1yN= PX - MO - Ely' =t
px2 - MO x + C1 x = 0 x=
9/20 1. y' 11: 0 C=
0 , 1 -1 r 81 2 } Y (9/20 1) =Er'
tAo
o
P1 - 9/20r:
o
1 1 3 2 - Ely=
b
PX -t
Ho x + C2 x = 0 y = 0 C2=
0 x = 9/20 1. Y (9/20 1) =:
~
{4~~80
P13 -8~
1\:0 12J
(111-2-1) 9/20 1 < x < 11/20 1 Y=
(X -t
1) y' . 1 81 2 9 2 x = 9/20 1. Y (9/20 1) = El { 16000 P1 -1iOO'
1'0 1 } (I11-2-2)o
5 10 15 20 25 30 35 50 rapport nr. 0109Sub5titutie van (11I-2-2) in (II1-2-1) geeft:
~
3
81 2 81 2 ~ 21iiooo
PI + 800 HO 1=
16000 ... 1 -400
MO 1Uit het evenwicht van de gehe1e balk voIgt:
2 KO -
P
I
= -
MUit (II1-2-3) en (111-2-4) voIgt:
MO
=
9/37 JI1,
P=
55/37 /1o
<
.
x<
9/20 1 }I~ (x) = Px - j 0 = 1/37 (55I
~
9) x = 0~
(O)
= -...2.
N 37 x=
9/20 1 M(9/20 1) 9~0 1<
x<
11/20 1 M(X)=
Px - Mo
x= t
1.=
+~
M. blz.18 van61 biz. (I11-2-3) 0 II-2-4) ( 1II-2-5)0 5 1Q 15 20 25 30 35 50 rapport nr. 0109 btL 19 VIR 61 btL x
55 37M/l
9/37{
!
r
)/37M
55/37M/1
tH
+9/37M
-9
/37M
De rekstrookjes z1Jn geplaatst op x
=
2,7
em en x =5,3
em zoals aa~gegeven op tekening 1128-0-2 gemerkt 1 timM4.
Degemidde1de spanning ter p1aatse van de rekstrookjes bedraagt:
a r = ~(27/80
1)
IZ Het ~~(27/801)
=
1/37 }1(55. 27/80 - 9)
=0,258
1-:
.
-a rDe gemidde1de rek van een rekstrookje bedraagt dan:
-- or 181 -6 . 10-6
£1
=
E
=
0,7 • 10
fo. rek=
259
.
1-1 rek.Minimale gemiddelde rek per strookje voor f.l
=
10-3 kgfem-
-6
£1 min =
0,259. 10
rek.t-laximaal gemiddelde rek per strookje voor H = 1 kgfcm
tC
&1 max = 25q. - 10-0 rek.
rl---~---'
., rapport nr. 0109 biz. 20 van 61 biz. ,
I
I
'
I
Dit ligt ver beneden de toelaatbare waarde : 1=
~o
.ooo.
10-6
r.
~
I
I 5r-I I lQ+
I
20 LI
30 35 40 45 50Vdor'4 rekstrookjes geschakeld als in fig. 11-3 geldt:
I
-
£4 min = 1,0. 104
-6
rek (111-2-6),
Hier 'wordt nog voldaan aan de eis voor wat betreft de g evoe-ligheid.
£
4
max,.
-6
=
1030. 10 rek. Het de brug kan gemeten worden-6
tot 50.000. 10 rek.
De maximale buigspanning in de balk t.g.v. M treedt op ter
plaatse van de overgang naar het starygedeelte en bedraagt:
o max 1>1(9/20
U
= _ _ _ _ --=m:;:a:;:x 'flZ6~.
103
2=
1
4
• 1,43
=
298 kgf/cm (I11-2-7) IUit (III-1-3) en (I1I-2-7) volgt, dat bij gelijktijdig optreden ',
van het maximale boormoment
=
1 kgfcm en de maximaleaanzet-I kracht
=
15 kg!, de grootste buigspanning in de balk een waardeI
aanneemt, gelijk aan 2458 kgf/cm2• Dit is iets te veel, daar
I
voor dit materiaal een toelaatbare rekgrens geldt van 00 2
=
2400 kgf/cm2• Het zal dan ook raadzaarn zijn de maximale
~an-zetkracht iets kleiner te houden, bijvoorbeeld 12 kgf.Dit geeft dan een maximale buigspanning van 2026 kg!/cm2,
hetgeen aan de veilige kant is.
I
r
-
r-
a
-p-po
-r-t
-n·r-
.
-
0--10
-
.9---
---~
~--
---b,-z.-
2
-1--
v-an--
6
-1-b--,z.
l
I
I I
o
~
IV "'ederzijdse be:tnvloeding Van de aanzetkracht en de boormoJlent- ,iIII I
I
I I5t-+
I
15 20 25~
30 35 40,,
I~
50 meting.I
Indien de rekstrookjes exact op de in tekening 1128-0-2
aange-geven plaatsen worden geplakt, bestaat er geen wederzijdse
be1n-vloeding voor boormoment- en aanzetkrachtmeting. De invloe.d van
de aanzetkracht op de momentmeting is nul omdat de H-strookjes
op de neutrale zone zijn geplakt en de invloed van het
boormo-~ent op de aanzetkrachtstrookjes t.g.v. de gekozen plaatsing
en schakeling.' Zie hiervoor hoofdstuk II tabel 11-4. Daar echter
de werkelijke maten afwijken Van de op tekening 1128-0-2 gegeven
I
maten, zullen moment- en aanzetkrachtmeting elkaar wederzijds be-;
invloeden.
I 25 ~ I 30 35 <40 <45 50 rapport nr. 0109 blz.22 van61
IV-1 Invloed van het boormoment op de aanzetkrachtmeting.
~£ p (X) \
Een maat voor deze invloed is £ ' waarbij AEMP(X) de
pp
verandering is van de relatieve rek ter plaatse van een P
I rekstrookje als gevolg van het boormoment, indien dit rekstrookl
je Ax in x-richting versehoven zit t.o.v. de aangegeven nomi-nale maat en
Epp is de relatieve rek van datzelfde strookje t.g.v. een ge-lijktijdig optredende aanzetkraeht P a •
Met = ~(X) W E z = 0,11 0,275 • waarin , en IV • E Y ( ) X = 371 ,M (55
I -
x ) 9 M=
4,5
p aMet' : .
~0,04
kgfcm/kgf geeft dita 0, 18 ~X geeft dit waarin
•
I Met A X = 0,01 em geeft dit een relatieve bernvloeding van 0,18 %per 0,1 mm, -dus te verwaarlozen klein.
• Zie rapport nr. 0101. Een voorstudie voor het ontwerpen van
I
______ ~eueun~d~ynamometer.werkplaatstechnlek technische hogeschool eindhoven 1
rapport nr.
'I
I
Isf-I
10 15 IJ
25.
' 30 I 35 40 45 50 0109-
1
biz. 23 van 61 biz. '
Een controlemeting van de positie van de rekstrookjes op het
vervormingslichaam werd verricht m.b.v. het Universele w
erk-plaatsmicroscoop. In onderstaande tabel is voor de P
-rekstrook-•
jes de afwijking van de symmetrie-positie in X-richtin0 aang
e-geven, benevens de bijdrage ten gevolge daarvan tot de gemeten
rek en de invloed op de meteruitslag van de aanzetkrachtmetin~.
Een + teken wil zeggen dat de afstand van het midden van het
rekstrookje tot de sycrmetrie-lijn in de balk te groot is.
rekstrookje 6,' bijdrage tot bijdrage tot
nr. in Ilm de rek spanning U over de brug P1 +
8
-
8
-
8
P 2 +5
- 5
+5
P 3- 4
+4
- 4P
4
- 9
+9
+9
Totaal - 2 IlmDe te verwachten relatieve beinvloeding t.g.v. de niet
-symmetrische plaatsing bedraagt :
4
-2;:::; 0, • 10
%
.
t - - - -- - - . - - - -- - - -- -.- - -- -
o 15 20 25 c-30 -35 t---40
r-+
50 r-rapport nr. 0109.
blz.24 van 61b1z• IIV-2 Inv10ed ,van de aanzetkracht op de momentmeting. ~£PH( Z)
Ben maat voor deze inv10ed ie
--~~-• &MJ.1
waarbij:
~ePM(Z) de ,verandering is Van de re1atieve rek ter p1aatae van een M rekstrookje ale gevo1g vande aanzetkracht, indien dit rekstrookje ~Z in de Z-richting verschoven zit t.o.v. de aangegeven nomina1e maat, en
&MM ia de re1atieve rek van datze1fde rekstrookje t.g.v. een
ge1ijktijdig optredend moment M.
Met Z = -,--~~ 0,275 0r1 l-~(27/80 1) . &r-fl1
=
E=
W . E ,geeft di t : z ~£ PM ( Z) 1 VI z I· P ( 27/80 1) £MM=
0,275 • Wy • hM(27/8
01)
- 0,45 p a MM(27/80 1)=
0,254 M. , zodat p= -
1, 47 .; ~Z • PMet : ~,25 kgf/kgfem geeft dit:
=
37 ~Z., en
~Z, waarin
Met ~Z
=
0,01 em geeft dit een re1atieve be1nv1oeding Tan 37%
per 0,1 mm, due zeker niet te verwaar1ozen.r---~---l rapport nr •. 0109 a 10
I
"I.
I 20L
2S 30 3S "'a 50biz. 25 van 61 biz.
I
Een contro1e~eting van de positie van de rekstrookjes ,op het
vervormings1ichaam werd verricht m.b.v. het Universe1e
werk-I
I
p1aatsmicroscoop. In onderstaande tabe1 is voor de M-rekstrook-I
jes de afwijking van de symmetrjsche positie in Z-richting aan- i
gegeven, benevens de bijdrage ten gevo1ge daarvan tot de
geme-ten rek en de inv10ed op de meteruits1ag van de momentmeting.
Een + teken wi1 zeggen dat het rekstrookje te hoog gep1aatst
is.
nr. rekstrookje llZ bijdrage tot bijdrage tot
in ~m de rek spanning U over de brug M1 + 81 - 81 - 81 2 - 54 + 54 - 54 N3 + 30 - 30 + 30 r14
-
71 + 71 + 71 Totaal - 34 ~mDe_te verwachten re1atieve be1nv1oeding t.g.v. de niet sym
-metrische p1aatsing bedraagt :
~ 13
%.
r l ---~~---,
rapport nr. 0109 biz. 26van 61 biz.
I
I
I
o~
5~
II
10I
II
i
I 15r--I
I
20L
I
I
I 25 f-! 40 45 50IV-3 Correctie van de wederzijdse bernvloeding.
Alleen de invloed Van de aanzetkracht op de momentmeting be-hoeft gecorrigeerd te worden.
Bij belasting ~an de dynamometer met alleen een aanzetkracht
P zijn de uitgangssignalen van de moment- en aanzetkrach
t-a
meetbrug evenredig met respectievelijk 6EpM en Epp volgens onderstaand schema. 6p a M brug P ;.
.,
p a brug..
~ = 374. 10-6 p 6Z rek a4
-6
=
1,2.
10 P a rekV~~r de verhouding van de uitgangssignalen geldt dan:
=
9,1 6Z.Het 6 Z
=
0,01 em (te verwaehten) geldt dan:=.0,091
Het uitgangssignaal van de M brug is dus + 9,1
%
van hetuit-gangssignaal van de P . brug te groot, indien 6Z
=
0,1 mm. ~eta
6Z totaal
=
34 ~m geeft dit dus een fout in het uitgangssig-naal van de M bruggelijk ongeveer 3
%
van het uitgangssi naal van de P a brug. Door nu het uitgangssignaal van de P brug a met ditzelfde percentage tegen te koppelen, wordt de invloed vande aanzetkraeht op de momentmeting tot nul gereduceerd. Veze tegenkoppeling kan geschieden volgens het in figuur IV-3-1
getekende schema.
t--- - - - -- - -- - - -- -- - - ----1
werkplaatstechniek technische hogeschool eindhoven
I
! II
I
II
I 0'
r
I
Ii
S
~
II
,,
~
II
I lS~
2S 30 3S 40 4SI
t
I
rapport nr. 0109 llP a P a fig. IV-3-1. moment meetbru P a aanzetkrach meetbru blz.27 van 61 biz. , R=
vaste weer-stand R=
variabele 'Y weerstand m=
aanw ijainstru-ment 'Yoor de momentmeting fig. IV-3-1.De variabele weerstand wordt eenmaligt nl. bij het ijken
in-. ~esteld op een zodanige waarde dat m geen uitslag vertoont
bij elke waarde van P •
a
,
rapport nr. 0109 biz. 28 van 61 biz.
I
+
I I SI
i
l°
i
I+
,1
I 2S~
!
t
I
3S 40 4Sso
V Laagste eigenfrequenties.V-1 Laagste eigenf're'quentie Van de buigingstrilling in de richting Van de aanzetkracht.
In appendix I I I werd voor deze frequentie onderstaande formule afgeleid:
2
w
o waarin
w o
=
hoekfrequehtie van de buigingstrilling in radialen per1 E I ' Y p .A seconde.
=
lengte van het elastische deel van de trillende balk-2
=
7.2. 10 m.=
elasticiteitsmodulu5 van het aluminium (Nedal 51S-T)11 2
=
0,7. 10 N/m.=
oppervlakte traagheidsmoment van de balk t.o.v. de y asi -12 4
= "2" hWy = 17,2. 10 m .
='sCXlrtelijke massa van het aluminium (Nedal 51S-T)
=
2,7. 103
kg/m3•
= oppervlakte doorsnede Van de balk
6
8
-
6
2=
t75.
10 m.m o
=
massa van het relatief' starre middenstuk, waarinm
=
Massa van de houder en de spie=
2,27. 10-3 kg0
1
= MaSsa Van het te boren materiaal = 2,22. kg kg
Substitutie van deze waarden in bovenstaande formule geeft:
werkplaatstec:hnlek
-1
sec
technische hogeschool eindhoven
o~ I
.l
lQ 35 40 4S 50rapport nr. 0109 biz. 29van 61 biz. I
.
I
V-2 Eerste eigenfrequentie van de buigingstrilling in het vlak waarin het boormoment werkt •
In appendix IV werd voor deze frequentie onderstaande formule afgeleid:
2 6720 E Iz (0)1 = P A14 + 420 I 1
p
waarin
(0)1 = hoekfrequentie van de buigingstrilling in radialen per
1 = lengte Van het elastische deel van de trillende balk
-2
==7,2.10 , m
sec. 1
I
= elasticiteitsmodulus van het aluminium (Nedal 51S-T)
=
0,7. 1011 N/m2I = oppervlakte traagheidsmoment van de balk t.o.v. de Z-as,
z
~ ~
4
-124
= y bWZ = 0,~9 • 10 m
p
=
soortelijke massa van het aluminium (Nedal 51S-T)=
2,7. 103 kg/m3A
=
oppervlakte doorsnede van de balkr
8
-
6
2= 0 , 75. 10 m
I
=
polair massatraagheidsmoment van het relatief starre mid-p
dendeel t.o.v. de Z-as, waarin:
I =massatraagheidsmoment van houder + spie P1
I = massatraagheidsmoment van het te boren werkstuk
P2
Deze waarden z1jn berekend in appendix V.
I~
=
53465. 10-12 kgm21
I = 18800. 10-12 kgm2
P2
Substitutie van deze waarden in bovenstaande formule geeft:
4 - 1
(0)1 = 1,245. 10 sec
f1 = 1985 Hz.
werkplaatstec:hnlek technische hogeschool eindhoven I
~
__ ra_p_p_or_t_n_r. __ 0_1_0_9 ________________________________________~
___________ b_IZ_._3_0_v_an __6_1_bl~
~
I
1
o
L
I
5
~
J
I
I
lS 20 -30 35 40 45VI IJking van de dynamometer.
VI-1 Principe. \
De dynamometer is alleen statisch geijkt.
Het aanzetkracht-meetgedeelte is geijkt m.b.v. geijkte ewich- I
ten. Deze gewichten zijn opgehangen aan een juk zoals afgebeeld op tekening nr. 1128-0-5 (zie bijlage). De kogelople ging zorgt:
ervoor dat de ijkkracht op de juiste plaats aangrijpt en in de
goede richting werkt.
Foto VI-1 geeft een beeld van de ijkopstelling. In appendix.VII is de ijktabel opgenomen.
Het moment-meetgedeelte is op analoge vijze geijkt als bes chre-ven in rapport nr. 0101 op blz. 14 tim
1
6
.
In plaats van de aldaar gebruikte hulpstukken Z1Jn nu twee kop-pelhefbomen gemaakt zoals afgebeeld op tekenin~ nr. 1128-21 (zie bijlage).
Foto VI-2 geeft een beeld van de ijkopstelling. In appendix VII is de ijktabel opgenomen.
VI-2 Wederzijdse berrivlo~ding.
De invloed Van het moment op de aanzetkracht is bepaald door het moment van nul ~ot 10.000 gfmm toe te laten nemen en de uitslag van de aanzetkrachtmeter af te l ezen. Het resultaat is in appendix VII weergegeven. De invloed van de aanzetkracht op, het moment-meetgedeelte zonder en met correctie, is gemeten door de aanzetkracht te laten toenemen tot 12 kgf en de uit-alag
.
Van de.
momentmeter af te lezen. De reaultaten zijn opge-.nomen in appendix VII.
rapport nr. 0109 o i
,
I
5IQ
~
II
15 20 25 30 35 40 45 50 biz.31
van61
blz.l • ~---~-a Foto VI - 1IJking van het a
anzet-kracht .meetgedeelte
van de dynamometer.
Foto VI-2. IJki ng van het moment-meetgedeel te Van de
dynamometer.
I
r---~---~
o 5 10 15 20 25
~
30 35 .. 0 .. 5 50 rapport nr. 0109 blz.32 van 61bl z.1
IVI-3 Nauwkeurigheidsbeschouwing.
werkplaatstechnlek
Indien met de dynamometer wordt gemeten, zal de total.
me.t-onnauwkeurigheid afhaneen van de onnauwkeurighe1d in de 1jk-grafieken en van de onnauwkeurigheid van de bij de dynamo-meter te gebruiken electronische versterkingsapparatuur en afleesinstrument.
De onnauwkeurigheid in de ijkgrafiek hangt af van de gebruik-te ijkapparatuur.
In onderstaand overzicht is de bij het ijken gebruikte appa-ratuur met de daarbij behorende onnauwkeurigheden geg.ven.
Hottinger meetbrug KWS/ 6T-5.
Aanwijsinstrument voorzien van 50 schaaldelen. Afleesonnauwkeurigheid
!
t
schaaldeel.,Afleesfout
!
t%
bij volle u1tslag. +Onnauwk~urigheid van de meetbrug - 1t
%
.
Deze laatste waarde is door de fabrikant opgegeven.
Corex krachtmeters. 50 schaaldelen.
Afleesonnauwkeurigheid
!
t schaaldeel. Afleestout!
1%
bij volle uitslag.Deze meters
(6
stuks, met verschillende meetbereiken) zijn geijkt. De systematische afwijkingen zijn te verwaarlozen.Koppelhefboom • Armlengte 100 mID.
Instelonnauwkeurigheid
!
2 x t Mm. Instelfout!
1%
•
Koppelhe fb oom. Armlengte 30 rom. Instelonnauwkeurigheid + 2 x t mm Instelfout!
3t%.
+ = - 1 mm ..15
i5
I
r
:
-r-a-pp-
o-rt-n-r.--
0
-
1
-0
-9---~~---
---b-IZ-.-3-3
-
v-an-6-1
--
b,-z.
1
De gebruikte gewichten zijn geijkt.
Bij d~ ijking werden de meetinstrumenten in de bovenste helft
van hun meetgebied gebruikt, zodat voor de onnauwkeuri gheid
in de ijkgrafieken onderstaande waarden werden gevonden.
Momentmeting:
Aanzetkrachtmeting:
t
Bij het meten van de optredende boorkrachten, waarbij de ge
-noemde ijkgrafieken gebruikt worden, zal de totale meetonnauw-!
I
keurigheid zijn opgebouwd uit de onnauwkeurigheid zoals hier- II
boven aangegeven en de onnauwkeurigheid van de gebruikte meet-I
brug met aanwijsapparatuur. Indien daarvoor, evenals voor het I
ijken, de Hottinger meetbrug KiVS/6T-5 w0rdt gebruikt , dan kan
in een groot meetgebied ervoor gezorgd worden dat de aanwij- I
zing groter is dan 50
%
van de volle uitslag. Dit leidt voorI
momenten groter dan 200 gfmm tot een onnauwkeurigheid van 5
10
II
en voor aanzetkrachten groter dan 150 gf tot een onnauwkeurig-'
heid van 3 ~. -'Iorden de krachten en momenten kleiner dan 150
gf resp. 200 gfmm, dan neemt de meetonnauwkeurigheid toe.
Het verband tussen de te meten grootheden en de meeto
nnauw-keurigheid f
Tenslotte is terwijl foto
is als in onderstaande grafieken is weergegeven.
de dynamometer afgebeeld op foto VI-3 en VI-4,
I
VI-5 een beeld geeft van de gehele
meetopst
ellin~
van dynamometer en Hottinger meetbrug.
I
I
I
rapport nr. 0109
blz.
3
4
van61b,z.
l
o 5 12000 gf :> p a :> 150 gf f<
3%
25 100 gf 4-
.
4> ~ 10 'r-) 50 gf8
%
.r-! 20 ~ Q) 10 gf 25 (:~ w 0 s 15 .) -~ 15 cd s:: ro .r-! S .r-! +) :-: ::I CIS 0 ::E: IH 20 0 0 1 . 2 3 5G
x 1000t
I Aanzetkracht. I 25~
Grafiek VI-1I
i IJ
10000 gfmm :> :> 200 gfmm f<
5%
100 gfmm6
%
4> .!I: 50 gfmm 9%
'r-) .r-! 40 ;;'; ~ 10 gfmm 0 bO 0 35 e . , ~ , ~ ro s:: as 'Me
-,; +) :-: ::I ro 0 ~<H 40 0 0 1 2 3 4 6 x 1000 Morcent. gfmm I 45I
Grafiek VI-2 505 10
r
I 15~
..l
25 30 35 ~o ~5 50 rapport nr. 0109blz.
35
van
6
1
blz.l
•
Foto'IV - 3 dynamometer Foto IV -4
dynamometero 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 .---~---~~---1 rapport nr. 0109
•
werkplaatst.chh I.kbiz.
36
van61
biz.I
Foto IV - 5 l-leetopstel ling dynamometer en
Hottinger meetbrug.
o 5 10 15 20 .---~---~---, rapport nr. 0109 Appendix I ••
Gegevens voor het ontwerp van de dynamometer.
~oor het meten
van
de aanzetkracht geIdt:Toepassingsbereik: 0-15000 gf.
blz.37 van
61
blz. lIncrementele gevoeligheid bij 100 gf:
~:
=
1 schaaldeel per 10 gf.Eigenfrequentie:' 1350 < f < 1980 Hz.
o
Voor het meten van het moment geldt:
Toepassingebereik: 0-10000 gfmm.
Incrementele gevoeligheid bij 70 gfmm:
~
=Eigenfrequentie: 1350 < f1 < 1980 Hz.
1 schaaldeel per
In dit frequentiegebied moet de eigenfrequentie zo hoog mogelijk
zijn.
25~
'
. Een tweezijdig ingekIemde prismatische staat van een aluminiumlegering kan gebruikt worden als elastisch verTormingslichaam.
30
35
40
45
50
De ataetingen en het gunstigste profiel worden bij het ontwerp
be-paald.
Als opnemers kunnen metalen rekatrookjes of inductieve opnemers
gebruikt worden. Bij het ontwerp zal nader worden bezien welke
van deze twee de voorkeur verdient.
o
I
5 lQ"I
,1
I
I
25~
I
+
35 40 45 50rapport nr. 0109 blz.38 van 61 biz.
. Appendix II_
Vergelijking Yan de torsiestijfheid van een kokervormige balk met
de· toraieatijfheid Yan de onder 1-2 berekende balk met .en
recht-hoekige dooranede indian de lengta en de weeratands.momenten tegen
buiging in beide hoofdrichtingen gelijk zijm_
Afmetingen van de koker • •
Stel de wanddikte
=
0,1 maal de uitwendige maat (zie figuur A-II)~ z ~~
~
'
.... I~ 0' y- -~-
-- y
figuur A-IIDooranede kokerYormige balk.
,
~~
V~~r de hoofdtraagheidamomenten geldt:
1.10.3
3
2Iy
=2
L~ bh +0,45 •
,
-3
3
=
50,69 _
10b
h_
I
=50,69_ 10-3 b3h.
z3
1 0 0,83
bh3l
0,1.
bh +12-
,1.V~~r de weerstandsmomenten tegen buiging geldt:
21 10-3 bh2
w
= ~=
101,4. y h 21 10-3
b2hw
z ==b
z = 101,4..---,
rapport nr.
0109
biz.39
van6
1
biz.I
o ~ 10 15 20 25 30 35 40 45 50
Stellen we deze waarden gelijk aan de weerstandsmomenten uit
I-2-2 en I-2-3, dan leidt dit tot:
101,4. 10-3
bh2
=6,25. 10-3
em3
101,4. 10-3
b2
h =1,43.
10-3
em3 ,
waaruit voIgt:h
b
=
4,
36
hoogte h =6,46
mmbreedte b =
1,4
8
mm (A-II-1) Voor dehoekverdraaiIng per lengte-eenheid vaneen eeneellige dunwandige doorsnede geldt:Voor de koker substitueren we:
~
=
0,81
bh=
0,
8
1. 1,
48
. 6,
46
. 10-
2
f
dB
t =6,
8
:
+ 1,8
:
=8
2,7
k
,1
0,1
MDk
=
0,345. 10
4
!
em-1 -(A-II-2) -2 =7,75. 10
em 2 (A-II-3)Voor de hoekverdraai1ng per lengte-eenheid van .en balk met een reehthoekige normaaldoorsnede geldt volgens Szabo • :
M
t
Dr = GJ
t ' met
(A-II-4)
~
=
~(y,z)=
een spanningsfunetiedie binnen het gehele gebied moet vOldoen aan de differenti
aalver-l
gelijking van Poisson:
• Istvan Szab6
H~here Technisehe Mechanik (bIz.
260)
r---~
0 5
I
+
15 I I i 25i-I
I
30~
I
35 ~ 40 501
rapport nr. 0109 bl z. 40 van 61 biz. I
citIJ
a2~---
I
82
y+n
z=
6~=
1 en die aan debied constant rand moet
van het
integratiege-zijn (bv. nul).
Voor een reehthoekige doorsnede geldt:
Met ~1
=
0,85 wordt Jt=
0,85 en-4
-1 D=
0.329. 10 em. r h f (~) is getabelleerd. 1,253 • 5,48. 10-4~
04 .0-4 3=..1,
•
1 (A-II-5)Uit A-II-3 en A-II-5 volgt dan:
Dk
D
=
1,05r
(A-II-6 )
Conclusie: Er is nagenoeg geen verschil in torsiestijfheid.
4
em
werkplaatstechniek technische hogeschool eindhoven
o I 5L I lQ 15 20 25 30 35 40 45 50 rapport nr. 0109 blz.41 van Appendix III.
Laagste eigen!requentie van de doorbuiging van een tweezijdig in-geklemde balk met een extra massa in het .midden.
1 1/2 x A
r
..,--+
.
--,
zDe laagste eigen!requentie wordt geschat m.b.v. de .ethode van Rayleigh.
De kinetische en potentiele energie van het systeem zijn respec-tievelijk
T
en U.Voor de kinetische energie van de balk zonder maSSA rno in het midden geldt:
T1
= t / 1 pA(
tr
)2
dx, met w = .(x,t). Stelw
=
W(x) coswt 3w= _
w (x) sinwt, zodat:a
t
T1
=
tw2sin2wtof
pAW2(x)dx.Voor de kinetische ener ie van de Massa m in het midden van de
o
balk geldt:
Stel w
=
V(t1,)coswtIw
It
=
-wW(il)sinwt, zodat:r---~---
l
5~
I lQ 15 20 25 45 I 50 ---~~---lrapport nr. 0109 biz. 42 van 61 biZ. !
De totale kinetische energie bedraagt nu:
T
=
iw2Sin2wtfL
flp
A
i
~
(x)dx
+ m il(il)l.o 0 ~
De in de balk opgehoopte buigingsenergie:
dU
=
tM(x} d~. met d~=
M(x)dx E I Y 2=
..1. H (x) dx y E I • Yen w
=
W(x)coswt geeft dit:2 2
~
E I (dW
~x)
dx.o Y \ dx
V~~r een gehele periode geldt gemiddeld:
s n2wt
=
cos2wt=
T.
-
-zodat met T
=
U gevonden wordt:dx
(A-III-1)
De laagste eigenfrequentie wordt
.
gevonden door een probeerfunctiedie voldoet aan de randvoorwaarden en een tweezijdig ingeklemde
balk in A-III-1 te substitueren.
Randvoorwaarden: ,J( 0)
=
IdW) 0\dx/
=
0
W(l) = (\dW) dxj
=
o.
1
werkplaatstec:hn I.k technische hogeschool eindhoven
·1
I
Io
I
I
Is
L
"I
+
T
25 30 35 40 45 50 rapport nr. 0109 Hier vo1doet de functie: ;v(x)=
w
1 - a + a C08 2nx 1 d i - 2n ~ dx = 1 d2Vj 4n2=
-dx21
biz. 43 van 61 biz.
2nx
sin -1
a 2nx
12 cos 1
Substitutie van deze waarden in
A
-III-1
geeft:. 2 w.
=
(
2n~4
E
I
11 Y(A-
III-2
)
m3PA
+8
{
r---~---~---~
I
rapport nr. 0109 biz.
4
4
van 61 biz.r---~---~ o 5 I
"I
"I
25 30 35 40 45 50 AppendixIV.
•Eerste eigenfrequentie van de doorbuiging van een tweezijdig
inge-kl~mde balk met een extra ma~sa in het midden.
1
r
"! 1/2 .-- A~
~ /~
Z - - - - 4 __ - - Zj
m ~ / X 0 /Geheel analoog aan de in appendix III gegeven afleiding geldt hier:
Kinetische energie van de balk zonder massa m in het midden,
ge-o middeld voor een periode:
Uit de asymmetrie Van de uitbuigingsvorm volgt dat de bijdrage
van de linkerhelft gelijk is aan die van de rechterhelft, zodat:
Kinetische energie van de massa m in het midden van de balk: o
T2
=
t
Ip~2
met, = ,(tl,t).Stel , ='v(il)coswt.
Gemiddelde over een periode:
1Q 15 20 25 30 35 .. 5 50 I I
I
·
,oppo<' .. , 0109 biz. 45van 61 biz. IV~~r de in de balk opgehoopte buigingaenergie ge1dt, gemidde1d voor een periode:
u
=
t
/1 E I
o z
Ook hier zijn de bijdragen van 1inker- en rechterheltt even groot, zodat geldt:
-
-Met T en U vinden we nu:
(A-IV-1)
Ala probeerfunctie nemen we de atatische uitbuigingsvorm onder invloed Tan het uitwendige moment M op het midden Van de balk.
1
N
o(
Pl
t
)
M
o
P13 M 12 H12 M12 W(l)=
0= -
0 3E I + 2EI +bEl
+ 4EI z z Z z - 8Pl + 12M 0=
-9
M
.
10 15 25 30 35 40 45 50 rapport nr. 0109 P12 M 0 1 Ml (
dW
~
\dx/ 1 = 0 =-
2'E'I
+E
I
+2EI
Hieruit volgt:o
< x <tl.
11 + M(X} -0 M(X)=
Px -z Pl + 2M 1-1 = -t;}lI o z=
-M. 0 P=
3/2
}Ill Px=
0 M 0 2 z '1( X) X x3
W(X) =..
2EI + 3EI en met A-IV-2 z M X3 1=
-
.7;l' ·
EI z z 2 1 r x +"8'
1'1 EI zAldus geldt voor de probeerfunctie:
M W(X)
=
8El z dW(x) M 6 2 -d-=-x~=
"8EI
(2x -I
x ) z timbiz. 46 van 61 biz.
(A-IV-2)
( -IV-3)
(A-IV-4)
A-IV-4:.
werkplaatstechnlek technische hogeschool eindhoven
•
I
I
I
o 1Q 15 30 35 "'0 "'5 50 ,---~---, rapport nr. 0109 blz.47 van 61blz. 1 , ----j I i
Randvoor.waarden: W(O)
=
(dN)=
o.
Hieraan wordt voldaan. dx/ o 2~
2 M2 l ftl (d2W(x') dx = p l (2- T
12 x) dx=
32EfI 2 o \ dx2 I64
~
r
2 0 z z ftl ·y2(x)dxIi
r
l 2 2 3 2 ~15 = (x -I
x ) dx = ~I 2 I 0 64Efr 2· 0 64~ 32. 105. z zSubstitutie van deze waarden in A-IV-1 geeft:
werkplaatstechn iek 6720
EI
z4
pAl + 420 I 1 p (A-IV-5)technische hogeschool eindhoven 1 __ __ _ ---.-l
o 5 10 15 30 40 45 50 -,
rapport nr. 0109 biz. 48van 61 biz. I
r---+,---~~---_1
Appendix V.
Polair massatraagheidsmoment t.o.v. de Z-as Van de houder, de spie I
en het werkstuk.
De Z-a8 is een verticale as ~oor het zwaartepunt van de bouder.
Voor het massatraagheidsmoment van een kubus met afmetingen b x d x h geldt de
b~~~t-r-e-
k
-
k
-i-n~:~:---~-~1
W 1 2 2 Ip= 12
m (b + d ) h b•
I
ZDe Z-as is hier een 'hoo dtraagheidsas, m is de Massa. Voor het massatraaghe1dsmoment t.o.v. een as w - w evenwijdig aan de Z-a8
op een afstand a geldt volgens Steiner: I
w
=
I P 2+ a m
Voor het te boren werkstuk, een cilinder met een diameter van
8
mm en de hoogte van6
mm geldt:I =
t
m r2, waarin r de straal is van de cilinder enm
de pmas sa.
Met behulp van deze formules zijn in het volgende de polaire massatraagheidsmomenten Van de houder, de spie en het werkstuk berekend.
I I
o
f-I
T
t
15 20 25 30 35 40 45 50 rapport nr. 0109 blz.49 van Houder. Volle blok: m = 3310. 10-6 kg b =.14,02. 10-3 m I = 68700. 10-12 kgm 2 10-3 m p d = 7,18'.Verticaal doorlopende gleuf rechta:
,.. m = 202. 10-0 kg b = 3,0. 10-3 m I 6344. 10-12 kgm2 = d = 2,0. 10-3 m p a = 5,5. 10-3 m
Verticaal doorlopende gleuf links: idem.
Kamer
bo
v~n:
m=
8,13. 10-6 mkg1
b =
8 6
10-3
12 2, • Ip = 9011. 10- kgm
d = 7,18. 10-3 m
J
a
=
0,8 • 10-3 mUitsparing bene den voor:
m = 105. 10-6 b = 14,02. 10-3 m I 2893. 10-12 kgm 2 10-3 = d = 0,5 • m p a
=
3,34. 10-3 mUitsparing beneden achter: idem •
•
Uit het bovenetaande volgt: I houder
=
411215. 10-12 kgm2.p
Spie.
61blz.
De apie wordt voor de berekening vereenvoudigd tot een priematisch
etaaf met een rechthoekige doorenede:
m
=
389. 10-6 kgl
b=
1. 10-3 m I 12250. 10- 12 kgm2J
= d = 12. 10-3 m p 8Eie a = 4,4. 10-3 mwerkplaatstechnlek technische hogeschool eindhoven
1
I
I
I
.---~---, o !
5
~
10 15 20 25 30 35 40 45 50rapport nr. 0109 biz. 50van 61 biz.
verkstuk.
De cilinder wordt "vol" berekend:
m ; 2350. 10 -6 kg } I ; 18800. 10-12 kgm2 r ;
4.
10-3
m Pcil Aldus: I ; 41215. 10-12 Phouder I = 12250. 10-12 Pepie I = 18800. 10-12 Pwerketuk I = 72265. 10-12 Ptotaal I Ptotaal-6
2=
0,073. 10 kgm --~~--- ----kgm 2 kgm 2 kgm 2 + 2 kgm. i II
I
,---, o
l
t
+
J
,
i 25 30 35 40 45 50I
rapport nr. 0109 biz.9
Appendix VI. IJkresultaten.Grafiek A VI-1
..
g
eeft~et
de Hottinger meetbru Kws/6T-5 gemeten relatieve rek als functie van de aanzetkraeht.Bovendien is op de grafiek de tegelijk-optredende meteruitslag van
de momentbrue uitgezet.
!'iu blijkt:
- gevoeligheid aanzetkrachtmeting
=
211 ~rek per kgf.I
I
- de momentmeting wordt met + 6
%
van de aanzetkrachtmeting ver- Igroot, indien de eorrectieschakelin~ niet wordt gebruikt. Wordt
I
de eorreetiesehakeling (zie hoofdstuk IV-3) wel gebruikt, dan
wordt deze belnvloeding tot nul geredueeerd.
d k +2 i)/
- e onnauw eurigheid per meetpunt bedraagt - ~.
De v~oraf berekende gevoeligheid bedraagt 165 ~rek· per kgf.
Het meetinstrument is dus voor de aanzetkrachtmeting 28 % gevoeli-
I
ger dan verwacht werd. Dit kan voor een deel als volgt worden
klaard:
ver- I
I
!
,
- de rekstrookjes hebben een grotere K-faktor dan werd
steld. - afwijking naar boven ~ 2
%
.
veronder- I
I
I
- de rekstrookjes zijn anders geplaatst dan op de tekenin~ is
I
aangegeven. Een berekening. ongeveer amaloog aan die
stuk IV geeft een afwijking naar boven van ~ 14
%
.
in hoofd..,
.. I
- de balk heeft andere afmeti~gen dan opgegeven. De afwijkin~en
zijn zodanig, dat hoogte en dikte ongeveer 1
%
kleiner zijn.Dit geeft een toename van de gevoeligheid met ~ 3
%.
- de electriciteits modulus van het balkmateriaal is niet erg
nauwkeurig bekend
(!
5%
).
- de inklemmingen zijn niet 100