• No results found

Invloed van de kavelvorm en de ontsluiting op het gebruik van grasland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Invloed van de kavelvorm en de ontsluiting op het gebruik van grasland"

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

JLTUURTECHNIEK EN WATERHUISHOUDING NN31545 0 2 3 2 A. no. 232 d.d. 31 december 1963

Invloed van de kavelvorm en de ontsluiting op het gebruik van het grasland J. G. van Keulen

I N H O U D BIUIJS•<-...» & E i j l : . ' . P i «.i-Al. Droevendaahesfees L A / i l ' l1 Postbus 24 i

6700 AE Wageningeo pagina

I. INLEIDING 1 IL WERKWIJZE 1

a. Veldopname 1 b . Overwegingen bij het uitwerken van de opnamen 2

Het landgebruik 2 De externe produktie-omstandigheden 3

HL GEBIEDEN VAN ONDERZOEK 5 a. Ruilverkaveling Wollegaast 5

Beschrijving van het gebied 5 Externe produktie-omstandigheden 5

Resultaat 8 b . Polder Hoek en Schuwagt 9

Beschrijving van het gebied 9 Externe produktie-omstandigheden 10

Resultaat 10 c. Ruilverkaveling Tjongervallei-noord 11

Beschrijving van het gebied 11 Externe produktie-omstandigheden 11

Resultaat 12 IV. BESPREKING VAN DE RESULTATEN 13

V. SAMENVATTING 14

10/0164/30

g ^

(2)

- 1 I. INLEIDING

Als onderdeel van het onderzoek naar het verband tussen de verkaveling van grasland en de verkeersintensiteit op de daarin voorkomende landbouw-wegen, zijn in de gebieden ruilverkaveling Wollegaast (Fr. ), polder Hoek en Schuwagt (Z.H. ) en ruilverkaveling Tjongervallei-noord (Fr. ) gedurende het seizoen 1962 de landbouwactiviteiten te velde waargenomen en g e r e g i s t r e e r d .

De opname heeft onder m e e r ten doel een indruk te krijgen van de invloed van de externe produktie-omstandigheden op de wijze van bedrijfsvoeren.

In dit rapport zijn de v e r s c h i l l e n in landgebruik vastgelegd bij bedrijven met diverse kavelvormen, al of niet ontsloten door een verharde weg. Voorts i s de invloed van de perceelsafstand op de bedrijfsvoering beschreven.

II. WERKWIJZE a. Veldopname

Gedurende de periode van maart tot december 1962 i s wekelijks op een percelenkaart vastgelegd welke landbouwactiviteiten er in de gebieden van onderzoek hebben plaatsgevonden. In de daaropvolgende wintermaanden zijn maandelijks opnamen gedaan.

P e r c e l e n , die via verschillende routes zijn te bereiken, zowel over het land (reed) als over een verharde weg (omrijmogelijkheid) hebben bijzondere aandacht gekregen. Zo goed mogelijk i s vastgelegd in welke mate voor de verschillende werkzaamheden gebruik van de verharde weg i s gemaakt.

Niet alle werkzaamheden konden tijdens de periodieke opnamen worden opgemerkt.

Over de vorderingen van het slotenr einig en en het greppelen i s een schat-ting gedaan.

Voor het kunstmeststrooien mag men aannemen dat in het g r o e i s e i z o e n een stikstofgift na elke beweiding en snede volgt. Een eenmalige k a l i - en fos-faatbemesting geeft men in het voorjaar.

Bij een korte beweiding spe riode bestaat de mogelijkheid dat het vee een perceel binnen twee inventarisatiedata afweidt. Dit i s achterhaald door het raadplegen van de notities over de toestand van het gras en door aanvullingen bij het uitwerken van de gegevens.

In het geval van rantsoenbeweiding i s in plaats van de successievelijk af-geweide gedeelten, het gehele perceel voor de beweiding genoteerd.

(3)

* 2

-b . Overwegingen -bij het uitwerken van de opnamen

Om de invloed van de externe produktie-omstandigheden op het grasland-gebruik te bepalen zullen p a r a m e t e r s moeten worden grasland-gebruikt die bepalend zijn voor de externe produktie-omstandigheden en voor de wijze en de mate van het landgebruik.

Het landgebruik

P a r a m e t e r s , waarin de intensiteit van het landgebruik wordt uitgedrukt zullen in betrekking staan met het transport van de verschillende werkzaamhe-den te velde. De frequentie van het transport voor het weiwerkzaamhe-den van vee zal voor-namelijk afhangen van de veesoort (jongvee, melkvee) en de tijdsduur van de beweiding. Bij voederwinning en bemesting is het aantal keren dat de desbe-treffende handeling voorkomt en de perceelsgrootte maatgevend voor het trans-port.

Voor elk perceel binnen de proefgebieden is nagegaan hoelang (aantal we-ken) er melkvee en jongvee hebben geweid en hoeveel maal het gehooid en ge-kuild i s . Onder jongvee zijn kalveren, pinken, vaarzen en droge koeien begre-pen, omdat zij in het veld niet altijd duidelijk zijn te onderscheiden.

Het bemesten, grasland verzorgen en de onderhoudswerkzaamheden zijn niet in de berekeningen betrokken, omdat enerzijds de veldopname niet toerei-kend was en anderzijds het aantal beschikbare gegevens te klein i s gebleken om een uitspraak te doen.

Overwegingen:

1. Bij beweiding van verschillende gecombineerde percelen door één kop-pel vee, hetgeen vooral in het najaar plaatsvindt, i s de volgende reken-wijze toegepast. Het aantal weken van één bewei ding spe ri ode is gedeeld door het aantal percelen; i m m e r s de grootte van het transport naar één perceel zal een evenredig deel zijn van het transport naar het aantal percelen dat tezamen wordt beweid.

2. Het aantal keren hooien en kuilen is een maat voor het transport, mits de oppervlakte' van de percelen erin wordt betrokken.

Op een bedrijf dat is verdeeld in weinig percelen, zal het vee psr p e r -ceel langer weiden dan op een bedrijf met veel percelen. Dit hoger aan-tal weideweken per perceel wordt niet veroorzaakt door de gunstiger ligging maar door de verdeling van eenzelfde aantal weideweken over een verschillend aantal percelen.

(4)

De invloed van de perceelsgrootte op het aantal weideweken en het aan-tal keren hooien en kuilen i s ongedaan gemaakt door de gegevens op de volgen-de manier te bewerken:

melkvee -intensiteit van een perceel

m. = aantal melkveeweken van een perceel

111 ™—7TT—f , •.•.'y x totaal aantal weideweken van het bedrijf

oppervlakte bedrij f J kuil-intensiteit

, oppervlakte gekuild van het perceel

1 oppervlakte bedrijf x t o t a l e °PPervl^te gekuild van het bedrijf Per bedrijf i s het totaal aantal beweiding s weken voor het jongvee en het melkvee en de oppervlakte hooi en kuil bepaald. Deze totalen werden evenredig verdeeld naar de quotiënten van de oppervlakte van perceel en b e -drijf. Deze evenredige verdeling i s te verwachten bij percelen m e t dezelf-de produktie-omstandighedezelf-den. Het werkelijk aantal beweiding s weken en oppervlakte hooien en kuilen van een perceel i s vergeleken met dit quo-tient en uitgedrukt in delen ervan (intensiteit).

Door deze bewerking van het cijfermateriaal zijn de grootheden m. en k. onafhankelijke toevallige opbrengsten van het jaar van opname (1962) en onaf-hankelijk van de opbrengstverschillen tussen de verschillende bedrijven.

De externe produktie-omstandigheden

De verschillen in intensiteit van het perceelsgebruik zullen waarschijn-lijk voor een belangrijk deel worden veroorzaakt door de verschillen in af-stand tussen bedrijfsgebouw en perceel en in de vorm van de kavel(s) die bij het bedrijf behoren.

Overwegingen :

1. Om de verandering van de intensiteit na te gaan die een gevolg i s van grotere afstanden bedrijfsgebouw-perceel, zal men moeten bedenken, dat elk verkavelingstype een ander beeld kan geven. De achterste p e r -celen van de bedrijven 2 en 3 (bijlage 2, figuur 1) liggen bijvoorbeeld op gelijke afstanden van het bedrijfsgebouw. Het bedrijf 3 i s echter ont-sloten door een verharde weg, wat een reden kan zijn van een niet over-eenkomstige bedrijfsvoering.

Bedrijven van verschillende verkavelingstypen dienen afzonderlijk te

(5)

4

-worden onderzocht.

2. Bedrijven met eenzelfde kavelvorm kunnen wat betreft de verdeling van de gebruiksintensiteiten over de verschillende percelen niet zonder m e e r worden vergeleken. Bijlage 2, figuur 2 laat de bedrijven 1 en 2 zien.

Het achterste perceel van bedrijf 2 ligt op een afstand tot het bedrijfs-gebouw die overeenkomt met een perceel in het midden van bedrijf 1. Wanneer men bij de berekeningen de absolute afstand bedrijfsgebouw-perceel zou gebruiken, zouden overigens ongelijkwaardige percelen met elkaar worden vergeleken.

3. Bijlage 2, figuur 3 toont de bedrijfsmodellen 1 en 2, die wat betreft k a velvorm en kavellengte overeenkomen. De achterste en de voorste p e r -celen van beide bedrijven zullen naar wordt verwacht anders worden ge-bruikt, omdat de verdeling van de percelen binnen het bedrijf ongelijk is. Om binnen eenzelfde verkavelingstype onafhankelijk van de plaatselijke indeling van kavel en perceel te blijven en om de afstanden tussen perceel en bedrijfsgebouw voor de verschillende bedrijven vergelijkbaar te maken zijn

deze afstanden a uitgedrukt als een percentage van de gemiddelde, naar op-pervlakte gewogen perceelsafstand per bedrijf, volgens de formule:

100 x perceelsafstand

£ (perceelsafstand x perceelsoppervlakte) b edrijf soppervlakte

De afstand is gemeten via de route, die het meest wordt gevolgd. Bij percelen met omrijmogelijkheid is de kortste afstand aangehouden, ten-zij is waargenomen dat overwegend van een andere route gebruik werd gemaakt. De relatieve per ceel s af standen zijn in groepen van 0-20, 20-40, 40-60% etc. ingedeeld.

(6)

HL GEBIEDEN VAN ONDERZOEK a. Ruilverkaveling Wollegaast

Beschrijving van het gebied

Het gebied van onderzoek is een gedeelte van de ruilverkaveling Wolle-gaast en ligt in de veenweide streek van Friesland (640 ha).

De begrenzing van het gebied is aan de zuidzijde dé secundaire weg Sloten-Spannenburg, de westzijde de Schene, de noordzijde het Sloterhieer en de oost-zijde de rijksweg Spannenburg-Sneek en gebrüikèrsgrenzen (bijlage 1).

Externe produktie-omstandigheden (bijlage 1)

In het gebied van onderzoek heeft ruilverkaveling plaatsgehad, waarbij de overwegend opstrekkende kavels zijn ontsloten door een weg op 2/3 van de oorspronkelijke kaveldiepte en door drie opstrekkende verbindingswegen. Vier nieuwe bedrijven zijn langs de dwarsweg gevestigd.

De volgende verkavelingstypen zijn in het onderzoek betrokken: 1. Blokverkaveling

2. Strokenverkaveling met weg voorlangs

3. Strokenverkaveling met weg voorlangs en een weg op 2/3 van de bedrijfs-diepte

4. Mozaiekverkaveling

Bijlage 1 laat de indeling van de bedrijven van het proefgebied zien. Bijlage 2, figuur 1 geeft een verdere kenschets van de verkaveling stypen. 1. Blokverkaveling

In haar zuiverste vorm bestaat een bedrijf dat bij dit verkavelingstype is ingedeeld uit één kavel met een kleine lengte-breedte verhouding (L/B < 4). De onderstaande bedrijven voldoen geheel of vrijwel geheel aan deze voor-waarden.

(7)

- 6 L

No. Opp.ha Kavelaant. Bedrijf si. ^ f ^ ' f ^ ™ ' L/BlÄtTl* ° Pm e r k i nge n 47 49 50 44 34 46 52 23,4 17,8 15,8 22,8 13,6 18,9 33,3 2 2 2 3 1 1 1 550 m 550 620 650 900 1200 900 600 m 381 329 480 336 354 375 3,1 2,9 3,6 2,7 4,0 6,0 2,3 1) 2) 3) 4) 5) 6) 5)

Opmerkingen: 1) 6, 7 ha los land ligt 1200 m van bedrijfsgebouw 2) 1,2 ha los land ligt 950 m van bedrijfsgebouw 3) 1,2 ha los land ligt 450 m van bedrijfsgebouw 4) 6 , 1 ha los land ligt 900 m van bedrijfsgebouw

1, 6 ha los land ligt naast het bedrijf aan de overzijde van de weg op 150 m van he t bedrijfsgebouw

5) zuivere blokverkaveling

6) het bedrijfsgebouw ligt in het midden van het bedrijf, zodat de langgerekte vorm niet bezwaarlijk werd geacht voor rang-schikking onder het type "blokverkaveling".

2. Strokenverkaveling met een weg voorlangs

De vorm van de bedrijven is langgerekt L./B > 12. De percelen zijn a l -leen via het land te bereiken.

Tot dit verkavelingstype zijn de volgende bedrijven gerekend

No. OpP.ha Kavelaant Bedrijf*. £ £ * £ £ L/Bkav?l Opmerkingen

33 38 22 23 10,1 18,1 33,6 23,9 1 1 2 2 1300 m 1500 1500 1600 615 m 790 727 648 16,3 13,8 10,1 17,3 1) 1) 2) 3)

Opmerkingen: 1) Bedrijf met een zuivere strokenverkaveling

2) Een twee-zijdig opstrekkend bedrijf. De veldkavel van het bedrijf 22, 0 ha ligt aan de overzijde van de weg. Deze kavel

(8)

7

(L/B = 5, 5} i s niet i n de b e r e k e n i n g van de i n t e n s i t e i t e n b e

-t r o k k e n ,

3) Zoals 2). De veldkavel 12, 5 h a L / B = 13, 6 i s niet i n de b e -rekening b e t r o k k e n .

3 . Strokenverkaveling m e t een weg v o o r l a n g s en een weg op 2 / 3 k a v e l d i e p t e De k a v e l v o r m van de bedrijven i s te v e r g e l i j k e n m e t die welke onder de

vorige groep zijn ingedeeld, m e t dien v e r s t a n d e dat de b e d r i j v e n t e v e n s zijn ontsloten door een v e r h a r d e weg op 2 / 3 k a v e l d i e p t e .

No. Opp.ha Kavelaant. Bedrijf si. p ^ ^ r t ! S / B k a v T l ^ ° P ^ r k i n g e n

37 40 39 41 27,1. -47,6 40,4 41,2 2 2 2 1 22C0m, 25C0 2300 2000 1470 ra 2620 2280 1190 9,9 7,6 9,0 9,7 2) 2) 3) • 4 )

Opmerkingen: 1) Volgens C . B . S. -definitie van een kavel geldt een openbare

landbouwweg a l s kavelsclieiding 2) Z u i v e r e v o r m van v e r k a v e l i n g s t y p e

3) De a c h t e r s t e kavel ligt niet r e c h t t e g e n o v e r de huiskavel 4) Vanaf 3 / 4 van de bedrijf soi epte loopt een v e r h a r d e weg

langs de kavel, soda* deze b e d r i j f s v o r m , mede g e z i e n de p l a a t s van de toegang s dammen, tot het onderhavige v e r k a

-veling stype i s gerekend.

4. Mozaiekverkaveling

Dit type verkaveling wordt g e k e n m e r k t door twee of m e e r verspreid l i g -gende kavels, die zijn ontsloten door een v e r h a r d e weg.

No. OpP.ha Kavelaantal " ^ ^ ?J^*™{ Opmerkingen

ï)

2) 3) 3) 3) 3) 4 0 / 0 1 6 4 / 3 0 / 7 26 25 43 35 36 42 43,4 40,6 43,3 13,5 32,2 24,9 3 2 3 2 3 1 1890 m 1220 995 970 1420 Ó70 3,4 2,0 4,7 3,0 10,0 8,8

(9)

Opmerkingen: l ) De huiskavel (2, 9 ha) ligt buiten het proefgebied en i s niet in de berekening betrokken

2) De huiskavel (17, 5 ha) ligt buiten het proefgebied en i s niet in de berekening betrokken

3) De kavelvorm i s enigszins opstrekkend. De percelen zijn alle ontsloten door een verharde weg, zodat alle percelen als afzonderlijke kavels zijn beschouwd.

De hierboven ingedeelde bedrijven liggen in het gebied van onderzoek. De overige grond (17% van de totale oppervlakte) wordt van elders gebruikt en i s buiten beschouwing gelaten

Bijlage 3 geeft het verband tussen de bedrijfsgrootte en het aantal p e r c e -len per bedrijf. Een verminderde toename van het aantal perce-len bij grotere bedrijven blijkt duidelijk.

Resultaat

Voor elk perceel in het proefgebied is de beweidings en voederwinning s -intensiteit en de relatieve perceelsafstand berekend. Van de bedrijven, die

zijn ingedeeld in de onderscheiden verkavelingstypen i s voor elke groep de re-latie tussen beide grootheden bepaald.

Het resultaat is grafisch weergegeven op de bijlagen 4, 5, 6 en 7. 1. Blokverkaveling (bijlage 4)

De intensiteit van het melkvee i s vooraan het bedrijf tweemaal zo groot als achterin. De intensiteit van het jongvee is weergegeven in een gebogen lijn door de zeer hoge waarden vóó"r in het bedrijf. Van het midden naar ach-ter loopt hij van 0, 6 tot 0, 8 op.

De hooi- en kuilintensiteiten stijgen iets al naar gelang de afstand groter wordt.

2. Opstrekkende verkaveling met een weg voorlangs het bedrijf (bijlage 5) Een hoge melkvee-intensiteit doet zich in het midden van het bedrijf voor (vóór 0, 5, midden 1, 4, achter 0, 5), terwijl het jongvee een tegengesteld

beeld geeft (vóór 2, 0, midden 0, 5, achter 1, 3). Op de voorste percelen wor-den de kalveren ingeschaard, op de achterste de pinken. Hooien komt op de voorste helft van het bedrijf nauwelijks voor. Op 80% van de gemiddelde p e r

(10)

-ceelsafstand zien we de intensiteitslijn oplopen tot 2, 3. Een relatie tussen de kuilactdviteit en de afstand is niet aanwezig.

3i Op strekkende verkaveling met een weg voorlangs en een wag op 2/3 van de bedrijfsdieptë (bijlage 6)

Bij het beschouwen van de viètf bedrijven afzonderlijk (no. 41, 40, 39, 37) blijkt bedrijf 40 een totaal andere intensiteitsbeeld te geven dan de overige bedrijven. De verklaring hiervan moet worden gezocht in het feit dat dit b e -drijf langs de weg op 2/3 een vaste melkstal heeft. De melkvee-intensiteit op de achterste percelen is hoger. De achterste percelen van de huiskavel wor-den gehooid. Het jongvee loopt bijna de gehele weideperiode op de voorste percelen. Het graskuilen vindt op de achterste percelen plaats.

De overige drie bedrijven blijken vergelijkbaar en het intensiteitsbeeld komt overeen met dat van de opstrekkende verkaveling zonder weg op 2/3 bedrijfsdieptë. Melkvee-intensiteit is vddr in het bedrijf 0, 8, midden 1, 5, achter 0, 3. Jongvee-intensiteit geeft een tegengesteld beeld met de melkvee-intensiteit V66T 2, 0, midden 0, 4, achter 1, 4. Midden in het bedrijf loopt

de hooi -intensiteit op van 0 tot 2 , 3 . De weg op 2/3 blijkt hier geen verande-ring van het grondgebruik te veroorzaken.

4. Mozaiekverkaveling (bijlage 7)

Het beeld van dit verkavelingstype komt enigermate overeen met dat van de blokverkaveling. Het verloop van de intensiteiten van voor naar achteren op het bedrijf zijn flauwer, ofschoon de absolute transportafstanden groter zijn. De oorzaak hiervan ligt waarschijnlijk in de ontsluiting van de percelen door de verharde weg, waardoor de verschillen in bereikbaarheid worden g e -velleerd. De melkvee-intensiteit verloopt van voor naar achter van 1,1 tot 0, 6. De jongvee-intensiteit is weergegeven in een gebogen lijn, vóór 2, 0, mid-den 0, 5, achter 2, 0. De hooi-intensiteit stijgt naar achteren gering en de kuilintensiteit daalt.

b» Polder Hoek en Schuwagt Beschrijving van het gebied

Het gebied van onderzoek ligt in de Krimpenerwaard, ten oosten van Lekkerkerk. De landbouwbedrijven strekken zich in lange stroken (3200 m) uit van de Lekdijk tot de L.oet. De bedrijven worden in kavels (C.B. S.

(11)

- 10

nitie) v e r d e e l d door twee landbouwwegen, een wetering en een autoweg m e t p a r a l l e l w e g . Het l a n d b o u w t r a n s p o r t geschiedt voor een deel p e r schouw.

E x t e r n e p r o d u k t i e - o m s t a n d i g h e d e n (bijlage 8)

Uit het gebied, dat een z e e r r e g e l m a t i g kavelpatroon heeft, zijn z e s b e -drijven gekozen, die wat betreft de verkaveling r e p r e s e n t a t i e f voor de p o l d e r kunnen worden geacht. De b o e r e n maken geen of vrijwel geen gebruik van de omrijmogelijkheid, zodat een zuiver beeld van de o p s t r e k k e n d e v e r k a v e l i n g behouden i s gebleven.

Sommige p e r c e l e n zijn alleen via overpad te b e r e i k e n . Of de b o e r e n o v e r eigen land of over land van een .ander n a a r een p e r c e e l gaan, z a l in de b e drijfsvoering geen v e r s c h i l v e r o o r z a k e n . Vooral a l s de schouw a l s t r a n s p o r t -middel wordt g e b r u i k t .

No. Opp.ha Kavelaantal Bedrijfslengte G e w' g «1* - G*w. g e m .

r c J & p e r c . afst. L / B kavel (CBS-defj

32 34 60 43 46 23 19,2 28,3 14,5 13,7 29,1 22,1 8 9 5 5 14 10 3400 m 3400 3300 3400 2800 2900 1800 m 1920 1780 1600 1690 1770 21,8 19,5 26,5 31,2 9,7 13,7 R e s u l t a a t

Door de g e r i n g e d r a a g k r a c h t van de grond en de s t a r r e p e r c e e l s i n d e l i n g door de topografie van de polder wordt het vee van één bedrijf s o m s in v e r schillende koppels i n g e s c h a a r d . Bij de v e r w e r k i n g van de g e g e v e n s i s u i t g e gaan, dat het t r a n s p o r t n a a r de v e r s p r e i d e koppels vee in g e c o m b i n e e r d e r i t -ten plaatsvindt. Deze aanname wordt ondersteund door w a a r n e m i n g e n en d o o r h e t veelvuldig g e c o n s t a t e e r d e gebruik van de schouw a l s t r a n s p o r t m i d d e l . De

schouw l e e n t zich goed v o o r g e c o m b i n e e r d e r i t t e n , omdat de afstand t u s s e n de p e r c e l e n die n a a s t e l k a a r liggen gemakkelijk wordt " o v e r b r u g d " . De a a n -n a m e va-n de g e c o m b i -n e e r d e r i t t e -n m a a k t ee-n vergelijki-ng m e t b e d r i j v e -n , w a a r het vee in een koppel wordt ing e s c h a a r d mogelijk.

Bijlage 8 l a a t de volgende r e s u l t a t e n zien.

De m e l k v e e - i n t e n s i t e i t v e r l o o p t van voor n a a r a c h t e r in een gebogen l i j n . Vóór 0, 6, midden 1, 3, a c h t e r 0, 4. Het beeld dat h e t jongvee geeft i s h i e r a a n

(12)

11

tegengesteld. Vóór 2, O, midden O, 5, achter 1, 2. De voorste helft van de b e -drijven wordt niet gehooid. Bij de afstand 80% loopt de intensiteit op tot 3, 0. Graskuilen komt in de Krimpenerwaard minder voor dan in andere weidestre-ken. Over de relatie tussen de intensiteit van het kuilen en de afstand is door

een tekort aan waarnemingen geen uitspraak gedaan, c. Ruilvefkaveljhg Tjongervallei-noord

Beschrijving van het gebied

De Tjongervallei-noord is een weidegebied in de F r i e s e Wouden waar ruilverkaveling heeft plaatsgevonden.

Het gebied van onderzoek wordt begrensd door de Wegen Balkweg (ver-binding Donkerbroek-Makkinga), Dónkerbroek-rióord (ver(ver-binding Dónker-broek-Jubbega), een kavelweg en het Tjongerkanaal.

Het noordelijk gedeelte van het gebied bestaat uit zandgrond en de grond-soort gaat naar de Tjongervallei geleidelijk over in veen.

Externe produktie-omstandigheden (bijlage 10)

De bedrijfsgebouwen liggen langs de verharde weg Donkerbroek-Jubbega, Met de ontsluiting dopr twee wegen parallel aan de hoofdweg en de

verbin-dingswegen zijn enige boerderijverplaatsingen gepaard gegaan.

Bij nadere beschouwing van de g eb ruikerskaar t blijkt dat in het gebied geen bedrijven zijn gelegen die tot een duidelijk verkavelingstype behoren. De meeste bedrijven hebben buiten het proefgebied een gedeelte van de grond liggen. De gegevens die binnen het gebied zijn verzameld, zijn voor deze b e -drijven niet representatief beschouwd. Alleen be-drijven met een blokverkaye-ling komen voor, evenwel niet altijd in haar zuiverste vorm, omdat enige van deze bedrijven een betrekkelijk geringe oppervlakte los land elders in het proefgebied hebben liggen.

Voor negen bedrijven is de invloed van de externe produktie-omstandig-heden op de bedrijfsvoering nagegaan.

(13)

12

No. Opp.ha Kavelaant. Bedrijfsl. G ^ ë£m' w j ' j * * ^ ' Opmerkingen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 12,7 16,9 11,2 9,5 21,5 12,6 10,3 38,4 12,6 2 3 3 2 1 1 1 3 2 430 m 1080 860 900 620 800 530 775 410 5 3 4 m 520 348 290 370 422 520 750 380 1.6 4,0 4,2 3,7 1,8 1,9 1,0 1,7 1,4 1) 2) 3) 4) 5) 5) 5) 6) 7)

Opmerkingen: 1) 2, 5 ha los land op 1500 m van het bedrijfsgebouw

2) 4 , 1 ha los land op 950 m van het bedrijfsgebouw. Het be-drijf bestaat voorts uit 2 blokvormige kavels, het bebe-drijfs- bedrijfs-gebouw i s in het centrum gelegen

3) 1, 6 ha los land op 630 m van het bedrijfsgebouw, verder zoals 2

4) Het bedrijf bestaat uit 2 blokvormige kavels en een centraal gelegen bedrijfsgebouw

5) Bedrijf met een zuivere blokverkaveling

6) 11, 0 ha los land op 1700 m van het bedrijfsgebouw 7) 1, 4 ha los land op 2100 m van het bedrijfsgebouw Resultaat (bijlage 9)

De melkvee-intensiteit op het bedrijf van voor naar achter neemt gelei-delijk af van 1, 3 tot 0, 8. Voor jongvee is een kleine toename te constateren. Achterin het bedrijf wordt Ij maal meer gehooid dan voorin. De kuilintensi-teit daalt van 1, 4 tot 0, 6.

(14)

- 13 IV. BESPREKING VAN DE RESULTATEN

Bezien wij bijlagen 3 tot en met 9, dan valt de grote spreiding in het waarnemingsmateriaal vooral bij de hooi- en kuilintensiteiten op. Dit

laat-ste laat zich verstaan aangezien een perceel of geheel wordt gehooid (hoge intensiteit) of in het geheel niet wordt gehooid (intensiteit nihil).De grote pun-tenspreiding toont aan, dat de verschillen in de intensiteiten voor de

onder-scheiden werkzaamheden niet alleen zijn toe te schrijven aan verschillen in externe produkti e -omstandigheden. De vraag, in hoeverre andere factoren als de mate van mechanisatie, arbeidsbezetting en andere interne bedrijfs-omstandigheden de verschillen in het graslandgebruik zullen bepalen is niet benaderd.

Vergelijken wij de resultaten, verkregen in de polder Hoek en Schuwagt met hetgeen voor de opstrekkende bedrijven van de ruilverkaveling Wollegaast is gevonden en de resultaten uit de ruilverkaveling Tjongervallei-noord met de blokverkaveling van de ruilverkaveling Wollegaast, dan komen de intensi-teiten wat hun verloop betreft globaal overeen. De waarden van de gemiddel-de uitkomsten (gemiddel-de berekengemiddel-de lijnen) verschillen. De spreiding van gemiddel-de punten om de lijn toont aan, dat een voorzichtig gebruik van de gemiddelde waarden i s geboden.

(15)

14

V. SAMENVATTING

Om de invloed v a n de e x t e r n e produktie>-omstandigheden op het gebruik v a n g r a s l a n d t e onderzoeken zijn de landbouwkundige werkzaamheden in g e

-deelten v a n de r u i l v e r k a v e l i n g Wollegaast, de polder Hoek en Schuwagt en de r u i l v e r k a v e l i n g T j o n g e r v à l l e i - n o o r d gedurende een jaar waargenomen en v a s t g e l e g d .

Van v e r s c h e i d e n e handelingen (melkvee en jongvee weiden, hooien, k u i -len) zijn de i n t e n s i t e i t e n zodanig berekend, dat deze onafhankelijk worden VSÄ onderlinge v e r s c h i l l e n in perceelsgrootte en aantal b i j de onderzochte b e -drijven. Bij de b e s c h r i j v i n g van de externe produktie - omstandigheden zijn de b e d r i j v e n ingedeeld naar verkavelingstype (bijlagen 1, 8 en 10) en i s de r e l a t i e v e afstand t u s s e n p e r c e e l en bedrijfsgebouw in de beschouwingen b e -t r o k k e n (bijlage 2). Aldus w e r d een verband -tussen de in-tensi-tei-t van he-t

g r a s l a n d g e b r u i k en de r e l a t i e v e perceelsafstand voor verschillende v e r k a v e -lingstypen v a s t g e l e g d (bijlagen 4, 5, 6, 7, 9 en 11).

3 e d r i j v e n , die b e h o r e n tot de blokverkaveling vertonen van voor naar a c h t e r een b e l a n g r i j k e daling v a n de intensiteit voor het beweiden van m e l k -v e e (65 en 55%). De i n t e n s i t e i t -voor het beweiden -van jong-vee stijgt gering. Hooien k o m t a c h t e r i n h e t bedrijf i \ maal m e e r voor dan voor in. De r e s u l -t a -t e n van de k u i l i n -t e n s i -t e i -t e n verschillen (bijlagen 4 en 10).

De i n t e n s i t e i t s u i t k o m s t e n voor bedrijven met een mozaiekverkaveling gevsn v o o r het m e l k v e e een daling van 50%, jongvee v o o r - en achterin het bedrijf hoge (2, 0) en middenin lage waarden (0, 5). De hooi-intensiteit stijgt

en de k u i l i n t e n s i t e i t daalt gering (bijlage 7).

De i n t e n s i t e i t s b e e l d e n voor b e d r i j v e n met een op strekkende verkaveling m e t of zonder een weg op 2 / 3 van de bedrijfsdiepte komen overeen. De m e l k -v e e - i n t e n s i t e i t i s in het midden -van het bedrijf 3 maal zo hoog als -v o o r - en

a c h t e r i n . De j o n g v e e - i n t e n s i t e i t i s hieraan tegengesteld. De achterste helft v a n de b e d r i j v e n wordt a l l e e n gehooid. Voor de intensiteit van het graskuilen kon geen r e l a t i e worden v a s t g e s t e l d .

Ds gevonden r e l a t i e s zijn p e r verkavelingstype waarschijnlijk ook op and e r e proefgebieanden t o e p a s b a a r , inandien men in het oog houandt, andat het w a a r n e

(16)

- 15

Overzicht van de bijlagen

1. Kavelkaart van de Wollegaast 2. Schetsen

3. Relatie perceelsaantal - bedrijfsgrootte 4. Intensiteiten. Wollegaast - Blokverkaveling

5. Op strekkende verkaveling

6. Opstrekkende verkaveling met weg 2/3

7. Mozaiekverkaveling 8. Kavelkaart Hoek en Schuwagt

9. Intensiteit Hoek en Schuwagt 10. Kavelkaart Tjonge rvallei 11. Intensiteit Tjongervallei

(17)

NN31545.0232

3

(18)

• '4

ï

ƒ ; /

i ^

^

^ZJ.

^ T : '

/^7'

2.

(19)

to**. '7 *4 '1\ / j - t j> • M / 1 u y - . 5. : 7 ><- * UQi ^J^O^ >^t^«4«-»_2^-^i*a^^e*erzi. i'o stU-eU^J-je^oZVc t~. A*.

(20)

cJ^l^u^ _ i~ Lc~-i~ icJi

\l-~ O.ïbî A + l.i<-l

IHSUVKVUU.

Z-O lo C o Ù-0 (Pd /CZ-O / ? t / ^ o /£o /S'a Zoc Zlo Z y e 2 ^Q

fa 3 -5 Z • j ^ ^ ^ i ^ ^ ^ r v ^ \

V

\ r 1 ' — — i 1 " < * 1 1 i 1—• 1 l •—I T~

O Lo CtA &*> <Po /oo f£o /i^t> /6-o /(f o Z*>° l£° 2 <, t> zto

l^C»^K. sCKjsjLa. (A-CJ^J^O

(21)

Mets. i*~u*.i^it*£

<H

Y x o. z s " A + o.8à

. . . , - , • /.

" to iiso fa, #0 / 0 o /2x) / 6 c /t>o /tyc Zco Z i o JUr0 ^^ / * /

1 \

y

c •

y c <?. *,y * + (.12

• , , • 1 , , T " " r — , i " — , • , • r — ^ ' C V

e> Ce ^e> é^o &o Soo 'Zo /i*o /&t> SJo Z*o Zlo Z 4e. Lé0

(22)

^t^C^iz-Ci. u- ~u~~i^if.c^t

3

-f}

-i r- -i 1 1

r-Z-o i,o Ire So /Oo / Z - o /tj° '6o /&0 2*-o Z-2*> £ - * o

A ^ i

Ar

s -H 3 \ Z /

-.-L-^-^t

_ , 1 i r - •"i I "• ' i ' 1 " à - t o Cc £*> <ßt> ü^o J Z-* '9° /£-*> /<?* &<*o 22-c. Zi ft) ß ^ u - . .&C<r •

•**<^&~-c<£~f> A^/1 C^<J9 ^K*sóa~--t.

(23)

9 • 7 L -I l / -^—r — • i ,- P - - j—•-* 1 , • j ; , ,

r-* Zo 4 - o 6a t&c, 'eo /TO / y © /éo /J o loo Zt° 2 y0

lOu^i - i-i. u~~£^. Lc*J i

? ff Y Ù r . ¥ z / -e i—*•• , — • - — , , — " — , — • - • ,—**•—, — , — ^ , — , " — , , • ,

£> Z-c <-o 6-o L Ä J ' T / < 2 o / i * . /6x> f<to too t t o Z <c-^ *Sj./*..*f*,

/ /

(24)

3 - 'B^.a/rjJi Ho J-J

to l*o bv ff" i'o o lio /V '60 /â&

J •

/ •

7

•O-C-4- K ~ t*—f i - ï . "it-» W2*~ t

r * *

-^ Z<? -^«-» -^-o <So rto / . J o ' V o «"iéo / i P o

« • 0 0 O - i - ± — , — 1 _ £ 0 4^o <»» Ü7* / « O / ^ * ' V o ^ o / # £ 7

AF'

V" •> k.t*.,-C *«-zL_ i-c7ït^t + + / ff g . o _

O £<7 ^^ Ó o {f o /oo /£o /</* '6° S0O

t^tA—^t* U*-e<-m3£;.

4?

<T

(25)

btÂÂ. ui- U*~S*C L<J."t

— i , r — 1 ) 1 1 1 * 1 1—

Z^ iuo ùv <5k> Jac /lo /yo /6o /So fco

J*~t

iw. s^iT-cJii **ùt*sCt *y~*mJL C*~. LL—i~*2 -\ -+ + + + c le k*nrt. .

Lo 6* <ße Jo-e /Zo /£*> s6o /& 2*ec

•t — r •* —r—** — ; — * — r

-e> te ^> 6-* #0 /oc /Z*> /40 /60 /J>o 2*-*

S <-fCC-y/ 'T Lt / "r*

7

-h

J Icu^C. i*—<l^,fc'ÄL-^ H J -t --t -t I * r

-£<, <te 6*e cflo /C0 /Ze /Co /^9 /Jo Z&o fa*

ÂfU^

(26)

i*l*C-^£***<. - \i£t+:t J- i-7b* Wrijf 3 S \*~~~

f

on

7

—i —i 1 1 r - r - 1 " " 7 1 1—

Zo <,o 6 c do /oo /2*> /<<o / / o /tPo Z#x>

V

-

z-\ \

\

0 £c ^ éo Jo /co /-2-c 'vo 'ó« '<fo Zox?

^f^t^n-j. t~. t*^^J-c' t+^ t

3-* V • ' i • i

2« $•» <é«

- 1 T — - l 1 1 r

«f« /«<? /?«s /ç-o z^» /<Po Zoo

h

k**U- :t*~-t

—l 1 1 1 T 1 1 I \ V

t*o 4-« i&*> ipö /o o /Ze / £ » 'éo /c5>£> Ce o

•Jt

U*r*~*5p,

(27)

v\ J H

/H

tn,(Jskv<jL, . i~lfi^^^.--é.

-I 1

r-&o iiA> 6-» $>o /ao /Zv /te> /év /d>o

H

• f*-~**£i ItfriHs. t « , / L i k « - '(' 3 f • + , + t-t-Ä> -++-^ i-e J>° /to —i iT " " ' i — " — r JL» /u* /&v / / ? = i~£+<~sL<! îc-~,S-t. 'lt-^t / i 6\ <S 3 i \ + \ + Jct^Ji_ U—&-V.S<.~£~."t <H to <><P ^ e - / - ; ; o e / > » e o O /O e / 2 o —i r~ /Jo /;U~SZ

s>^

(28)

A-e-^*V-cc- i*jtc^i^.'t^t

+

-, , 1 1 « - * — | * » , r

(Po Se o /2*> / V c / ^ « ? /<>'o •Ce-o

/s^P^^^A

L^r^&U-t*.-\ '

2

? 1 1 " r ^ ^ ; , ! 1 1 1

-' Co t^o é>0 tf0 /0o /Zo /(/o / £ e '<?à> 2-4-"

• • • • • ' • V-rr~T* , *•*•*

-i 1 — i r

° Z*> 4-w &e (Po 'oo /Z*> "So séo /<Po Zo0

Ki*j£ _ u^t~f^~Lc^t-Z • + + +• + + +

•fis

fir

f 7 <-/ y - o-OS n. + e qqr „± f^» «*• f £ * (*-B So ^o **— ' ^ e '*-B '&o ^-o^ ~i r

/ % * M < t . o^o S Ât^/^o^i. 4+cA^+~°-c~f<^-t

St^S. sl~~cj vfi V,

(29)

»f é-ât-iACC. fcfc^Zi-w*-*. &•*• £

7-£ .

\/ - - e. 2 *./ A • l o f

- i 1 r- *?•

O 2*> <,* ào <5>o /oc 'ZJO /yo /éo /0 e Zoo ZZo Zfyo et-fiC*—tZ,

d°~j*

• - c*~£c>*% ***• Z^isc y \ Q -\ - i 1 r -T 1 — r

i? l*o t,o &e <9c /Off i^o /(•<? /éo /So Zoo ZLo CVo

/"7

z.

(30)

jl^rv«. . / L . ^ £c~£

VJT * o. 13b A. •*• -J7

X*> ^ e , £ - E > $<, t&0 /i^ A*> /ù-o /<Po l*o £*£e, Z ^ ,

a-4û £* êt t^f-t^t

4-)

lt><*~£- <~~~£<^^~£*-:t H i V | . e > J 3 « H

V» bo Po /to /i/o /éo /So £ « o Llo ti/o

/j-V

' / * • * - *

(31)

SI i T ( 1 tf) / W lil O 7 h l O a. UI O x 3 L. V O £ o O - n

°

r-o <•> m . o-J

(32)

rtllA/ksiri*' - »*v z L - * t / ' i ^ ' ï

ù, Slo tw Ito /tfo f 6B /ifio z » » 6

O. 4^1 / / / • £~ ^,'tu^ri. V -3 H 2 • \ « 2 O tfO é e —r (Sc

4*7

/e?o / Z o / ^ o /6Q /<9O ZOO

V>

/ • . »^g f^»-m^o

<T

(33)

w J i • X -1 • 0 ' ^- .. y? " y . y y y .. - '-—

to i/o (M> £Ç /et, / i e / y „ /4? /Po 2*f-o

<P 7 ? -| Y -J / -e>

J-Z*> <^> é~o <Po /ro / Z * /i^c S/L. y fie Z^O ad) J+~-*L<i A—

Si*

(34)

9) Dl O Q cc O O 2 i tij < > ce uj t: O o Z O

s *

o S _J a ÜJ > < cc u CC

(35)

**vc^Xf-e<. * ~ " — i r i t t - ^ t

J-v '

7

y r . 0.0 Cl IJ A. t L^i.

£j? £* <i-v d*> / W i 2>> /Us° 'v-° / S«> L&o Ito tç-o too £3o Joo l#o

^cc-to-, • IS-T tAXC - «*>» '*C^^t, Z*-*-' £ + o.o j i ( X + I O l . 3 -•2 J e -i. *£•£- —i r—

/o <U> ó-» <?o /*£<? / i o / ^ « / Ä O /rf'o zao t-2' 2<*o L6~ S9o <,PO ific

p u k 7 /& j^-fj^i e-f-c£c^ _ **-o-e-i^«{

/ /

' b£o^£ «

(36)

7-w • 3 i -/ • tt*n>-i. i ^ ii^.i^u^.t-• ii^.i^u^.t-• ii^.i^u^.t-• • ) » i i ••• , ... , . , 1 1 — • y i o.o i s A -t i.o i • T - ' 1 ' - I

rr

' ^ ^ i — • — i — • — i

£0 Lo én? $0 toe /U> /</£? /So /$& <L*t? 2lO £40 t^£> ZtPo Z+o Sfa 4oo t/z*.

Otsfos-CA « - n +C9 t***-ê*.mj& 7' 6s - vj - z-/ • k*>L-• ' " r ^i ^•i^tc^i • • ' • < ' ' ' 1 '•••"•• • •'•—•-'"=—r-^

h

H

-y ^ - ft. o . 3 S " i > - + 1. Ui . . . ^/-/ 1 | 1 j î 1 1 1 £r*' ' 1 1 — — • r

a f K+ ù*> 60 /* Il*o /\^> /éo /<?e> Zoo lia Ztfi t&o 2 £o J ot> jfi0 C/OO ÇZ s

•fa /*-* *&o **' * - « - ^

k IJ- <r<*-f x^<r»^ôCc^ _ / L - w K » /

^-t-d i~Ucu~Uù

'7

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een kleine groep patiënten komt in aanmerking voor een chirurgische behandeling (je arts bespreekt dit met jou op de raadpleging).. Dit is aanvullend op de conservatieve

Uit de relatie tussen opbrengst in vers gewicht, waterverbruik en gemiddelde vochtspanning van de grond blijkt, dat indien een uitdrogingsgrens van p F 2,6 of hoger

doende ervaren. De operationele knelpunten kenmerken zich doordat deze in de uitvoering zijn op te lossen. De regelgeving hoeft hiervoor niet te worden aangepast maar alleen juist

bekleede functies 40.. Het Bestuur van het „Nederlandsch Instituut van Land­ bouwkundig Ingenieurs&#34;, dat het initiatief tot deze uitgave nam, beoogt vooral degenen,

Outpatient cases: ILI and ILI laboratory confirmed Inpatient cases: admissions for influenza and pneumonia Deaths from influenza and pneumonia Current vaccine uptake

Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van de evolutie van de uitgaven op het niveau van de 9 grote budgettaire rubrieken in de documenten C (waarbij C1 verder wordt uitgesplitst)

De specialist mode/maatkleding rekent uit hoeveel hij van welke middelen moet gaan pakken, waarna hij bij het patroon de materialen verzamelt in de juiste kwaliteiten, kleuren

De reeks publicaties “SOBANE – STRATEGIE Beheer van beroepsgebonden risico’s” heeft als doel deze strategie kenbaar te maken en aan te tonen hoe de strategie kan worden toegepast