• No results found

Energiemonitor Glastuinbouw

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Energiemonitor Glastuinbouw"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De Energiemonitor glastuinbouw

Tussen de Nederlandse glastuinbouw en de Nederlandse overheid is in 2014 de

Meerjarenaf-spraak Energietransitie Glastuinbouw 2014-2020 gemaakt. Hierin staat de CO

2

-emissie centraal.

Het doel voor 2020 is een maximale totale CO

2

-emissie van 6,2 Mton. Door het akkoord van

Pa-rijs uit 2015 zal de uitstoot van broeikasgassen na 2020 verder omlaag moeten.

Om het doel in van de Meerjarenafspraak te bereiken, werken glastuinbouw en rijksoverheid

samen in het programma Kas als Energiebron (

www.kasalsenergiebron.nl

). In opdracht van de

Stichting Programmafonds Glastuinbouw/LTO Glaskracht Nederland en het ministerie van

Econo-mische Zaken kwantificeert en analyseert Wageningen Economic Research jaarlijks de

ontwikke-ling van de energie-indicatoren CO

2

-emissie, energie-efficiëntie en aandeel duurzame energie in

de glastuinbouw. Hiervoor worden de energiebalans en de fysieke productie in kaart gebracht.

Voor deze

Energiemonitor Glastuinbouw

is een systematiek ontwikkeld waarin sectordeskundigen

een reeks van informatiebronnen combineren. De methode is vastgelegd in een

protocol

.

Het verzamelde datamateriaal en de opgebouwde expertise vormt ook een basis voor ander

gere-lateerd onderzoek zoals:

-

Groei elektriciteitsconsumptie glastuinbouw; Hoe verder?

-

Sociale dynamiek in Het Nieuwe Telen

-

Energiebelasting in de glastuinbouw in Noordwest-Europa

-

Evaluatie energiebelastingtarief glastuinbouw; Vergelijking met energie-intensieve industriële

sectoren

Contact

Wageningen University & Research

Postbus 29703

2502 LS Den Haag

www.wur.nl/economic-research

Nico van der Velden

Onderzoeker Energie & glastuinbouw

T +31 (0)70 335 83 58

E

nico.vandervelden@wur.nl

Energiemonitor

glastuinbouw

januari 2017

Nico van der Velden

(2)

2010

8,1 Mton

2015 5,7 Mton Doel 2020

CO

2

-emissie glastuinbouw

na sterke daling in 2010-2014

in 2015 gelijk gebleven

Afname verkoop

electriciteit Kleiner areaalkassen Toename gebruik

duurzame energie Daling

energie-gebruik teelt

Daling energiegebruik teelt

Toename gebruik duurzame energie

Afname verkoop elektriciteit

Kleiner areaal kassen

In de kassen is energie vooral nodig voor verwarming (warmte) en belichting (elektriciteit). Door onder andere toename van de belichting nam het energiegebruik toe en tegelijkertijd werd energie bespaard. Per saldo is tussen 2010 en 2015 het energiegebruik per m2 kas met 7% gedaald en de tuinbouwproductie per m2 met 8% toegenomen. Door de vermindering van het energiege-bruik per m2 daalde de CO

2-uitstoot met 0,41 Mton.

1,50 1,00 0,50 0

2010 2015

Daling energieverbruik per m

2

teelt (GJ)

1,18

1,10

In de periode 2010-2015 nam het gebruik van duurzame energie in de Nederlandse glastuinbouw toe met 110%. Hierdoor daalde de CO2-uitstoot met 0,15 Mton. Duurzame energie bestaat uit aardwarmte, zonnewarm-te, biobrandstoffen en de inkoop van duurzame energie. Aardwarmte is de grootste duurzame bron en is sterk toegenomen door projecten op grote glastuinbouwbe-drijven en van tuinderscollectieven.

6

0

Aard-warmte warmteZonne- brandstofBio- groene energieInkoop

Toename duurzame energie (PJ)

48%

16%

12%

24%

2,4

2010 2015

5,0

De Nederlandse glastuinbouw produceert op grote schaal warmte en elektriciteit met warmtekracht installaties op aardgas. Bij deze vorm van elektriciteitsproductie wordt de vrijkomende warmte gebruikt voor de kasverwar-ming. Naast eigen toepassing wordt de elektriciteit voor een groot deel verkocht. Door de lage stroomprijs is het minder aantrekkelijk om elektriciteit te produceren waardoor in de periode 2010-2015 het aantal door de tuinders verkochte kilowatturen daalde van 8,4 naar 5,2 miljard. Dit komt overeen met een reductie van de CO2-uitstoot van de glastuinbouw met 0,88 Mton.

2010 2015

Afname verkoop electriciteit (miljard kWh)

8,4

5,2

Het totale areaal kassen nam in de periode 2010-2015 af van 10.307 tot 9.206 hectare. Dit kwam onder andere door de economische situatie. Deze daling van zo’n 11% leidde tot een reductie van CO2-uitstoot met 0,56 Mton.

2010

2015

Kleiner areaal kassen

10.307 hectare 9.206 hectare

De Nederlandse glastuinbouw ligt op koers om haar doelen voor CO2-uitstoot in 2020 te realiseren. In de peri-ode 2010-2015 daalde de uitstoot met 30% van 8,1 tot 5,7 Mton. Daarmee ligt de CO2-uitstoot 8% onder de maximale uitstoot van 6,2 Mton in 2020. Ook als dit wordt gecorrigeerd voor het warme jaar 2015 ligt de uitstoot onder het doel voor 2020.

Sinds 2010 is de CO2-uitstoot, gecorrigeerd voor de buitentemperatuur, gedaald met 2,0 Mton. De totale CO2-uitstoot ligt in 2015 16% onder het niveau van 1990 en daarmee loopt de glastuinbouw voor op de landelijke ontwikkeling (+9%). Dit blijkt uit de Energiemonitor Glastuinbouw van Wageningen Economic Research, voorheen LEI Wageningen UR.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

broeimest met zwavel voor de teelt van komkommers, nog invloed uit­ oefent op de ontwikkeling van de sla welke na de komkommers op deze dom- mest wordt

Hier gaat Vermij net te kort door de bocht in zijn poging klare lijnen te schetsen. Het is echter de welbekende uit- zondering die de

39.. Tabel 6 geeft een overzicht van de benodigde tijd voor het voeren van meel en water al dan niet gemengd. Dit is niet alleen ver- oorzaakt door het mengen, doch ook door

Eerstejaars N-werking in achtereenvolgende snedes van de minerale N fractie (Wm, kg N per 100 kg toegediende Nm) van rundveedrijfmest in afhankelijkheid van de

Op grond van deze resultaten kan voor een kweekeenheid met een gegeven waterdoorstroming de maximaal door karper te verwerken hoeveelheid voeder per dag worden uitgerekend met

Hierbij moet worden opgemerkt, dat bij de monsters die gefiltreerd zijn over een membraamfilter niet meer het totaalfosfaatgehalte wordt bepaald, maar het zo genoemde

- Bereidt ondergronden voor volgens de gestelde kwaliteits- en productiviteitsniveaus, controleert tijdens en aan het eind van zijn werkzaamheden het resultaat en lost problemen

Also, there’s an absolute need to define which are the communication policies, the need to organize symposia,…In general, for important oncology questions/discussions such as on