• No results found

Systematics and biostratigraphy of holoplanktonic Mollusca from the Oligo-Miocene of the Maltese Archipelago

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Systematics and biostratigraphy of holoplanktonic Mollusca from the Oligo-Miocene of the Maltese Archipelago"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AFZETTINGEN WTKG 33(4), 2012 78

Voor U

gelezen

Sylvia

Verschueren

Komtu

boeken,

artikelen websitestegenwaarvanu

denkt,

datzou interessant kunnen

zijn

voor

mijn

mede-WTKG-ers, stuuruw

bijdrage

in! Commentaaren

suggesties

kunt

usturennaar

Sylvia,

e-mail:

verschueren.sylvia@xs4all.nl.

Systematics

and

biostratigraphy

of

holoplanktonic

Mollusca from the

Oligo-Miocene of the Maltese

Archipelago

Arie W. Janssen

(2012).

Bollettino del Museo

Regionale

diScienze Naturali- Torino. 28

(2):

197-601.

In de

inleiding

gaatArie kort in op het

belang

van

holo-planktonische gastropoden

en

speciaal

de

Pteropoden

(vleu-gelslakjes, tegenwoordig

Thecosomataen

Gymnosomata)

in de

stratigrafie. Zij

komenvoorsinds hetLaat

Paleoceen, zijn

zeer

soortenrijk

in het Mioceenmetzelfsmeersoortendan heden voorkomen.

Zij

hebbeneen zeerdunne

schelpwand

die uiterst breekbaar is enbovendien uit het

makkelijk

op-losbare

aragoniet

bestaat. Hun fossilisatiekans is

gering, bij

ontkalking

vande

afzettingen blijven

alleen hun

steenker-nen over endat is dan ook het materiaalwaarmee wehet vaakmoeten doen. In het mediterrane

gebied

en

speciaal

op Malta

zijn

nagenoegalle

pteropoden

fossiel als fosforiet- of limoniet-steenkemenbewaard

gebleven.

Als

planktonische

organismen

hebben

zij

meestaleengrotere

verspreiding

dan benthonischewat ze

geschikter

maaktvoor

gebruik

in de

stratigrafie.

Onder de

planktonische

fossielen die in de

stra-tigrafie gebruikt

worden zoals coccolieten,

planktonische

foraminiferen,

radiolariaen

dinoflagellaten

is deze breek-baarheideenvoordeel. Als fossiel ‘overleven’

zij nauwelijks

transporteneventueeltransportvandezesteenkemenis door

afslijting

ervanwelteonderscheiden. Andere

planktonische

fossielen kunnen

nogal

eenstransport

vrijwel onbeschadigd

overlevenen zoop secundaire

vindplaatsen

terechtkomen

ende

stratigraaf

in

problemen brengen.

Onder materiaalen methodes

legt

Arie uitwat de beste methode isomfosforietische fossielenmetmierenzuurof

goedkoper

met

azijnzuur

uit de kalk te concentreren. Een

compleet

overzicht

(60 pagina’s)

vanalle op Malta bestu-deerde

locaties, voorafgegaan

dooreenoverzichtvan de Maltese

geologie

en

stratigrafie lijkt mij

een zeer bruik-bare

gids

voor

diegenen

die Malta als

fossielenvindplaats

willen bezoeken. Dater meer tevinden is dan alleen

ho-loplanktonische gastropoden

kunnen welezen ineen

Ap-pendix

metkorte informatieoverandere fossielen uit deze

ontsluitingen.

Deauteur is wél bekend in WTKG

kringen

als auteurvan

belangrijke

determinatiewerkenvoor onzetertiaire mollus-ken zoals

zijn

Miste

bijbel

uit 1984 Molluskenuithet

Mio-ceen van

Winterswijk-Miste

ceen van

Winterswijk-Miste

en

zijn belangrijke bijdragen

aan

de

publicaties

overdefossiele

schelpen

van onzestranden. Sinds

begin tachtiger jaren

heeft

hij

zich

gespecialiseerd

in de

holoplanktonische gastropoden.

Dat

zijn slakjes

die zich hun hele levenennietalleen als

larfje

in het

plankton

ophou-den. In de tertiaireenkwartaire

afzettingen

inenrond Ne-derlandkomendeze niet

algemeen

voor; ook oponze stran-den

spoelen

recente

exemplaren

slechts zeldenaan.Het

zijn

meeropen zee

organismen

enhun dunne

schelpjes

hebben

weinig

kans

gepreserveerd

teworden inonze

kustnabije

vaak

zandige afzettingen:

in hetMiste materiaalwarenzealleen te verzamelen door het

uitkloppen

vangrotere

gastropoden.

Vanaf 1984 verschenen

zijn

artikelenoverdeze

holoplank-tonische

gastropoden

in diverse

tijdschriften

waaronder ook

de

Mededelingen

vande WTKG enContributionsto

Ter-tiary

and

Quartemary

Research. Voor

holoplanktonische

gastropoden

bleken de tertiaire

afzettingen

in het

Middel-landse

Zeegebied

ideaalen eenbezoekaanMalta leiddetot

een

verhuizing

vanArie daarheen.

Hij

wist het aantal terti-airetaxadaar

gevonden

sindsdientevermeerderenvan1tot 85! Uitde

literatuurlijst

waarin 40

publicaties

met.Janssen als eersteauteurkunnenwezien dat

hij

zich niet

beperkt

heefttotde Maltese

afzettingen

maardievanhet hele

Mid-dellandse

Zeegebied

bestudeerde inmuseacollectiesenin het veld. De hier

besproken publicatie

vormthet

voorlopi-ge sluitstukvan

zijn

onderzoek op Malta.

(2)

AFZETTINGEN WTKG 33(4),2012 79

De

systematische beschrijving

vande

holoplanktonische

gastropoden

vormt

natuurlijk

de

hoofdmoot,

85taxa

wor-den hier in

bijna

200

pagina’s tekst, aangevuld

met20

pla-ten

tekeningen (alle

vandeauteur)en6

platen

SEM foto’s

behandeld.Onderhetbestudeerdemateriaal

speciaal

vande

fijnere

fractie bevonden zich

nogal

wat

protoconchen

van

pteropoden.

Deze gaven de

nodige problemen bij

het op

naam

brengen.

Extra

probleem hierbij

is-zoals ikuitdeze

publicatie

leerde- dat

waarschijnlijk

alle ‘naakte’

pteropo-den,

de

Gymnosomata,

nauitkomen uit het ei enkele

dagen

als larve een

schelpje

hebben dat

afgegooid

wordt

bij

de metamorfose.Arie

beschrijft

14typeslos

gevonden

proto-conchenvanThecosomatadie

hij

niet totopdesoortkon determineren. Daarnaast nogeens 5

Gymnosome

larvale

schelpjes

waaraan

hij

eennaam

geeft

en11 die alleen als

afzonderlijke

typesworden beschreven.

Duidelijk

is datop

het terreinvande larvale

schelpjes

van

Gymnosomata

nog veel werk teverrichten valt: vanslechts 3recente soorten

zijn

de larvale

schelpjes

beschreven! Grootste

probleem

is dat daarvoor deze naakte

pteropoden

ineen

aquarium

ge-kweektmoeten

worden,

datgaatmet fossiele

Gymnoso-mata

natuurlijk

niet. Ook

bij

derecente

Gymnosomata

is ditsoortonderzoekna

pionierswerk

van Lalli & Conover

in de 1970’s nietmeeropgevat.Voor

dergelijk ‘onnuttig’

fundamenteel,

bewerkelijk

en

gespecialiseerd

onderzoek is

tegenwoordig

geen

tijd

en

geld

meerbeschikbaar.

De hierna

volgende ‘range-charts’

geven het voorkomen

vande 85taxa in de verschillende

opeenvolgende lagen

op

Maltaaan. In deze kaartenstaan

getallen

die

kennelijk

het aantal

gevonden exemplaren

aangeven,maarniet

duidelijk

werdmewat datnu

eigenlijk

zegt:inhoeverre is zo’n ge-tal

afhankelijk

vandegroottevanhet monster, de

zoektijd

enz. Zou hier niet hetpercentagevanhet totaalmeer

zeg-gen?

Maar daarvoor

lijkt

de manier waarop demonsters

zijn uitgezocht ongeschikt; volgens

de methode sectie werd de fractietussen 100en250 pm slechts

gedeeltelijk

uitge-zóchtenhoe de fractie >250 pm werd

uitgezocht

vermeldt deauteurniet. Bovendien werdeen

gedeelte

van het

ma-teriaal los inhet veld

verzameld,

maarmisschien niet ge-bruiktvoorde

‘range-charts’?

Datwenooitexactkunnen vaststellenwatde echte rangevan eensoortin de

tijd

was is

allang

bekend

bij stratigrafen,

wekunnen alleen de

strati-grafischc

rangevan

gefossiliseerde exemplaren

meten.Hoe

wedatstatistisch verantwoordkunnen doen is onder

an-dere

jaren geleden

al

goed

aangegeven in Alan B. Shaw’s Time in

Stratigraphy

(1964).Het kostteme

enig

nadenken watde

opmerking

vlaknadetekst

bij

deze kaarten “First

occurences are indicated in white(m=>

100)”

beteken-de. Hier iseenkommana ‘white’vergetenom aante

ge-vendat de

opmerking

tussen

haakjes

nietsmethet ‘eerste voorkomen’temaken heeft. Met

behulp

vandeze eerste voorkomens van taxa kon een

biozonering

van het

Mal-tese

Oligo-Mioceen opgesteld worden,

dieweerte

verge-lijken

vielmet dievanhet hele mediterrane

gebied

enhet Noordzeebekken.

Tenslotte lezenwe dat Malta beroemd isom

zijn

megalo-don

tanden,

maardat deauteur in 18

jaar

slechts één

gaaf

exemplaar

enenkelemeer

fragmentarische Megaselachus

megalodon

tanden vond. Wel

schrijft hij

dat haaientanden in het

algemeen

helemaal nietzeldzaam

zijn

op Malta.

Hij

had zelfs kunnen vermelden dat

zij jarenlang

een

belang-rijk exportproduct

warenin de

tijd

datmen

heilig geloofde

dat het

Glossopterae (tongstenen,

slangentongen)

waren.

In Bert

Sliggers’ alleraardigste boekje

Dino’senDraken.

Fossielenin

mythen

en

volksgeloof (2006,

Toth

Bussum),

uitgegeven bij

de

gelijknamige tentoonstelling

in

Teylers

Museum,lezenwedat

apostel

Paulus in 60naC.

schipbreuk

leed opMalta.

Hij

werd daarin

zijn

hand

gebeten

dooreen

adder die uit de takken

kroop

die

gebmikt

werdenvoor een

vuur omde

schipbreukelingen

te verwarmen.

Hij gooide

de adder in hetvuur enoverleefde de beet;

hij

moestdus weleen

god zijn.

Om de

slangen

testraffen

zorgde

Paulus

ervoordatzehun vermogen

gif

temakenverlorenendat

huntongenversteenden. Tot in de 20eeeuwwerden

Mal-tese

slangentongen

geëxporteerd

als

antigif. Gedoopt

in

een

mogelijk gif

bevattend

glas wijn

maakten

zij

dit

gifvrij!

Arie Janssen’s

publicatie

iseen

prima bijdrage

aande

ken-nis van de fossiele

holoplanktonische

gastropoden.

De

vaststelling

van de

pteropoden

biozones op Maltaende correlatie daarvanmet die in het hele Middellandse

Zee-gebied

enhetNoordzeebekkenmaakt heteen

belangrijke

bijdrage

aan de

stratigrafie

vanhet Tertiair. Het

tijdschrift

is niet online

beschikbaar,

maar

geïnteresseerden

kunnen

een

pdf bij

deauteuraanvragen.

Gerhard+C.Cadée■,NIOZTexel. e-mail: Gerhard.

cadee@nioz.

nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The H arkless Form ation conform ably overlies the Poleta Form ation.. Extraocular areas approxim ately tw ice the w idth of interocular areas. Preglabellar field short

Small businesses are important to the future of the South African economy and emphasis should, therefore, be placed on how to assist with their development. The Section 12E

Parent companies have control over the production, technology and marketing activities of South African automobile manufacturers (Black, 2000: 405)... The portfolio provides

An investigation into the influence of minerals and other intrinsic coal properties influencing the moisture adsorption and desorption properties of South African fine coal

comes into the equation. The fact that all networks relies on different levels of human intervention serves as motivation that it can serve as antecedents to its

• Begin van 'n les deur hersiening en aansluiting by die voorkennis van leerders. • Bekendstelling met en inleiding van 'n nuwe tema. • Ontsluiting van nuwe

Thus, the South African health care companies in the private sector as well as public entities are le- gally obligated to comply with the anti-corruption provisions of the

We show that a Beurling type theory of invariant subspaces of noncommutative H 2 spaces holds true in the setting of subdiagonal subalgebras of σ-finite von Neumann algebras..