• No results found

Computer models in bedside physiology - Nederlandse samenvatting

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Computer models in bedside physiology - Nederlandse samenvatting"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Computer models in bedside physiology

Zhang, Y.

Publication date

2013

Link to publication

Citation for published version (APA):

Zhang, Y. (2013). Computer models in bedside physiology.

General rights

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.

(2)

General

summary

125

Nederlandse samenvatting

Computermodellen bij Fysiologie aan het ziekbed

Computermodellen kunnen worden toegepast in gevallen waarin dat nuttig en nodig is voor  klinisch onderzoek, bijvoorbeeld:  1. Wanneer het onmogelijk is om bepaalde experimenten ‘in het echt’ uit te voeren;  2. Wanneer de experimenten moeilijk herhaald kunnen worden onder steeds dezelfde  omstandigheden;  3. Wanneer de experimenten bijzonder duur zijn;  4. Wanneer een nieuwe kijk op het probleem kan worden gegeven.  Aan de hand van een aantal onderzoeksvragen kunnen de bevindingen van de 5  experimentele hoofdstukken van dit proefschrift worden samengevat:  Vraag 1: Welke techniek voor ‘hartmassage’ (CPR) geeft het beste hartminuutvolume (HMV)?  In hoofdstuk 2 wordt een computermodel van de stilstaande circulatie (na hartstilstand)  geïntroduceerd. Met dit model werden de effecten van 5 mogelijke technieken van CPR  vergeleken. De hier getoetste technieken zijn: alleen thoraxcompressie (CO‐CPR), actieve  thorax compressie‐decompressie (ACD‐CPR), alternerende borst‐buik compressie (IAC‐CPR),  CPR met gebruik van een speciale hefboom (“Lifestick”‐CPR) en CPR met toepassing van een  set computer‐opblaasbare balgen rond kuiten, bovenbenen en onderbuik (EECP‐CPR). In het  model gaf Lifestick‐CPR de beste resultaten, kijkend naar HMV en de doorstroming van hart  en hersenen. Hierbij stelden we ook vast, dat het zeer belangrijk is om compressie van borst  en buik te combineren, dus bij een hartstilstand buiten het ziekenhuis zou ACD‐CPR, toe te  passen door 2 reddingswerkers samen, de beste resultaten geven, omdat dit ook kan zonder  apparatuur.  Vraag 2: Als we het hartminuutvolume dan zo kunnen verbeteren door deze niet‐standaard  technieken, waarom beveelt de officiële richtlijn dan nog alleen maar CO‐CPR aan?  In hoofdstuk 3 zijn de effecten van CPR nauwkeuriger gemeten: niet alleen maar HMV en de  doorstroming van belangrijke organen (hart, hersenen), maar ook de druk in de longen.  Daarbij vonden we, dat opvoeren van het HMV door steeds meer druk op thorax en  buik/onderlijf, een gevaar vormt voor de longen. Er wordt hierbij een groot bloedvolume in  de borstholte samengebracht, maar de druk die wordt opgebouwd om de grote circulatie te 

(3)

Chapter 7

126

doorstromen, heerst ook in de longen, waarvan de haarvaten in open verbinding staan met  de buitenlucht. Wanneer deze druk niet wordt beperkt, kan er acuut longoedeem optreden.  Het is dus zaak om de druk op borst en buik nauwkeurig te doseren om dit te voorkomen.  Mogelijk is deze complicatie er de oorzaak van, dat CO‐CPR bij klinische evaluaties nog steeds  als voorkeursmethode naar voren komt.  Vraag 3: Kan meting van de ademhalingsgerelateerde variaties in polsdruk (PPV) voorspellen  hoe een patiënt reageert op extra vloeistof via een infuus?  In hoofdstuk 6 wordt de relatie tussen PPV en veranderingen in het circulerend volume getest,  zowel in (wakkere) proefpersonen als in een computermodel. We stelden vast, dat onder  computer‐gesimuleerde anesthesie PPV een goede maat is voor de vullingstoestand van het  (gezonde) hart. Maar bij de wakkere patiënt/proefpersoon vertoont de PPV veel meer  variaties, vooral onder invloed van het autonome zenuwstelsel. Daardoor is ook een lange  meetperiode noodzakelijk om tot een betrouwbare PPV‐schatting te komen.  Vraag 4: Welke meetmethode voor slag‐op‐slag hartritme variaties (HRV) kan aantonen dat  de toestand van een patiënt verslechtert, zelfs wanneer deze bètablokkers gebruikt?  In hoofdstuk 4 worden hartslag en HRV in staande toestand vergeleken met de liggende. Dit  is gebruikt als ‘model’ om een meer sympathische toestand op te wekken in patiënten met  stabiel hartfalen die o.m. met bètablokkers werden behandeld. We stelden daarbij vast, dat  de gemiddelde hartslag, de standaarddeviatie enkele andere klassieke parameters (zoals  rMSSD en pIBI50) deze verandering wel aantoonden, maar enkele in de literatuur  nieuw‐voorgestelde (‘niet‐lineaire’) parameters niet.  Vraag 5: Is de activiteit van het autonome zenuwstelsel bij patiënten met het syndroom van  Brugada (BrS) aantoonbaar anders dan bij gezonde proefpersonen? Zo ja, in welk opzicht?  In hoofdstuk 5 vergeleken we een groot aantal cardiovasculaire parameters in BrS‐patiënten  met die van een gezonde controlegroep. De meting in de liggende toestand leverde vrijwel  geen verschillen op. Maar bij sympathische stimulatie door de staande stand vonden we dat  een subgroep van de patiënten minder toename van sympathische activiteit vertoonde. Dit  zou bij hen makkelijker tot vasovagale collaps kunnen leiden of zelfs tot ventrikelfibrilleren.   

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Welke taken en bevoegdheden van de politie worden door Nederlandse gemeenten in de praktijk (mede) uitgevoerd door andere veiligheidsactoren.. De onderzochte gemeenten

The village heads had just received news that from January 2016, women needed to pay for maternity services in the nearby health centre, run by the Christian Health Association

These results show that two years after the income change, children from families who lost the transfer are still undernourished and that the strong effects of negative income

Next, intake counselors assessed clinical characteristics using the European version of the Addiction Severity Index (EuropASI) 5th edition (Kokkevi & Hartgers, 1995).

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly

Om de onderzoeksvragen van deze studie te beantwoorden, is een literatuur- search uitgevoerd door middel van gerichte zoekopdrachten in een aantal databases en is tevens

De plaatsen zijn bedoeld voor jongens uit de 31 grootste gemeenten (de G31-gemeenten) die voldoen aan de landelijke definitie van jeugdige veelpleger.. Dat wil zeggen: ‘een

Zoals uit de bovenstaande uiteenzetting blijkt, treden sommige effecten van lang(er)e doorlooptijden bij alle zaakstypen op: meerwerk door procesvertegenwoordigers, of minder