H .2 9 1 3 5 8 .0820
Lokalisatie van de
afwijking
in de borst
met een kleine
2
Inleiding
Er is een afwijking in uw borst gevonden. Omdat deze te klein is om te voelen wordt er een kleine radioactieve jodiumbron ingebracht. Zo kan de chirurg tijdens de operatie met een stralendetector de jodiumbron in de afwijking opzoeken. De operatie vindt op een later tijdstip plaats.
Behandeling
Onder echogeleide of mammografische stereotactie (röntgen) wordt een kleine radioactieve jodiumbron (4 mm) op de precieze plaats in uw borst gebracht. De jodiumbron geeft een lage dosis straling af, dit is niet schadelijk voor uw gezondheid en uw omgeving.
Tijdens de operatie spoort de chirurg met een stralendetector de jodiumbron op. De afwijking met hierin de bron wordt dan verwijderd.
Wat neemt u mee en hoe checkt u in?
Neem een geldig identiteitsbewijs (paspoort, rijbewijs, ID-kaart of vreemdelingenkaart) mee.
Met uw identiteitsbewijs dient u bij de incheckzuil in te checken en uw gegevens te controleren.
Let dus goed op de juistheid van uw gegevens en wijzig die zo nodig.
Nadat uw gegevens gecontroleerd zijn, ontvangt u via de incheckzuil een afsprakenticket met daarop de instructies over uw afspraak/afspraken en de route(s) ernaartoe.
De ingreep
De radiologisch laborant haalt u op uit de wachtkamer en brengt u naar de onderzoekskamer. U doet uw bovenkleding uit.
De ingreep duurt ongeveer 20 - 45 minuten (afhankelijk welke methode er gebruikt wordt) en wordt uitgevoerd door een radioloog, een nucleair werker en een radiologisch laborant.
3
Er zijn twee methodes om de jodiumbron in te brengen.
Welke methode gekozen wordt, is afhankelijk van de afwijking in uw borst.
Methode 1: Inbrengen met echografie
Met behulp van echografie (geluidsgolven) wordt de juiste plaats van de afwijking bepaald.
De plaats van prikken wordt verdoofd.
Er wordt met een dunne naald, waarin de jodiumbron zit, in de borst geprikt.
De jodiumbron wordt voorzichtig uit de naald geschoven in de afwijking; de naald wordt daarna weer teruggetrokken. Met de stralendetector wordt gecontroleerd of de bron in de
borst zit.
Het wondje wordt met een pleister afgeplakt.
Aansluitend worden twee röntgenfoto’s gemaakt van uw borst.
Methode 2: Inbrengen met mammografische stereotactie
Bij deze methode wordt gebruik gemaakt van de mammograaf. De laborant legt uw borst op het toestel en drukt deze aan
met een speciaal plaatje.
Om de plaats van de afwijking te bepalen worden er twee opnames gemaakt. Het is belangrijk dat u daarna stil blijft zitten.
De plaats van prikken wordt verdoofd.
Er wordt met een dunne naald, waarin de jodiumbron zit in de borst geprikt.
De jodiumbron wordt voorzichtig uit de naald geschoven in de afwijking; de naald wordt daarna weer teruggetrokken. Het wondje wordt met een pleister afgeplakt.
Met de stralendetector wordt gecontroleerd of de bron in uw borst zit.
Aansluitend worden twee röntgenfoto’s gemaakt van uw borst.
4
Na de ingreep
De kleine radioactieve bron blijft in uw borst zitten en wordt tijdens de operatie samen met de afwijking verwijderd.
Pijn
De plek waar geprikt is, kan gevoelig zijn.
Naar huis
Na de ingreep gaat u naar huis. U kunt zelfstandig aan het verkeer deelnemen.
Afspraak
De operatie zal op een andere dag plaatsvinden. U heeft hiervoor al een afspraak ontvangen.
Vragen
Als u nog vragen heeft over de ingreep, neem contact op met de afdeling Radiologie van maandag t/m vrijdag van 08.00 uur tot 12.00 uur en van 13.00 uur tot 16.30 uur.
(0523) 276530
Voor overige vragen neemt u contact op met uw behandelend arts, die het onderzoek heeft aangevraagd.
