Sterilisatie van een vrouw
met een
kijkoperatie
H .4 1 0 2 0 .0 9 2 03 Inleiding
Wanneer u zeker bent dat u geen kinderen (meer) wilt krijgen, kunt u een sterilisatie ondergaan. Een sterilisatie is een definitieve vorm van anticonceptie. Dit gebeurt bij een vrouw met een kijkoperatie. De gynaecoloog zal dan de eileiders dicht maken of verwijderen. In deze folder kunt u lezen wat een sterilisatie is en welke
mogelijkheden van sterilisatie er zijn. Wat is een sterilisatie?
Een sterilisatie is een definitieve vorm van anticonceptie. De kans om hierna nog zwanger te worden is zeer klein. Het is dus heel belangrijk om voor uzelf de keuze te maken of u geen kinderwens meer hebt.
De gynaecoloog zal tijdens de operatie de eileiders dicht maken of verwijderen. Op deze manier kunnen de eicel en de zaadcellen niet meer bij elkaar komen. De eierstokken en de baarmoeder blijven intact. Dus ook na de ingreep zult u uw eigen menstruatie cyclus behouden.
Voordelen van een sterilisatie?
Een sterilisatie is een definitieve vorm van anticonceptie. U hoeft hierna dus geen andere methoden meer te gebruiken om een zwangerschap te voorkomen, zoals de pil of een spiraaltje.
Sterilisatie is een heel veilige methode omdat u niet zelf regelmatig aan anticonceptie hoeft te denken, zoals bij het innemen van de pil.
Een sterilisatie is mogelijk tijdens een geplande keizersnede, als u dit van te voren heeft besproken met de gynaecoloog. U hoeft hierdoor niet een extra operatie te ondergaan. U houdt uw eigen hormoon spiegels, en hoeft dus geen
anticonceptie met hormonen meer te gebruiken.
Nadelen van een sterilisatie?
Een sterilisatie geeft helaas geen 100% garantie dat u niet zwanger kunt worden. Heel soms kan een vrouw toch
4
zwanger worden als de sterilisatie niet goed is uitgevoerd of als het lichaam de afgesloten eileider weer herstelt. Dit gebeurt bij ongeveer 1 op de 200 vrouwen. Deze kans op een zwangerschap is veel lager dan bijvoorbeeld bij de pil of een spiraaltje.
Een sterilisatie is een definitieve vorm van anticonceptie. Heel soms krijgen vrouwen spijt van de operatie. Herstel operaties van een sterilisatie zijn vaak moeilijk en de kans dat u hierna weer vruchtbaar bent, is niet groot.
De sterilisatie gebeurt tijdens een operatie. Elke operatie heeft een kans op complicaties. Gelukkig is de kans bij deze ingreep heel klein. Meer hierover kunt u lezen in de folder ‘Laparoscopische verwijderen van eileiders en/of eierstokken met cysten’.
Er zijn kosten verbonden aan deze ingreep. Mogelijk
vergoedt uw zorgverzekeraar dit niet. Het is van belang dat u dit navraagt bij uw verzekeraar. Als u een sterilisatie uitvoert tijdens een keizersnede geldt een lager tarief. De kosten van de sterilisatie kunt u opvragen bij de afdeling Patiënten administratie.
Kijkoperatie
De meest gebruikte methode is via een kijkoperatie. Dit heet ook wel een laparoscopie. De gynaecoloog maakt een sneetje in de navel waardoor de gynaecoloog een camera in de buik brengt. Ook zal de gynaecoloog 1 of 2 sneetjes onder in de buik maken waardoor hij of zij instrumenten in de buik kan brengen. Tijdens de operatie zijn er verschillende vormen van sterilisatie mogelijk. U bespreekt op de polikliniek met de gynaecoloog welke optie u graag wenst. De 2 opties zijn:
Clips plaatsen op de eileiders. Hierdoor sluiten de eileiders af. De methode is betrouwbaar en relatief eenvoudig. Hierdoor zijn er weinig kans op complicaties.
5
Verwijderen van de eileiders. De gynaecoloog zal beide eileiders verwijderen. De gynaecoloog zal de eierstokken laten zitten, deze blijven de vrouwelijke hormonen maken. Recent onderzoek toont aan dat de kans op eierstok kanker mogelijk iets lager is als de eileiders verwijderd zijn.
De ingreep is wel iets moeilijker dan sterilisatie met de clips. Er is bijvoorbeeld een iets grotere kans op complicaties zoals een bloeding in de buik.
U heeft samen met uw gynaecoloog besloten dat u een sterilisatie ondergaat via een kijkbuisoperatie.
Voorbereiding thuis
U blijft nuchter, volgens de aanwijzingen in de folder ‘Anesthesie en pijnbestrijding rondom uw operatie of behandeling’.
Gebruik op de dag van opname geen bodylotion, make-up en nagellak.
Draag geen sieraden of piercings.
Wij adviseren u geen waardevolle zaken mee te nemen naar het ziekenhuis. Het ziekenhuis kan niet aansprakelijk gesteld worden voor het verlies c.q. zoekraken van eigendommen. Wat neemt u mee?
Een geldig identiteitsbewijs Actueel medicatieoverzicht
Medicijnen in originele verpakking. Extra kleding/comfortabele kleding Waar meldt u zich?
Meld u aan bij de aanmeldzuil in de centrale hal van het ziekenhuis. Na aanmelding kunt u direct plaats nemen in de aangegeven wachtruimte. Om u aan te melden, gebruikt u een geldig identiteitsbewijs (paspoort, rijbewijs of identiteitskaart).
Voor de operatie verblijft u een deel van de dag in het ziekenhuis. U wordt ‘s morgens opgenomen op de afdeling dagbehandeling. De
6
ingreep zelf vindt plaats op een operatiekamer. Als alles goed gaat, mag u in de loop van de dag weer naar huis.
Verhindering
Bent u door een dringende reden verhinderd voor de operatie? Meld u zich dan af bij Bureau patiënten logisitiek: (0523)-276806
Opnamedag is operatiedag
Ongeveer twee uur voor de geplande operatie neemt de verpleegkundige u op. De verpleegkundige kan niet precies aangeven hoe laat u aan de beurt bent voor de operatie. Operaties duren soms langer dan verwacht of er kan een spoedoperatie tussendoor komen.
U krijgt operatiekleding aan.
Een eventueel kunstgebit, gehoorapparaat bril of contactlenzen doet u dan uit.
De verpleegkundige brengt u naar de operatie afdeling, waar u een infuus krijgt en wordt voorbereid voor de anesthesie. Daarna gaat u naar de operatiekamer.
Duur van de operatie is ongeveer 30 minuten
Mogelijke complicaties na een kijkoperatie
Bij elke ingreep is er een kans op een complicatie. Afhankelijk van uw situatie zal de gynaecoloog uitleggen op de polikliniek, welke risico’s met name voor u gelden. Mogelijke complicaties bij
verwijdering van eileider en/of eierstok via een kijkbuis operatie zijn: Nabloeding.
Wondinfectie. Met name het wondje in de navel kan ontsteken.
Bloeduitstorting. Blaasontsteking.
7
De verpleegkundige controleert na de operatie regelmatig uw conditie. Als de verpleegkundige of arts een complicatie vermoedt, zal zij dit meteen met u bespreken.
Na de operatie
Direct na de operatie belt de gynaecoloog met uw contactpersoon, om te vertellen hoe het met u gaat.
U gaat naar de uitslaapkamer. Hier blijft u tot u goed wakker bent. De verpleegkundige controleert u goed. Zij meet hiervoor regelmatig uw bloeddruk, hartritme, het zuurstofgehalte in het bloed en de ademhaling.
U kunt terug naar de verpleegafdeling als de narcose is uitgewerkt en uw controles goed zijn
.
Terug op de verpleegafdeling
U mag direct beginnen met het drinken van koud water. Als dit goed gaat mag u thee met een beschuit of een
broodmaaltijd nuttigen.
De verpleegkundige op de afdeling zal regelmatig uw conditie controleren.
U kunt behalve buikpijn ook schouderpijn hebben. Dit wordt veroorzaakt door het koolzuurgas dat bij de operatie is gebruikt om meer ruimte in de buik te maken. De schouderpijn kan twee dagen aanhouden.
Als u niet misselijk bent en eten en het drinken goed gaat, zal de verpleegkundige het infuus verwijderen.
Aan het einde van de dag krijgt u een injectie om trombose te voorkomen, indien de gynaecoloog dit voorschrijft.
Dezelfde middag komt de gynaecoloog vertellen hoe de operatie gegaan is.
Het is belangrijk dat u weer heeft geplast voor u naar huis gaat.
8 Naar huis
In overleg met de gynaecoloog mag u naar huis. Op de dag van ontslag uit het ziekenhuis, krijgt u een afspraak mee. Een enkele keer is dit niet mogelijk en krijgt u en brief met de afspraak thuisgestuurd.
Nazorg
Bij pijn kunt u tot 4 keer 2 tabletten paracetamol per dag nemen, eventueel krijgt u een recept voor sterkere pijnstillers mee.
Douchen na de operatie is toegestaan. De hechtingen op de huid kunt u na het douchen met de handdoek droog deppen. Zorg dat u het wondje in de navel goed schoonspoelt met
water, zodat dit niet gaat smetten.
Licht huishoudelijk werk is toegestaan, zoals koffie of thee zetten en eten koken.
De eerste twee weken beslist niet zwaar tillen. De eerste twee weken veel rust nemen, activiteiten
geleidelijk opvoeren, luisteren naar uw eigen lichaam. Na twee weken mag u weer autorijden.
Als u buitenshuis werkt, moet u over het algemeen rekenen op één tot twee weken afwezigheid. Eventuele complicaties en uw eigen conditie spelen hierbij een rol.
Vaak heeft u buikpijn, bent u sneller moe en kunt u minder aan dan u mogelijk had verwacht. Uw lichaam geeft aan wat u wel en niet aankunt. Hier naar ‘luisteren’ is belangrijk, op basis hiervan kunt u geleidelijk uw activiteiten uitbreiden. De hechtingen van de wondjes zijn oplosbaar, dit duurt 4-6
weken. Als ze na een week nog klachten geven, kunt u ze bij de huisarts laten verwijderen.
Sommige vrouwen hebben na de operatie klachten als duizeligheid, slapeloosheid, moeheid,
concentratiestoornissen, eventueel opvliegers of rugpijn. Als het verloop van het herstel na de operatie anders is of langer duurt dan van tevoren is besproken, is het verstandig dit met uw huisarts of gynaecoloog te bespreken.
9
Hieronder ziet u een schema wat u kunt verwachten van uw herstel na deze operatie. Wel geeft dit schema u een gemiddelde
herstelduur. Voor het herstel kunt u rekenen op één tot twee weken. De eerste dagen kunt u over het algemeen wel voor u zelf zorgen, maar bijvoorbeeld niet voor een gezin.
(bron: VUmc, ikherstel studie)
Activiteiten Voorbeelden Medisch mogelijk
vanaf: (tijdsduur na de operatie) Lichte
handelingen
2 uur achtereen zitten
1
/2 uur achtereen staan of lopen tenminste 1 trap op en af tillen en dragen van 5 kg
2 dagen
Middelzware handelingen
vrijwel de gehele (werk)dag zitten
± 4 uur per (werk)dag staan ± 4 uur per (werk)dag lopen tillen of dragen van 10 kg duwen of trekken van 15 kg fietsen
stofzuigen
1 week
Zware handelingen
merendeel van de (werk)dag staan
merendeel van de (werk)dag lopen
tillen of dragen van 15 kg springen 2 weken Overige handelingen in bad gaan gemeenschap 4 dagen - 1 week Hervatten van baan ± 8 uur/dag ± 40 uur/werk 2 weken
10
Deze tekst is gebaseerd op de informatie van
www.degynaecoloog.nl. De website is een initiatief van de Commissie Patiëntencommunicatie van de NVOG, Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie.
Vragen
Heeft u nog vragen naar aanleiding van deze folder? Stel deze dan gerust aan uw verpleegkundige op de afdeling of uw behandelend gynaecoloog.
Als je thuis bent, kunt u contact opnemen met de poli gynaecologie. Bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur tot 16.30 uur.
(0523) – 27 63 70
Heeft u buiten kantoor tijden klachten? Dan kunt u bellen met de afdeling gynaecologie op
(0523) – 27 68 51.
U kunt ook kijken op de website voor de gynaecologie of de website van ons ziekenhuis: www.degynaecoloog.nlof www.sxb.nl