• No results found

Column. Sociaal overleg en werkgelegenheid: economische groei is eerder gesel dan zegen - Downloaden Download PDF

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Column. Sociaal overleg en werkgelegenheid: economische groei is eerder gesel dan zegen - Downloaden Download PDF"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Francis Holderbeke*

Column

Sociaal overleg en werkgelegenheid: economische groei is eerder gesel dan zegen

Het valt te verwachten dat de eisenbundels van de vakbonden voor het op te starten of inmiddels opgestarte1 interprofessioneel sociaal overleg bijna uitsluitend gevuld zullen zijn met voorstel­ len om nieuwe werkgelegenheid te creëren via arbeidsherverdeling. Hoewel de accenten wellicht verschillen, zullen zowel het christelijke ACV als het socialistische ABVV alles in het werk stellen om hierover een interprofessioneel akkoord (IPA) af te sluiten. Dit streven vloeit logisch voort uit de vakbondsfrustraties tengevolge van het nog steeds niet verteerde Globaal Plan dat de Belgi­ sche regering eind vorig jaar heeft uitgewerkt en dat momenteel helpt de nood van de Belgische staatsfinanciën ietsje te milderen.

Het felle vakbondsprotest tegen Globaal Plan richt(te) zich vooral op het sterke onevenwicht ervan. Enerzijds zijn er de zware inleveringen voor zowel werknemers (onder andere een loon- blokkering gedurende de periode 1995-1996) als uitkeringstrekkers (onder andere de verlengde wachttijd voor werkzoekende schoolverlaters) en de nieuwe maatregelen voor meer contra ctflexibi- liteit (onder andere opeenvolgende contracten van bepaalde duur). Maar anderzijds eist het Globaal Plan geen enkele resultaatsverbintenis van de werkgevers op het vlak van nieuwe werkgelegen­ heid.

Er is nu wel het overweldigende ‘numerieke’ succes van het reeds vroeger door de sociale partners en de overheid overeengekomen Jonge­ renbanenplan,2 waarbij de aanwerving van som­ mige werkloze jongeren fors gesubsidieerd wordt. Maar dergelijke maatregelen zorgen niet enkel voor een fikse aderlating aan de inkomstenzijde

Francis Holderbeke is als wetenschappelijk medewerker verbonden aan het Steunpunt WAVIHIVA van de Katho­ lieke Universiteit Leuven.

van de sociale zekerheid, ze kunnen uiteindelijk relatief weinig doen aan de dramatische werk­ loosheidssituatie.

De huidige dalende trend in de volledige werk­ loosheid heeft naast een conjuncturele ook onmis­ kenbaar een institutionele component (het ar- beidscreërend effect van het overheidsingrijpen op de arbeidsmarkt), maar deze laatste is op lan­ gere termijn beperkt omdat de maatregelen slechts tijdelijk zijn. Minder dan een jaar na het opstarten van het Jongerenbanenplan wordt hef en der reeds aangedrongen op de afbouw ervan, om­ dat de gederfde inkomsten te hoog oplopen en de toekomstige economische heropleving krachtig genoeg geacht wordt om nieuwe arbeidsplaatsen te creëren.

Hiermee zijn meteen de belangrijkste vakbonds- motieven aangegeven om in het sociaal overleg voluit te kiezen voor arbeidsherverdeling. De loonblokkering verbiedt reële loonsverhogingen, de werkloosheid zal ondanks alle banenplannen en loonkostensubsidies zeer hoog blijven, maar er zijn vooral de economische groeiprognoses die steeds meer opwaarts worden bijgesteld waardoor er toch ruimte ontstaat om voordelen binnen te halen. Hierin schuilt een voorlopig nog weinig onderkend probleem voor het welslagen van een ‘herverdelingsakkoord’: hoe zal de nationale lei­ ding van de vakbonden erin slagen de vak- bondsmilitanten en -leden in de sectoren en re­ gio’s, die wellicht toch zullen aandringen op pe­ cuniaire voordelen, te overtuigen dat men inter­ professioneel beter kiest voor meer vrije tijd bo­ ven meer loon? Het zullen héél stevige argumen­ ten moeten zijn waarbij de simpele verwijzing naar de opgelegde loonblokkering waarschijnlijk gewogen maar te licht bevonden zal worden. Bij werknemers bestaat een grondig wantrouwen tegen drastische arbeidsduurvermindering. Die tegenstand is gefundeerd op in het verleden

(2)

Column

dane ervaringen met arbeidsherverdeling. Een greep uit de inmiddels overbekende ‘basisbe- zwaren’: een kortere arbeidsduur stimuleert het zwartwerk, de 5-3-3 operatie van 1983 heeft aangetoond dat een lineaire arbeidsduurverminde­ ring geen bijkomende werkgelegenheid creëert, er is voldoende vrije tijd en er zijn reeds talrijke mogelijkheden om tijdelijk of definitief over te schakelen naar verminderde arbeidsduur. Het ultieme struikelblok blijft het vraagstuk van ar­ beidsduurvermindering met of zonder looncom- pensaties.

Hoe de vakbonden ook zullen proberen maximale looncompensaties te bedingen, de werkgevers die op zijn zachtst gezegd een op centraal niveau geprogrammeerde arbeidsherverdeling niet gene­ gen zijn, zitten in een zeer comfortabele situatie: arbeidsduurvermindering met looncompensatie komt neer op een reële loonsverhoging en kan dus niet omwille van de opgelegde loonblokke- ring in het Globaal Plan. De vakbonden zouden kunnen verwijzen naar de tekst over ‘het bedrijfs­ plan tot herverdeling van arbeid’ uit ditzelfde Globaal Plan. Hierin worden ‘formules (van arbeidsherverdeling aangeprezen) waarbij aan de werknemers een vergoeding wordt toegekend ter gedeeltelijke compensatie van het loonverlies’. Een sterk staaltje van omfloerst taalgebruik na­ tuurlijk: wat is ‘gedeeltelijk’ en wie zal dan ‘compenseren’?

Uiteraard kan een interprofessioneel kaderakkoord deze vragen onbeantwoord laten, maar ze duiken dan toch op lagere onderhandelingsniveaus op. En uit de huidige stand van zaken met betrekking tot de bedrijfsplannen blijkt dat de aanbevelingen van de paritaire comités aan de ondernemingen in de richting gaan van het nieuwe halftijds brug­ pensioen, maar ook naar de klassieke ‘vrouwelij­ ke’ formules zoals vrijwillige deeltijdse arbeid en loopbaanonderbreking met uiteraard (fors) loon­ verlies. Het is echter zeer twijfelachtig of via deze formules nog een toename van de werkgele­ genheid verwacht kan worden. Twee indicaties: de explosieve groei van deeltijdarbeid is stilgeval­ len en ook het systeem van loopbaanonderbreking heeft een plafond bereikt waaruit afgeleid kan worden dat zowel de vraag- als aanbodzijde niet langer vragende partij zijn voor een verdere uit­ breiding van deze stelsels.

Hoewel nog andere formules denkbaar zijn, blijft onze voorkeur ondanks de voomoemde bezwaren uitdrukkelijk uitgaan naar een geprogrammeerde, maar soepel in te voeren arbeidsduurvermindering over een langere periode.

Het gecumuleerde effect van de te verwachten forse groeicyclus en de geleidelijke invoering van de vierdagenweek kunnen wellicht het best voor extra-werkgelegenheid zorgen, maar er zijn ook voordelen voor een betere interne arbeidsverde­ ling. Het gewenste loonbehoud kan gefinancierd worden door de maximale oriëntatie van de be­ staande loonkostensubsidies voor dergelijke her- verdelingsoperatie. Wellicht zeggen de vakbonden niet onmiddellijk nee, maar de werkgeversorgani­ saties zullen, in het beste geval dat ze concrete voorstellen willen bespreken, dan ook hun eisen- bundel naar boven halen. Want dit is nieuw voor België: ook de werkgevers komen met een ver­ langlijstje naar het interprofessioneel overleg. Dat lijstje is wel niet zo lang maar is eveneens vanuit een grote frustratie opgesteld: niet zozeer het gebrek aan flexibiliteit op zich, maar vooral het feit dat deze materie telkens op lagere niveaus dan het interprofessionele moet onderhandeld en afgedwongen worden waardoor uiteindelijk vele instrumenten uit de flexibiliteitscontainer tot vreugde van de vakbonden ongebruikt blijven. De werkgevers zouden de eis om de flexibiliteit meer op interprofessioneel niveau te regelen wel eens als pasmunt kunnen gebruiken tijdens de nu reeds ‘historische’ onderhandelingen, de eerste na het economische rampjaar 1993 dat ook nog eens ge­ kenmerkt werd door felle nationale stakingen. Wie durft inzetten op een inhoudelijk zinvol interprofessioneel akkoord over arbeidsherverde­ ling en flexibiliteit?

Noten

1 Vóór het politieke zomerreces werden de klassieke voor­ bereidende procedure-onderhandelingen gevoerd. Hieruit moet blijken of er überhaupt een interprofessioneel so­ ciaal overleg gestart kan worden, zodat eind juli nog geen enkele informatie beschikbaar was over de eventuele begindatum.

2 Op minder dan een jaar tijd werden in het kader van het jongerenbanenplan 45.000 jongeren aangeworven. Uiter­ aard is de netto-toename van de werkgelegenheid veel geringer (wellicht minder dan 30%) en zijn er ook ver- dringingsprocessen vastgesteld.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarom moet het principe Medezeggenschap dient de zeggenschap te volgen (vaak niet zo eenvoudig te vertalen voor anderstalige collega’s) bij de verdere globalisering invulling

Hij maakt gebruik van de mogelijkheid om bovenop de prijs van de gebruikte materialen en eventuele overige kosten van het samengestelde bloemwerk of plantenarrangement een extra

1 , this review aims to provide an overview of the current knowledge base regarding calcification in terms of structural evolution ( Section 2 ), methods of calcification detection

Fig. Analysis of ECM production and TGFβ signaling in Fibulin-4 R/R and Fibulin-4 f/− VSMCs. Immunofluorescent staining of production of ECM proteins by VSMCs after 7 days in

De medewerker bediening beschikt hiervoor over basis kennis ten aanzien van wijnen en over praktische vaardigheden om veel voorkomende wijnen te beoordelen op enkele

Omschrijving De medewerker bloembinden maakt, in overleg met collega’s en na instructie, de winkel voor openingstijd gereed om klanten te ontvangen: hij ruimt de winkel op, stelt

In the Coupled Model Intercomparison Project (CMIP) phase 3 climate models, the magnitude of the change in westerly wind jet position in time has been shown to depend on

Figure 3.8: (a) Averages of stable carbon isotope ratio (in %O relative to PDB) and (b) mixing ratios (ppbv) of individual aromatic compounds for all air parcels in Summer