R uud Vreeman
Column
Tien onjuiste Angelsaksische imitaties
Soms lijk t het in het politieke en economische debat wel o f er in Nederland sprake is van een globalise- ringsdeterminisme. Er is maar ‘one best way' om de werkgelegenheid in Europa te bevorderen en dat is de Amerikaanse. Laten w ij stoppen met de grondgedachte van het Rijnlandse model; het economische en het sociale in een onderlinge geïntegreerde samenhang te zien. En accepteren dat het sociale niet meer is dan een lastige bijkomstigheid van de vrije markt. Op bedrijfsniveau u it dat zich in de wonderlijke para dox, waarbij werknemers door het management als louter kostenpost worden gezien, terw ijl tegelijkertijd benadrukt wordt dat het menselijk kapitaal doorslaggevend is voor de concurrentiekracht van het bedrijf. Het management is op zoek naar de vierkante cirkel.
Alles wijst naar één kant, terwijl het kapitalis me toch vele gezichten kent. Ik noem tien An- gelsaksiche imitaties, die in mijn ogen zowel tot een sociale als een economische verzwak king leiden.
De ontdemocratisering van de onderneming Anders dan in de Angelsaksische landen kennen wij op het vaste land van Europa vormen van medezeggenschap op bedrijfsniveau. Door de herstructurering en internationalisering spreken veel ondernemingsraadsleden over een verva ging van de besluitvorming. In plaats van een innovatieve oriëntatie om deze medezeggen schap verder te ontwikkelen, zien wij een rem- gedrag. Waarom niet volop inhoud geven aan de Europese ondernemingsraad (Euro or), waarom niet brede bevoegdheden geven aan de medezeg genschap in het mkb? En waarom niet de nieu we informatie technologie aanwenden voor werknemersinvloed (bedrijfsreferenda) ?
De verzwakking van de oriëntatie op het algemeen belang
Vooral in liberale kring is het modern het mid denveld (de overlegeconomie) te kritiseren. Het ontbreken van een middenveld betekent dat hiervoor een ondoorzichtige lobby naar de poli tiek in de plaats komt. Een lobby op beperkte deelbelangen, met daarbij (door het ontbreken van onderhandelingsprocessen) geen afweging richting algemeen belang. De politicus als door geefluik van deelbelangen. Het effect is meer bureaucratische regels en ondoorzichtige beïn- vloedingsprocessen. De overleginstituties in de Nederlandse arbeidsverhouding, geven open baarheid en controleerbaarheid en een tegen wicht tegen een oriëntatie op het beperkte ei genbelang.
De verzwakking van de ordenende en kwalitatieve kracht van de c a o
De tendens naar decentralisatie gekoppeld aan de discussie over het al dan niet verbindend ver klaren van CAO-en is zeer fundamenteel. Omdat dat laatste bepalend is voor de vraag wat voor
* Dr. R L. Vreeman is vice-voorzitter van de Partij van de Arbeid en lid van de Tweede Kamerfractie.
Column
type vakbond ontstaat. En of er nog sprake is van werkgeversorganisaties. Het los laten van het sectorale karakter van de CAO, dwingt de bonden naar een 'brood en boter oriëntatie'. Met onder meer als gevolg een verzwakking van het beroepsonderwijs. En daarmee een aanslag op de produktiviteitsontwikkeling. De ordenende kracht van de CAO bestaat uit looncoördinatie en arbeidsrust.
Deregulering als aanslag op de bescherming van werknemers
Onder de vlag van participatiebevordering, wor den regels ter bescherming van werknemers ge relativeerd. Deregulering heeft een nogal ideolo gisch karakter en vaak niets met de legitieme wens naar meer arbeidsparticipatie te maken. Bijvoorbeeld de klacht dat de Arbowet te veel reguleert, staat in schril contrast met de over daad aan regels die werkgevers zich via ISO nor mering zelf opleggen. Deregulering op het ge bied van veiligheid en gezondheid, zal uiteinde lijk de volksgezondheid schaden en tot toene mende maatschappelijke kosten leiden. En de kwaliteitsoriëntatie in bedrijven doen afnemen.
Een verzwakking van een oriëntatie op de kwaliteit van de arbeid
De werkgelegenheidsoriëntatie is zo kwantita tief geworden, dat het lijkt alsof alleen het mi nimumloon nog dwingt tot een kwalitatieve on dergrens. Het is zeer de vraag of een dergelijke oriëntatie in een hoog produktief land als Ne derland op termijn niet tot achterstand leidt op het gebied van moderne arbeidsorganisatie.
Doorschietende flexibilisering en afnemende betrokkenheid
Veel flexibilisering is het gevolg van kostenfixa- tie van het management. Het wordt gezien als de oplossing voor alles. Het is de vraag op welk moment die vorm van flexibilisering die de werknemer in een draaideur-positie brengt, zijn grens bereikt. Het ontbreken van betrokkenheid bij het bedrijf, de afnemende investeringen in vakmanschap en het daardoor ontstaan van pro- duktiviteitsverlies kunnen het gevolg zijn.
Reengeneering, 'lean' als doelstelling
In hoeverre zal het managementconcept van permanente afslanking als doel z'n grens berei ken? Ten eerste maatschappelijk; hoelang kan een maatschappij de toenemende uitstoot van vooral ook wat oudere werknemers aan? Maar ook als ondernemersconcept; hoe lang kan een bedrijf het zich permitteren werknemers in ern stige onzekerheid te brengen? En waar ligt de grens van het verzwakken van je betrouwbaar heid, bedrijfservaring en maatschappelijke geac- cepteerdheid?
Het verlies van de greep op de tijd
Een overdreven oriëntatie op een 24-uur econo mie betekent een onnodige aanslag op onze ge zondheid, cultuur en sociale cohesie. Nu stress in toenemende mate een volksziekte dreigt te worden is tegenwicht tegen gejaagdheid en con sumentisme wenselijk.
De verzwakking van de publieke arbeidsvoorziening
Het experiment in werkgevers, werknemers en overheid gezamenlijk verantwoordelijk te laten zijn voor de arbeidsvoorziening staat onder gro te druk. De voorziening moet maar weer rich ting overheid (gemeente) en alleen voor langdu rige werklozen worden. Hiermee wordt de ver antwoordelijkheid van sociale partners, die te recht vinden dat ook beter bemiddelbaren tot de verantwoordelijkheid gerekend moeten worden, weggenomen. Het effect zal zijn een geïnstitu tionaliseerde segmentatie op de arbeidsmarkt. Gesloten bemiddelingscircuits in de sectoren en de overheid die (kansloos) voor de laaggekwali- ficeerden moet opkomen.
Privatisering als doelstelling
Marktwerking is de oplossing om overheidsta ken effectiever te maken. Deze redenering schiet door, omdat onvoldoende wordt nagegaan of de activiteit zich wel leent voor marktwer king (bijv. de sociale zekerheid of de arbeids markt). Of omdat er geen sprake is van het ont staan van een echte markt (openbaar vervoer).
Column
Het gevolg kan slechtere en duurdere dienstver lening zijn.
Hoe komt het dat wij in Nederland zo kritiek loos deze concepten uit de vs nadoen? Natuur lijk doordat veel beleidmakers in dat land hun opleiding hebben gekregen. En omdat 'de weten schappelijke' benadering van Amerikanen zo overheersend is. Doordat zij geloven dat er voor management zoiets als een universele gedrags lijn mogelijk is1. Anders dan Duitsland en Ja pan, die veel minder gevoelig zijn voor het idee van universele wetten van management, over heerst in Nederland de Angelsaksische cultuur. Bij het onlangs verschenen rapport over Duits land zat de OECD met de handen in het haar2.
Hoe kan dat land economisch en sociaal zo krachtig zijn, terwijl de OECD wetten op veel terreinen worden overtreden? Nederland zou zich in de globaliseringsdiscussie minder moe ten laten leiden door de vs en meer door Duits land.
Noten
1 C. Hampder-Turner, F. Trompenaars, Z even g e z ich ten van h e t k a p ita lis m e , (Amsterdam/Antwer pen, 1994).
2 OECD, Economie Surveys 1991-1995, G erm an y, (Paris, 1995)