• No results found

Een vergelijking van de resultaten van de twee striptrekunits voor wrijvingsproeven

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een vergelijking van de resultaten van de twee striptrekunits voor wrijvingsproeven"

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Een vergelijking van de resultaten van de twee striptrekunits

voor wrijvingsproeven

Citation for published version (APA):

Groot, de, M. T., & Net, van der, A. J. (1991). Een vergelijking van de resultaten van de twee striptrekunits voor wrijvingsproeven. (TH Eindhoven. Afd. Werktuigbouwkunde, Vakgroep Produktietechnologie : WPB; Vol. WPA1214). Technische Universiteit Eindhoven.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1991

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at:

openaccess@tue.nl

(2)

"

" Ben vergelijking van de resultaten van de twee striptrekunits voor wrijvingsproeven. M.Th de Groot A.J. van der Net

December 1991 WPA-1214

IDPI1-D

.., "..-' ,

(3)

F hcr F vert Fn F fr WB WBs C n r~e~~

..

£0 ~ b O

So

b,.. sl b 2 s2 r, p u 1 u2 °1 °2 om Pm Tm SYMBOLiENLIJST trekkracht remkracht wrijvingskracht

wrijvingskracht gemeten door de opnemer buigarbeid specifieke buigarbeid karakteristieke spanning verstevigingsexponent gemiddelde anisotropiefactor voordeformatie wrijvingsfactor Coulomb beginbreedte treks trip begindikte treks trip

breedte juist v66r buigcylinder dikte juist v66r buigcylinder breedte juist na buigcylinder dikte juist na buigcylinder straal buigcylinder

verplaatsing v66r buigcylinder verplaatsing na buigcylinder

spanning in treks trip v66r buigcylinder spanning in treks trip na buigcylinder gemiddelde spanning gemiddelde vlaktedruk gemiddelde schuifspanning N N N N mm mm mm mm mm mm mm mm mm

,

Nimmo N/mm 2 N/mm 2 N/mm2

(4)

Koolen, J.H.R Hoogenboom, S.M. Sniekers, R.J.J.M.

Net, A.J. van der Iedema, E.

Groot, M.T. de

Houwen, M.J.M.

Buzeman, D.

Net, A.J. van der Groot, M.T. de

Buzeman, D. Groot, M.T. de Net, A.J. van der

Buzeman, D. Groot, M.T. de Net, A.J. van der

LITERATUUR

analyse van het buigproces ter plaatse van de matrijsradius bij het dieptrekken.

WPA-nr. 1024 (1991)

experimentele bepaling van de wrijvings-coefficient door middel van de striptrek-proef.

WPA-nr. 1112 (1991)

opm: experimenten verricht voor Benelux deepdrawing research group.

Berekening van de wrijvingscoefficient voor de verbeterde striptrek-unit zonder stripafmetingen.

WPA-nr. 1127 (1991)

Experimenten behorende bij berekening van de wrijvingscoefficient voor de verbeterde striptrekunit zonder stripafmetingen.

WPA-nr. 1171 (1991)

Experimenten voor het vinden van de wrij-vingscoefficient bij verschillende gereed-schapsmaterialen.

WPA-nr. 1177 (1991)

opm: experimenten verricht voor Dhr. B. Claessen, Autodivisie VOLVOCAR B.V. i.v.m. onderzoek aan gereedschaps-materialen

Experimenten voor het vinden van de wrij-vingscoefficient bij verschillende mate-rialen en smeermiddelen.

WPA-nr. 1181 (1991)

opm: experimenten verricht voor Dr.lr. B. Huis in ' t Veld, Metaalinstituut TNO i.v.m. onderzoek naar deklagen.

(5)

-De striptrekunit is na een eerste serie proeven (zie WPA-1112) vervangen door een nieuwe verbeterde unit. Bij deze nieuwe unit wordt de wrijving direct gemeten, hetgeen veel rekenwerk bespaart, en het aantal benodigde proeven met eenderde redu-ceert (er zijn geen proeven zonder wrijving nodig: zie be-schrijving van de berekening, WPA 1127 en 1171).

Om de resultaten van de twee units te kunnen vergelijken is een serie proeven uitgevoerd, waarbij de proefomstandigheden op beide units gelijk zijn gehouden. De gevonden resultaten op de beide units kunnen dan vergeleken worden.

Voor de proeven is een materiaal gebruikt, de materiaalparame-ters zijn bepaald met een standaard trekproef (de strips zijn uitgesneden in de walsrichting, d.w.z. hoek

=

0°):

Het materiaal is: Sidmar-ocas (St bekleed), met TUE-code materiaal 2. De materiaalparameters van dit materiaal zijn:

C=498 N/mm2 n=0,246

£0=0,000

ro=1, 47; rgO=l ,90'

,

Voor de volledige trekproefgegevens wordt verwezen naar WPA-rapport nr. 1112.

De afmetingen van de gebruikte strips z~Jn als volgt:

Het materiaal heeft een dikte van 0,88

a

0,89 millimeter, de strips zijn ongeveer 20 millimeter breed bij de proeven met striptrekunit 1 en ongeveer 28 millimeter breed bij de proeven met striptrekunit 2.

De strips worden gesrneerd met twee verschillende smeermidde-len, te weten:

*

talk (vast smeermiddel, schapevet).

*

finarol (vloeibaar smeermiddel, synthetische olie). De proeven zijn uitgevoerd voor buigstralen p van 6 en 9 millimeter.

Normaal zijn de r-waarden in de valsrichting en locdrecht op de valsrichting ongeveer ge-lijk en is de waarde veer 45 grader. kleiner. hier is echter de waarde VCC! 45 grader [iet

de kleinste. Er is dus een afvijkend gedrag in anisc:repie gevcnden. - 4

(6)

-Hieronder volgt een schematisch overzicht van de proeven die voor de vergelijking zijn gedaan.

- { 6 g zonder wrijving met wrijving talk talk finarol finarol talk finarol talk finarol wrijving STRI TREK-PROEF MATERIAAL 2

I

j

l

unit 2 unit 1 - 5

(7)

-UITVOERING VAN DE PROEF

Gebruikte gereedschappen:

De gebruikte metalen strips worden om een buigcylinder getrok-ken. De experimenten zijn uitgevoerd op een standaard univer-sele trekbank, de Universal Hounsfield tensometer. Hierop is een van de gereedschappen geplaatst. In be ide gereedschappen bevinden zich een buigcylinder en een remmechanisme. Van beide apparaten is een schets opgenomen in dit verslag.

Op striptrekunit 1 moeten proeven met en zonder wrijving worden uitgevoerd. De proeven met wrijving worden uitgevoerd met een vaste buigcylinder en voor de proeven zonder wrijving wordt een losse buigcylinder gebruikt. De losse buigcylinder kan praktisch wrijvingsloos roteren.

Bij striptrekunit 2 is de losse buigcylinder niet meer nodig omdat de wrijvingskracht rechtstreeks gemeten kan worden. De horizontale (trek-), de verticale (rem-) kracht en eventu-eel de wrijvingskracht worden met behulp van piezo-opnemers bepaald en kunnen op de display van een ladingsversterker (in Volt) worden afgelezen.

Verloop van de proeven:

Voordat een strip in het gereedschap wordt geplaatst moet deze worden opgemeten met behulp van een schroefmaat. De maten

worden zorgvuldig genoteerd. Daarna wordt de strip met een van de twee smeermiddelen ingesmeerd en in de proefopstelling

aangebracht.

De trekbank wordt aangezet en met behulp van bouten kan de gewenste remkracht worden ingesteld.

Vervolgens moet men wachten tot het proces een stationaire toestand heeft bereikt, dat wil zeggen dat de krachten die worden afgelezen niet meer veranderen.

De trekkrachten Fhor ' Fvert en bij unit 2 Ffr worden afgelezen en genoteerd.

De strip wordt vervolgens uit het gereedschap gehaald, schoon-gemaakt en op meerdere plaatsen opgemeten met een schroefmaat. Ook deze maten worden genoteerd.

(8)

Schets van de opstelling, unit 1

7

-[

(9)

Schets van de opstelling, unit 2

,

naar

ladinqS-/~~~~~~~~;:;:;:~~

v.rst.rk.r

r

,

X=401U1

v

-Aaar ladiDqs-v.rs~.rk.r 1 huis 2 atrendingselement J remmechanisme

4 vaste meedraaiende pennen 5 hcrizcntaal verplaatsbare

meedraaiende pennen 6 instelbouten

7 opnemer

8 piezo-elementen

9 inspanklemmen van trekbank 10 strip

x horizontale atstand van

middelpunt van atronding tet middellijn van epne-mer [mml

F.. trekkracht [N)

F_ ramkracht eN]

Fu, kracht van atrondinq op

strip [N]

F~ kracht van

atrendings-.lement op opnemer (N]

v snelheid [mm/sl

(10)

MEE'lGIOCiEvnr....ls

De resuitaten van de metingen zijn ais voIgt:

UNIT 1

IF

0 0 I I : : tor urI no. 01 20,135 0,88 20,14 0,88 20,06 0,85 0,72 0,45 02 20,145 0,88 20,14 0,87 20,06 0,86 0,70 0,43 03 20,14 0,88 20,09 0,88 19,98 0,83 1,19 0,89 04 20,14 0,88 20,135 0,88 20,00 0,83 1,17 0,86

aateriaal II, p=6 am, met wrijving, smering talk

I

proef

I

b ) S

I

b

I

S

I

b

I

S

aateriaal II, p=6 am, met wrijving, smering finarol

proef bo So bl SI b: s: F. or Furl no. I 05 I 20,03 0,89 20,02 0,875 20,015 0,87 0,55 0,29 I 06 20,03 0,885 20,02 I 0,89 19,83 0,84 11,60 1,10 I 07 20,05 0,885 20,05 0,885 19,99 0,85 0,79 0,44 08 20,04 0,88 20,04 0,875 19,82 0,825 1,54 1,07

materiaal II, p=9 am, met wrijving, saering talk

proef bo So bl SI b: s:

F.

or

F

ver : no. 09 20,15 0,89 20,15 0,885 20,13 0,87 0,54 0,36 10 20,04 0,885 20,03 0,88 20,01 0,87 0,61 0,39 11 20,04 0,88 20,03 0,875 19,99 0,85 1,255 0,89 12 20,16 0,88 20,16 0,875 20,09 0,85 1,31 0,87 - 9

(11)

-materiaal II, p=9 am, met vrijving, smering finarol , proef bo So bl SI bz Sz

F.

or Fverl no. 13 15,185 0,88 15,115 0,815 15,095 0,855 0,62 0,31 14 15,18 0,88 15,16 0,88 15,04 0,845 0,94 0,56 15 15,13 0,88 15,11 0,815 14,92 0,835 1,26 0,15 16 15,15 0,88 15,08 0,815 14,70 0,835 1,55 0,95

materiaal II, p=6 am, zonder vrijving

proef bo S, bl SI bl Sl F.or Fi!r: no. 17 19,94 0,89 19,94 0,88 19,86 0,86 0,52 0,33 18 20,15 0,88 20,14 0,87 20,07 0,845 0,58 0,43 19 19,94 0,89 19,93 0,885 19,81 0,845 1,12 0,99 20 20,16 0,89 20,15 0,885 20,09 0,86 1,10 0,95

materiaal II, p=6 am, zonder vrijving

::

I

So

I

I

bl Ii jl proef be bl SZ F\1r F'n l I no. ' SI 21 , 20,02 0,88 19,97 0,88 19,455 0,86 0,55

I

0,40 I , 22 : 20,06 0,89 20,05 0,885 20,00 0,855 0,71 0,63

I

23 20,16 0,88 20,15 0,88 20,09 0,85 1,16 1,04 I

I

0,87 24 I 20,15 20,15 0,87 20,13 0,845 1,07 I 0,97

materiaal , p=9 am,zonder vrijving

proef bo So hI SI bl S. F. or

I

Furl no. 25 20,045 I 0,885 20,045 0,885 19,98 0,86 0,57 0,47 26 15,11 0,87 15,15 0,865 15,12 0,845 0,43 0,31 27 15,15 I 0,88 15,13 0,875 15,08 0,85 0,85 0,81 I 28 15,145 0,88 15,11 0,87 15,04 0,84 0,92 0,88

(12)

aateriaal II, p=9 am, zander wrijving proef h o So hi SI hI SI F hr Furl no. 29 15,13 0,88 15,12 I 0,875 15,10 0,87 0,31 0,26 30 15,155 I 0,88 15,14 0,875 15,10 0,86 0,52 0,47 31 15 165

o

88 15 15

o

87 15 10

o

85 0.62 0,58 32 15,17 0,87 15,12 0,86 15,065 0,84 0,80 0,73 UNIT 2

Ilateriaal II, p=6 am sllering: talk

proef h o So hI SI h z Sz F. or Furl FIr

no.

I 28.04 0.878 28.03 0.875 28.01 0.862 1440 880 33

II 28.04 0.878 28.02 0.874 27.90 0.850 3060 2070 84

III 28.04 0.878 27.97 0.870 27.89 0.828 4110 2980 121

IV 28.04 0.878 28.01 0.870 27.78 0.815 4690 3540 133

aateriaal II, p=6 am sllering: finarol

proef ho So hi SI I hI SI F. or Furl FIr no. V 28.04

I

0.870 28.03 0.869 1 27 • 97 0.850 1900 1000

I

50 VI , 28.04 0.878 28.02

i

0.868 27.82

!

0.825 3730 2150 165 I

I

28.01 I

i

VII

I

28.04 0.875 0.870 27.86 I 0.830 4500 2680 207 VIII 28.04 0.870 27.97 0.865 27.77 0.812 5180 3200 ! 233 - 11

(13)

-aateriaal II, p=9 am sllering: talk

proef bo So bl SI bz Sz F. or Furl FIr

no. 1 28.09 0.87 28.07 0.88 28.04 0.86 1460 950 53 2 27.99 0.89 27.98 0.88 27.89 0.87 2180 1570 88 3 27.97 0.89 27.97 0.88 27.92 0.865 3040 2260 124 4 27.95

I

0.88 27.95 0.87 27.81 0.84 3500 2650 137 5 28.10 0.875 28.06 0.87 27.87 0.83 3800 3090 104

I

aateriaal II, p=9 am saering: finarol

proef bo SO

D

I SI

D

z Sz F"r Furl FIr

no. 6 28.14

I

0.89 28.11 0.885 I 28.06 0.87 2420 1420 152 7 28.14 0.885 I 28.12 0.88 28.04 0.865 2200 1230 150 I 8 I 28.00 0.88 27.99 0.88 I 27.88 0.85 4240 2800 260 J. 9

I

. 28.18 i 0.89

i

28.14 1 0 . 885 I 28.03 0.855 . 3740 2200 283 j ! ! 1 28 . 13

!

0.885

I

28.05 i 0.865 I Ii 10 128.15 10.89 2840 1630 200

(14)

urrYOERING VAN DE ~

Berekeningsmethode van unit 1:

Het berekenen van de wrijvingscoefficient gaat als voIgt:

*

Met behulp van de verticale kracht, de horizontale kracht en de stripafmetingen worden de spanningen in de trek-strip voor en na de buigcylinder berekend. Deze spannin-gen kunnen tespannin-gen elkaar uitgezet worden. Uitgaande van het Coulomb wrijvingsmodel zou er dan een lineair verband moeten zijn tussen de spanningen.

Met de berekende spanningen van de proef zonder wrijving worden de gemiddelde spanning en de specifieke buigarbeid bepaald. De specifieke buigarbeid wordt berekend met het lineaire verband 02

=

f(01) in plaats van met de meetpun-ten zelf om de nauwkeurigheid te vergromeetpun-ten. 0l voldoet aan 02 = a.ot+b (a en b uit lineaire regressie), waardoor

Was = 01' (a-1)+b.

*

*

'"

*

De specifieke buigarbeid wordt uitgezet tegen de gemid-delde spanning en door de meetwaarden wordt met behulp van lineaire regressie een rechte lijn getrokken, die voldoet aan WBs = a + b. om

De waarden van a en b worden bepaald, waarna de buigar-beid voor aIle waarden van de spanning bekend is.

Nu wordt de gemiddelde schuifspanning bepaald, met behulp van de stripafmetingen, de zojuist berekende spanningen en de specifieke buigarbeid die is berekend uit de resul-taten van de proef zonder wrijving.

Met behulp van de gemiddelde spanning, de buigstraal en de stripafmetingen wordt de gemiddelde vlaktedruk be-paald.

De berekende schuifspanning wordt uitgezet tegen deze vlaktedruk. Als wordt uitgegaan van het model van Coulomb geldt: T~ = IJ '"

Pi

(lineair verband).

De richt1ngscoef icient in deze grafiek is dus de ge-zochte IJ.

(15)

-De fermules die gebruikt zijn bij de berekeningen van deze unit zijn als voIgt:

1) zonder wrijving:

met virtuele arbeid geIdt:

[1] met volumeinvariantie:

[2] veor de spanningen geIdt:

Fvert 0

=

en 1 b l osl Fhcr 0

=

2 b 20 s2 [3]

de specifieke buigarbeid en de gemiddelde spanning:

W = Bs u,0 bIos, " " o

=

I! 2 [4] invullen in [1] Ievert: [5] 2) met wrijving:

met virtuele arbeid geIdt:

Fvert0u1 + FII!0 ~(u1 +u2) + WB

-

Fh· u2

=

0 [6]

deel door u 1ob1os1:

1 1

0 + F o~0 + W

-

0

=

0 [7]

1 II! Bs 2

(16)

voor de gemiddelde schuifspanning geldt: T =

invullen levert: [8] 1 °2

-

°1

-

WBs T = [9] I

n

1 1 -.r.(b+b) + 8 1 2 b 1·sl b 2·s2

voor de vlaktedruk geldt:

1

p =

° .---.

(s +s )

1 1 1

2.r

(De verwerking van de meetgegevens met behulp van deze formu-les gebeurt met behulp van een computerprogramma.)

(17)

-Berekeningsmethoden van unit 2:

Voor deze unit zijn twee verschillende berekeningsmethoden te gebruiken. Beide methoden zijn beschreven in WPA-rapport 1127. Het berekenen van de wrijvingscoefficient volgens de eerste methode gaat als voIgt:

*

Met behulp van de verticale kracht, de horizontale

kracht, de wrijvingskracht en de stripafmetingen worden de gemiddelde vlaktedruk en de gemiddelde schuifspanning berekend voor een bepaalde buigstraal.

*

De berekende schuifspanning wordt uitgezet tegen deze vlaktedruk. Als wordt uitgegaan van het model van Coulomb geldt: T

l = ~

*

p <lineair verband).

De richt1ngScoeflicient in deze grafiek is dus de ge-zochte 1..1.

De formules die gebruikt zijn bij deze methode van berekenen zijn gebruikt zijn:

voor de gemiddelde schuifspanning geldt:

F wr Fwr T = = I %. n. r. %(b1+b2) Aw [1]

de werkelijke wrijvingskracht Fwr is af te leiden uit de gemeten Ffr : F wr = = r r [2]

als x de afstand is van het middelpunt van de buigcylin-der tot de opnemer, bij deze unit is x 40 millimeter. invullen van [2] in [1] met x=40 levert:

160.Ffr

[3]

T =

I 2

n.r . (b1+b2)

voor de vlaktedruk geldt: 1 p = o . . (s +s ) met 0 = %(0 + o ) [4] I I 1 2 I 1 2 2.r Fvert F hc! [5] 0

=

en 0

=

1 2 b 1• sl b 2• s2

(18)

dit geeft: 1 p

=

I! 4r ( s + S ) • ( (F /b.s ) + (F /b.s » 1 2 reI! 1 trek 2 [6]

De tweede methode van berekenen is onafhankelijk van de stri-pafmetingen:

*

Met behulp van de geometrie worden relaties gevonden voor de oppervlakte en met behulp van de geometrie en het

'actie is reactie'-principe worden relaties gevonden voor de krachten. Er wordt een wrijvingskracht bepaald en een normaalkracht.

*

De wrijvingscoefficient is gedefinieerd als het quotient van wrijvingkracht en normaalkracht, volgens het model van Coulomb.

De formules die bij deze methode worden gebruikt zijn (volle-dige afleiding in WPA-1127):

voor de wrijvingskracht geldt ook hier:

F wr

=

=

r r

[2]

voor de normaalkracht geldt:

Fn =

--0...

/(F2vert + F 2hor ) cos (45° - arctan(Fvert / Fhor ) [7] 2/2

De resultaten van beide methoden vertonen slechts minimale verschillen. De tweede methode verdient de voorkeur, omdat bij verwerking de stripafmetingen niet te hoeven worden ingevoerd. Bovendien is de wrijvingscoefficient meteen bekend. Als een gemiddelde over aIle metingen berekend moet worden kunnen de normaal- en wrijvingskracht tegen elkaar uitgezet worden. Ook is het mogelijk deze krachten te delen door het oppervlak, waardoor weer de schuifspanning en vlaktedruk bekend zijn. Het vinden van de wrijvingscoefficient gebeurt dan weer net zo als bij de andere methoden, nl. door het bepalen van de richtings-coefficient in deze grafiek.

(19)

-Voor unit 1 wordt de gemiddelde schuifspanning uitgezet tegen de vlaktedruk. , 2n

..

'

-,

I (*', I , " - _ I 1 I I I _ I I 1 I I _ I I I I I I I I I , I Materiaah: 2 , I s~lel'ing:1 T~LK I 0 I _ _ _ _ _ ~ _ _ _ _ _ L ~ _ , 1 1 : : / ' ~traol 6 rnrn. I I / / c / '

---~--

-~~~---~--;

1 / ' I I I / I / ' I _ _ _ _ _ _ -J _ _/_ L _ ---:: _ _ -J _ I / ., / / I : / / / .;,../ stracl

9:

mrr',.

(o~)

I ,6/ /' I I _ _ _ _ _ _ -J., /~ L ...J _

/1/

I I / d I I / I I I

-~~~--- ~---~---

.' / 1

I I , /~,.. I 1 I ?~ I I I /- I I 3.0 t.·) (J,) ::;:1.( ~\ I _I 1 1

,

I I _ I I I I

,

_ I I L '... _L 1

,

_ L I I 1 I / / / i //

--

-:,/'-

-I .c. , I

,

L_ I I 1

,

- - - L '7.~ j ••,./'.',.. 1.-/ .,J/"'''''''' ~/... ,-._~< L I .~c) _c I _ L

,

I I ~",.~ '~Jt -=riC·JI: ~ 1 "'r",,"'rr.T ;:','~,:..;:'-l

-

-_L"'~

":L

I

st,'o

0: '2 r"':

r(·',.

'...\.... E-[i: ~ :.... ,

..

-:L ""C" ~. f q: ., .-~'I ','

(20)

Voor unit 2 wordt de wrijvingskracht uitgezet tegen de nor-maalkracht, of de schuifspanning tegen de vlaktedruk (hier is van het laatste gebruik gemaakt).

r , ,I ~'~tenO(lI: 2 S'TIE'rin;l: T"'LK I

,

I

-,

I I

,

,

I (c " t"r

r'o,-I I I 1 r -I I I I I I 9 I r -1 1 1 1 /*1 / 1 1 » / / I r - - - r -,.L - I

(

. / ' ::,IT,. "') V' I / 1 1 / ' I I / I / / I / ' 1 ~<____ _L I '3 I I I I I I I r , str-aa

,

I I I 1 L L I / / ' I /'

:~/

/~/ / " /

"

. / / ' 1 - - - , - "7:- 7 - r " / '

'/7

I . / . I /,Yr/ , ~/ 1 I :,/'-;/ I . I c.e .:.' () 4.0 ..- - " , ::-'J c .;:: <: C" ,,~.. Z ..._J '- --I _ I I I I _/ ic~} 1 . I L _ I 1

,-

~-L\.·' _ L I / I //// _L 7 ::'" ' / . / ( I I _ L I I 1 I / ' .-' ~. 10 9errid-j~;d e , I:::J ,-1'" ::; ....,; . . " ...,r-,L : l i t 1 ri':Jt-::r-io~l: "-s ....(1et~:nq: ~!I'·J~P,:)L ____ L L _ I I I I : ~~~a:J' E m..--'.· .. ', , _ _.}_.... _ _ L _ _ _ _ _ L L _ I ' . / I : , / e c Q a-u:· ~ ,~ ,-:::

g

1.e

... '... I); ~ ;:;..<., ~.:.' . 'J ::: E ,-e -....

-z ...

--- 19

(21)

-De waarden voor de wrijvingscoefficienten Z1Jn voor de ver-schillende combinaties buigstraal-materiaal-smeermiddel be-paald.

Er wordt aangenomen dat de wrijvingcoefficient allen afhanke-lijk is van de combinatie materiaal-smeermiddel. Als er sprake is van een lineair verband zal de wet van Coulomb gelden. Bij deze wet is er geen sprake van afhankelijkheid van de straal. Voor het feit dat de waarden voor verschillende buig-stralen verschillen is nog geen verklaring gevonden.

De resultaten zijn als voIgt:

PROEFOMSTANDIGHEDEN UNIT 1 UNIT 2

SMERING P

=

6 0.12 0.14 TALK P

=

9 0.19 0.11 SMERING P

=

6 0.18 0.24

I

FINAROL P

=

9 0.30 0.24

De waarden die voor de wrijvingscoefficienten Z1Jn gevonden wijken onderling enigszins af. De gevonden afwijking is echter niet groter dan de afwijking die voor de verschillende buig-stralen optreedt. De resultaten van striptrekunit 2 zijn niet systematisch groter of kleiner dan die van striptrekunit 1. Er mag hieriut geconcludeerd worden, dat de nieuwe unit en

berekeningsmethode geen afwijkende resultaten zullen opleve-rene

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Due to the inability to redress the apartheid spatial landscape through the creation of integrated and sustainable human settlements in the complex town and regional

Bij Spatiphyllum werd geen verspreiding waar- genomen vanuit potten met zieke planten (na inocula- tie), maar wel nadat de voedingsoplossing was besmet met mycelium of zoösporen van

Daarnaast stegen de kosten van grond en gebouwen, ener- zijds door de verdere schaalvergroting en anderzijds door een prijsstijging van grond.. De totale kosten lagen al met al

Apart from the first introductory chapters one and two, the Bill has eight further chapters dealing with the following: Chapter 3: categories of persons covered

measuring movement patterns showed the same change (increase or decrease) from the first to the second half of the matches. Future studies should be conducted in this field

Ons netwerk wil proberen hierbij aan te sluiten en nieuwe streek- en merkproducten te maken onder de naam Het Groene Woud Zuivel.. Wat willen we bereiken

We hebben genen gevonden die coderen voor eiwitten die niet voorkomen in andere organismen en daarom mogelijk interessante aan- grijpingspunten zijn voor

In de loop van het jaar is er een geleidelijke stijging, die vooral in de laatste 6 weken van het jaar vrij groot is (zie tabel 11). De tweede invloed is de divergentie in