• No results found

eindexamen econmie 1 2016

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "eindexamen econmie 1 2016"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Opdracht 1 Macro-economie [30p]

De effectieve vraag van land Angeloziё bestaat uit de voorgenomen consumptie van de gezinnen en de voorgenomen investeringen van de bedrijven.

In dit land was het Bruto Nationaal Product in het jaar 2014 gelijk aan 12.500 geldeenheden. De vervangingsinvesteringen bedroegen 500 geldeenheden.

De voorgenomen autonome investeringen waren 2000 geldeenheden groot. Van de totale voorgenomen consumptie was een bedrag van 400 geldeenheden autonoom.

Het is bekend dat de voorgenomen consumptie en investeringen van het land in 2014 precies zijn uitgekomen.

1. Wat voor type economie heeft het land Angeloziё? Motiveer het antwoord. [2p]

2. Autonome investeringen zijn niet realistisch. Leg uit waarom. [2p]

3. Bereken hoe groot het nationaal inkomen van Angeloziё in jaar 2014 was? [2p]

4. a. Wat geeft de marginale consumptiequote aan? [1p]

b. Toon aan dat de marginale consumptiequote gelijk was aan [3p] 5. Stel het bestedingsmodel van Angeloziё op, dat voor het jaar 2014 gold. [2p]

6. Geef het Keynesiaanse bestedingsmodel grafisch weer. [3p]

Het nationaal inkomen dat het land in het jaar 2014 heeft bereikt ligt 3000 geldeenheden hoger dan het nationaal inkomen bij bestedingsevenwicht.

(2)

6. Was er in Angeloziё sprake van een arbeidstekort of van een arbeidsoverschot? Motiveer het antwoord. [1,5p]

6. Bereken het nationaal inkomen bij bestedingsevenwicht. [2p]

6. Bereken met welk bedrag de autonome investeringen zouden moeten toenemen of afnemen om bestedingsevenwicht te bereiken. [3p]

Over de economie van Angeloziё in 2014 is verder nog bekend:

- er was sprake van een negatieve voorraadmutatie van 400 geldeenheden; - de verhouding tussen de primaire inkomens was L : P : I : W = 3 : 2: 2 : 1.

10. Stel uitgaande van het nationaal inkomen berekend bij vraag 3 de nationale rekeningen op. [7,5p]

11. Welk voordeel heeft het Keynesiaanse model boven de nationale rekeningen? [1p]

Opdracht 2 Buitenland [30p]

In het land “Suriculturu” beschikt de Centrale Bank over de volgende gegevens die betrekking hebben op transacties met het buitenland gedurende het jaar 2015 (bedragen in miljoenen Amerikaanse dollars).

 De import van stoffelijke goederen bedroeg 1000 mln. en dat was 83 % van de export;

 Aan verzekeringen en andere verleende diensten is ontvangen 200 mln.;

 De rente ontvangsten bedroegen 185 mln.;

 Gastarbeiders hebben 70 mln. overgemaakt naar hun land van herkomst;

 Er is 300 mln. in het land geїnvesteerd door het buitenland;

 De uitgaven op de lopende rekening waren 345 mln. minder dan de inkomsten op die rekening;

 Er was sprake van fundamenteel evenwicht.

 Er is 125 mln. aan handelskredieten verstrekt aan het buitenland. Het saldo van het incidentele kapitaalverkeer bedroeg 45 mln.

(3)

nadelen. Noem één voordeel en één nadeel dat het resultaat kan zijn van betrekkingen met het buitenland. [2p]

2. Noem één verschil op tussen een betalingsbalans op kasbasis en een betalingsbalans op transactiebasis? [ 1p]

3. Bereken de waarde van de goederenexport van het bovengenoemde land in 2015. [ 2p]

4. Stel de betalingsbalans van het land op. [ 8p]

5. Waarom wordt de goud - en deviezenbalans een salderingsbalans genoemd? [2p]

6. Noem naast fundamenteel evenwicht nog twee evenwichtssituaties die zich op de betalingsbalans kunnen voordoen. Motiveer of de betalingsbalans zich in deze evenwichtssituaties bevindt. [3p]

Ontwikkelingslanden worden vaker geconfronteerd met een tekort op de lopende rekening en een relatief hoge prijsinflatie.

7. Verklaar waarom het bovenstaande vaker het geval is in ontwikkelingslanden. [3p]

8. Leg uit welke invloed een hoge prijsinflatie kan hebben op de concurrentiepositie van een land. [ 2p]

9. Binnen welk wisselkoerssysteem kunnen structurele betalingsbalansonevenwichtigheden zich voordoen? [ 1p]

(4)

In Suriname mag de wisselkoers vanaf de maand mei 2016 vrij zweven.

10. Welk wisselkoerssysteem wordt er in Suriname gehanteerd? Motiveer het antwoord. [ 2p]

11. Welke relatie bestaat er tussen de vraag naar vreemd geld en de wisselkoers? [ 2p]

12. Noem de twee (2) monetaire instellingen in Suriname op. [ 2p ]

Opdracht 3 Markt en marktvormen [30p]

Na jarenlange research komt ondernemer Millan op de markt met een zeer uniek product genaamd “comfy”.

Om het product te vervaardigen maakt ondernemer Millan de volgende kosten per product: - grondstofkosten SRD 8,-

- transportkosten SRD 23,-

- overige variabele kosten SRD 9,-

De kosten die onafhankelijk zijn van de productieomvang bedragen SRD 1200,-.

Bij een prijs van SRD 80,- heeft ondernemer Millan een afzet van 40 eenheden. De prijselasticiteit van de afzet is daarbij

1. Van welke monopoliesoort is er hier sprake? Motiveer het antwoord. [2p]

(5)

b. Geef van elk een Surinaams voorbeeld. [1p]

3. Toon aan dat de prijsafzetfunctie als volgt luidt: p = - 4q + 240. [4p]

4. Bepaal de marginale kostenfunctie voor “comfy”. [2p]

Om bekendheid te geven aan het product streeft ondernemer Millan naar maximale omzet.

5. Hoeveel producten zal hij bij deze doelstelling afzetten en tegen welke prijs? [3p]

6. Hoeveel bedraagt zijn winst of verlies hierbij? [2p]

Gezien de populariteit van“comfy” streeft Millan nu naar maximalisatie van de winst.

7. Hoeveel producten zal hij bij deze doelstelling afzetten en tegen welke prijs? [3p]

8. Hoeveel bedraagt zijn winst of verlies hierbij? [2p]

9. Geef zijn winst of verlies (inclusief het punt van Cournot) grafisch weer d.m.v. arcering. Maak gebruik van de P-, MO-, MK- en GTK lijn. [5p]

Na een bepaalde periode merkt Millan op dat de vraag naar “comfy” afneemt.

(6)

11. Ga na bij welke afzet Millan nog net zijn gemiddelde variabele kosten kan dekken. [2p]

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(2013) when compared with productivity models produced from time study data on the same set of trees, and using consistent individ- ual stem volume measures for the two datasets,

BOTSWANA GOVERNMENT, 1977, Education for Kagisano Report of the National Commission on Education, Government Printers, Gaborone, pp.296... DE CLERCQ F, 1984,

Voor soorten waarvoor (in de betreffende provincie) geen vrijstelling geldt, moet wanneer niet volgens een gedragscode wordt gewerkt een ontheffing worden aangevraagd wanneer er

Het DB adviseert het AB om uit het batig saldo de taakstelling 2014 toe te voegen aan de algemene reserve en het restant van het batig saldo te bestemmen voor het realiseren van de

In onderstaande tabel het overzicht van de voorgenomen investeringen

In onderstaande tabel het overzicht van de voorgenomen investeringen

een uiteenzetting over de gevolgen van de met die fusie gepaard gaande schaalvergroting op de samenwerking met de gemeenten waar de verkrijgende

In het Masterplan ICT is in bijlage 2 aangegeven welke (nieuwe) rollen nodig zijn om invulling te geven aan de wettelijke eisen en het versterken van de ICT-organisatie als