z
III
2
ill
::JI
ill
Ill
- lI'
I,
0
II
!II
u
. I
II
I IIIIII
III
I
'
I ~H
et was zomer. Een van diewarme avonden, waar au-gustu'> 1997 er vele van telde. Mijn leesclub was met Dante bezig: Loutering'>berg. Het poctische ltaliaans was aileen maar toegankelijk voor de !eden van de lees-club doordat er Nederlandse, Duit'>e en Engelse vertalingen op tafel lagen. Maar geen enkele vertaling bracht de poetischc kracht van Dante over En helemaal geen enkele vertaling slaagde erin het beeld van het vagevuur op te roepcn, zoals Dante het kon, terwijl hij zijn reis bcschrecf langs al die menscn die lijden door hun bescf van zondig-heid, door hun berouw. "Celoof jij daar
wikkeling die wij na onze dood door-maken is nergens beeldender neerge-schreven dan door Dante in ziJn Coddelijke Comedie.
ldentiteit
ldentiteit is een abstract bcgrip, dat nuttig is om icts te beschrijven dat nodig is voor cen confessionele organi-<,atie Maar, net al'> bij Dante, is het bovenal nodig dat die confessionele identiteit uitgebeeld wordt in architcc-tuur, in kunstwcrken, in omgangsvor-men.
Die tijd van verzuiling heel voorbij le zijn. Behalve bij de eigenzinnigc Evangelische Omroep is er bi) de
om-rocpverenigingen, die aile ooit bij zuilcn hoorden, geen eigenheid mcer ge-makkelijk te herkennen. En dat geldt ook voor scholen, voor zickenhui-zen, voor bejaardenhui-zen. We praten wei over identiteit, maar in de nieuwhouw van al die in-stellingen is er geen iden-titeit. Nodig is uitbeclding in?", werd mij gevraagd.
"lk ben er mec opgevocd", was aanvankelijk de ont-wijkende reactie. lk vcr-telde de opvattingen uit mijn vroegste godsdienst-les en ik maakte de !eden deelgenoot hoe de Joule-ring toen anders ge"inter-preteerd ging worden. lk haalde de Nieuwe Cate-chismm van 1966 uit mijn
boekenkast en las de zin-
Proj.dr. E.J.IM. Kimman
in het gebouw, de cultuur nen voor, waarin het vagevuurgeredu-ceerd werd tot cen moment van bijna niets lk realiseerde me toen, dat theo-logisch-wetenschappelijk de Nieuwe Catechismus gclijk had, maar dat de bceldende kracht van Dante oneindig superieur was. Celoven is concreet. De gelovige heeft beclden nodig De
ont-van de organisatie en de voorbcelden die de Ieiding geeft ldentitcit is al het-geen ons gebouw, onze organisatie, ons doen en Iaten onderscheidt van andere gebouwen, organisaties en functionaris-sen. Oat is lastig in cen samenleving met algemene uitgangspunten van be-leid, algemene financicringsnormen en
algemcnc succes-criteria. Die vcralmeniscring is de keerzijdc van hct ge-mengde liberalc en cgalitaire karaktcr van onze maat<,chappij De principes van vrijheid en gclijkheid zijn de dra-gende bcginselen gewecst, waarop het vcrzuilde hcstcl gerust hedt, maar hct gelitkhcidsheginscl is van die twee het bclangrijkste geweest. Het nict hc-oogdc effect van zeer vecl subsidicring 1s uitcindelijk de deconfc-;sinnalisering en veralgcmeniscring gcwecst.
Wat nu?
Ccloven is concreet en niet vrijhlij-vend. Het evangelic is vcelcisend en te-gendraads Scholcn, zorgi nsrell ingen en woongemecnscharrcn met een con-kssJOnecl karakter zullen dat moctcn durvcn uitheelden. Dat vercist een an-dere architectuur, ccn anan-dere kunst en cen andere manicr van met elkaar om-gaan. Het vcreist hovenal een andere blikrichting: verder kijken dan het
Ie-ven van nu. Het vereist een mcntaliteit tegengesteld aan hct consumptiekarak-tcr van onze samenleving. Het vereist cen zoektocht naar een hestel, waar onzc wcrcld zin aan ontleent. Het geloof moct gestaltc krijgen in opvoc-den, in zorg, in hcschermd wonen, in tocwijding, lidde en aanclacht.·c;e,st
lnilucht sich Leih' En niet het
omgc-keerde.
Celoof ik du., in het vagevuur? Ia. In een loutering, h1er en straks? Ia. De sri-ritualitcit van de Loutcringsberg is juist dat de overledencn zich blitven ontwik-kclcn, zoal., ze ook or aarde zich kon-dcn ontwikkclen. Het meest problcma-tischc van onzc samcnlcving is niet haar liberalc en egalitaire karaktcr, maar is haar consumrtiedrift. Celuk is vcr-handclbaar gewnrden, lijkt het. Ccluk is ta.,tbaar en bcreikbaar, lijkt hct. Nieuwe christclijke organisatie'> zullcn
('I)V q ()/
mnetcn worden gcdragen door menscn, die zich onthaastcn in hun '>treven naar geluk. En dan gaat het mij nict om menscn, die om wat voor mntieven dan ook even willen opvallen en daarbij niet schromen religie rc misbruiken, maar om mensen die geloven dar ons bestaan besremd is van Codswege en dat ons hidden, werken en lijden aileen van Hem uit zin krijgt. Fen gemeen-schar en een organi<>atic die dar uit-beeldt, hedr een idcntiteit. Kunste-naars die ons hierin helren kunnen, zijn broodnodig In geval ze niet direct voorhanden zijn, helrt Dante.
flrofdr
E
.!Ji\ 1. Kinllllilllh1 de colun111 1jevc11 de /eden Pi111 de redactie hun
persoolllijke opuattmge11 weer. Zij hopm dacnmee een WJHZfl te i}Wffl uoor reflectic o{ dehat
(]
0