• No results found

Effectiviteit hogedruk UV-ontsmetter tegen plantpathogenen in drainwater bij transmissiewaarden van 4-14%

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Effectiviteit hogedruk UV-ontsmetter tegen plantpathogenen in drainwater bij transmissiewaarden van 4-14%"

Copied!
32
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Proefstation voor Bloemisterij en Glasgroente Vestiging Naaldwijk

Kruisbroekweg 5, Postbus 8, 2 6 7 0 A A Naaldwijk Tel. 0 1 7 4 - 6 3 6 7 0 0 , fax01 74-636835

EFFECTIVITEIT HOGEDRUK UV-ONTSMETTER TEGEN

PLANT-PATHOGENEN IN DRAINWATER BIJ TRANSMISSIEWAARDEN

VAN 4-14%

Proefnummer 3402-07

VERTROUWELIJK

W. Th. Runia M. van der Sar

Naaldwijk, februari 1997

4>

0T

%

r PBG *)

(2)

INHOUD

SAMENVATTING 5 1. INLEIDING 7 2. MATERIAAL EN METHODEN 9 2.1 Proefopzet 9 2.2 Ontsmettingsunit 9 2.3 Pathogenen 11 3. RESULTATEN EN DISCUSSIE 12 3.1 Virusproef 12 3.2 Fusariumproef 14 4. CONCLUSIE 17 LITERATUUR 18 BIJLAGEN 19 1 Analyse drainwater virusproef 19

2 Analyse drainwater Fusariumproei 20

3 Figuur 1 ontsmettingsunit 21 4 Gegevens berekening doses virusproef 22

5 Gegevens berekening doses Fusariumproei 23

6-11 Virusproef 24 12-17 Fusariumproef 30

(3)

SAMENVATTING

In 1 996 is op het Proefstation voor Bloemisterij en Glasgroente te Naaldwijk onderzoek verricht naar de effectiviteit van een HD/UV ontsmetter bij transmissiewaarden van het drainwater van minder dan 20%.

Er zijn twee proeven uitgevoerd; één proef met het tomaatmozaïekvirus en één proef met de schimmel Fusarium oxysporum f.sp. lycopersici. Deze pathogenen zijn aan het drainwater toegevoegd, waarna diverse UV-C doses zijn toegepast.

De UV-C dosis van 250 mJ/cm2, die in de praktijk wordt geadviseerd om tenminste

99,9 % van de uitgangsconcentratie van virussen in het drainwater te doden, bleek bij de geteste transmissiewaarden van 12, 8 en 5% onvoldoende om het gewenste resultaat te bereiken.

Het praktijkadvies van 100 mJ/cm2 UV-C dosis tegen plantpathogene schimmels

bleek in de proef met Fusarium als toetsorganisme alleen bij een transmissiewaarde van 14% voldoende te zijn om een 99,9% reductie te bewerkstelligen van de

uitgangsconcentratie. Bij de transmissiewaarden van 8 en 4 % gaf deze dosis onvoldoende resultaat.

Verdunning van het drainwater met regenwater tot een minimale

transmissiewaarde van 20% lijkt de beste optie om in de praktijk een betrouwbare ontsmetting te waarborgen.

Oriënterend is de afbraak van Fe-DTPA in het drainwater na diverse UV-C doses onderzocht.

(4)

1. INLEIDING

Historie

In het kader van het project 3402 'Ontsmetting van voedingswater' is door het PBG in 1991 onderzoek uitgevoerd naar de effectiviteit van ultraviolette straling (UV) tegen plantpathogenen in recirculatiewater. Twee typen UV-lampen werden onderzocht; een hogedruk kwikdamplamp en een lagedruk kwikdamplamp. De transmissiewaarden (lichtdoorlatendheid) van het onbehandelde water varieerde bij de proeven met de hogedruklamp van 3% tot 45 % en bij de proeven met de

lagedruklamp van 4 7 % tot 70 %. Dit onderzoek heeft geresulteerd in een praktijkadvies waarbij een UV-C dosis van 100 mJ/cm2 tegen plantpathogene

schimmels wordt geadviseerd en een UV-C dosis van 250 mJ/cm2voor een

volledige ontsmetting (inclusief virussen) van het recirculatiewater (Runia,1992 en1994). Plantpathogenen worden bij deze doses minimaal met 99,9 %

gereduceerd ten opzichte van de uitgangsconcentratie.

Transmissie waarden

De transmissiewaarde van het te behandelen water wordt T10 genoemd. De T10 is het percentage UV-C licht dat nog over is nadat het licht een waterlaag is

gepasseerd met een dikte van 10 mm. De T10 is van groot belang omdat deze waarde medebepalend is voor de berekening van de ontsmettingsdosis. Hoe lager de T10 des te meer energie er nodig is om de juiste UV-C dosis te realiseren. De T10 van drainwater van substraatteelten met steenwol ligt meestal tussen de 20 en 4 0 % . Bij de teelt in organische substraten daalt de transmissiewaarde van het drainwater door de aanwezige humuszuren, die uit het substraat vrijkomen. Ook een verhoogd gehalte aan Fe-chelaat in het drainwater doet de T10 drastisch dalen. Dit geldt ook voor een hoge EC van het drainwater.

Wanneer bestrijdingsmiddelen worden toegepast, die niet transparant zijn, dan zal de T10 ook worden verlaagd.

HD/UV ontsmetters

De huidige Vialux HD/UV ontsmetters zijn gedimensioneerd op een minimale T10 van 20 %. In de praktijk is gebleken dat de T10 toch regelmatig onder deze waarde daalt. Daardoor rees de vraag of bij transmissiewaarden lager dan 20 % de

geadviseerde doses van 100 en 250 mJ/cm2 wel voldoende hoog zijn om een

99,9 % effectiviteit tegen respektievelijk plantpathogene schimmels en virussen te realiseren.

Huidig onderzoek

Om die reden is dit onderzoek uitgevoerd waarbij drie verschillende T10 waarden van het drainwater zijn gerealiseerd; circa 5, 10 en 15 %. In de eerste proef is aan dit water tomaatmozaïekvirus toegevoegd, waarna diverse doses zijn toegepast. In een biotoets is vervolgens het effect van de behandeling vastgesteld. In de tweede proef is Fusarium oxysporum f .sp. lycopersici als testschimmel toegevoegd aan het drainwater. Na de toepassing van diverse UV-C doses is de effectiviteit van de behandelingen vastgesteld met behulp van een selectieve voedingsbodem voor

(5)

Daarnaast is de afbraak van Fe-DTPA in het drainwater vastgesteld bij de diverse UV-C doses om na te gaan of er een correlatie bestaat tussen deze beide. De afbraak van Fe-DTPA zou een niet-biologische indicator kunnen zijn voor het ontsmettingsresultaat. Deze waarnemingen moeten als oriënterend worden beschouwd in het kader van dit onderzoek.

(6)

MATERIAAL EN METHODEN

2.1 PROEFOPZET

De beide proeven zijn uitgevoerd bij Priva Hortimation B.V. in De Lier. De eerste proef is uitgevoerd op 26 november 1996 en de tweede proef op 10 december

1996.

Er is gebruik gemaakt van drainwater afkomstig van een praktijkbedrijf

(L.Voskamp, Zijlweg 7 te De Lier) met een tomatenteelt in de volle grond. Op dit bedrijf wordt het drainwater na onderbemaling opgevangen in een drainput. Vervolgens wordt de drain door een lavafilter geleid, het zo gefiltreerde en gereinigde drainwater wordt overgepompt in de drainopslagsilo. Het water is na filtratie over een 40 micron polypropyleen kaarsenfilter overgepompt in het voorraadvat van de ontsmettingsunit.

De verschillende transmissiewaarden (T10) van respektievelijk ca. 15, 10 en 5 % van het te behandelen drainwater zijn gerealiseerd door de toevoeging van het Fe-chelaat SOFER D.T.P.A. 7 % (poeder). De T10 waarden van het drainwater zijn vóór en na de UV-behandeling gemeten met een PRIVA UV-T10 spectrofotometer, geschikt voor het meten van de T10 bij 254 nm.

Met dezelfde meter kon ook de concentratie Fe-DTPA in het drainwater vóór en na de behandelingen worden vastgesteld, omdat er een verband bestaat tussen de T10 bij 254 nm en de concentratie Fe-DTPA in het drainwater volgens de formule: LOG (1/T10) = e x [Fe-DTPA] + Konstante.

In de eerste proef is 1,5 m3 drainwater geïnfecteerd met 150 ml gezuiverd

tomaatmozaïekvirus. In de tweede proef is 20 liter Ft/sa/y't/msuspensie toegevoegd aan 1800 liter drainwater. Dit resulteerde in een sporenconcentratie van 2,6.104

sporen/ml drainwater. Na toevoeging van de pathogenen is het water door de UV-unit geleid. De diverse doses zijn gerealiseerd door het variëren van het

lampvermogen en de stroomsnelheid. De effectiviteit van de behandelingen is vervolgens vastgesteld op het PBG.

De samenstelling van het drainwater is in beide proeven onderzocht op hoofd- en spoorelementen, pH en EC. De resultaten hiervan zijn weergegeven in

respektievelijk de bijlagen 1 (eerste proef) en 2 (tweede proef).

Figuur 1 en de bijlagen 4-5, 7-11 en 13-17 zijn geleverd door S. Boonstra, Priva Hortimation B.V., De Lier.

2.2 ONTSMETTINGSUNIT

- Vialux ISA type P8185, het betreft een praktijkset met aanpassingen voor deze proeven.

- Deze unit is voorzien van een traploos regelbaar moduul (electronisch, bereik van 2,8 tot 8,5 kW) voor het genereren van het benodigde lampvermogen. - De lamp is van het fabrikaat Heraeus, type EC 10000, lengte 75 cm, centraal in

(7)

- De diameter van de kwartsmantelbuis is 46 mm, de dikte van de bestraalde waterlaag is 19 mm.

Het schema van de testopstelling is weergegeven in Figuur 1.

Als voorraadvat is een rechthoekige meststofbak (glasvezel versterkte kunststof) toegepast, met een bruto inhoud van ca. 2200 liter.

In het vat is een roestvrijstalen dompelpomp geplaatst welke is verbonden met de zuigaansluiting van de Vialux systeempomp.

Het standaard toegepaste Vialux ISA zandfilter is niet gebruikt omdat het

drainwater al gefiltreerd was met een kaarsenfilter; de toe- en afvoeraansluitingen van het zandfilter zijn daarom met elkaar doorverbonden.

De retour drainsilo aansluiting is verbonden met het voorraadvat.

De afvoer ontsmet water aansluiting is verbonden met een drietal opvangvaten met een totale bruto inhoud van ca. 2000 liter.

De toevoer schoon water is niet aangesloten.

Er is bij de opzet van de proeven voor gekozen om de UV-behandeling uit te voeren volgens de enkelvoudige doorloop werkwijze, d.w.z. dat de vereiste UV-dosis wordt toegediend gedurende één passage van het water door de UV-kamer. In verband met de voorwaarde voor turbulent stromingsgedrag (Reynoldsgetal groter dan ca. 4000) is de minimale doorstroomsnelheid (behandelingscapaciteit)

1,5 m3/uur.

In verband met de voorwaarde van een minimale bestralingstijd van 1 seconde is de maximale doorstroomsnelheid 10,4 m3/uur.

De doorstroomsnelheid heeft tijdens de proeven gevarieerd tussen 1,5 en 4,5 m3/uur en wordt per proef afzonderlijk vermeld.

Het minimale lampvermogen van de toegepaste lamp bedraagt 2,8 kW. Bij een lager vermogen brandt de lamp niet gelijkmatig.

Het lampvermogen heeft tijdens de proeven gevarieerd tussen 2,8 en 5 kW en wordt per proef afzonderlijk vermeld.

De toegediende doses worden als volgt berekend: D = < l > x < t >

Hierbij is D de dosis, < l > de gemiddelde UV-C intensiteit van de lamp in de bestraalde waterlaag en < t > de gemiddelde bestralingstijd. De dosis wordt uitgedrukt in mJ/cm2, de lampintensiteit in mW/cm2 en de bestralingstijd in

seconden.

De gemiddelde intensiteit van de lamp < l > is het product van de intensiteit op afstand 0 cm van de lamp < I 0 > en de gemiddelde relatieve intensiteit < l r e l > . De

< l r e l > wordt bepaald door de geometrie van de lamp en de T10 van het

drainwater. De geometrie van de lamp ligt vast, de T10 waarden zijn gemeten bij 254 nm. De T10 van het drainwater is direkt vóór en na de UV-behandeling gemeten. Voor de berekening van de < l r e l > wordt het gemiddelde van beide waarden gebruikt.

De gemiddelde bestralingstijd < t > volgt uit het volume van de UV-kamer dat wordt bestraald en de doorstroomsnelheid van het drainwater. Het bestraalde volume ligt vast, de doorstroomsnelheid is tijdens de proeven gemeten.

(8)

Alle gegevens benodigd voor de berekening van de gerealiseerde doses zijn weergegeven in de bijlagen 4 (virusproef) en 5 {Fusariumproef).

2.3 PATHOGENEN

In de virusproef is gezuiverd (zonder bladgroen en looizuren) tomaatmozaïekvirus (ToMV) toegevoegd aan het drainwater. Dit virus behoort tot de groep van

tabaksmozaïekvirussen. Hiertoe behoren ook het komkommerbontvirus en het paprikamozaïekvirus. Het Odontoglossum-kringvlekkenvirus behoort ook tot deze zogenaamde TOBAMO-virussen. Zij zijn zeer infectieus en worden onder andere via water verspreid. Het resultaat van de virusproef geldt voor alle TOBAMO-virussen. De virusproef is uitgevoerd op 26 november 1996. Het infectievermogen van het virus na de diverse behandelingen is vastgesteld in een biotoets.

Op 26 en 27 november zijn per behandeling drie tabaksplanten (Nicotiana tabacum, 'Xanthi') geïnoculeerd met de al dan niet behandelde virussuspensies. Per plant zijn drie bladeren geïnoculeerd. Deze tabaksplanten reageren met lokale lesies op ToMV. Door tellingen van de lokale lesies en vergelijking met onbehandeld kan de effectiviteit worden vastgesteld van de behandelingen. De tellingen zijn uitgevoerd op 3 en 4 december 1996.

In de Fusariumproef zijn conidiën van Fusarium oxysporum f.sp. lycopersici fysio 1 toegevoegd aan het drainwater. Deze sporensuspensie is verkregen door de schimmel te kweken in een vloeibaar medium (Czapek Dox) bij kamertemperatuur. Na een week is het mycelium met kaasdoek afgefiltreerd en is de sporensuspensie geteld. Vervolgens is de proef uitgevoerd op 10 december 1996.

Alle behandelingen zijn één dag later uitgeplaat op een ft/sar/t/mspecifieke

voedingsbodem (Komada). Per behandeling zijn 2 verdunningen gemaakt en bij de controles onbehandeld 4 verdunningen, zodat van elke behandeling tenminste 1 verdunning goed te tellen is. Elke verdunning is op 4 Petrischalen uitgeplaat; 0,5 ml te testen water per schaal. Na 5-6 dagen zijn de uitgegroeide ft/sa/Tt/mkolonies geteld.

(9)

RESULTATEN EN DISCUSSIE

3.1 VIRUSPROEF

In bijlage 6 is het aantal lokale lesies per blad en de totale hoeveelheid lesies per behandeling weergegeven.

In tabel 1 staat de virusdoding vermeld in relatie tot de toegediende UV-C doses.

Tabel 1 - UV-C doses in relatie tot de virusdoding bij diverse transmissiewaarden Dosis (mJ/cm2) totaal aantal lokale lesies % virusdoding T10 drainwater vóór UV-behandeling 12 % 0 4882 461 1 257 34 90 1362 59 3984 0 99,98 99,3 72,1 18,4 T10 drainwater vóór UV-behandeling 8 % 0 4595 330 129 267 565 167 2124 77 2946 0 97,2 87,7 53,8 35,9 T10 drainwater vóór UV-behandeling 5 % 0 3458 291 682 218 450 136 1427 64 1659 0 80,3 87,0 58,7 52,0

De geadviseerde dosis van 250 mJ/cm2 geeft bij geen van de drie geteste

transmissiewaarden de gewenste 99,9% doding. Hoe lager de transmissiewaarde, des te slechter is het ontsmettingsresultaat bij een dosis van 250 mJ/cm2 of hoger.

Het ontsmettingsresultaat is bij doses < 250 mJ/cm2 veel onregelmatiger.

De gerealiseerde virusreducties, logaritmisch uitgedrukt, in relatie tot de geteste UV-doses, staan vermeld in de bijlagen 7 (T10 = 12%), 8 (T10 = 8%) en 9

(T10 = 5%). In deze bijlagen staan tevens de bijbehorende regressielijnen vermeld. De correlatie tussen de dosis en het ontsmettingsresultaat neemt duidelijk af naarmate de transmissiewaarde afneemt; R2= 0,977 (T10=12%), 0,829

(10)

van een O t o t een drie decimale virusreductie, in relatie t o t de benodigde doses. De doses, die nodig zijn om een virusdoding te realiseren van respectievelijk 9 0 , 99 en 9 9 , 9 % bij diverse transmissiewaarden zijn samengevat in tabel 2. Alleen bij T 1 0 = 1 2 % is de correlatie voldoende betrouwbaar.

Tabel 2 - UV-C doses benodigd voor een 90, 99 en 99,9 % virusdoding bij diverse transmissiewaarden T10 drainwater vóór UV (%) 12 8 5 9 0 % 126 258 330 virusdoding 99 % 251 518 658 virusdoding 99,9 % virusdoding 377 777 986

De afbraak van Fe-DTPA in het behandelde drainwater in relatie t o t de toegediende UV-C doses in deze proef met tomaatmozaïekvirus staat vermeld in tabel 3.

Tabel 3 - UV-C doses in relatie tot de afbraak van Fe-DTPA bij diverse transmissiewaarden

Dosis (mJ/cm2) % afbraak Fe-DTPA T10 drainwater vóór UV-behandeling 12 % (Fe-DTPA

461 257 90 59 37 22 8 4 T10 drainwater vóór UV-behandeling 8 % (Fe-DTPA = 330 267 167 77 5 25 25 10 T10 drainwater vóór UV-behandeling 5 % (Fe-DTPA = 291 218 136 64 12 17 17 7 = 85 //mol/l) 103//mol/l) 125//mol/l)

Bij een transmissiewaarde van 1 2 % van het drainwater is er een sterke correlatie (R2 = 0,997) tussen de UV-C doses en de afbraak van Fe-DTPA. Bij een T 1 0 van

(11)

10% zijn geweest en bij een dosis van 250 mJ/cm2 22%.

Bij de lagere transmissiewaarden is het resultaat veel onregelmatiger en de correlatie veel minder betrouwbaar; bij een T10 van 8 % en 5 % is R2= 0,619.

In bijlage 11 is de afbraak van Fe-DTPA ten opzichte van de virusreductie uitgezet bij diverse UV-C doses bij een T10 van 12%.

3.2 FUSAR/UMPHOEF

In bijlage 12 is het aantal ft/sa/v't/mkolonies per schaal en totaal per behandeling weergegeven.

In tabel 4 staat de Fusariumdod'mg vermeld in relatie tot de toegediende UV-C doses.

Tabel 4 - UV-C doses in relatie tot de Fusariumdod'mg bij diverse transmissiewaarden. Dosis (mJ/cm2) aantal kolonies per ml % Fusariumdod'mg T10 drainwater vóór UV-behandeling 14 % 0 173 108 79 52 10900 1,5 3 60 405 T10 drainwater vóór UV-behandeling 8 0 191 146 110 66 44 8350 0,5 0,5 7,5 250 685 T10 drainwater vóór UV-behandeling 4 0 174 153 112 53 35 5150 6 10 65 1065 2010 % % 0 99,99 99,97 99,4 96,3 0 99,99 99,99 99,91 97,0 91,8 0 99,88 99,81 98,7 79,3 61,0

De geadviseerde dosis van 100 mJ/cm2 tegen schimmelziekten geeft bij een

transmissiewaarde van 12% de gewenste 99,9% doding; alle doses > 1 0 0 mJ/cm2

(12)

resultaat bereikt. Bij de transmissiewaarde van 4 % is het ontsmettingsresultaat onvoldoende, zelfs bij een dosis van 174 mJ/cm2.

De gerealiseerde fï/sa/v'umreducties, logaritmisch uitgedrukt, in relatie tot de geteste UV-doses, staan vermeld in de bijlagen 13 (T10=12%), 14 (T10 = 8%) en 15 (T10 = 4%). In deze bijlagen staan tevens de bijbehorende regressielijnen vermeld. De correlatie tussen de UV-doses en het ontsmettingsresultaat is in alle drie testen hoog; R2= 0,951 (T10=12%), 0,977 (T10 = 8%) en 0,982 (T10 = 4%).

Bij de twee hoogste transmissiewaarden valt de hoogste dosering buiten de regressielijn omdat het aantal sporen per ml te laag geweest is voor een ongeveer vier decimale ft/saràvmreductie.

In bijlage 16 zijn de regressielijnen weergegeven van een 0 tot een drie decimale fi/sa/y'i/mreductie, in relatie tot de benodigde doses.

De doses, die nodig zijn om een Fusariumdoding te realiseren van respectievelijk 90, 99 en 99,9% bij de diverse transmissiewaarden zijn samengevat in tabel 5. De correlatie is bij alle drie T10 waarden betrouwbaar.

Tabel 5 - UV-C doses benodigd voor een 90, 99 en 99,9% Fusariumdoding bij diverse

transmissiewaarden T10 drainwater vóór UV (%) 12 8 4 90 32 36 59 % doding 99 % 65 72 119 doding 99,9 % doding 97 108 178

De afbraak van Fe-DTPA in het behandelde drainwater in relatie tot de toegediende UV-C doses in deze proef met Fusarium staat vermeld in tabel 6. Uit de tabel blijkt dat bij een T10 van het drainwater van 14 % de afbraak van Fe-DTPA lager is bij de diverse doses dan bij de T10 waarden van 8 en 4 %. Deze beide laagste T10 waarden geven een identiek resultaat. De correlatie is bij de T10 van 14 % het hoogst (R2 = 0,963). Bij de T10 van 8 % is R2 0,888 en bij een T10 van 4 % is R2

0,904.

Bij een T10 van het drainwater variërend van 4 tot 14 % zou in deze proef met

Fusarium een dosis van 100 mJ/cm2 een afbraak van Fe-DTPA geven van

13 tot 24 %. Bij een dosis van 250 mJ/cm2 zou de afbraak van Fe-DTPA 40 tot

50% zijn geweest.

In bijlage 17 is de Fe-DTPA afbraak in grafiek weergegeven in relatie tot de UV-C doses.

(13)

Tabel 6 - UV-C doses in relatie tot de afbraak van Fe-DTPA bij diverse transmissiewaarden Dosis (mJ/cm2) T10 drainwater vóór 173 108 79 52 % afbraak Fe-DTPA UV-behandeling 14 % (Fe-DTPA 26 18 8 0 T10 drainwater vóór UV-behandeling 8 % (Fe-DTPA =

191 146 110 66 44 35 33 27 18 14 T10 drainwater vóór UV-behandeiing 4 % (Fe-DTPA =

174 153 112 53 35 37 34 27 19 14 = 79 //mol/l) 105//mol/l) 137A#mol/l)

(14)

CONCLUSIE

De geadviseerde dosis van 250 mJ/cm2 tegen plantpathogene virussen geeft bij

geen van de geteste transmissiewaarden van het drainwater (T10 = 12, 8 of 5%) de gewenste doding van 99,9% van het toegediende tomaatmozaïekvirus. Bij een T10 van het drainwater van 12% dient de dosis 1,5 maal 250 mJ/cm2 te zijn, bij

een T10 van 8% ruim 3 maal en bij een T10 van 5% bijna 4 maal de geadviseerde dosis. Deze waarden zijn praktisch gezien niet erg realistisch. Verdunning van het drainwater, bijvoorbeeld met regenwater, tot een minimale T10 van 20 % ligt meer voor de hand.

De geadviseerde dosis van 100 mJ/cm2 tegen plantpathogene schimmels geeft bij

de T10 van het drainwater van 14% de gewenste 99,9% doding van de toegevoegde sporen van Fusarium oxysporum f .sp. lycopersici.

Bij de T10 van 8% blijkt een dosis van 110 mJ/cm2 noodzakelijk te zijn voor de

gewenste doding en bij een T10 van 4 % is een dosis van meer dan 174 mJ/cm2

nodig. Zowel verdunning van het drainwater met regenwater teneinde de T10 te verhogen, als het opvoeren van de dosis zijn in deze situatie opties om het

resultaat te optimaliseren.

Uit beide proeven is gebleken dat het dimensioneren van de HD/UV ontsmetters op een minimale T10 van het drainwater van 20 % een juiste keuze is geweest.

Lagere transmissiewaarden kunnen een onvoldoende ontsmettingsresultaat geven. De relatie tussen de toegediende UV-C doses en de afbraak van Fe-DTPA in het

drainwater na UV-behandeling is alleen betrouwbaar gecorreleerd bij een T10 van het drainwater van minimaal 12-14%. Bij de lagere transmissiewaarden is het percentage afbraak van Fe-DTPA in de Fusariumproei veel hoger dan in de

virusproef bij vergelijkbare T10 waarden. Het vaststellen van de correlatie tussen UV-C doses en afbraak van FE-DTPA viel buiten de doelstelling van dit onderzoek. De waarnemingen omtrent de afbraak van Fe-DTPA dienen dan ook als oriënterend te worden beschouwd.

(15)

LITERATUUR

Runia, W.Th., 1992. Hogedruk UV-unit pakt schimmel en virus aan. Groenten + Fruit nr. 5, p. 56-57.

Runia, W.Th., 1994. Elimination of root-infecting pathogens in recirculation water from closed cultivation systems by ultra-violet radiation. Acta Horticulturae 3 6 1 , p. 3 6 1 - 3 7 1 .

(16)

BIJLAGE 1 Analyse drainwater virusproef

LU

O

N

cc

LU Q

z

o

co

LU

O

z

lil I

Q

Z

O

cc

(5

CC

O

O

>

2

D CC

o

Sc

oc

o

ffl < _J (O Li.

cc

Q LU

m

•e « 2 5 a _ *> o S o « o. A M IM > M « D O w o o • x 'S ff

I

e « I-I (9 0 0> S 5 * : § 5 • a a> o e • « -S

I I

£ <? » .ft. f* <. V ' 's. « -o « e h u *> • • a *i 4i • • • •o e e 8 2 2 • H m I A «

.1

f!

a M

S s

s s

m M ff S

$

s

a u 2 «

8 f«?

».

a

e a M e 5 S B S >

I

2 cl o 2 t!

I

'S S m ta V

s

B 3

I

8 > B. O C S !

i

B S .it •è 1 §

(17)

BIJLAGE 2 Analyse drainwater Fusariumproef

«M •> f4 1 •4 | m f4 UI

O

N CE UJ Q Z O

co

< UJ CD

z

Ui 1

Q

z

o

cc

o

cc

o

o

>

5

D CC

o

£

^

cc

o

o

5

CO

u.

- 3 CC

Q

UI

co

^^•£ l ^ H " " ^ ^ ^ H ^ ^ ^ ^ r ^ ^ *

1

-5 « 8 «•> ! o o 2 f4 B -4 e S a m S 3 a < •

I

• M

1

2

5 5 B

S i i

o •> •> « at «4 u

1

e *i s • 4 K • 4 4> OD tn h

1

B S H U

s

f4 <• m u

I

e

• 0 <• i N f4 f4

S

5 • 4 J B 8 9 +1

I

S • 4 9 •4 * 0 H If

•s

B 0 9 B •H

I

< • • t 1 «N f4 «4 41 B > +> B 0 9 a a B m m 0 >4 a 0 0 > B • 4 M

i

H u s 0

s

u %fr-p ~ »1 CJ o « " • " ' T . - m B » M »

fi Î

M ' S . » • rit t> <m « T:

• •

" J

* _ I B ^ P. " t

I V

S . * - -.*-CI «4 -• n » o •«•m . • S ,/. ».

1 - 3

i> * • h * M » * * *

B J •

t *C « 1 3L Â.£ •M * * » + B * > 5 *4 9 M B 8 0 M 0 B 5 f4 9 M S >t | 4 a 5 9 • 4 B S •a M 0 •o •H «

(18)

BIJLAGE 3 Figuur 1 - Ontsmettingsunit

Va .55 o S Ui ui «O CO O 2 co < co I X < > I O CO co Ld O

o

CE 0 . • i -Q» z ^* o

=2

§ | «2 -M

©

*

©

°%°i

< IA X D - i < O [ z I V) z ui K O I I I

T

CM >

w

=<s>

If

=C£=

w2S

0

©

Q<3

(19)

BIJLAGE 4 Gegevens voor berekening doses in virusproef

Inhoud UV-kamer: 2,91 liter Lampverouderingsfactor: 0.85 T10 drainwater (%) vóór UV 12 12 12 12 na UV 24 18 14 13 gemid-deld 18.0 15.0 13.0 12.5 P lamp (kW) 5.080 5.080 3.088 3.088 Flow (m3/h) 1.500 2.460 3.000 4.500 < t > (s) 6.98 4.26 3.49 2.33 10 (mW/ cm2) 315.7 315.7 143.5 143.5 < Irel > 0.2089 0.1910 0.1788 0.1757 Dosis (mWs/ cm2) 461 257 90 59 8 8 8 8 9 14 14 10 8.5 11.0 11.0 9.0 5.080 5.080 3.088 3.088 1.500 2.060 1.500 3.000 6.98 5.09 6.98 3.49 315.7 315.7 143.5 143.5 0.1497 0.1662 0.1662 0.1531 330 267 167 77 5 5 5 5 7 8 8 6 6.0 7.5 7.5 5.5 5.080 5.080 3.088 3.088 1.500 2.060 1.500 3.000 6.98 5.09 6.98 3.49 315.7 315.7 143.5 143.5 0.1318 0.1355 0.1355 0.1279 291 218 136 64 T10 : transmissiewaarde

P lamp : vermogen lamp Flow : doorstroomsnelheid

< t > : gemiddelde bestralingstijd I0 : intensiteit lamp op afstand 0 cm

< l r e l > : gemiddelde relatieve intensiteit lamp dosis : mWs/cm2 = mJ/cm2

(20)

BIJLAGE 5 Gegevens voor berekening doses in Fusariumproei

Inhoud UV-kamer: 2,91 liter Lampverouderingsfactor: 0.85 T10 drainwater (%) vóór UV 14 14 14 14 na UV 22 19 16 14 gemid-deld 18.0 16.5 15.0 14.0 P lamp (kW) 2.8 2.8 2.8 2.8 Flow (m3/h) 1.500 2.295 3.000 4.380 < t > (s) 6.98 4.56 3.49 2.39 10 ImW/ cm2) 118.7 118.7 118.7 118.7 < Irel > 0.2089 0.2000 0.1910 0.1849 Dosis mWs/ cm2) 173 108 79 52 8 8 8 8 8 18 17 15 12 11 13.0 12.5 11.5 10.0 9.5 3.2 2.8 2.8 2.8 2.8 1.500 1.500 1.920 3.000 4.380 6.98 6.98 5.46 3.49 2.39 153.2 118.7 118.7 118.7 118.7 0.1788 0.1757 0.1694 0.1597 0.1564 191 146 110 66 44 4 4 4 4 4 12 11 9 7 6 8.0 7.5 6.5 5.5 5.0 3.4 3.2 2.8 2.8 2.8 1.500 1.500 1.500 3.000 4.380 6.98 6.98 6.98 3.49 2.39 170.4 153.2 118.7 118.7 118.7 0.1463 0.1427 0.1355 0.1279 0.1239 174 153 112 53 35 T10 : transmissiewaarde

P lamp : vermogen lamp Flow : doorstroomsnelheid

< t > : gemiddelde bestralingstijd I0 : intensiteit lamp op afstand 0 cm

< l r e l > : gemiddelde relatieve intensiteit lamp dosis : mWs/cm2 = mJ/cm2

(21)

BIJLAGE 6 Virusproef - aantal lokale lesies per blad en totaal

Dosis (mJ/cm2) blad 1 blad 2 blad 3 blad 4 blad 5 blad 6 blad 7 blad 8 blad 9 Totaal

T10 drain water vóór U V-behandeling 12 % 0 461 257 90 57 311 0 7 342 897 487 0 5 128 555 389 0 0 76 228 763 0 7 119 364 531 0 5 203 700 835 0 3 22 307 319 0 1 263 171 536 1 3 139 306 711 0 3 70 456 4882 1 34 1362 3984 T10 drain water vóór U V-behandeling 8 %

0 330 267 167 77 398 13 30 236 449 189 3 53 155 328 908 7 144 312 295 417 5 72 295 238 408 25 14 337 305 347 4 54 205 203 696 15 80 381 382 740 32 34 23 229 492 25 84 180 517 4595 129 565 2124 2946 T10 drainwater vóór UV-behandeling 5 % 0 291 218 136 64 359 7 23 144 100 218 108 57 140 264 933 102 45 90 68 253 53 35 99 259 474 121 24 71 216 351 26 93 7 104 667 72 62 223 159 155 142 80 310 26 48 51 31 343 463 3458 682 450 1427 1659

(22)

B I J L A G E 7

^ c*t V " II O T ~ \~ -^"~ *-rf co

o

*

r^

h -OÎ

ö"

n

CM

a:

, ..

c

• ^ CD CO (0 CD i _ O )

p

l _

1

co O) O) CD J Q E CU > o c co CM O m o . i | cc QL CO I -co LU h -C0 D > Ç0 'co o T3 > Z> CD - o c CD > - g CD . c "55 c co

£

co CD • D 0 i _ CO 3 O o

Si

"O c o O J | o T B co

E

o

£

03 C i CU • o o o TT CM

E

o !co

° c

o e

co '—• 0 CD

ü

I > Z > CO

co

o

o

o o CM o o CM co

(aiwnpai snj|A)90"l

co O) 0) E 0) o CU •o O)

(23)

BIJLAGE 8

CO a> o> a> .O E a> > o c co CN O co Q. I < > cc CL CO y-co LU I -CO 3 > O O 00 o o o o CO co X o. c

2

O) Ji> "5 ^>, re (0

E

o re $ ç "ra •o o o IN

£

.O 10 a> cu O

°É

o —' co CO CO

O

O o o CM O O CM CO

(apinpgj srmAjooi

co O) O) o JQ E o CU •o

(24)

BIJLAGE 9

^5 m il o ^ K

. •

co co 0)

m

r - -«a-m o il CN

a:

. a. C '•^ a> 'to co 0) i _ O)

P

i _

1

CD O )

E

co > o c CD CN CD m CL I

<

>

a: o. w C0 LU H a> Z) > co 'co

o

• o > 0) • o c co > • g 'a> . c "35 . *

c

ra « CD " O a> i _ co 3 O O o o o o o o co O <N

o E

co

o E

to — 00 f-" X •o c

2

O)

"5

^ > "co co

E

o a> ra 5 'ra "O O O m o o O

ê

CD

O

i > W o CO

° O

o o CM O o CN CO

(Gipinpaj snjiA)9cn

CD a> O) CD n

E

CD O <D TJ 0>

(25)

BIJLAGE 1 0

h -O)

ö"

II CM

o:

«4 T ~ II O T ~

I

-

r-cn

c-<

co

ö*

II CM

o:

o"* <*3 II O ^—

H

o? T ~ «*" LO O II CM

o:

m

ii

o

T —

h-<*) CO O) Oi T t -0) .Q E a> > o c co CM O m a. CO co

o

• o >

ZD

CD • o

c

ro

>

£s

C 0 :=» JZ <D ^

res

s

nke

l

O) Cö 0> rf=

'S

c • _ (1) «^rf 3 TJ (U (O 3 t _ > < > cc o . CO \-co LU H CO 3 >

! «*v

: / / *** ! / / / / / / / / s ^ / / "'*' / / / / l l o o o X Q. C O 1 _ O)

o

"5

_>, "co co

E

L . 0)

5

ç

'ca o o co CM

E

o

lo

co

S °

"f > o o CN

co

CO

O

Q

CM CO i

(epjnpej smiA)ooi

CO O) O) CD .a E Q) O CU • o O)

(26)

BIJLAGE 11

foeejqje V d l Q 9 d ) 9 0 " l

CN Ö

6

co

ö

co o co a> O ca CL (O > 't—

a.

«j to aj

'S

3 O O o o TT CN

E

o CD O ) O) Q) . Q

E

>

o c CD CN O m a. i

I

a: a . co ( -05 LU I -C/3 CE > O O CO eu eu O l > CN W CO

O

Q ca co i _ J Q CO <

a.

h -Q eu 0) 3 • o a; C/} 3 I O

1 S

CN CO

(aiPinpaj snj!A)ooi

cJ ^— II o T " 1 -^— 1 -C0 LU 1 -CD O) Oi ^ V . CD E 0) o CO XJ O)

(27)

BIJLAGE 12 Fusariumproef - aantal kolonies in 0,5 ml per schaal

en totaal

Dosis (mJ/cm2) verdun-ning schaal 1 schaal 2 schaal 3 schaal 4 gemid-deld onver-dund T10 drainwater vóór UV-behandeling 14 % 0 173 108 79 52 1:100 1:1 1:1 1:10 1:10 54 0 1 5 23 48 1 3 2 19 60 2 0 2 14 56 0 2 3 25 54,5 0,75 1,5 3 20,25 5450 0,75 1,5 30 202,5 T10 drainwater vóór UV-behandeling 8 % 0 191 146 110 66 44 1:100 1:1 1:1 1:1 1:10 1:10 39 1 0 2 14 39 33 0 0 4 11 30 58 0 1 4 13 32 37 0 0 5 12 36 41,75 0,25 0,25 3,75 12,5 34,25 4175 0,25 0,25 3,75 125 342,5 T10 drainwater vóór UV-behandeling 4 % 0 174 153 112 53 35 1:100 1:1 1:1 1:10 1:10 1:10 25 3 5 2 44 100 34 3 5 5 58 96 31 3 6 1 63 98 13 3 4 5 48 108 25,75 3 5 3,25 53,25 100,5 2575 3 5 32,5 532,5 1005

(28)

BIJLAGE 13

co co n E CD O <D • o O O m o. i < > cc Q. w I -to lil LU X ü co

i

I I I i 1 i 1 i i i i / / 1

- r • i ; : ' i i

! 1 i \

1 1 ! i : : i i ! ! /

• /

V

J/i

/ / /

A

1 ! !

/

'

l

'

i

;

t i l ' ! ! i o o CN o m F E ji o «0 E in 5 r |

* £

=o °

PI

?*

O <n

n 5 E ? » ^ S .e S 8 fi > s> O I X 3 ra * C N E o o o .2 CO fc CO O 1 > W w O o o m

ö

i o CN lO CN CO U) CO* (sipinpsj |9UJUJ!L|OS)OOT CD O) o CD j Q E CO o CD o CN

(29)

BIJLAGE 14

se <b •I o t-CM 8

N. I>» o> O II CM tr c in S O) u ^ I 03 O) O) 0) E 0) o (D T3 O CD m o . i |

tr

CL co r -CO tu I -—I ai

x

o

CO

; I

1 : i • ! I i i /

I ; / •

l i j

/

•• / :

!

|

u - i i . i i

• / ! ! !

/ I '

! I

o o CM w (D X o. c o o > (0 F TS S IS • o Ol E: £ f o to F 3

E

o E 3 10 0> 3 li-ra a> 15 <D

ü

> «? o X X 3 re * O m o o eg E

ë

ü I > co co O D O m w o »o CM w co m CM co i Ti-• i n (9!Wnpaj |9oiLU!iios)901 co a> a> x> E a> o 0) •o o CM

(30)

BIJLAGE 15

s? a -• i o ^ \~ <n

ï

m

CN CD as o II CN tr c 0) 01 1 (O O) 0 -O E (D O CD • o O O m a I

I

er o. co co LU LU I ü c/) 1 j •

I / !

j / j

/ •

• /

• /

o o CM <D §

si

c o

M

o c O CA > 3 S o)

M

^ * A l ' 2 p

*1

X x _ 3 CO > O IX) CN E u o

o

<D !C Q) O I > Ç0 co

o

a

o

o

I lf> CM m CM CO co (eipinpaj Lunuesnj)ooi (O O) .o E a> o a> •o o CM

(31)

BIJLAGE 16

o m a o ii ( N t r 2 e * n o 1 -T 1 f » r^ O) o II t N i r o o II o H Cvl CM OD a> o II ( N K £ . * II o H CO (O o O) 0) .a E a> o © •o o O m a. I

I

a: a. CO i -co LU LU X ü CO c (1) ^ © to vi CD TO a> cr 10 CO o • o > 3 0 • o c CO > T3 CD x: . * œ C CD £ CD C CD 3 • D a> i _ E 3 •c CD CA 3 Li. / / ^ i > : i ! I l 1 f O i i |

i /

1 /

A

/ i

/ 1

/ / / T* ! i i i i ! i 1 1 1 i E E ie o » *°- E to §

II

f £

c o

II

O co

«is

o CN E Ü o o

ë

CD O I > ço CO

o

a

o U)

d

i t o CM CNÎ i CO (siWnpsj |SLULU!Lps)901 CD o> d) .O E a> o a> •a o CN

(32)

BIJLAGE 17

o 6 3 O) r>-ii < Q. I -Q CD LL # I I O ^~ I

-•

o E 3 m o ^— n < CL I -Q 0) Li. #

<o

i i o ^— \-$ o E 3 h~ CO T " ~ II < 0. I -Q CD L . 3 " I I O ^— H

+

8

O) <D XJ E a> o <D •o o O m a. l | er a. co co LU X ü co co 'co o •o > Z) (D •o c cc >

•q

"o j = JÉ: "05 c CD

£

co en

E

«S

co < h -D O) o o C M m co X CL . .. u c o a> ^_ o _>_ ra ra fc o ^ CD ra c 'ra T l CO E E x: o V) F 3 o o. CO >, X o E 3 ' C ra co 3 U . O) r "53 c ra CD £3 > 3 O X X 3 ra > o m CM E o "co E o o CD CD 8= CD O i > r> co co o o o m o o

o

ó

ó m CM o' (>|BBJCUB V d l Q 3 d ) 9 0 1 CD O) O) CU XJ E V o CU o CM

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om te voorkomen dat deze gebieden helemaal onder water zouden verdwijnen, zijn in de tach- tiger en negentiger jaren in totaal zo’n 75 kilometer oever- beschermingen aangelegd langs

In Appendix C zijn deze jaargemiddelden opgenomen, met in Appendix D de uitleg waarom deze jaargemiddelden niet geschikt geacht werden voor verdere analyse: fint wordt

Mosaicism may result from DNA mutation, epigenetic DNA alterations, chromosomal abnormalities or spontaneous reversion of inherited mutations during development which is propagated

Furthermore, according to the performance measurement models that were calculated over the first sub-division (the two sub-periods) of the research period, the SRI funds

NAmeting bij personen die naar een Lezing zijn geweest en ook zijn VOorgemeten. NAmeting bij personen die naar een Lezing zijn geweest en Niet zijn Voorgenieten. NAmeting bij

Een prematuur geboren baby heeft nogal eens de neiging om gedurende de voeding wat van de borst af te glijden en heeft dan alleen nog maar het puntje van de tepel in

Computed items of material balance of azinphos-methyl (A) and dimethoate (D) in simulation experiments on their behaviour in ditches with flowing water, cumulated over 0.083 d (2

ie meeste tot alle onderdelen lezen Raadplegen naderhand Weinig of nooit 3oms Vaak Proefverslagen k 11 19 32 61 1 Artikelen 26 58 16 55 1 19$ van het AOB leest