• No results found

2.8. De zevende groep letters 1. Herkennen van de vormen

2.8.2. De zevende groep letters

Regel 9.

U vindt: lijn, blokje rechts boven open, lijn, schuin naar beneden, lijn.

Regel 10.

U vindt: lijn, gesloten, lijn, krom en smal, lijn.

Regel 11.

U vindt de vormen: lijn, gesloten breed in het midden, lijn, blokje rechts boven open, lijn.

Regel 12.

U vindt: lijn, gesloten breed van boven, lijn, krom en smal, lijn.

Ga nu naar bladzijde 2 van tabblad 7.

2.8.2. De zevende groep letters

Begin links bovenaan de pagina op de eerste hele regel. Dus op de regel onder de twee vormen bovenaan. Oefen op de eerste 2 regels de nieuwe vormen. Daarna volgen de namen van deze letters. Ga horizontaal met uw linkerhand of -wijsvinger over de bovenste regel. Neem bij het overnameteken met rechts over.

Regel 1.

U vindt de vormen: blokje rechts boven open, krom en smal, krom en smal, blokje rechts boven open, blokje rechts boven open, blokje rechts boven open, krom en smal, overnameteken, blokje rechts boven open, krom en smal, krom en smal, blokje rechts boven open, krom en smal, blokje rechts boven open, krom en smal.

Regel 2.

U vindt de vormen: krom en smal, krom en smal, blokje rechts boven open, krom en smal, krom en smal, blokje rechts boven open, blokje rechts boven open,

overnameteken, krom en smal, blokje rechts boven open, krom en smal, blokje rechts boven open, blokje rechts boven open, blokje rechts boven open, krom en smal.

We benoemen de letters:

 Blokje rechts boven open is de letter h.

 Onregelmatige vorm krom en smal is de letter s.

Begin nu weer links bovenaan de pagina. Ga horizontaal met uw linkerhand of -wijsvinger over de bovenste regel. Neem bij het overnameteken met rechts over. U leest van links naar rechts de volgende letters: h, s, s, h, h, h, s, overnameteken, h, s, s, h, s, h, s.

Regel 2.

U leest de letters: s, s, h, s, s, h, h, overnameteken, s, h, s, h, h, h, s.

Regel 3 is een horizontale lijn.

Op de volgende regels leest u de h, de s én de eerder geleerde letters.

Regel 4.

U leest de letters: h, e, h, e, e, h, e, overnameteken, h, e, h, h, h, e, h,

Regel 5.

U leest: s, l, s, l, s, s, l, overnameteken, s, l, s, l, s, l, s.

Regel 6.

U leest: h, g, h, g, g, g, h, overnameteken, g, h, h, h, g, g, g

Regel 7.

U leest de letters: s, i, s, s, i, s, s, overnameteken, i, i, s, s, i, s, s.

Regel 8.

U leest de letters: h, r, r, h, h, r, h, overnameteken, r, r, r, h, r, h, h

Regel 9.

U leest: p, l, i, s, l, p, s, overnameteken, p, s, s, p, l, s, i

Regel 10.

U leest de letters: h, r, g, e, h, g, r, overnameteken, r, h, h, e, h, g, r

Regel 11.

U leest: a, b, k, l, c, g, o, overnameteken, p, e, f, m, v, i, d

Regel 12.

U leest: u, r, h, s, l, k, o, overnameteken, d, e, i, s, f, g, h

Ga nu naar bladzijde 3 van tabblad 7.

2.8.3. Woorden met en zonder spaties

Op deze bladzijde staan woorden met de geleerde letters. Eerst staan er nog spaties tussen de letters van het woord. Na het overnameteken komt een nieuw woord op dezelfde manier.

Regel 1.

U leest de woorden: m, i, s, mis, overnameteken, v, i, s, vis.

Regel 2.

U leest de woorden: h, e, k, hek, overnameteken, h, e, l, m, helm.

Regel 3.

U leest de woorden: h, o, l, hol, overnameteken, h, o, k, hok.

Regel 4.

U leest de woorden: s, p, e, k, spek, overnameteken, s, p, e, l, spel.

Regel 5.

U leest de woorden: s, i, p, sip, overnameteken, s, i, k, sik.

Regel 6.

U leest de woorden: s, c, h, e, p, schep, overnameteken, v, o, s, vos.

Regel 7.

U leest de woorden: s, c, h, u, u, r, schuur, overnameteken, h, u, p, hup.

Regel 8.

U leest de woorden: f, l, e, s, fles, overnameteken, m, e, s, mes.

Regel 9.

U leest de woorden: s, l, e, e, slee, overnameteken, s, l, i, m, slim.

Regel 10.

U leest de woorden: p, e, c, h, pech, overnameteken, h, o, e, hoe.

Ga nu naar bladzijde 4 van tabblad 7.

2.8.4. Rijmrijtjes

Op de volgende regels leest u nog woorden met begin- of eindrijm. Dat zijn

veelvoorkomende lettercombinaties. We gebruiken nu geen overnameteken. Let nog even op uw houding. Probeer deze regels eerst met de ene en dan met de andere hand te lezen.

Regel 1.

U leest de woorden: hek, heb, hes, heg, hef, hem.

Regel 2.

U leest de woorden: is, vis, mis, sis, slis, fris, eis.

Regel 3.

U leest: haas, vaas, gaas, raas, klaas.

Regel 4.

U leest: hok, hof, hol, hop, hoe, hoed.

Regel 5.

U leest de woorden: schap, schip, schep, schop, schub.

Regel 6.

U leest de woorden: huis, huil, huid, huil, huig.

Regel 7.

U leest: spek, spook, spiek, spaak, , spuug.

Regel 8.

U leest de woorden: hoor, hoog, hoop, hoos, hoofd.

Regel 9.

U leest: keus, reus, heus, leus, geus.

Regel 10.

U leest de woorden: sla, slip, slof, slee, sluis.

Regel 11.

U leest: sik, sis, sip, simpel, sikkel.

2.8.5. Woorden met de geleerde letters

Op deze bladzijde vindt u woorden met de tot nu toe geleerde 18 letters.

Let op uw houding: zit rustig rechtop. Houd uw handen ontspannen op het papier.

Beweeg uw vingers uitsluitend van links naar rechts.

Regel 1.

U leest de woorden: as, bas, las, kas, overnameteken, kaas, klas, baas.

Regel 2.

U leest de woorden: haak, hal, maas, overnameteken, sla, slager, slap.

Regel 3.

U leest: haar, halm, hard, overnameteken, hek, heg, hap, hok.

Regel 4.

U leest: hol, glas, smal, overnameteken, hof, fles, mes, vis.

Regel 5.

U leest de woorden: hals, school, heb, overnameteken, schuur, scherp.

Zorg dat u ontspannen zit en denk aan het overnemen.

Regel 6.

U leest de woorden: mis, kies, koos, overnameteken, dus, mos, vos, vies.

Regel 7.

U leest: spek, muis, hier, overnameteken, hoog, doos, spaar.

Regel 8.

U leest de woorden: help, huis, smaak, overnameteken, som, bos, simpel.

Regel 9.

U leest: spel, sloom, smak, overnameteken, pech, echo, gras.

Regel 10.

U leest de woorden: ham, hik, hoe, hes, overnameteken, hoek, kras, spul.

Regel 11.

U leest: hommel, scheur, overnameteken, hark, boos, bloes.

Regel 12.

U leest: huur, smoes, hoor, overnameteken, soep, hem, smeer.

Ga nu naar bladzijde 6 van tabblad 7.

2.8.6. Zinnen met de geleerde letters

Begin elke regel met de linkerhand. Ga na het derde woord van elke zin met rechts verder.

Regel 1.

U leest de zin: De bus had heel vaak pech.

Regel 2.

U leest: De pil die ik slik is vies.

Regel 3.

U leest de zin: De slimme boer volgde de vos.

Regel 4.

U leest de zin: Ik verhuur de oude schuur.

Regel 5.

U leest: de hommel vloog door de school.

Regel 6.

U leest: de hik hield al heel vlug op.

Regel 7.

U leest de zin: de slager hielp de oude heer.

Regel 8.

U leest: soms droeg vader die hoge hoed Ga nu naar pagina 1 van tabblad 8.

2.9. De achtste groep letters