• No results found

Werken met tweetalig materiaal: een verkenning

S U Z A N N E L U G E R

Summary In response to the Tussenrapport by the Verkenningscommissie Klas sieke Talen, I have explored working with a bilingual text in class I developed ma terial on Homer, Od i, i lo and Od 19, 349 393 and tested it in my 6'*' grade This article contains a report of my exploration and some recommendations based on my hndings

Inleiding

H e t onderwijs in de Klassieke Talen in N e d e r l a n d v e r k e e r t in crisis

Uit de grote toename van het aantal gymnasia bleek, hoezeer deze hervorming van het onderwijs aan de behoefte voldeed Dat vele classici zich echter maar moeilijk konden verenigen met deze gang van zaken, blijkt alleen al uit de titels van de artikelen die ze rond de eeuwwisseling schreven, zoals "De klassieke o p -leiding in gevaar", "De heerschende Malaise" en "Een nieuwe aanval op de klas sieke opleiding" '

H e t m o g e duidelijk zijn dat het hier o m de vorige eeuwwisseling gaat D e cri sis die nu gesignaleerd w o r d t , moet dus mogelijk m e t enig historisch p e r s p e c tief b e s c h o u w d w o r d e n , maar lijkt met m i n d e r u r g e n t D e categoriale g y m -nasia s t r o m e n vol, de belangstelling v o o r de o u d h e i d is g r o o t , maar op s c h o o l lijken de resultaten o p examenniveau en o o k de m o t i v a t i e voor het vak L a tijn wel omgekeerd evenredig aan deze trend H o e w e l het examen Latijn 2010 een ander beeld het zien, zijn de examenresultaten v o o r Latijn jaar na jaar z o teleurstellend laag geweest, dat het Ministerie van O n d e r w i j s , C u l t u u r e n W e t e n s c h a p zich g e n o o d z a a k t voelde een V e r k e n n i n g s c o m m i s s i e in te stellen m e t de o p d r a c h t dit p r o b l e e m te analyseren en o p g r o n d van die analyse a a n bevelingen te formuleren. D e z e commissie, o n d e r voorzitterschap van p r o -fessor dr C H M (Caroline) K r o o n en pro-fessor d r I (Ineke) Sluiter heeft in s e p t e m b e r 2009 een t u s s e n r a p p o r t a g e gepubliceerd. E e n belangrijke c o n c l u sie was mets doen IS geen o p t i e ' '

I Swmkels 1981 8

1 Tussenrapport van de Verkenningscommissie Klassieke Talen, 2009, SLO, Enschede 3 Tussenrapport p 15

Su/ANNt LuGER Odysseus en zijn oude voedster 139

In dit tussenrapport suggereerde de Verkenningscommissie een radicale wijziging in de opzet van het onderwijs Klassieke Talen in de bovenbouw samengevat kwam dit voorstel neer op het ontwikkelen van een geïntegreerd vak Griekse en Latijnse Taal en Cultuur, verplicht voor alle gymnasiasten, en een keuzevak Latijn/Grieks voor de enthousiaste vertalers onder hen In aan-sluiting op dat nieuwe vak GLTC ZOU dan ook een verandering in de wijze van toetsing op het Centraal Examen noodzakelijk zijn met als logisch gevolg dat de vaardigheid "vertalen" niet meer in de huidige vorm getoetst zou kunnen worden

De reacties uit het veld waren overweldigend Classici en oud-gymnasiasten droegen in groten getale bij aan internetfora en ingezonden brievenrubrieken, waarbij zij overigens met altijd getuigden van de eeuwenoude beschaving die ZIJ meenden te vertegenwoordigen

De commissie heeft haar eindrapport voor het verschijnen van dit Lampas-nummer gepresenteerd, maar op het moment van schrijven zijn de definitieve conclusies mij nog niet bekend Ik vermoed dat de soep met zo heet gegeten zal worden als hij werd opgediend Al op de jaarvergadering van de Vereni-ging Classici Nederland in maart 2010 kon Ineke Sluiter de verzamelde leden immers mededelen vertaalvaardigheid blijft in enige vorm onderdeel van het Centraal Examen Latijn en Grieks en het nieuwe schoolvak Griekse en La-tijnse Taal en Cultuur (GLTC) is van de baan '*

Ondertussen heeft het tussenrapport wel degelijk bestaande problemen be-noemd en ook een aantal prikkelende ideeën gelanceerd die een nieuwe im-puls kunnen geven aan onze lespraktijk Immers mets doen is geen optie Het werken met tweetalige edities wordt door de commissie genoemd als onder deel van het vak GLTC Hierbij wordt een beroep gedaan op vakdidactici om de mogelijkheden van tweetalige edities verder te verkennen

Bi) de didactiek zal veel aandacht besteed moeten worden aan het verstandige ge-bruik van deze tweetaligheid in het onderwijs en aan de mogelijkheden die erdoor geboden worden voor toetsing van taal- en tekstbegrip van de originele teksten Die taaicomponent blijft met nadruk deel uitmaken van de kern van het vak, ( ) Maar tegelijk moet het onderwijs zodanig worden ingericht dat recht wordt gedaan aan de eveneens centrale rol van de cultuur en de reflcLtie op de eigen maatschappij >

Het werken met tweetalig materiaal geeft de leerlingen een ander type beheer-sing van een tekst Het volledig vervangen van het gebruikelijke lesmateriaal door tweetalig materiaal zou dus de beheersing van een andere vakinhoud opleveren, hetgeen inderdaad een ander type toetsing (en dus een ander type centraal examen) nodig maakt. Ook al is het vak GLTC zoals voorgesteld in het

4 VCN Bulletin (2010) 135 5 Tussenrapport p 16

140 LAMPA'^ 44 (2011) 2

tussenrapport nu van de baan, het werken met tweetalige edities kan wel de-gelijk een afwisseling vormen op de gebruikelijke vertaalpraktijk in de boven-bouw. Mijn verwachting is dat bij het werken met een vertaling naast de ori-ginele tekst de focus tijdelijk verlegd kan worden van het technisch vertalen naar een meer samenhangend taal- en tekstbegrip.

Ik wil de uitnodiging van de Verkenningscommissie graag aannemen en de mogelijkheden en problemen verkennen van het werken met tweetalig mate-riaal. Dit artikel is een verslag van mijn verkenning en ik hoop ook enige aan-bevelingen te kunnen formuleren.

Het materiaal heb ik ontworpen voor mijn huidige zesde klas Grieks (2010-2011, twintig leerlingen). Ik heb in de vijfde klas veel aandacht besteed aan tragedie en heb daarom gekozen voor de passage uit de Odyssee waarin Eury-kleia Odysseus herkent: een passage die een bijna theatraal karakter heeft. Een reden voor de keuze van Homerus is dat de lectuur van Homerus mijn leer-lingen voorbereidt op andere dialecten dan het Attisch, aangezien Herodotus hun examenauteur is. Ik wilde het materiaal geschikt maken voor zelfstudie, omdat de klas dan zelf verder zou kunnen werken terwijl ik met de vijfde klas op Romereis was.

Mijn doel was dus: zelfsturend materiaal ontwerpen, waarmee leerlingen zich stilistische (dramatische ironie, epitheta ornantia, epische formules) en taalkundige elementen (Homerisch taaieigen, met nadruk op de Ionische ele-menten daarin) eigen maken aan de hand van de Griekse tekst en met behulp van een literaire vertaling. Het was dus niet mijn doelstelling dat de leerlingen na afloop de hele tekst zonder hulp zouden kunnen vertalen uit het Grieks.

O m misverstanden te voorkomen hecht ik er aan hier te vermelden dat ik het vergroten van de vertaalvaardigheid van een epische tekst niet als doelstelling heb gekozen.

Opzet lessen' Les i: introductie

De leerlingen lazen tijdens de les individueel de inleidende tekst uit Pallas ^ over het epos. Daarna schreef iedere leerling voor zichzelf drie dingen op die hij gelezen had en die hij al wist en drie dingen die hij nog niet wist en dus net geleerd had.

Vervolgens heb ik op het bord geïnventariseerd wat al bekend was en wat nog niet.*

6 In deze opzet duurt een lesuur 45 minuten 7 Pallas Tekstboek deel j , 1000 {1'dr) p 52-55

8 BIJ een grote klas is het aan te raden tussen het opschrijven en het inventariseren een fase in te las-sen van onderling uitwisselen m tweetallen Elk tweetal maakt dan een gemeenschappelijke lijst van bekende en onbekende zaken Het klassikaal inventariseren wordt zodoende bekort

SUZANNE L U G E R Odysseus en zijn oude voedster 141

Naar aanleiding van de bevindingen van mijn leerlingen ben ik ondertussen het gesprek aangegaan: doorvragen over de bekende dingen en uitleggen van de onbekende dingen.

Zo ontstond een samenvatting van de inleiding op het bord, die aansloot bij de kennis die ze al hadden en nieuwe kennis daaraan verbond. De leerlingen noteerden alles wat ze nog niet wisten in hun schrift.'

Les 2: Prooemium van de Ilias

In de tweede les vertaalden de leerlingen in tweetallen het prooemium van de Ilias met behulp van de aantekeningen van Pallas Hulpboek jA. Ik liep rond en hielp waar nodig. Daarna projecteerde ik de Griekse tekst op het smart-board en besprak deze met de klas.

De leerlingen maakten aantekeningen en verbeterden hun vertahng. Een heel gewone les Grieks dus.

Les j : metriek

Klassikale uitleg van de dactylische hexameter aan de hand van Ilias A,i-2.

De leerlmgen kregen vervolgens de opdracht vers 4 en 5 van het prooemium van de Ilias metrisch te analyseren. Die analyse hebben we klassikaal bespro-ken. Daarna oefenden ze het voorlezen eerst in groepjes, daarna klassikaal (in koor) en ten slotte individueel.

De volgende lessen vonden plaats tijdens mijn Romereis. De leerlingen werkten verder zonder verdere sturing of begeleiding met tweetalig Odyssee-materiaal (bijlage i).

Les 4: controleren van de antwoorden

De antwoorden van vraag i t/m 22 heb ik telkens per tekstblok geprojecteerd.

Leerlingen keken hun eigen werk na. Ze vroegen hier en daar toelichting.

De antwoorden op de vragen 23 t/m 26 hebben we klassikaal besproken.

Met name hun antwoord op vraag 23 was voor mij een belangrijke test om te zien of ze hadden geleerd wat mijn bedoeling was.

Les 5 t/m 9: tekst 4b (Pa//ii5j) traditioneel vertalen en bespreken zoals in les 2.

Evaluatie

Ik ben de vierde les begonnen met de vraag hoe deze nieuwe methode beval-len was. Enerzijds vonden de leerlingen het een prettige manier van werken.

Anderzijds hadden ze niet het gevoel de hele tekst zo goed te hebben

doorge-9 Het IS natuurlijk ook mogelijk de inleiding thuis te laten lezen en het opschrijven van de zes pun-ten als huiswerk mee te geven, maar dit was de eerste les van het schooljaar

142 LAMPAS 44 (2011) 2

nomen als bij de normale behandeling. Daardoor was het feit dat ze deze tekst voor het schoolexamen naast de gewoon vertaalde teksten ook moeten ken-nen voor hen reden tot zorg. Het was de leerlingen niet voldoende duidelijk dat het zelfstandig kunnen vertalen van deze tekst niet het doel van de vragen was. Een verbeterpunt is dus dat ik de leerlingen beter moet informeren over het leerdoel waarmee de tweetalig aangeboden tekst behandeld wordt.

Na afloop van alle lessen Homcrus heb ik ook nog een enquête afgenomen (bijlage 2), waarin ik de leerlingen heb gevraagd naar hun ervaringen met het werken met het tweetalig materiaal, zowel op affectief als op cognitief gebied.

De uitkomst van de enquête ondersteunde de eerdere mondelinge evaluatie:

leerlingen vonden deze manier van werken prettig, maar waren bezorgd over de toets.

Wat ik zelf moeilijk vond was afstand doen van de gedachte dat ze alle tekst op dezelfde manier moesten beheersen. Ik heb eigenlijk pas in de afron-ding van de lessenreeks besloten de tweetalig behandelde teksten ook op het schoolexamen tweetalig aan te bieden.

Wat mij goed beviel was de tweetalige Homeruslectuur in te bedden in tra-ditionele vertaallessen. De vragen bij het tweetalig materiaal heb ik gericht op de vooraf geformuleerde leerdoelen, die zowel taal als stijl van Homerus be-troffen. Ik merkte bij de klassikale lessen daarna dat er weinig vragen kwamen naar aanleiding van het Homerisch taaieigen en dat de vertaling ervan niet veel problemen opleverde. Ik heb daaruit geconcludeerd dat er op dat gebied echt wat geleerd was. Dat idee werd ondersteund door de uitkomsten van de en-quête: de leerlingen die alle vragen hadden gemaakt en de opdrachten hadden uitgevoerd zoals bedoeld, hadden overwegend geleerd wat de bedoeling was.

Alleen het epitheton ornans werd door te weinig leerlingen (zes van de veer-tien) aangegeven als een bekend begrip.

Het tempo van het verwerken van een tekst ligt met het werken met dit ma-teriaal significant hoger dan bij het gewoon behandelen van de Griekse tekst.

Leerlingen gaven aan één tot twee klokuren bezig te zijn geweest met 54 ver-zen Homcrus en we hebben één lesuur besteed aan de nabespreking, terwijl we aan tekst b (36 verzen) 5 lesuren hebben besteed met vertalen, bespreken en herhalen.

Aanbevelingen

Tweetalig materiaal is heel goed te gebruiken om zelfstandig mee te laten wer-ken. Er is immers een belangrijk struikelblok voor zelfwerkzaamheid wegge-nomen door de vertaling naast de brontekst aan te bieden.

De toegevoegde waarde van tweetalig materiaal is in ieder geval dat zaken uitgelicht kunnen worden die bij een traditionele les al snel verdrinken in een

SUZANNE L U G L R Odysseus en zijn oude voedster 143

zee van belangrijke nieuwe en grammaticale dingen. Het vooraf bepalen waar de focus komt te liggen is dus essentieel. Het zorgvuldig formuleren van leer-doelen bij het tweetalig materiaal maakt het gebruik ervan effectiever.

Ook van tevoren nadenken over het verwachte beheersingsniveau van de tweetalig aangeboden tekst is van belang. Ik heb zelf ervaren dat het moeilijk was vooraf een goed beeld te hebben van mijn eigen - impliciete - verwachtin-gen. Mijn aanbeveling is om de tekst ook op de toets tweetalig aan te bieden en hierover vanaf het begin duidelijk te zijn. Alleen dan toets je de vaardigheden en kennis die de leerlingen zich aan de hand van het tweetalig materiaal heb-ben eigen gemaakt. De vragen op de toets moeten uiteraard wel altijd begrip van de brontekst toetsen.

Dit was het verslag van mijn verkenning: ik zal zeker op de ingeslagen weg verder gaan en hoop een groeiend bestand aan zinnige opdrachten bij tweeta-lig materiaal aan te leggen. Mijn leerlingen hebben nu een deel van hun Home-ruspensum zelfstandig aan de hand van tweetalig materaal bestudeerd en een deel traditioneel vertaald. Zoals eerder gezegd: bij een ongewijzigd eindexa-men zou ik het werken met tweetalig materiaal alleen willen gebruiken als af-wisseling met en als aanvulling op traditioneel vertalen. Maar een welkome afwisseling en een zinnige aanvulling is het wel.

Universiteit van Amsterdam, Interfacultaire Lerarenopleiding POWL, Spinozastraat 55, 1018 HJ Amsterdam

s.luger@uva.nl

Bibliografie

Avedissian, T., C.A.M. Hupperts & E. Jans, 2000 (2' dr.) Pallas Tekstboek deel j , Leeuwarden Avedissian, T , C.A.M. Hupperts & E. Jans, 2000 (2' dr.) Pallas Hulpboek jA, Leeuwarden Lebbink, O 2010 'Verslag van de laarvergadering', VCN-Bulletin 135, 10-12

Swmkels, Louis 1985 'Klassieken, waar is dat nou voor nodig''in A Budc, H A Derix, A.J L van Hooff, W J H F Kegel & P Verhoeven (samenstelling),/f/ass/e^ew O/J sc/700/ Een hnndel stukken voor de leraarsopleiding klassieken, Nijmegen, 2-12

Tussenrapport van de Verkenningscommissie Klassieke Talen, 2003, SLO, Enschede.

144 LAMPAS 44 (2011) 2

Bijlage i

Homerus Odyssee Materiaal:

Pallas hulphoek jA p.76/77 (metrum);

Pallas hulpboek jA p.115 'Het beginvan de Odyssee' en p. 136-13 8: 'Odysseus en zijn oude voedster'

Pallas j tekstboek: p.y6-yj tekst 4

Eisma woordenboek: Taaieigen Homerus p.505 e.v.

Dit boekje met Metriek, Griekse tekst met vertaling van Imme Dros (1991, Odysseia.

De reizen van Odysseus, Amsterdam) en vragen.

Werkwijze:

Lees Pallas } p.68-69 'De inhoud van de Odysseia'

Bestudeer de Griekse tekst per blok met behulp van de vertaling en de aantekeningen.

Beantwoord daarna de vragen.

SUZANNE L U G E R Odysseus en zijn oude voedster 145

Pallas } p.70 tekst l a H E T BEGIN VAN DE ODYSSEE; hulpboek 3A p.115

ctvSpa HOI ëvveite, |iouaa, 7toA.iJtpo7tov, 01; \iaXa noXka TxXirjx^A- ÈtEi Tpoitiq 'lepov jtTo^iedpov è'jtEpoEv TioXktüv ö' avi3p(Ó7ta)v Ï6ev acTxea Kal vóov ëyvü), i t o ^ t ó 8' o y' Év jtóvTcp Jiadtv a^yea ov KOcta i)u)jóv, apvx)|JEvo(; iïv TE v^xtlv Kaï vóaxov ÉTaipcov aXk o\)8' (*; EtapoxK; Èppuaato. 'lÉHEvóq nep-amSiM yap a<(iETÉpTiow aTaoOaXiriCTiv öXovTo, vT|)tioi, o'i Katci poü(; 'YnEpiovo^ 'HEA,(OIO TÏodiov aiitap ó xoïaiv acpefXETO vóatinov ri|iap Tü)v agóijEv YE, dEa, dijyaTEp Aióq, EiJtè Kaï iintv

Zing van de man van de duizend listen. Muze, die zoveel rondzwierf, nadat hij de heilige stad van Troje verwoest had, die van veel mensen zag hoe ze woonden en wist hoe ze dachten, die veel ellende kreeg te verduren op zee, terwijl hij

vocht voor zijn leven en voor de thuiskomst van zijn vrienden Toch kon hij zijn vrienden niet redden, hoe graag hij ook wilde.

Want ze groeven hun eigen graf, ze waren zo gek om koeien van Helios Hyperionszoon o p te eten.

die ontnam hun de dag van de thuiskomst. Zing de verhalen ook voor ons Muze, dochter van Zeus en begin maar ergens.

Taal (gebruik ]e woordenboek taaletgen Homerus)

ia Welk tijdkenmerk ontbreekt bij de vorm nXajx^ (f-^)?

i b Geef een voorbeeld uit r.2-3 van een werkwoordsvorm waarbij ditzelfde kenmerk ontbreekt.

IC Geef een voorbeeld uit r 2-3 van een werkwoordsvorm waarbij dit kenmerk wel aanwezig is.

ld Welke verklaring kan je geven voor het soms wel, soms met gebruiken van dit tijdkenmerk'

2 Welk kenmerk van het Ionisch vind je in de vorm TpoiTii; (r.2).

3 a Wat is de woordsoort van ö (r.4)?

3b Waarom is dat mogelijk verwarrend als je Attisch gewend bent?

Stijl

4 Laat zien dat er hier sprake is van een ringcompositie (d.w.z. begin en einde komen overeen).

5 öv icaxa i5\)nóv (r.3) dit is een

"epische formule". Leg uit wat dat inhoudt.

Inhoud

6a Wat is de vertaling van het eerste woord van de Odyssee?

éb Vergelijk dat met het eerste woord van de Ilias Wat zegt het eerste woord (dus) over het epos dat volgt'

7a H o e is het woord jiot (r.i) in de vertaling weergegeven?

7b Wie wordt met HOI bedoeld?

8a Met welk Grieks woord wordt Odysseus gekarakteriseerd m r.i?

8b Welk element van dat woord vertaalt D r o s met "duizend"?

9 H o e IS het Griekse woord VTjittüi (r.8) vertaald door Imme Dros?

1 4 e LAMPAS 4 4 ( 2 0 1 1 ) 2

Pallas3 p 76 tekst 4 ODYSSEUS EN ZIJN O U D E VOEDSTER, hulphoek jA p 136 D e ontmoeting met Eurykleia ( N B regelnummermg volgt de Odyssee, met Pallas)

tov 5 a\)TE TtpoctEiTit ïïepKpptov nr|vEA.07itia ,50 ^Eive (pi>. o\) yap itco Tiq avtip 7iEnvu|jEvoi; <I)8E

^EIVMV TriXEÖaiHOV (piXltOV ËHOV IICETO 8ó)na (ü^ a\> ^aX EtxppaSECoQ rtEïivviiEva Tiavt ayopEUEii;

EOTi 5E jioi Ypiiui; nuKiva <ppeai HTI8E Exo^uoa ri KEivov Stjatrivov EU tpEcpEV T^Ö axixa^^E 355 ÖE^aiiEvri XEipEoa OTE niv TtpStov TEKE ptiTtip

ri 0£ noöai; viyEi o^iyilTtE^ECUca TiEp E|i7cr|(;

aA,^ ayE v w a v i a t a o a KEpicpptov EupDKA.Eia vivov aoio avaicToq o|jr|A.iKa Kaï KOM OÖUCTOEU^

ri8r| toiocjS EOTi 7üo8ai, TÜIOOSE TE x^ip»?

360 ai\j/a yap EV KaïcoiriTx Ppoioi KaiayripaaKo\)Oiv

En ze zei tegen hem, de verstandige Penclopeia 'Lieve vriend, zo wil ik u noemen, want onder de gasten die al naar mijn huis zijn gekomen uit vreemde streken, was er met een voor wie ik zo'n warm gevoel heb gekregen als voor u, al waren ze soms nog zo verstandig,

uw woorden zi)n behalve verstandig ook zo gevoelvol Ja, ik heb / o n oude, wijze, zorgzame vrouw hier, die mijn arme man heeft gevoed en grootgebracht, zij ving hem op in haar handen toen /ijn moeder hem baarde Zij zal uw voeten wassen, al is ze niet meer / o handig Kom mijn verstandige Eurykleia, kom overeind en was zijn voeten, hij heeft de leeftijd van je meester

En hij heeft nu ook wel dit soort handen en voeten, Odysseus Mensen verouderen snel wanneer / e vee! moeten lijden "

Taal (gebruik je iLoordenboek taaleigen Homerus) 1 r 349 TtpooEEiTCE welk H o

merisch taaiverschijnsel tref je hier aan'^

^ r 3SS XEIPE"'<' welke naam val wordt bij Homerus ook aangeduid met de uitgang sprake is van een epithe ton ornans

Inhoud

5 Geef een voorbeeld van dramatische ironie uit dit tekstblok

6 r 354 KEivov 5iKTTr|vov wie bedoelt Pene lope hiermee'

7a r 358 vxv/ov CTOio avaKToq als je deze woorden in deze volgorde, met machtnt mmg van de naamval, vertaalt, welk (Ndl) woord zou je dan willen aanvullen " " ' 7b Maar wat is de betekenis van het w o o r d

ourj^iKK en wat is dus het effect op de luisteraar'

7c Beargumenteer ot Imme Dros dit effect in haar vertaling tot zijn recht laat komen

SUZANNE LUGLR Odysseus en zijn oude voedster 147

(a? ap' Eiprj. yprju^ 6È KatÉaxETO XEpa'i itpóarana.

SoKpua 8 eK|3aX.E i^Eppa. Éitoi; 5 oX-oqiuovov EEIHEV 0) HOI E7(a ceo. TÉKVOV. anr\xavo<; r\ oe itep'v ZEXiq avi}p(Ó7icöv lixi^ripE i}E0\j6Éa i3uji6v ëxovta oi) yap nm T15 xixscsa ppotSv Ail TepitiKEpaüvo) n(ova jirjpC EKrrj oi)5' È^aixoDi; Éicaiónpa^, öööa a\i x& E5(8O\)I;. aptójiEvo^ Tioq 'IKOIO ynpac; te ^.iitapöv i5p£V|/aió TE cpaiSipov uióv vuv 8É Toi 01(0 jianTtav aipEi^Exo vóonjiov tijiap o\)T(o !toD Kai KEivcp Eiptij/iócovTo yuvaiKEi;

^efvwv xrjXESaTiwv. OTE TEU KXUTO Stojiai} itcoiTo.

^efvwv xrjXESaTiwv. OTE TEU KXUTO Stojiai} itcoiTo.