• No results found

Waterhuishouding Toetsingskader

In document Gemeente Sluis (pagina 30-34)

4 PLANOLOGISCH RELEVANTE (MILIEU)ASPECTEN

4.3 Waterhuishouding Toetsingskader

In ruimtelijke plannen dient aandacht besteed te worden aan waterhuishoudkundige aspecten. Daarbij staan naast een duurzaam waterbeheer de integrale afweging en het creëren van maatwerk voorop. Water moet altijd bekeken worden in het licht van het watersysteem of stroomgebied waarin een stad of een dorp ligt. Een goede afstemming van waterbeleid en ruimtelijke ordening, ook in het direct aangrenzende gebied, is daarom noodzakelijk. De integratie van water in ruimtelijke plannen vindt plaats via de zogenaamde watertoets. Concreet betekent de watertoets, dat een plan een zogenaamde waterparagraaf dient te bevatten, die keuzes ten aanzien van de waterhuishoudkundige aspecten gemotiveerd beschrijft. Daarin dient een wateradvies van de waterbeheerder te worden meegenomen. De watertoets is wettelijk verankerd in artikel 3.1.6 lid 1, sub b Bro.

Deelstroomgebiedsvisie Zeeland

De deelstroomgebiedsvisie Zeeland is een gezamenlijk product van waterschappen, gemeenten en de provincie als trekker. Hierin spelen ‘ruimte voor water’ en ‘water als ordenend principe’ een belangrijke rol. De visie richt zich primair op het voorkomen van wateroverlast door overstroming door veel neerslag in een korte tijd. Hieruit volgen richtlijnen voor de ruimtelijke inrichting van het gebied om wateroverlast tegen te gaan en een aantal mogelijke technische maatregelen welke kunnen worden ingezet. De maatregelen kunnen worden ingedeeld in de voorkeursvolgorde van ‘vasthouden – bergen – afvoeren’. De doelstelling van deze maatregelen is een afvoer te krijgen die niet groter is dan de landbouwkundige afvoer.

Waterschapbeleid waterschap Scheldestromen

Het waterschap Scheldestromen heeft het regionale watersysteem getoetst aan de normen voor wateroverlast die zijn opgesteld in het kader van Waterbeheer 21ste eeuw.

De norm voor bebouwd gebied is dat terreinen mogen inunderen bij een regenbui die statistisch gezien één keer in de 100 jaar voorkomt.

Beoordeling

Gelet op de Waterkansenkaart van de provincie Zeeland kan ten aanzien van voorliggend plangebied worden geconcludeerd dat deze locatie is aangeduid als een gebied met een normaal tot licht verhoogd inspanningsniveau voor stedelijke ontwikkeling.

Aan de hand van de criteria uit de ‘Handreiking watertoets’ van het Waterschap Scheldestromen is onderstaand voorts nagegaan of de beoogde ontwikkeling strijdig is met de waterdoelstellingen of noodzaakt tot het nemen van waterhuishoudkundige maatregelen.

Thema Waterdoelstelling Toetsing

Veiligheid / waterkering Waarborgen veiligheidsniveaus en daarvoor benodigde ruimte.

Primaire of regionale waterkeringen in en/of direct grenzend aan het plangebied worden niet aangetast.

Wateroverlast Voldoende hoog gebouwd om instroming van oppervlaktewater in maatgevende situatie(s) te voorkomen. Voldoende ruimte voor vasthouden / bergen / afvoeren van water. Vergroten van de veerkracht van het watersysteem.

Het plangebied is thans onverhard. Met het beoogde planvoornemen zal aldus sprake zijn van een beperkte verhardingstoename.

Het parkeerterrein heeft een oppervlakte van circa 3.900 m2 en zal gedeeltelijk worden verhard. De rijbaan zal worden uitgevoerd in asfalt en de Waterkansenkaart van de provincie Zeeland. De kaart toont de gevoeligheid van wateroverlast.

Bron: zeeland.nl, 2019.

aangewend ten behoeve van

het groen. De

verhardingstoename bedraagt circa 1.050 m2 (oppervlakte rijbaan). De toename aan

verharding dient

gecompenseerd te worden, waarbij een norm geldt van 75 mm per m2 toename verharding overeenkomstig de

‘Handreiking’. De

waterbergingseis bedraagt derhalve (1.050 m2 x 0,075) = 79 m3.

De wateropgave zal worden geborgen door middel van een infiltratievijver gelegen in het zuiden van het plangebied. De infiltratievijver maakt onderdeel uit van de landschappelijke inpassing en is derhalve terug te zien in het landschappelijk

inpassingsplan. Voor de infiltratievijver is uitgegaan van een diepte van de voorzieningen van maximaal 0,50 meter en een talud van 1 op 2. Hiermee kan 80 m3 aan water worden geborgen, hetgeen voldoende is om te voorzien in de bergingseis.

Aanleg en instandhouding van de infiltratievijver is gewaarborgd via het landschappelijk

inpassingsplan.

Riolering / RWZI (incl.

water op straat/overlast)

Afkoppelen van (schone) verharde oppervlakken i.v.m.

reductie hydraulische belasting RWZI en transportsysteem met beperken overstorten; rekening houden met (eventuele benodigde filter)ruimte daarvoor.

Het beoogde parkeerterrein wordt niet aangesloten op het riool.

Waterschapsobjecten Ruimtelijke ontwikkelingen mogen de werking van waterschapsobjecten niet belemmeren.

Waterschapsobjecten worden niet beperkt in hun werking.

Watervoorziening / -aanvoer

Het voorzien van de bestaande functie van (grond- en/of oppervlakte-) water van de juiste kwaliteit en de juiste hoeveelheid op het juiste moment. Het tegengaan van nadelige effecten van veranderingen in ruimtegebruik op de behoefte aan water.

De watervoorziening is door het planvoornemen niet in het geding.

Volksgezondheid Minimaliseren risico watergerelateerde ziekten en plagen. Voorkomen van verdrinkingsgevaar / -risico’s via onder andere de daarvoor benodigde ruimte. Gebruik uitlogende materialen.

Er wordt geen gebruik gemaakt van uitlogende materialen. Risico’s ten

aanzien van de

volksgezondheid zijn niet te verwachten.

Bodemdaling Voorkomen van maatregelen die (extra) maaivelddalingen met name in zettingsgevoelige gebieden kunnen veroorzaken.

De bovengrond bestaat ter plaatse van het plangebied uit het bodemtype ‘Zand’. De

grond is weinig

zettingsgevoelig. Er zal geen sprake zijn van bodemdaling.

Grondwateroverlast Tegengaan / verhelpen van grondwateroverlast.

Het planvoornemen voorziet niet in het tegengaan van eventueel aanwezige grondwateroverlast. De verhardingsoppervlakte neemt niet in zodanige oppervlakte toe dat dit grondwateroverlast zal gaan veroorzaken.

Oppervlakte waterkwaliteit

Behoud / realisatie van goede waterkwaliteit voor mens en natuur. Vergroten van de veerkracht van het watersysteem.

De waterkwaliteit neemt door het planvoornemen niet significant af.

Grondwaterkwaliteit Behoud / realisatie van goede waterkwaliteit voor mens en natuur.

Er wordt niet gebouwd in een natuurgebied, (specifiek

daarvoor bedoelt)

infiltratiegebied en/of gebied voor drinkwatervoorziening.

Het projectgebied ligt niet in een Natura 2000-gebied of andersoortig

milieubeschermingsgebied.

Verdroging (natuur) Bescherming karakteristieke grondwaterafhankelijke

ecologische waarden; met name van belang in / rond

Ter plaatse is geen sprake van grondwaterafhankelijke ecologische waarden.

Natte natuur Ontwikkeling en bescherming van een rijke, gevarieerde en natuurlijk karakteristieke aquatische natuur.

In het plangebied is op dit moment geen sprake van een aquatische natuur. Met het planvoornemen wordt dit ook niet mogelijk gemaakt.

Onderhoud waterlopen Oppervlaktewater dient adequaat onderhouden te worden.

In het plangebied is geen waterlopen, waardoor van onderhoud geen sprake is.

Waterschapswegen Functionaliteit en gebruik wegen van het waterschap.

In het projectgebied liggen geen wegen die in het beheer zijn bij het waterschap.

Conclusie

Op basis van de randvoorwaarden en uitgangspunten is de ontwikkeling in zowel ruimte als tijd waterneutraal uit te voeren. Er worden dan ook vanuit het oogpunt van de waterhuishouding geen belemmering verwacht ten aanzien van de bestemmingswijziging en de uitvoering van het plan. De daadwerkelijke aanleg en instandhouding van de waterbergende voorzieningen is verzekerd aangezien de gemeente eigenaar is van de gronden in het plangebied.

4.4 Cultuurhistorie

In document Gemeente Sluis (pagina 30-34)

GERELATEERDE DOCUMENTEN