• No results found

Hoofdstuk 5: Resultaten

5.1 Wat verstaan leraren, schooldirecteuren en overheid-stakeholders in CN onder

Om de eerste deelvraag te kunnen beantwoorden, zullen de verschillende definities van burgerschap worden besproken. Van de vier codes die geanalyseerd zijn was het grootste aantal “componenten” (34,6%), “domeinen” (30,9%), “normactiviteit” (30,9%) en het minst gecodeerd,” contextafhankelijkheid” (3,6%). Vervolgens is gekeken naar de impact van 10-10-10 op de definitie burgerschap in CN.

5.1.1 Definitie a. Componenten

Uit de data-analyse blijkt dat 12 van de 17 respondenten burgerschap koppelen met specifieke democratische en maatschappelijke kennis, vaardigheden, houdingen, reflecties en gedragingen. Scholen erkennen dat ze een rol hebben in de instructie van kennis rondom democratische beginselen, hoe de maatschappij en haar instellingen functioneren, maar ook over de verschillende achtergronden die op de eilanden leven van belang zijn. Daarnaast vinden respondenten dat deze kennis vertaald moet worden naar vaardigheden, houdingen en gedragingen zodat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar kunnen omgaan, een actieve bijdrage kunnen leveren in de samenleving maar ook een goede burger kunnen zijn op de eilanden. Deze leraar in Saba zegt bijvoorbeeld:

“When I think about citizenship education, I think about providing students with knowledge and skills to understand the challenges which they face, not to individuals, but challenges

44 that may confront nationally, challenges which may confront regionally, globally, and to be able to allow them to become informed, to allow them to become empowered so that they engage in behaviors that will allow them to voice opinions respectfully, engage in behaviors

that will allow them to become good citizens.”

In Bonaire ziet de schoolleider dat de school een belangrijke rol speelt in: “Het begeleiden en opleiden van leerlingen tot kritische deelnemers aan de maatschappij”. Dit heeft ook betrekking op het ontwikkelen van competenties bij leerlingen die ze in de maatschappij kunnen toepassen. Daarentegen wordt het burgerschapsonderwijs vanuit het Openbaar Lichaam St. Eustatius gezien als een middel om burgers te helpen verder te ontwikkelen.

Burgerschap en burgerschapsonderwijs heeft volgens St. Eustatius te maken met het participeren in (of deelnemen aan) verschillende diensten binnen de gemeenschap zodat zij een productief leven kunnen leiden op het eiland. Tot slot wordt burgerschap vanuit het Openbaar Lichaam Bonaire (OLB) gezien als de (praktische) kennis die een burger nodig heeft om een goede burger te zijn voor het eiland of het land waarin men woont.

b. Domeinen

Uit de interviews blijkt ook dat 15 van de 17 respondenten burgerschap associëren met het sociale, maatschappelijke en politieke domein, in het bijzonder waar het gaat om omgaan met individuele en collectieve belangen. Zo geven respondenten het volgende aan:

“Dan denk ik heel erg aan assertief en actieve burgers, dan denk aan

maatschappelijke betrokkenheid. Belangrijk is als we het hebben over de politiek, belangrijk vinden om te stemmen en ook je eigen verantwoordelijkheid in te nemen, dat is voor mij

burgerschap.”

En:

“de verhouding van jongeren tot de maatschappij, maar ook de actieve en gewetensvolle deelname aan verschillende sociale groepen in de samenleving”

Dit komt overeen met de gedachtegang van Munniksma et al. (2017) en Nieuwelink et al.

(2016) waarin burgerschap gedefinieerd wordt als het functioneren van burgers in de democratische samenleving. Bovendien vinden leraren in Bonaire dat burgerschap een rol speelt in het maatschappij bewust maken van leerlingen door te laten zien hoe hun acties de wereld en hun eigen leven beïnvloeden. Hierin willen ze leerlingen stimuleren een kritische houding te hanteren. In St. Eustatius echter zit de focus meer op de persoonlijke ontwikkeling en de manier waarop dat tot uiting komt in sociale relaties en de maatschappij. Zo geeft een leraar in St. Eustatius het volgende aan:

45

“(…) Citizenship is looking at the role of the individual within their country and what role they play in the present and future development of their country. But it also extends to their role as a global citizen to what they add to the development of the world in general, not

just their island or country.”

c. Normativiteit

Burgerschap wordt door 9 van de 17 respondenten als een gedeelde (morele) kern gezien dat te maken heeft met het zijn van een goede burger op het eiland ongeacht culturele achtergrond. Volgens leraren in Saba heeft burgerschap te maken met een gevoel van saamhorigheid, het behoren tot en een onderdeel zijn van een democratisch proces, en het in staat zijn om te participeren in verschillende activiteiten binnen de maatschappij. Uit deze overtuiging willen leraren ook een voorbeeldfunctie hebben als opvoeder of rolmodel, zoals bijvoorbeeld hieronder door een leraar wordt verwoord:

“Het is mijn taak om waarden en normen over te dragen en uit te dragen opdat mijn kinderen en mijn leerlingen in staat zijn hun eigen keuzes te maken over hun deelname aan

de samenleving en hun toekomstbeeld kunnen bepalen.”

Binnen het burgerschapsonderwijs vinden leraren het belangrijk om leerlingen bewust te maken van de problemen die op het eiland bestaan, maar hen ook te laten zien hoe deze opgelost kunnen worden en de samenleving verder kan verbeteren. In Europees Nederland geven respondenten aan dat de gedeelde (morele) kern van wat er onder burgerschap wordt verstaan gelijk staat aan vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit.

d. Contextafhankelijkheid

Burgerschap wordt ook gezien als iets dat vorm krijgt in specifieke contexten. Burgerschap wordt hierbij gezien als het behoren tot of het ingeschreven zijn in een land. Daarnaast zien andere respondenten burgerschap meer als een cultureel construct met verschillende betekenissen en gevoelens die meer inclusief zijn dan het hebben van een paspoort of zelfs het voorgeslacht of de afkomst, zoals een respondent uit Saba hier bijvoorbeeld verwoord:

“I wouldn't say the passport that you hold. I wouldn't say that identifies you because I have a Dutch nationality or passport, but I wouldn't say I'm a Dutch person. I think it’s more will you identify that you're from and cultures that you share with that place. And I think that

is what citizenship means to me.”

46 5.1.2 Burgerschap na 10-10-10 in Caribisch Nederland

Respondenten kijken verschillend naar hoe de staatkundige veranderingen van 10-10-10 invloed hebben gehad op de manier waarop burgerschap wordt ingevuld en nageleefd. Enkele respondenten geven aan dat er in de jaren na 10-10-10 sprake was van teleurstellingen voor veel mensen. In Bonaire ervaart men dat de ongelijkheid tussen kinderen van Europees Nederland en kinderen op Bonaire groter is geworden. In St. Eustatius ervaren respondenten dat veel zaken anders worden gezien dan in vergelijking met Europees Nederland. Ook is de koloniale geschiedenis een realiteit voor mensen met kleur in het Caribisch gebied. In Saba en St. Eustatius ervaart men dat er onderscheid wordt gemaakt tussen mensen met verschillende huidskleuren, voornamelijk wit en zwart zoals blijkt uit het volgende citaat van een leraar:

“there's a difference between the white citizen and the black citizen, which in reality does not exist on paper. So, you know that gap. But it's a colonial fear with most blacks within Caribbean. It's about history and so I understand where it's coming from. So racial issues do

need to be addressed. And I think we shy away from them.”

Op het eiland ervaart men een tweedeling: burgers die aangeven dat het positief is veranderd en burgers die liever terug willen naar de situatie voor 10-10-10. Zoals een respondent aangeeft:

“een soort haat-liefdeverhouding met Nederland, dat is echt de dynamiek hier op het eiland”

Andere respondenten geven aan dat ze geen spanningen van 10-10-10 voor de invulling van het begrip burgerschap ervaren en dit ook niet binnen de school of samenleving terugzien.

In Europees Nederland hebben de respondenten geen ervaring hoe 10-10-10 de betekenis van burgerschap in Caribisch Nederland heeft beïnvloed. Wel kunnen ze zich voorstellen dat er spanningen kunnen bestaan door het voormalige kolonialisme en de hele geschiedenis die beladen is. In het onderwijs wordt echter wel aandacht besteed aan die onvrede, onmacht en ongelijkheid met als belangrijk doel: bewustwording, laten zien waar kansen en capaciteiten liggen en het opkomen voor je eigen positie en perspectief. Wel hopen de respondenten dat juist het burgerschapsonderwijs kan helpen om die discussie beter te voeren en de volgende generatie op te voeden om dat beter te doen. Hierbij willen ze bewustzijn creëren en in gesprek gaan over thema’s die soms ook gevoelig kunnen liggen, zoals te zien is in de volgende citaten:

47 “So you have to learn how to deal with the reality and live with the reality. But also how do we work together. How do we look past the racial differences, past the history, and make a

better future or present?”

En:

“Nog los van wat je van die opvattingen allemaal vindt, zou je op z'n minst het gesprek goed moeten kunnen voeren. En moet je kunnen leren dat je elkaar respecteert voor opvattingen en daar goed over kunt praten en kan uitleggen waarom je bepaalde dingen wel of niet ok vindt. Je kan dan onderzoeken samen, hoe verhoudt dat nou tot die basiswaarden die we

samen onderschrijven van gelijkwaardigheid, van vrijheid.”

5.1.3 Samenvatting

Uit de resultaten is gebleken dat de definitie die men toekent aan burgerschap en burgerschapsonderwijs vooral te maken heeft met democratische en maatschappelijke componenten, domeinen en normactiviteiten. In Bonaire werd burgerschap gekoppeld aan maatschappij bewust zijn, kritisch denken en daar een actieve bijdrage aan kunnen leveren.

Op St. Eustatius werd burgerschap meer gezien als een vorm van persoonlijke ontwikkeling en de ontwikkeling van het eiland. In Saba werd de nadruk gelegd op de competenties die men ontwikkeld om een goede burger te zijn op het eiland. Het burgerschapsonderwijs wordt op alle eilanden gezien als middel om deze burgerschapscompetenties te bevorderen bij leerlingen, maar ook om bewustzijn te creëren en gesprekken te voeren over verschillende maatschappelijke thema’s.

5.2 Hoe wordt het burgerschapsonderwijs heden ten dage gegeven op scholen