• No results found

In onderstaande overzichten wordt de huidige gangbare praktijk vergeleken met de verschillende besproken modellen van toezicht en beheer. De voor- en nadelen zijn telkens voor- en nadelen ten opzichte van de huidige situatie. Beheer als open standaard, auditing en de NVWA worden afzonderlijk besproken. Omdat in het eerste geval sprake is van een beheermodel, in het tweede van een methodiek en in het derde geval van een organisatievorm die bepaalde methodieken hanteert is een bruikbare vergelijking van deze drie perspectieven met elkaar niet mogelijk.

3.4.1 Beheer van een open standaard

De webrichtlijnen zijn een open standaard op de 'pas toe of leg uit'-lijst van het College Standaardisatie.

Deze status heeft consequenties voor zowel de beheerorganisatie als de overheidsorganisaties die de standaard moeten toepassen. Voor het beheer geldt dat een open inrichting van het beheer zeer belangrijk is, en dat de organisatie, procedures en methodieken goed beschreven dienen te zijn. Voor overheidsorganisaties brengt de status van verplichte standaard op de 'pas toe of leg uit'-lijst een transparantie-eis met zich mee. Overheidsorganisaties zijn verplicht om bij de aanschaf van systemen en diensten de relevante standaarden op deze lijst toe te passen. Ook zijn ze verplicht om afwijkingen (het niet toepassen van een standaard) te rapporteren in het jaarverslag ('leg uit').

Voordelen

• Het 'pas toe of leg uit'-principe geeft overheidsorganisaties de gelegenheid om in voorkomende gevallen uit te leggen waarom zij nog niet aan de webrichtlijnen voldoen;

• De vereiste transparantie voor 'pas toe of leg uit' geeft inzicht in de stand van implementatie van de webrichtlijnen bij overheidsorganisaties en kan daarmee de basis vormen voor beheer, doorontwikkeling, monitoring en sturing;

• De open inrichting van het beheer van de webrichtlijnen maakt het mogelijk voor alle betrokkenen om invloed uit te oefenen op het beheer en de doorontwikkeling van de norm;

• Het 'pas toe of leg uit'-principe stimuleert overheidsorganisaties om zelf verantwoordelijkheid te nemen.

Nadelen

• Ten opzichte van de huidige situatie vereist het 'pas toe of leg uit'-principe meer inspanning van overheidsorganisaties: zij moeten zich verantwoorden over hun toegankelijkheidsbeleid. Ook de organisaties die (nog) geen Waarmerk hebben behaald moeten dit doen;

• Het adequaat inrichten van het beheer van de webrichtlijnen als open standaard vergt inspanning aan de kant van de beheerder.

3.4.2 Auditing

Het verzamelen van bewijsmateriaal over opzet, bestaan en werking van beheersingsmaatregelen om aan een bepaalde norm te voldoen. Auditing geeft inzicht in de mate waarin een organisatie 'in control' is.

Voordelen

• Geeft in vergelijking met de huidige productinspectie een beter beeld van het 'in control' zijn van organisaties en daarmee over de mate waarin de organisatie op langere termijn aan

toegankelijkheidseisen zal voldoen;

• Het inzicht in de mate van 'in control' zijn biedt handvatten voor sturing. Wat zijn kritische succesfactoren op het gebied van genomen beleids- en beheersingsmaatregelen?

• Een audit is ook bruikbaar op het moment dat een Waarmerk (nog) niet is behaald. Het geeft, in tegenstelling tot de huidige situatie, ook inzicht in de stand van zaken bij websites zonder waarmerk.

Nadelen

• Stelt eisen aan de procesinrichting bij overheidsorganisaties die de webrichtlijnen toe moeten passen. Bij de huidige productinspectie is hier geen sprake van. In die zin is de huidige praktijk laagdrempeliger;

• Een audit betreft de procesinrichting van een organisatie. Het product (in casu: de website) wordt niet onderzocht. Een audit kan dus geen uitsluitsel geven over de daadwerkelijke toegankelijkheid van een website.

3.4.3 Nederlandse Voedsel- en warenautoriteit

De NVWA is een overheidsautoriteit die optreedt als toezichthouder, risico's beoordeelt en risico­

communicatie verzorgt. Om de rol als toezichthouder te vervullen maakt de NVWA gebruik van een breed scala aan handhavings- en interventiemiddelen. Waar mogelijk wordt bij het toezicht aangesloten op zelfcontrolesystemen van organisaties. Het toezicht is gebaseerd op vertrouwen: hard waar het moet, zacht waar het kan. Organisaties worden ingedeeld op risico, en handhaving wordt hier op afgestemd.

Voordelen

• De vereniging van verschillende taken in één organisatie schept een duidelijk beeld naar buiten toe: één afzender, één communicatiestrategie. Eén autoriteit;

• De vereniging van verschillende taken in één organisatie maakt informatie uit het toezicht direct beschikbaar voor monitoring en sturing;

• Het hanteren van een breed scala aan toezichts- en handhavingsmiddelen biedt meer mogelijkheden om naleving te bevorderen dan in de huidige situatie beschikbaar is, zoals het bieden van (concrete) nalevingshulp;

• Aansluiten bij zelfcontrolesystemen van overheidsorganisaties stimuleert het nemen van verantwoordelijkheid door deze organisaties, door zelf systemen in te richten om toegankelijkheid te borgen;

• Aansluiten bij zelfcontrolesystemen van overheidsorganisaties voorkomt dubbel werk, doordat de resultaten van zelfcontroles meegenomen kunnen worden in het toezicht;

• Het hanteren van een bonus-malussysteem biedt de mogelijkheid om organisaties in te delen in risicogroepen. Bij toezicht en handhaving kan dan gefocust worden op de organisaties die nog niet met het onderwerp bezig zijn, in plaats van op de organisaties die goed gedrag vertonen (het waarmerk al hebben behaald);

• Het hanteren van een bonus-malussysteem biedt de mogelijkheid om organisaties te belonen die goed bezig zijn, en organisaties te bestraffen die de regels niet volgen.

Nadelen

• Wanneer zowel het beheer van de standaard als het toezicht houden van naleving van de standaard door één organisatie wordt uitgevoerd, kan dit botsen;

• De opzet van een toezichthoudende organisatie vereist budget en middelen;

• Aansluiting zoeken bij zelfcontrolesystemen betekent dat deze systemen beschikbaar moeten zijn. Deze moeten ontwikkeld en/of getest worden;

• De inzet van zelfcontrolesystemen vereist investeringen in kosten en tijd bij overheidsorganisaties;

• Het hanteren van een bonus-malussysteem brengt het risico met zich mee dat de indeling van organisaties in een bepaalde risicogroep op bezwaren stuit. Criteria voor indeling in een bepaalde groep moeten daarom openbaar, duidelijk en objectief zijn.

4 CONCLUSIES EN

AANBEVELINGEN