• No results found

Artikel 35 Vaststelling score en cijfer

1 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg de score van het centraal examen vast.

2 Indien de examinator en de gecommitteerde niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil voorgelegd aan de (sector-)directeur van de gecommitteerde. De sectordirecteur kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de Inspectie.

De Inspectie kan een derde onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen.

3 De sectordirecteur stelt het cijfer voor het centraal examen in een vak vast op grond van de score, bedoeld in het eerste lid, en met inachtneming van de regels, zoals bepaald in artikel 42 van het Eindexamenbesluit VO.

Artikel 36 Eindexamencijfer

1 Het eindexamencijfer kan bestaan uit een schoolexamencijfer of uit een schoolexamencijfer en een centraal examencijfer.

2 Voor de berekening van het schoolexamencijfer zie artikel 19 Beoordeling en becijfering schoolexamen.

3 Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 t/m 10.

4 De sectordirecteur bepaalt het eindcijfer voor een vak op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Is dit gemiddelde niet een heel getal dan wordt het, indien de cijfers achter de komma 49 of minder bedragen, naar beneden afgerond en, indien de cijfers achter de komma 50 of meer bedragen, naar boven afgerond. (Het tweede cijfer achter de komma telt niet mee).

5 Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden, is het cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer.

Artikel 37 Vaststelling uitslag

1 De sectordirecteur en de examensecretaris stellen de uitslag vast met in achtneming van artikel 49 en 50 van het Eindexamenbesluit VO.

2 De uitslag luidt ‘geslaagd voor het examen’ of ‘voorlopig afgewezen voor het examen’ of ‘definitief afgewezen voor het examen’.

Artikel 38 Slaag/zak-regeling

1 Een examenkandidaat is geslaagd indien:

• Alle eindcijfers 6 of hoger zijn, of

• Er 1*5 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, of

• Er 1*4 of 2*5 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger en minimaal een compensatiecijfer van 7,0 of hoger.

• Daarnaast moet de kandidaat gemiddeld een 5,5 halen of hoger voor de behaalde cijfers op het centraal examen, de zogenaamde CE-regel.

• De kandidaat dient voor het vak Nederlands minimaal het eindcijfer 5 te behalen.

• LO en KCKV zijn beoordeeld als voldoende of goed.

• (alleen TL/GL:) Het profielwerkstuk is beoordeeld met voldoende of goed.

• (alleen BL/KL/GL:) Het combinatiecijfer wordt als volgt berekend:

i. BL/KL: De schoolexamen-eindcijfers van ten minste vier keuzevakken vormen het combinatiecijfer.

ii. GL: Het schoolexamen en CS(P)E tellen samen evenveel mee als de SE-eindcijfers van tenminste twee keuzevakken.

iii. Het combinatiecijfer is een geheel getal en telt als één eindcijfer mee in de slaag/zak-regeling.

2 De kandidaat die eindexamen heeft afgelegd en die niet voldoet aan de voorwaarden, genoemd in het eerste lid, is afgewezen, behoudens de mogelijkheid tot herkansing.

3 In afwijking van het eerste lid, is de kandidaat die het eindexamen vmbo in de basisberoepsgerichte leerweg heeft afgelegd ter afsluiting van een

leerwerktraject als bedoeld in artikel 10.b.1 van de wet op het voortgezet onderwijs geslaagd indien:

• hij voor het vak Nederlandse taal als eindcijfer 6 of meer heeft behaald;

• hij voor het profielvak als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; en

• hij als combinatiecijfer een 6 of meer heeft behaald.

• Indien de vakken waarin examen is afgelegd, tezamen een eindexamen vormen van de basisberoepsgerichte leerweg, bedoeld in artikel 10b van de wet, zijn het eerste en derde lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 39 Cum Laude

Een kandidaat is geslaagd voor het eindexamen met toekenning van het judicium cum laude indien zijn examen voldoet aan de volgende voorschriften:

1 theoretische (gemengde) leerweg

a. ten minste het gemiddelde eindcijfer 8,0, berekend op basis van de eindcijfers voor:

• de vakken Nederlandse taal, Engelse taal en maatschappijleer, en de algemene vakken van het profieldeel, en

• het vak uit het vrije deel waarvoor het hoogste eindcijfer is vastgesteld of (voor GL-kandidaten:) het combinatiecijfer, en

b. ten minste het eindcijfer 6 of ten minste de kwalificatie «voldoende» voor het profielwerkstuk en alle vakken die meetellen bij de uitslagbepaling op grond van artikel 38.

2 beroepsgerichte / kaderberoepsgerichte leerweg met toekenning van het judicium cum laude indien zijn examen voldoet aan de volgende

voorschriften:

a. ten minste het gemiddelde eindcijfer 8,0, berekend op basis van de eindcijfers voor:

• het beroepsgerichte profielvak;

• de twee algemene vakken uit het profieldeel; en

• het combinatiecijfer.

b. ten minste het eindcijfer 6 voor alle vakken die meetellen bij de uitslagbepaling op grond van artikel 38.

Artikel 40 Herkansing centraal examen

1 Nadat de uitslag door de sectordirecteur is vastgesteld, wordt deze door de mentor samen met de eindcijfers aan iedere kandidaat schriftelijk

meegedeeld.

2 De kandidaat heeft voor een vak waarin hij al examen heeft afgelegd, het recht in het tweede tijdvak opnieuw deel te nemen aan het centraal examen.

Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen.

3 De kandidaat stelt de examensecretaris voor een door deze laatste te

bepalen dag en tijdstip schriftelijk in kennis van gebruikmaking van het recht op herkansing. Indien de kandidaat dit nalaat, vervalt zijn recht op

herkansing.

4 Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld en aan de kandidaat meegedeeld.

Artikel 41 Diploma en cijferlijst

1 De sectordirecteur reikt aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd een cijferlijst uit, waarop zijn vermeld:

a. De eindcijfers voor het schoolexamen.

b. De behaalde cijfers voor het centraal schriftelijk (praktijk) examen.

c. De eindcijfers voor de examenvakken.

d. De beoordeling van de vakken lichamelijke opvoeding en KCKV.

e. (Alleen TL/GL:) De titel en beoordeling van het profielwerkstuk.

f. (Alleen BL/KL/GL:) Het combinatiecijfer van het praktijkvak.

2 De sectordirecteur reikt aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat een diploma uit, waarop alle vakken zijn vermeld die bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken. Dit is getekend door de directeur en de

examensecretaris. De kandidaat tekent voor ontvangst. Duplicaten van diploma’s en cijferlijsten worden niet verstrekt.

Artikel 42 Voorlopige cijferlijst

1 Indien de kandidaat de school verlaat zonder het eindexamen te voltooien, dan verstrekt de sectordirecteur hem een voorlopige cijferlijst.

2 Op de voorlopige cijferlijst worden het vak of de vakken waarin de kandidaat centraal examen heeft afgelegd vermeld, het profiel of de profielen, alsmede het cijfer van het schoolexamen, het cijfer van het centraal examen en het eindcijfer, met de aantekening of gebruik is gemaakt van de

herkansingsmogelijkheid.

3 Indien de kandidaat een afsluitend schoolexamen heeft afgelegd wordt de beoordeling of het cijfer daarvan vermeld op de voorlopige cijferlijst.

4 Aan een definitief afgewezen kandidaat die de school verlaat, wordt geen certificaat uitgereikt. De cijferlijst (zie artikel 41) is het document, waarmee de kandidaat in het VAVO en/of bij de staatsexamens kan aantonen, voor welke vakken deze een beoordeling heeft behaald.