fïiiiiiiiiiiiïïïln
den morgen ging Juffrouw Klok weg, en 's middags zou tante Let je komen. De jongens en Nel waren laat voor school, en hadden Juffrouw op 't laatsten oogenblik gauw, gauw goeden dag gezegd. Fritsie met Lax naast zich, stond belangstellend toe te kijken hoe de koffers van Juffrouw in de dos á dos werden geladen, en Wiro den wagen voorreed, die haar weg zou brengen. Daar kwam Juffrouw aan."Dag Frits," zei ze, en ze streelde hem even over zijn krullebol, "ik hoop, dat je wat zoeter en gehoor-zamer zal worden mettertijd, want dat mag we!."
Fritsje nam de moeite niet hierop te antwoorden, en hield zijn handjes op zijn rug.
"Komt U nou heusch nooit weêrom?" informeerde hij, zielsvergenoegd, toen Juffrouw Klok goed en wel in den wagen zat.
"Voor geen geld ter wereld," riep Klok heel ver-ontwaardigd. ,,'k Wou nog liever, bij zulke nare, lastige kin. . . ."
De paarden zetten aan, maar Fritsje had juist genoeg gehoord.
,Juffrouw is stout en lastig hé Lax? Nou IS ze lekkertjes voor goed weg, fijn I"
En hij galoppeerde met Lax naast zich 't voorerf een paar keer rond, en ging toen Tidjem helpen, (d.w. z. helpen toekijken) die de logeerkamer in orde bracht voor tante Let je.
Even vóór de rijsttafel kwam de dos á dos 't erf op, waarin nonna Duijk zat, temidden van al haar schatten. Van verre begon ze al te roepen en te wuiven, en boog naar voren tusschen al de pakken en kistjes uit, waarmee 't wagentje was volgestopt. De bedienden, al de kinderen kwamen toelo pen, en lachten, de koetsier steeg af en lachte, Lax blafte, iedereen had plezier om dikke gezellige tante Let je, die met moeite uit de dos á dos kroop. Er waren geen handen genoeg om alles in huis te dragen, want tante Let je kon haar zaakjes nooit in haar koffer krijgen, en reisde steeds met onmogelijk veel losse ba rang (goed) in dichtge-knoopte sarongs weggeborgen. Haar kanarie-vogeltje liet ze ook nooit thuis; 't kooitje waarin Tjiepie zat, wilde ze aan niemand toevertrouwen. En daar stond ze nu boven aan de trap met 't kooitje, waarvan het haakje op haar dikken voorvinger heen en weer wiegde, en waarin de kanarie angstig over de stokjes heen en
30
weer wipte. De baboes, djait (naaister) de jongens en Nel, alles rende met pakjes beladen naar de logeerkamer, en Let je commandeerde als een dikke koningin: "Pas op, laat niet vallen, voorzichtig Fritsie, daar zit wat breekbaars in, Laxie mag niet helpen meedragen enz. enz.
't Was zoo'n lawaai, dat papa maar wijselijk in
zijn kamer bleef tot ~ ingso hem voor de rijsttafel kwam roepen.
Kokkie had voor allerlei gekruide bij spijzen gezorgd, want zonder bedis (heet, sterk) bij haar rijst kon Let je niet leven. Nel moest gedurig naar Fritsie's kant een oogje in 't zeil houden, want die mocht geen sterke dingen hebben, en hield er iuist dol van. Als de tranen hem in de oogen sprongen, riep hij nog van "Iekker, lekker".
Wat had tante Let je een massa te vertellen, en hoe dikwijls betuigde ze niet, glimmend van plezier en vette kippekluifjes, dat ze 't heerlijk vond weer een poosj e voor de kinderen en 't huishouden te mogen zorgen.
Ze knikte Poekeloekie, zooals ze Fritsje noemde, hartelijk toe, welke vriendelijkheid Poekie met een stevigen knik beantwoordde, waarop hij de invallende gedachte uitsprak: ,Je moet maar voor goed bij ons blijven, tante Let je. " En toen, van haar naar zijn vader kijkend, vervolgde hij: "Zeg, waarom trouw je
31
eigenlijk maar niet met Pa? dan was alles in orde."
Papa keek ontzet, Maar Nel en de jongens scha-terden het uit, en nonna Duijk nam de zaak 't vroolijkst op van allen. Zoo'n Poekeloekie toch I Wat die al niet in zijn onnoozel hoofdje haalde I
Een paar dagen later merkten de kinderen, dat er iets bizonders was. Er hing wat geheimzinnigs in de lucht, waar zij buiten werden gehouden. Eenige keeren achtereen kwam papa niet thuis rijsttafelen, telkens waren er heeren op 't kantoor, die heel lang bleven. Toen werd Let je geroepen, en niemand mocht binnen· komen zoolang zij met papa aan 't overleggen was. Nel, dat nieuwsgierig aao-je, "brandde" · stookte Fritsie op om tante Let je uit te hooren. Dat was hem best toevertrouwd. Hij kroop op Letje's schoot, kriebelde met zijn vingertjes onder haar driedubbele nderkin, en viel met de deur in huis: "Zeg, waarom heeft pa zoo 'lang met je gepraat, tante Let je, en waarover?"
"Dat wil je vader jullie zelf vertellen, schat, kleine Poekie .. .. "
"Neen, nou geen "schat" en "Poekeloekie", jij moet 't Fritsie vertellen."
"Letje mag niet voor Je pa."
"Aan Fritsie wèl, ajo, gauw I" drong 't ventje stout dwingerig, "anders mag je me van avond geen
nacht-'k 't h I"
zoen geven, meen oor
,,'t Is een geheim," plaagde Let je.
"Zeg je 't nou of niet?" en Fritsie hief dreigend zijn handje op. "Pas op, hoor, je krijgt een klap."
't Begon er bedenkelijk uit te zien voor tante Let je.
Ze pakte 't kleine vuistje beet, maar, inplaats van den stouten jongen eens flink op zijn plaats te zetten, begon ze hem te paaien.
"Wees maar stil, dan krijg je straks een lekkere portie doerian." (een sterk verkoelende, leelijk riekende vrucht, waar de meeste Indische menschen en kinderen dol op zijn 'k Lust J'e vieze doerian niet eens," jokte Fritsje,
"
en boos dat hij zijn zin niet kreeg, gaf hij tante opeens een flinken klap in haar gezicht.
Hij schrok er zelf van, en wilde het met zoentjes, streelen en aaien dadelijk weer goed maken. Maar vóór hij dit besluit kon uitvoeren, had zijn vader hem beetgepakt, en van tante weggetrokken.
Papa keek zoo zwart als een Moor, en dreef Fritsje aan één arm voor zich uit, zijn kamer binnen. Tante Letje's hart barstte bijna van meelij, toen zij kleinen Poekf!loekie gevangen weg zag voeren.
Vader en Fritsie hadden een lang, zeer ernstig onderhoud, waarbij veel tranen te pas kwamen aan één kant. 't Duurde ook een heele poos eer de kleine zondaar 't af mocht zoenen, want daartoe was hij gewoonlijk al bereid eer de strafpredicatie begon.
Stil en beschaamd kwam hij met roodgeschreide oogen eindelijk weer te voorschijn, stapte dadelijk naar tante Let je toe, en zei "Pa zegt, neen Fritsie zelf zegt ook, dat ik vreeselijk stout ben geweest, en ik
vr~ag je erg om eskuus."
Juffrouw Klok zou geantwoord hebben
"
Zoo Frits,
't doet me genoegen, dat je dit zelf inziet," en nog een heele boel andere soep er bij, maar Let je pakte 't ventje, en zei, dat 't niks erg was geweest, en dat hij haar lieve, aardige jongen bleef. Dat was weer niet erg verstandig van tante Let je.
Eindelijk hoorden de kinderen 't groote geheim:
Papa moest naar Holland. En, daar de reis niet te doen was heen en weer op een zomerschen achter.
middag, zouden er minstens drie maanden moeten ver-loopen eer hij weer goed en wel op Soerabaia terug kon zijn.
Dolf en Jan vonden 't erg vervelend, maar Nel
3
34
wa er bepaald wanhopig onder, en Frit ie vroeg of papa hem mee wilde nemen met Nel natuurlijk. Tante Let je zou wel goed voor Dolf en Jan zorgen.
Dit voorstel kon echter geen oogenblik in over-weaina worden genomen. b b Papa hield zich alsof hij
't doodaewoon vond voor die maand of wat de kinderen te moeten verlaten. Ze moe ten hem beloven in dien tijd dubbel gehoorzaam te zijn, en het tante niet lastig te maken (Frit ie keek verlegen voor zich). Dolf bood vader Philax aan, om mee te nemen, dan had hij ten-minste iets vertrouwds en gezelligs van huis bij zich.
Papa dankt echter voor de eer om allerlei redenen, die Dolf overdreven vond.
Jan vroeg of hij vader een wenschlijstje m mocht geven. Hij had en fiets broodnoodig, een aquarium was ook een zijner hartewenschen en dan een rijpaard en een zadel I Als papa een en ander in zijn koffers binnensmokkelde, haalde dit vracht- en inklaarkosten uit. Jan maakte er een grapJe van, omdat iedereen zoo treurig keek.
Hij was ook de eenige, die zich bij 't afscheid nemen kranig hield, al ging zijn hart evengoed als bij de anderen van rikke tikke tik, maar dat zag niemand onder zijn vestje.
VI