• No results found

Spanningsveld bovenlokaal – lokaal:

3. Analyse van de resultaten

3.1. Spanningsveld bovenlokaal – lokaal:

H1: Het gebrek aan inspraak vanuit de bovenlokale politieke overheid zorgt voor het gebruik

van “voice” door burgemeesters.

“Ik teken dat niet, punt.” (Laridon, 2020)

Een eerste opvallende vaststelling is dat geen enkele burgemeester in de onderzochte cases rechtstreeks door de bovenlokale overheid, zijnde de minister/staatssecretaris of de betrokken administratie, op de hoogte werd gesteld van de genomen beslissing. Ze komen het nieuws te weten via de media, via de lokale bevolking, via een lid van het college of via het eigen bovenlokale politieke netwerk. Dat is opvallend, zeker gezien de bovenlokale rol die een burgemeester vervult. De beslissingen hebben telkens gevolgen voor het lokale niveau. Op vlak van de snelheidscontroles gaat het o.a. om handhaving en bij de opvang van vluchtelingen om het voorzien van de randvoorwaarden in onderwijs, de ambtenarij, ... Hier stellen we vast dat door het verloop de burgemeester niet in staat is om de rol van verbindingsfiguur op te nemen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het net in die cases is dat de burgemeesters “voice” gebruiken om hun ongenoegen te uiten. Het niet rechtstreeks op de hoogte brengen van de burgemeester valt bij iedere case in slechte aarde en zorgt al voor een moeilijke start.

Diezelfde vaststelling zien we terugkeren als we kijken naar de mate van inspraak vanuit het lokale niveau. Meestal worden de lokale besturen voor voldongen feiten gesteld en krijgen ze een tot in detail uitgewerkt plan voorgeschoteld, vaak enkel ter ondertekening. Dit houdt geen rekening met de lokale beleidsprioriteiten en bezorgdheden. Zo gaf vb. de burgemeester van Hechtel-Eksel aan dat het gebouw niet geschikt was om asielzoekers op te vangen. Maar dit manifesteert zich nog duidelijker in de plaatsing van de trajectcontroles. Daar zien we dat men bijvoorbeeld lokaal focust op preventie of het autoluw maken van de bebouwde kom en dat de gewestwegen niet als problematisch ervaren worden. Toch kiest Minister Weyts ervoor om langs die wegen trajectcontroles te plaatsen op basis van cijfers die blijkbaar niet voorhanden zijn.

38

De burgemeesters slagen er niet in om lokaal als agendasetter op te treden. Het is namelijk de bovenlokale overheid die de lijnen uitzet zonder rekening te houden met het lokale niveau.

Zowel in cases rond migratie als trajectcontrole moeten er op lokaal niveau vaak heel wat aanpassingen doorgevoerd worden. Denk daarbij vb. in de cases rond migratie aan het plaatsen van verkeersborden en van verlichting, het inrichten van een tijdelijke bushalte... Hierdoor hollen de burgemeesters achter de feiten aan en worden ze geforceerd om de rol als agendasetter en procesbewaker uit handen te geven. Het proces wordt namelijk bovenlokaal bepaald en aangestuurd. In één enkel geval was er wel contact op voorhand, namelijk bij het plan om een asielcentrum te openen in Zoutleeuw. Al was dat niet met de betrokken Staatssecretaris of administratie. Dat verliep via een partijgenoot op bovenlokaal niveau.

Zelfs als er in een latere fase aan tafel gezeten wordt met de betrokken minister of administratie, blijkt dat er zo goed als geen marge is om veranderingen aan te brengen.

Dit alles sluit aan bij wat Suykens stelt wanneer hij zegt dat gemeenten de interactie tussen lokaal en bovenlokaal vaak als éénrichtingsverkeer ervaren (M. Suykens, 1997). Ook wij zien dit eerder naar voren komen dan wat Maes omschrijft als de nood aan wederzijdse samenwerking om eigen doelen te halen (Maes, 1997). Dit ligt vermoedelijk aan de machtsverhouding die in het voordeel van het bovenlokale niveau speelt.

Verder keken we ook naar de politieke link tussen de meerderheden op lokaal en bovenlokaal niveau. In alle onderzochte lokale cases zetelde minstens 1 partij in de bovenlokale meerderheid. Ondanks die link en de Franse traditie die België toch kenmerkt op vlak van cumul, contacten tussen verschillende beleidsniveaus en autonomie voor de lokale besturen, merken we dat dit de inspraak niet ten goede komt. Een aantal burgemeesters probeert via de eigen bovenlokale politieke kanalen of die van de lokale coalitiepartner om iets in beweging te brengen, maar dat lukt moeilijk. Dat zien we bijvoorbeeld opnieuw in Zoutleeuw, waar de burgemeester van CD&V signatuur vruchteloos probeert om via zijn kanalen het aantal op te vangen asielzoekers te doen dalen. We kunnen stellen dat ze niet succesvol zijn in hun rol als lobbyist. In Veurne daarentegen geeft de burgemeester duidelijk aan dat niet te doen omdat hij denkt dat het geen effect zal hebben.

39

H2: Een gebrek aan ondersteuning vanuit de bovenlokale administratie zorgt voor het

gebruik van “voice” door burgemeesters.

“Trek uw plan” (Herbodts, 2020)

Als we naar de ondersteuning kijken die de lokale administratie van het bovenlokale niveau krijgt, zien we opnieuw een soortgelijk beeld. Enkel de burgemeester van Ingelmunster is onverdeeld enthousiast. Hij vindt dat de samenwerking zeer vlot verliep en hij alle nodige steun kreeg. Wat kan meespelen in het verhaal van Ingelmunster is dat de burgemeester aangaf dat de opvang van vluchtelingen de gemeente meer opbrengt dan dat het kost. De burgemeester van Hechtel-Eksel was dan wel positief over de samenwerking met de bovenlokale administratie. Dan gaat dat zowel over Fedasil, Defensie als over het Vlaams departement Onderwijs. Maar toch ontbrak het hem aan een draaiboek. Ook Zoutleeuw haalt dat aan. Ze moesten improviseren en te rade gaan bij collega-burgemeesters. Dit zorgt dat er nodeloos kosten en moeite worden gedaan en dat dit niet resulteert in een gestroomlijnde aanpak. We zien dat de burgemeester van bovenaf onvoldoende ondersteund werd om z’n rol als promotor van inspraak lokaal goed op te nemen.

Maar vooral bij de cases over trajectcontroles valt het gebrek aan ondersteuning op. De burgemeester van Tielt-Winge schetste hoe onvoorbereid het Vlaams Agentschap Wegen en Verkeer was. Uit zijn verhaal blijkt dat ze niet mee waren in het dossier en ook in snelheid gepakt waren door de aankondiging van de minister. Ook Veurne en Diksmuide klaagden het gebrek aan ondersteuning aan. Zo kwam er geen extra steun voor de verwerking van processen-verbaal. Iets wat volgens hen extra werklast met zich meebrengt. De burgemeester van Diksmuide vatte het mooi samen door te zeggen dat “de lasten voor ons zijn en de lusten voor hen”. Dit verwijst naar het ongenoegen die burgemeesters hebben als hoofd van de lokale administratie. Ondanks het gebrek aan ondersteuning, wijst geen enkele burgemeester met een beschuldigende vinger richting de bovenlokale administratie. “Ook zij doen maar hun job”, klinkt het.

40