3.6 Visindex
3.6.3 Scoren van de geselecteerde metrieken
Er werden vijf metrieken geselecteerd (Tabel 13). Voor het scoren van de metrieken gebruiken we dezelfde benadering als in Breine et al. (2010). Daarin wordt het Maximaal Ecologisch Potentieel (MEP) gebruikt als referentie. Op de referentiewaarde van het relatief aantallen diadrome individuen, passen we de quintiel methode toe om de andere grenswaarden (GEP, matig, ontoereikend en slecht) te bepalen (Breine et al., 2007). Voor de overige metrieken verduidelijken we hieronder hoe de grenswaarden worden bepaald. In de referentielijst staan 12 estuarien residente soorten. In de campagnes werden twee soorten nog nooit gevangen (kleine zeenaald en glasgrondel). Wat deze soorten betreft mogen we veronderstellen dat het
IJzer-www.inbo.be 47 estuarium goed scoort (GEP-situatie, Speybroeck et al., 2008). We nemen daarom 10 als GEP. Trisectie bepaalt de andere grenswaarden, waar nodig wordt naar boven afgerond.
In de referentielijst staan negen diadrome soorten waarvan drie nog nooit zijn gevangen (zeeprik, rivierprik en zeeforel). Nochtans worden deze soorten ook met fuiken gevangen oa. in de Zeeschelde (eigen data). We passen hier dus de quintiel methode toe en ronden naar boven af.
In de referentielijst staan 22 marien juveniele soorten waarvan er zes nog nooit zijn gevangen in het IJzer-estuarium. We nemen 16 als GEP toestand. Trisectie bepaalt de overige grenswaarden. Opnieuw worden decimale waarden naar boven afgerond.
In de referentielijst staan negen typische soorten die allemaal al zijn gevangen in het IJzer-estuarium. Ook hier passen we de quintiel methode toe en ronden naar boven af.
De geselecteerde metrieken met hun grenswaarden staan in tabel 13.
Tabel 13. Geselecteerde metrieken (score) en grenswaarden voor evaluatie van de ecologische toestand van het IJzer-estuarium; voor verklaring van de afkortingen verwijzen we naar tabel 8.
De voorlopige index had vier metrieken enkel gebaseerd op het voorkomen van soorten. Deze waren aantal soorten, diadrome soorten, estuarien residente soorten en marien juveniele soorten. We voegden nu een metriek toe die relatieve aantallen beoordeelt (RmniDia) en het aantal soorten is niet meer in de index opgenomen. Van de oorspronkelijke metrieken werden de grenswaarden gewijzigd als gevolg van het aanpassen van de referentielijst. De metriekscores, indexwaarden en de overeenkomstige EQR (Ecological Quality Ratio) met bijhorende appreciatie voor de verschillende campagnes staan in tabel 14.
Tabel 14. Metriek scores, index (IBI), EQR en appreciatie van de ecologische toestand van het IJzer-estuarium voor de viscampagnes 2008-2009; voor verklaring van de afkortingen verwijzen we naar tabel 8.
Metrieken MEP (1) GEP (0,8) Matig (0,6) Ontoereikend (0,4) Slecht (0,2)
MnsEst 12 <12 en ≥10 <10 en ≥7 <7en ≥4 <4
MnsDia 9 <9 en ≥7 <7 en ≥5 <5 en ≥3 <3
RmniDia ≥20,0 <20,0 en≥15,0 <15,0 en ≥10,0 <10,0 en ≥5,0 <5,0
MnsMjs 22,0 <22 en ≥16 <16 en ≥11 <11 en ≥6 <6
MnsTyp 9 <9 en ≥7 <7 en ≥5 <5 en ≥3 <3
Datum MnsEst MnsDia RMniDia MnsMjs MnsTyp IBI EQR appreciatie
2008* 0,4 0,4 0,6 0,4 1 2,8 0,54 matig
2009 0,4 0,4 1 0,4 1 3,2 0,61 matig
2010 0,6 0,4 1 0,6 0,8 3,4 0,64 matig
2011 0,6 0,4 0,8 0,4 1 3,2 0,61 matig
48 www.inbo.be De grenswaarden voor de EQR blijven behouden. Ze worden berekend op basis van een formule waarbij de integriteitklassen dezelfde intervallen hebben (Brys et al., 2005). De EQR voor het MEP is 1 waaronder vier integriteitklassen worden bepaald. De ondergrens van GEP is 0.75 (IBI 4), 0.5 voor matig (IBI 2.6), 0.25 voor ontoereikend (IBI 1.3). De formule ziet er als volgt uit:
Score T= OGT+(NT-OGNT)/BGNT-OGNT)* 0,25.
T is de getransformeerde EQR score, OGT is de getransformeerde ondergrens van een klasse interval, NT is de niet getransformeerde score binnen het interval, OGNT is de niet getransformeerde ondergrens van het interval, BGNT is de niet getransformeerde bovengrens van het interval.
In 2008 wordt opnieuw een “matige” status berekend net zoals de status berekend met de voorlopige index ontwikkeld in 2008 (Speybroeck et al., 2008). De nieuwe index is gebaseerd op drie campagnes binnen één jaar. In 2008 werden er echter maar twee campagnes uitgevoerd. Er werden toen net als in 2009 20 soorten gevangen wat iets minder is dan de overige jaren (5-6). Het aantal individuen per fuikdag was wel meer dan in de andere jaren (behalve voor 2012). In de overige jaren scoort het IJzer-estuarium ook “matig” al is de EQR score wel hoger dan in 2008.
www.inbo.be 49
4 Samenvatting en besluiten
In de periode 2008 en 2012 werden door onderzoekers van het INBO verschillende viscampagnes uitgevoerd in het IJzer-estuarium.
Er werden vier locaties buiten de vaargeul geselecteerd. Er werd gevist met dubbele schietfuiken.
In totaal vingen we 45 soorten (Tabel 2). Het grootste aantal soorten werd meestal in het voorjaar gevangen. Wat aantal individuen betreft domineren over de jaren heen zeebaars, bot, brakwatergrondel en vijfdradige meun.
De variatie tussen de seizoenen, wat het relatief aantal individuen per soort betreft, kan sterk verschillen. In het voorjaar worden vooral vijfdradige meun, puitaal, koornaarvis, schol en kabeljauw gevangen. In de zomer zijn dat bot, paling, wijting en tong. In het najaar worden vooral zeebaars, brakwatergrondel, dikkopje en haring gevangen.
Bot draagt het meest bij tot de gevangen biomassa. Daarna volgen paling, zeebaars en vijfdradige meun. De statistische analyse met fuikvangstgegevens gegroepeerd per jaar van 2009-2012 toont aan dat de vissamenstelling niet sterk verandert met de jaren. Daarentegen zijn de seizoenale verschillen wel duidelijk. De analyses van de locaties afzonderlijk tonen aan dat de vangstresultaten tussen de verschillende locaties verschillen zowel binnen één het hetzelfde jaar als over de jaren heen.
Op basis van de lengte frequentie gegevens stellen we dat bot, vijfdradige meun, zeebaars, haring, steenbolk, tong en dunlipharder het IJzer-estuarium als kinderkamer.
Een visindex werd ontwikkeld. Deze bevat vijf metrieken. De waarden van de metrieken worden per jaar berekend en deze werden gescoord op basis van een referentielijst. Over de jaren heen scoort het IJzer-estuarium “matig”.
50 www.inbo.be