• No results found

Casestudie: Invulling van de basisondersteuning jeugd in de regio Westerkwartier en de gemeente Stadskanaal, provincie

2.5 Samenwerking met huisartsen

De samenwerking tussen huisartsen en basisteams jeugd is een belangrijke voorwaarde om de transformatiedoelen te doen slagen. Een onlangs georganiseerde werkconferentie in de provincie Groningen maakte duidelijk dat lang niet alle huisartsen meerwaarde zien in samenwerking met ‘het sociaal domein’. Huisartsen vragen zich af of de privacy van hun patiënt bij sociale (wijk)teams in veilige handen is en ook hebben ze kritiek op de werkwijze van sociale professionals als het gaat om (bereikbaarheid van) contactpersonen en terugkoppeling (Sociaal Planbureau Groningen, 2016). Toch ontwikkelen huisartsen en sociaal domein in veel dorpen en gemeenten in de provincie nieuwe vormen van samenwerking. In het onderstaande wordt beschreven hoe de stand van zaken hieromtrent is in de regio Westerkwartier en de gemeente Stadskanaal, en wat de ervaren succesfactoren en verbeterpunten zijn.

W e s t e r k w a r t i e r

In de regio Westerkwartier vormt een specifieke functie, namelijk de Praktijk Ondersteuners GGz Jeugd (verder PO jeugd) in de huisartsenpraktijken de schakel tussen het medische en sociale domein. De gebeurde eerst op kleine schaal (gestart in 2013) en later uitgebreider. Sinds mei 2016 wordt de PO jeugd ingezet bij 16 huisartsen verdeeld over de vier gemeenten van het Westerkwartier. De PO’s jeugd zijn medewerkers van de GGZ-instellingen Accare en Lentis. Zij nemen deel aan de overleggen van de basisteams CJG. Inzet en huisvestingskosten worden door de gemeenten betaald. De pilot is in het voorjaar van 2017 geëvalueerd. In de gemeente Leek heeft de PO jeugd ongeveer 115 individuele jeugdigen gesproken in ongeveer 520 behandelcontacten met een gemiddelde van 5-7

behandelcontacten per jeugdige. Van deze jeugdigen is ongeveer 10% verwezen naar het CJG, 10% naar specialistische ondersteuning (voor onderzoek, behandeling of crisis); de overige 80% is door de PO jeugd zelf begeleid. Conclusie van de evaluatie is dat het aantal rechtstreekse verwijzingen van huisartsen naar GGZ-instellingen met de komst van PO jeugd stevig is gedaald. De gemeenten Grootegast en Zuidhorn laten vergelijkbare cijfers zien. In de gemeente Marum is weinig gebruik gemaakt van de PO jeugd. De verwachting is dat dit het gevolg is van een Multidisciplinair Overleg in deze gemeente, waarin de huisartsen en organisaties casuïstiek met elkaar bespreken.

V e r b e t e r p u n t e n

De verbeterpunten liggen vooral in de organisatievorm en de bedrijfsvoering. De huisartsen zouden graag nog meer formatie (door de gemeenten gefinancierd) van de PO jeugd willen inzetten. De

medewerkers PO jeugd werken voor meerdere huisartsen die allen zelf de agenda voor de inzet van uren in hun eigen praktijk willen beheren. Dit leidt tot inefficiënte ureninzet en veel reistijd. De medewerkers PO jeugd registreren vooralsnog in de systemen van de huisartsen, die echter van elkaar verschillen. Zij zouden bij voorkeur vanuit een centrale huisvesting willen werken en in een eigen systeem willen registreren. Gemeenten overleggen op dit moment met huisartsen en stellen een advies voor een vervolg op, in samenspraak met de huisartsen.

S u c c e s f a c t o r e n

Welke factoren hebben in het Westerkwartier bijgedragen aan de succesvolle pilot PO jeugd bij de huisartsen? Volgens de beleidsmedewerkers: “klein beginnen, zorgen dat je de enthousiaste huisartsen betrekt, deze als katalysator inzetten, stug doorzetten. Heel veel praten, af en toe boos worden, heel soms met de vuist op tafel slaan, maar iedere keer de verbinding blijven zoeken. Eventueel als gemeente strategisch water bij de wijn doen”. “Het Westerkwartier betaalt bijvoorbeeld de huisvestingskosten van de PO jeugd, dit is €50,- per dagdeel. Dit is de investering waard want de inschatting is dat de uitstroom naar de specialistische GGz met de inzet van de PO jeugd is gedaald. Verder is gebleken dat de PO jeugd de kinderen en ouders met lichtere ondersteuning voorziet in een behoefte. De verwachting is dat de preventieve inzet op termijn een kostenbesparing in de zwaardere zorg oplevert.”

S t a d s k a n a a l

In de gemeente Stadskanaal verloopt de samenwerking tussen huisartsen en het sociale domein tot nu toe niet heel soepel. Het is niet mogelijk gebleken om bij de transitie in 2014/2015 een

gezamenlijke agenda op te stellen of formele afspraken te maken. “Het blijft een aandachtspunt waar veel in geïnvesteerd wordt.” aldus de wethouder en beleidsmedewerker.

Er werden en worden gesprekken gevoerd over de aansluiting van de huisartsen op het CJGV en andersom; hierbij wordt ook de rol van de Jeugdarts meegenomen. Omdat er geen gezamenlijke vertegenwoordiging van huisartsen in de gemeente is, heeft de gemeente overleg met alle individuele huisartsenpraktijken afzonderlijk. Centrale gespreksonderwerpen zijn: de verwijzingen van de huisartsen, samenwerking van huisartsen met het CJGV en de Jeugdarts en de meerwaarde van samenwerking voor de gemeente en de huisartsen. De gemeente heeft er belang bij dat huisartsen kinderen met problematiek die de huisartsenpraktijk te boven gaat, niet in de huidige mate en aantallen naar de GGZ doorverwijzen, maar dat er eerst bekeken wordt of de jeugdige ook door het CJGV of voorliggende organisaties in voldoende mate begeleid of geholpen kan worden. Wethouder en beleidsambtenaar hechten aan een bredere analyse en aan een check of de jeugdige bekend is bij het CJGV. Uit een onderzoek naar de verzoeken van toewijzing van de huisartsen in 2015 bleek dat veel van de betreffende cases al bekend waren bij het CJGV of het Maatschappelijk Werk.

Tegelijkertijd wil de gemeente niet dat de huisartsen alle jeugdigen en hun ouders eerst naar het CJGV verwijzen omdat dit een te grote aanslag op de capaciteit van het CJGV vormt. Het CJGV geeft aan dat de huisartsen hen steeds vaker benaderen met de vraag om een bredere analyse en goede triage. De beleidsmedewerker geeft tegelijkertijd aan dat er nog steeds huisartsen zijn dit dat niet willen, die geen meerwaarde zien, die aan hun wettelijk recht van rechtstreekse verwijzingen willen

vasthouden. Ook zijn sommige huisartsen huiverig om het medisch beroepsgeheim of andere privacyregels te schenden. Enkele huisartsen vinden dat de samenwerking niet past in hun zakelijke bedrijfsvoering. Maar deze groep wordt wel steeds kleiner volgens de wethouder.

Sinds juli 2017 is er een ‘go’ voor een pilot ‘Ondersteuner Jeugd en Gezin’ (vergelijkbaar met de PO jeugd in het Westerkwartier) bij de huisartsen in het dorp Stadskanaal. De pilot is gestart op 1 september 2017. De opdracht van deze ondersteuner Jeugd en Gezin is om meer afstemming te organiseren tussen de huisartsen en het CJGV, met als einddoel te komen tot effectievere en efficiëntere hulpverlening en de zorg dichterbij te kunnen organiseren. Effecten die nagestreefd worden zijn: vermindering van het aantal (onnodige) doorverwijzingen naar specialistische jeugdhulp; het ontzorgen van de huisarts; sneller oppakken van de hulpverlening.

2.6 Samenwerking gemeenten en scholen rond Jeugdwet en Passend