5 Bevindingen doeltreffendheid en doelmatigheid
5.2 Relatie tussen maatregelen van beleid en hinder
Voor een doorvertaling naar de uiteindelijke doelstelling, te weten het voorkomen en beperken van hinder, is het relevant hoe de toegepaste maatregelen, gericht op de verlaging van de geluidbelasting bij
woningen of binnen de woning, de geluidhinder daadwerkelijk beperken.
Deze paragraaf beschrijft de stand van zaken van de kennis over het effect van maatregelen op hinder en slaapverstoring.
Dit is gebaseerd op bestaande reviews, inclusief een recente review van de literatuur ten aanzien van interventies gericht op geluid. Deze werd (op moment van schrijven van dit rapport) voorbereid in het kader van de update van de Guidelines for Community Noise van de World Health
Organisation (WHO)17. Het vormt de wetenschappelijke basis ten aanzien van dit onderwerp in de update van de Community Guidelines van WHO.
Op moment van schrijven doorloopt de WHO deze procedures nog. Naar verwachting publiceert het WHO in de loop van 2016 mede over dit onderwerp.
Zoals eerder omschreven in dit rapport, onderscheidt het geluidbeleid maatregelen tegen geluidhinder gericht op de bron, de overdracht en ontvanger, ook wel interventies genoemd. In het onderzoek naar het effect van interventies werd een kader ontwikkeld aan de hand waarvan de literatuur verder werd onderverdeeld. Om de complexiteit van de verschillende interventies en bronnen te structureren werd onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten interventies, gebaseerd op de causale keten van emissies naar effecten. Een gedetailleerde
omschrijving wordt gegeven in Tabel 5.1.
In het algemeen lijken ten aanzien van wegverkeer de maatregelen aan de bron, in de overdracht en veranderingen in de infrastructuur (Typen A tot C) een positieve invloed op hinder te hebben. Vaak is er sprake van een ‘gunstig’ veranderingseffect: de reductie in hinder is dan groter dan op grond van de geluidniveaus wordt verwacht. Er zijn aanwijzingen voor dat dit effect aanhoudt in de tijd. Ook zijn er voorbeelden waar het effect op het gemiddelde geluidniveau minimaal was maar de hinder wel afnam, bijvoorbeeld door veranderingen in de verkeerssamenstelling (minder vrachtwagens).
Het effect van gevelisolatie en het plaatsen van geluidschermen is volgens sommigen (Köhler et al., 2006) meer afhankelijk van contextuele factoren (zie ook onder). Er zijn aanwijzingen dat een combinatie van deze interventies met andere maatregelen, bijvoorbeeld geluidschermen en creatie van meer groen, of het bouwen van een tunnel met creatie van meer groen en verbetering voorzieningen, leidt tot een sterkere reductie dan de afzonderlijke maatregelen. Dit komt ook naar voren uit onderzoek waarbij de veranderingen in geluid werden gemodelleerd en de effecten op basis hiervan werden geschat.
17 http://www.euro.who.int/en/health-topics/environment-and-health/noise/activities/development-of-who-environmental-noise-guidelines-for-the-european-region (Brown en van Kamp, in voorbereiding).
Tabel 5.1 Indeling van interventies op gebied van omgevingsgeluid met aantal studies binnen domein wegverkeer
Type Interventie Categorie
Interventie Sub-categorie
Voorbeeld A Bron
Interventies Verandering in
emissie niveau Regulatie motor voertuigen;
niveaus persoonlijke
geluidapparatuur; slijpen spoor, wegdekverbetering et cetera Tijd restricties van
bron operaties Luchthaven curfew, zwaar verkeer curfew
B Overdracht Interventies
Verandering van het pad van bron naar ontvanger
Geluidschermen, creëren stille zijde
Beheersing van overdracht door isolatie van ontvangers’ huis
Reductie door isolatie van gebouw
C Verandering
Infrastructuur Nieuwe of verwijderde, of verandering in verkeersintensiteit op bestaande infrastructuur
Nieuwe vliegroute; constructie van bypass; nieuw windturbinepark;
grote veranderingen in treinverkeer intensiteiten
(bijvoorbeeld goederenverkeer) of wegverkeer volume.
Afstandscontrole tussen (nieuwe) ontvangers en bronnen*
Vermindering overdracht door afstand; ‘buffer’zones, et cetera
D Indirecte Interventies
Verandering in andere dimensies van huis/buurt
Groene ruimte, rustige zijde;
geluidvariatie E Verandering
in gedrag Veranderingen in gedrag om blootstelling te reduceren, te vermijden of de duur ervan te reduceren
Instructie over omgaan met persoonlijke geluidapparatuur;
voorlichting over gevaar van gehoorschade
Voorlichting/comm
unicatie Veranderde opinie over de bron;
acceptatie; uitleg van de verandering in geluid
*Dit is een overdrachtsinterventie als gevolg van een verandering aan de infrastructuur.
De twee studies naar het potentiële effect van indirecte maatregelen (creëren van een stille zijde) laten zien dat een verschil van minimaal 10 decibel tussen de meest en minst belaste gevel leidt tot een aanzienlijke reductie van hinder. Het maakt dan wel uit hoe de betreffende ruimte wordt gebruikt. Ook bleek dat de visuele kwaliteit van de stille zijde ertoe doet.
Het aantal studies naar het effect van interventies op de slaap is te beperkt om vergaande conclusies te trekken. Echter, overtuigend zijn de bevindingen uit een grootschalige Noorse isolatiestudie, die aantoonde
dat verschillende slaapindicatoren (objectief en subjectief) gunstig werden beïnvloed door gevelisolatie. Het effect op subjectieve kwaliteit was het sterkst voor mensen boven 48 jaar. Opmerkelijk was de toename in efficiëntie van de slaap (meer slaapuren tijdens minder tijd in bed). De bevindingen bevestigen eerdere resultaten van kleinschalig onderzoek zoals beschreven in de review van Köhler (Köhler et al., 2006).
Bij interpretatie van de resultaten moet rekening worden gehouden met andere factoren die de effectiviteit mede beïnvloeden. Als belangrijkste komen naar voren: geluidgevoeligheid, afstand tot de weg,
beschikbaarheid van een rustige zijde, raam open-gedrag. Maar ook gaat het om de context rond de interventie, de houding ten aanzien van het beleid en de partij die de maatregelen treft, en de verwachtingen die mensen hebben van de effectiviteit en de tevredenheid van hen met de buurt. Dit laatste geldt vooral voor interventies type B (overdracht zoals geluidschermen en isolatie).
Bij de verdere uitwerking van interventieprogramma’s zou rekening gehouden moeten worden met deze factoren. Een onderscheid tussen kwetsbare/gevoelige groepen, gevoelige perioden en gevoelige
plekken/settings, zoals scholen en ziekenhuizen, zou hierbij zinvol zijn.
Naast interventies aan de bron/overdracht en infrastructurele
veranderingen zou meer aandacht kunnen worden besteed aan meer integrale aanpakken (healthy urban planning). Op dit moment zijn er voorbeelden van initiatieven op het gebied van participatie op
wijkniveau met als het doel het creëren van meer bewustzijn van geluid in de omgeving. Via ingrepen op lokaal niveau zou meer geluidvariatie gecreëerd kunnen worden in stedelijk gebied, door stille plekken,
maskering via waterpartijen, manieren van bouwen die voor luwe zijden zorgen en plekken waar mensen tot rust zouden kunnen komen.
Burgerparticipatie komt niet als interventie uit de reviews naar voren.
Maatregelen op gebied van communicatie en informatie zijn niet geëvalueerd voor wegverkeer.
Ook zijn er voorbeelden van casussen waarbij een verandering in geluidniveaus een neveneffect was van andere ingrepen, zoals het weren van verkeer in bepaalde zones of tolheffing. Bij deze voorbeelden was overigens ook sprake van onbedoelde afwenteling: de ingrepen leidden tot meer blootstelling elders, vaak bij groepen met een lagere sociaal economische status. Infrastructurele veranderingen zouden op deze aspecten moeten worden getoetst met specifieke aandacht voor verdelingsissues: bij welke groepen komen de lusten en waar komen de lasten terecht?