• No results found

Ged. te Mill op 15.4.1693, get. Maria Dircx. Dirck Peeters Lange overlijdt te Mill op 5.11.1762. Hij huwt te Mill op 19.11.1730 met PETRONELLA/PEERKE REIJNEN, get. Willem Peters (IId) en Petra Reijnen.

Beiden zijn lid van het St. Catharinagilde. Hij is landbouwer in de Krommendijk en kan niet schrijven.

ORA Mill 567 dd. 22.7.1741/548 dd. 7.8.1741 kopen zij van Ds. Stephanius van Lamsweerde (geb. Doesburg 12.9.1686) x (Vierlingsbeek 10.1.1729) Barbara Aalbers (zie Gens Nostra 1978, p. 337) een holl. morgen bouw-land (voorheen weibouw-land), gelegen in de Crommendijk, bel. oost Gerrit Schraven, west de Veesteeg, zuid de Crommendijk en noord Jan Hermens, voor de som van 320 gulden, incl. taxen totaal 352:3:12 gulden. Het geheel is jaarlijks belast met 16 stuivers en 4 penningen, alsmede met 9 stuivers en 6 deniers cijns aan de Heer van het land. Dirck tekent met drietand, Peerke met kruisje.

ORA Mill 547 dd. 24.4.1736 heeft een Derck Peters in gebruik (gehad) land van de Erven Ludolph de Quay, nl.

7 lopen bouwland in de Hooge Horst, bel. west Willem Gerrits, oost Peter Jans Lange en 10 lopen bouw- of weiland in de Lage Horst, genaamd het Campje Aghter de Streep.

Bij de erfdeling van de boedel van zijn ouders in 1744 krijgt Dirck toebedeeld een huis met anderhalve hollandse morgen bouw- en weiland, gelegen aan de Crommendijk met recht om met de beesten te leiden en met een paard te rijden over het erf van Willem en Reijn Jordens. Het is hetzelfde perceel, dat zijn vader Peter Jans Lange in 1711 koopt, met dezelfde cijns van 15 vat rogge aan het Gasthuis van Grave en 19 stuivers aan de Heer van het land. Verder krijgt hij toebedeeld een morgen bouw-en weiland, belendend de Veesteeg en Jan Hermens erf . Tenslotte nog de helft van een hooikamp, groot een hollandse morgen, gelegen aan de Veesteeg naast de wetering. Hij moet 325 gulden betalen aan Jenneke Peters Jans en Meuwis Jans (zie II a).

In ND 10095 is tussen 1728-1736 Derck Peters aen den Crommendijck belast voor goed, afkomstig van Merij Dercx voor 00.08.09 en voor goed afkomstig van Hester Maria van Stockheim voor 00.07.09. Zie pag. 30 e.v..

Kinderen, geboren uit hun huwelijk, allen gedoopt te Mill:

1.LUTILDIS DIRCX, ged. 19.8.1731, get. Willem Peters en Joanna Peters. Zij overlijdt te Mill als “Luijtje Dircx dysenteria/buikloop” op 25.10.1747.

2.PETRUS DIRCX, ged.28.10.1733, get. Hermen Geurts en Catrien Rijnen. Hij overlijdt te Mill vóór 13.11.1740.

3.RIJNERUS DIRCX, ged. 3.11.1734, get. Joannes Rijnen en Gertrui Hermens

4.PETRUS DIRCX, ged. 13.11.1740, get. Rijn Jordens en Maria Jans. Hij overlijdt te Mill op 18.4.1745 als

“Peter Dircx” ?

5.JOANNA DIRCX, ged. 15.12.1744, get. Jan Rijnen en Neeske Rijnen. Zij overlijdt te Mill (a) op 18.12.1744 als “Jenneke Dircx”, of (b) op 19.10.1747 als “Joanna Dircx dysenteria” (zie nr. 1 Luijtje Dircx, die eveneens in october 1747 sterft) of (c) op 18.6.1760 als “Jenneke Dircx”.

Er is geen nageslacht uit deze kinderen bekend. Zeer waarschijnlijk zijn ze allen op jonge leeftijd en/of ongehuwd overleden. Dit blijkt ook uit het feit, dat na de dood van Dirck‟s vrouw Peerke Reijnen dd. 8.4.1776 (delen van) het bezit van Dirck in andere handen overgaat: op 5.7.1776 (naar de vrouw van zijn overleden broer Willem) en na 1796 (naar zijn oomzeggers Thijs en Peter Willems Lange). Zie pag. 32.

PETRONELLA/PEERKE REIJNEN is gedoopt te Mill op 13.4.1702 (get. Reijn Reijnen) en overlijdt

“subitanei”/plotseling te Mill op 8.4.1776 als “vidua/weduwe Theodorus Peters Langen”.

Haar kwartierstaat:

2.Reijn Jans, ged. Mill 26.5.1668. Leenhof Cuijk nr. 8 f. 59: van 3 morgen land te Mill wordt 24.11.1700 Reijn Jans de belener, overgenomen van zijn vader.Nr. 7 f. 42: dd. 4.1.1596 wordt 3 morgen land te Mill in leen ontvangen door Jan Jans, daarna op 6.12.1641 door Peter Jans en op 11.6.1648 door Tonnis Jans bij dood van zijn vader (Jan Jans) in leen ontvangen. Op 18.6.1672 vernieuwt Tonnis Jans (Smits ?) de eed en op 4.3.1682 wordt het leen door Jan Tonnissen ontvangen. Huwt Mill 3.6.1696 met disp. in 4e gr. verwant

3.Gertrudis Willems, ged. Mill 26.2.1669. Overl. Mill 16.3.1748 (?).

4.Jan Jans Thonissen, overl. na 25.1.1719 (Archief Ambtman; zie kw.st. Goossens sub IV aa, nr. 28).

Hij verkoopt met Neeske Peters op 8.12.1671 aan Thonis Jans Smits x voor 1651 Weijndel een huis, schuur, kuiphuiske en een halve morgen land aan de Karstraat; verder 1 morgen bouwland aan de Karstraat en het Ketelaersgat; een halve morgen en 1 morgen bouw- en weiland in Hollanderbroek aan de Krommendijk. Op

6.3.1678 verkopen Peter Hermens Cruijsen x Hermke Peters aan Jan Jans Thonissen x Neeske 1 morgen hooi- en weikamp aan de wetering, bel. Jan Willems x Jenneke (zie 0 (?) of Jan Willems (Pieck) x Jenneke Jordens ?).

Op 25.6.1711 is te Mill een Jan Jans Thonissen get. bij het huwelijk van Gerrit Peters en Willemke Jans, ged.

Mill 11.11.1685, d.v. Jan Tonissen x Trijn Jans. Idem op 22.4.1715 bij het huwelijk van Jan Jans Sluijs en Elisabeth Jacobs (zie III a). ORA Mill 542 dd. 28.5.1677 bewijst, dat hij z.v. Jan Thonissen is. Huwt vóór 1656 5.Neeske Peters, overl. als “Agnes Jan Thonissen in den Boer (?)” Mill 29.11.1679.

6.Willem Lucassen, overl. Mill 8.8.1711. Leengoed van Cuijk dd. 1688 voor 2 morgen land na de dood van Jan Peters; ORA Mill 542 dd. 24.2.1678.Huwt Mill 15.4/19.5.1668

7.Neeske Hendriks, overl. Mill 8.9.1727.

12.Lucas Thijssen, geb. ca. 1610, overl. vóór 1651. (Leenboek Cuijk 7). Huwt ca. 1640

13.Ge(e)rtke Willems, overl. na 1651 en vóór 1675. Zie kw.st. Dominicussen sub IV r, nr. 52-53. ORA Mill 542 dd. 29.12.1675: Testament van Jan Thijssen, als erfgenamen: Aert Jans gehuwd vóór 1648 met Lijske Thijssen zijn zuster; de kinderen van Lucas Thijssen, gehuwd met Gertje zijn huisvrouw zaliger: Jan Peters, gehuwd met Trijntje (Lucassen); Willem Luijkassen, gehuwd met Neske (Hendriks); Aert Lucas, gehuwd met Ebken (Peters).

ORA Mill 542 dd. 24.2.1678 (3 acten), waarin o.m. Aert Jans x Lijs, Willem Lucas x Neske, Aert Lucas x Ebke, Jan Peters x Catrijn, Reijn Reijnen (Clomp) x Peterke (Lucassen; zie sub II d, nr. 2) e.a. blijkbaar uit erfenis van Jan Thijssen (overl. St. Hubert 27.2.1677; x Geertje) verkopen onroerend goed te St. Hubert.

24.Thijs Dericks, geb. ca. 1580, beiden overl. vóór 1651, (Leenboek Cuijk 7). Huwt vóór 19.10.1608 25.Peeterke Reijnen Jans van/op den Heuvel. ORA Mill 541 dd. 29.3.1651/539A dd. 2/5.2.1610/20.10.1609.

gegoed te St. Hubert. Thijs hertr. (?) Peterke (overl. vóór 1641), d.v. Huijbert Jans v. Oort x Hanriske.

48.Derick Thijssen Spronck, huwt (?)

49.Bertke. In 1632 neemt nr. 24 van Derick Thijssen de cijns over voor 4 hond land op de Boursehoeve.

50.Reijn Jans van/op den Heuvel, (zie kw.st. Van de Vorle sub III e, nr. 46-47), huwt (1) ca. 1570 51.Lijske, overl. ca. 1590.

II c. MARIA PETERS JANS(EN) LANGE(N) x GERARDUS/GERRIT WILLEMS xx JOHANNES/JAN PETERS JACOBS

(dochter van I).

Ged. te Mill op 13.10.1695, get. Alen Jans. Zij overlijdt te Mill op 21.6.1784 als weduwe van Jan Peter Jacobs.

Maria en haar beide echtgenoten zijn lid van het St. Catharinagilde.

Zij huwt eerstens met GERARDUS/GERRIT WILLEMS te Mill op 25.5.1721, get. Jenneke (IIa) en Wilhelmus Peters (IId). Zij zijn 4e graad verwant (zie ook voor de dispensatie en verwantschapslijnen verderop sub kw.st. Gerardus Willems, nr. 13).

Kinderen uit dit eerste huwelijk, allen gedoopt te Mill:

1.JACOBA GERRITS, ged. 25.1.1724. Zie III a.

2.MARIA GERRITS, ged. 8.12.1724, get. Gerardus Joachims en Leonarda Willems. Zij sterft te Mill vóór 11.2.1729. Dan treft haar moeder nl. een regeling inzake haar 2 dan nog in leven zijnde kinderen.

3.JOANNES GERRITS, ged. 26.11.1725. Zie III b.

4.ELISABETH GERRITS, ged. 10.12.1726, get. Hermen Peters en Joanna Willems. Zij overlijdt te Mill vóór 11.2.1729. Zie nr. 2.

Tweedens huwt zij met JOANNES/JAN PETERS JACOBS te Mill op 27.2.1729, get. Dirc Peters (IIb) en Ruth Lambers. Zie voor het huwelijkscontract: ORA Mill 556 acte 53 dd. 11.2.1729.

Ambtman Cuijk dd. 25.2.1729 geapprobeerd huw.contract, waar Maria als bloedmombers over haar 2 kinderen uit haar eerste huwelijk heeft: Jan Hermens, Gerrit Hendriks en Derk Peters (Lange). Met Jan ontvangt Maria uit de boedel van haar ouders in 1744 de somma van 325 gulden uit lot 2.

Kinderen uit dit tweede huwelijk, allen te Mill gedoopt:

1.GERARDA JANS, ged. 14.11.1729. Zie III c.

2.CATHARINA JANS PETERS (LANGENS), ged. 1.10.1731. Zie III d.

3.LUTJE JANS, ged. 16.10.1733, get. Willem Peters en Catrien Rijnen. Ongehuwd. Zij sterft te Mill op 21.10.1751 als “Lutie Jans majorensis variolis/meerderjarig aan de pokken”.

4.MARIA JANS, ged. 24.12.1735. Zie III e.

GERARDUS/GERRIT WILLEMS is gedoopt te Mill op 7.4.1688, get. Geurt Jans.

Hij overlijdt te Mill op 5.9.1727. Ambtman Cuijk dd. 27.11.1736; Jan Hermens (z.v. Hermen Hendriks x Maria Jans) uit Mill, schoonzoon van Gerrit Willems zijn ouders, die opkomt voor de rechten van zijn vrouw (Jan huwt te Mill op 20.2.1707 met Gerrits zuster Hermke Willems, ged. te Mill op 3.2.1685 en overl. te Mill op 15.6.1751)

en de rechten van de 2 kinderen uit het huwelijk van Gerrit Willems en Maria Peters Jans Lange inzake de erfenis van resp. de schoon- en grootouders, waarvan als eerste Maria Hermens is overleden en vervolgens Willem Gerrits (zie hieronder nr. 2-3). Als mombers worden genoemd Gerrit Jochems/Joachims (neef; x Boekel 29.8.1713 Maria d.v. Willem Geurts x Lijntje Laurensen, xx Mill 12.2.1736 Neesken Meeuwis Hermens) en Gerrit Hendriks (neef). (zie kw.st. Kempen sub IV n nr. 12-13; Gagel sub IV h, nr. 14-15).

ORA Mill 561 dd. 15.2.1737: erfmaegescheid Willem Gerrits en Maria Hermens, de ouders van Gerrit Willems.

Compareren Jan Hermens x Hermke Willems en Maria Peters, wed. van Gerrit Willems met haar mombers.

Het eerste lot valt toe aan Jan Hermens x Hermke Willems. Het omvat (1) huis, schuur, bakhuis, hof, genaamd

“De Heul”, een halve morgen groot te Mill, bel. oost en zuid Peter Jacobs, west Hr. van Lamsweerde,

noord de gemene straat; (2) een morgen bouwland “De Horst”, bel. oost erfgenamen Peter Jans, zuid Vincent van Turnhout, west Hr. van Lamsweerde, noord Peter Jacobs; (3) vijfvierendeel morgen bouw- en weiland “De Kempkens”, bel. oost, west, noord Hr. van Turnhout en zuid Peter Jans; (4) eenvierde morgen bouwland “ De Rooijenkamp”, bel. oost, noord Hr. van Turnhout, west Peter Jacobs, zuid de Heer van het land; (5) vijf hond bouwland, bel. Hr. van Lamsweerde, Gerrit Dercx, gemene beek, gemene heide; (6) 80 roede bouwland, bel.

Anthony Verstraaten, wed. Jan Peters, gemene heide; (7) een morgen weikamp, bel. oost Hendrik Thonissen, west Hr. van Lamsweerde, zuid kinderen/erfgen. Gerrit Willems, noord erfgen. Peter Jans.

Het tweede lot valt toe aan de kleinkinderen Jan en Jacomina Gerrits (III b en a). Het omvat: (1) huis, schop, hof, twee en halve morgen bouw- en weiland, bel. oost de Veesteeg, zuid, west de Steeg, noord Hr. van Turnhout;

(2) drievierendeel morgen bouwland, bel. oost, west, zuid gemene straat, noord erfgen. Jan Peters; (3) een hond bouwland “De Wever”, bel. noord, oost Jorden de Mulder, west gemene straat, zuid wed. Jan Peters; (4) 80 roeden bouwland, “het nieuwe land” geheten, bel. oost, zuid wed. Jan Peters, west Marten Pauwels, noord Jorden Jans Mulders; (5) een holl. morgen weiland, bel. oost Hendrik Theunissen, west Hr. van Lamsweerde, zuid Leendert Hulsmans, noord Jan Hermens. Het derde lot is gemeenschappelijk gebruik van het bosje houtgewas (90 roeden), bel. Jorden Jans Mulders. (De genoemde (erfgenamen) Peter Jans zijn die wrschl. van Peter Jans Lange).

Zijn kwartierstaat:

2.Willem Geurts/Gerrits, geb. vóór 1656, overl. Mill 23.1.1718. Lid van het Catharinagilde; huwt vóór 1685 3 Maria Hermens, geb. ca. 1650, overl. vóór 1718.

6.Hermen Jacobs, geb. vóór 1620.

Inventarisatie van goederen in 1650 wordt (deze ?) Hermen Jacobs te Mill aangeslagen voor huis, hof en 4 morgen en 4 hond land in 2 percelen: een perceel van 2 morgen en 4 hond bouwland (4 gld., 6 st. en 8 p.) en voor 2 morgen bouwland in het Broeck (2 gld.); verder is hij cijnsplichtig aan de Armen van Mill van 1 malder rogge. Totaal betaalt hij na aftrek van kosten 2 gld., 12 st. en 8 p. Inventarisatie van de Ambtman op 10.6.1665 heeft hij een bouwerij, 2 paarden, 5-6 kinderen en grote schulden. Dd. 21.11.1658 een der rothmeesters van de gemene dijk in Hollanderbroek. Huwt vóór 25.10.1645

7.Maria/Meriken. Beiden overl. vóór 1671.

Het Doopboek van Mill meldt dd. 27.3.1659 de doop van Maurus/Moor, de zoon van Hermen Jacobs en Maria.

12. (?) Jacob Hermens Mooren, overl. vóór 9.2.1640; lid Catharinagilde. Heemraad Hollanderbroek 1620-1636.

ORA Mill 552 dd. 15.6.1620: schepen van Mill.

Een Jacob Hermens wordt in de Inventarisatie van 1650 aangeslagen voor huis, hof en 5 morgen en 5 hond land in 4 percelen: een perceel van 2 morgen bouwland (7 gld.),1 morgen bouwland aan de Crommendijk (2 gld.), 1 morgen bouwland aan de heij (2 gld.) en 1 morgen en 5 hond weiland in Hollanderbroek (1 gld. 16 st.); verder is hij cijnsplichtig aan Roelof Vimsten (?) (halve malder rogge), aan de pastorie van Escharen (halve malder) en 3 stuivers aan Jan Coenen. Totaal betaalt hij na aftrek 7 gld., 13 st. en 2 p..

Index Cuijkse Leenregisters meldt te Mill in 1630 een Jacobus Hermens Mooren x Trijn Claessen en in 1571 een Jacob Mooren, zijn grootvader ?

Jacob (her)trouwt vóór 4.1.1626 met Catharina Claes Meussen; zij overlijdt na 1645 en is geboren ca. 1590.

ND 10093: Jacob Hermens x Trijn zijn cijnsplichtig; later in 1657 modo hun zoon Wilbert Jacobs, in 1670 Peter Aerts, in 1675 Willem Gerrits Croeff en Aert Peters in 1680.

Op 25.10.1645 draagt Catharina, weduwe van Jacob Hermens samen met haar kinderen Hermen Jacobs x Merrike, Wilbert Jacobs en Allert Jacobs (Wilbert en Allert huwen resp. de zussen Merike en Catharina, dochters van Gerrit Jans Kempen x Jutge Croeff, zie kw.st. Kempen sub III c) op aan Hendrick Ermits x Heijlke 8 hond wei- of hooiland in Hollanderbroek, de wetering en Achterdijk. Op 27.2.1646 is in belending van “de Bruijntijensstreep” te Mill sprake van de erfgenamen van Jacob Hermens.

Catharina/Trijneke, d.v. Claes Meeuwsen x Jacob Hermens Moorensen, koopt op 4.1.1626 een halve morgen bouwland van haar vader op het Hoogveld, bel. de Marienweerdse landerijen. ND 10092 noemt als cijnsplichtig Claes Meeuwsen voor een hofstad, land op Hogeveld en voor de hofstad van Wilbert van Cattwijck, later Jacob Hermens Mooren, later Hermen Jacobs en Trijn Jacobs.

ND 10123: in 1649 neemt “modo” Trijn Jacobs de cijns over van Claes Meeuwsen (x Aelke), die het weer heeft van “Meuwis die Smit in‟t Broeck”(en die weer vóór 1565 van Peter Hendriks Thonissen, deze weer van Derick

Weijers) over 2 morgen land aan het Klein Ven. Index Cuijkse Leenregisters meldt te Mill in 1603/1630 Claes Meeuwissen. Op 30.1.1601 in belending bij de Krommendijk vermeld de erfgenamen van Wilbert van Cattwijck.

Op 22.2.1583 is sprake van Gerrit Wilbers van Cattwijck x Lijs, Claes Meussen x Aelke, Peter, Hermen, Lambert, Claes en Merrij Wilbers van Catwijck, die een stuk Peel verkopen aan Derck Jacobs Verwaijen. Is er een verwantschap is met Lambert Jans van Catwijck (II d, nr. 24) ? ND 10091 meldt: Gerrit Wilbers van Cattwijck x Lijs, van Hermen Wilbers van Cattwijck, van Aelbert Jans x Bertke, van Peter Claessen x Merij.

.******************.

Kwartierstaat van Catharina Claessen:

2.Claes Meussen, geb. ca. 1555; hij wordt dd. 18.6.1598/24.8.1603 vermeld in Leenregister Cuijk (m.b.t. de Raeijmakershoeve te Mill, afkomstig van (vanaf 1571) schepen (vanaf 1563) Gielen Thonissen (Jans Nielen) x Jenneke Claessen Suldo; haar vader Claes Suldo/Zuijl x vóór 1537 Mechteld is rentmeester van klooster Marienweerd en schepen Mill 1553-65); wellicht is deze Jenneke Claessen Suldo een zus van nr. 4 hieronder ?

Claes Meussen wordt in 1613 vermeld in Hollanderbroek, overl. vóór 1630, huwt vóór 1583

3.Aelke Wilbers van Cattwijck. ORA Mill 539 dd. 11.2.1583.

4.Meus Claessen die Smit (in ‟t Broick), geb. ca. 1525; 1565 vermeld in cijnsboek kapittel Grave; in 1578-82 heemraad Hollanderbroek.

6.Wilbert Jans Lamberts van Cattwijck, geb. ca. 1525 (vermeld Leenregister Cuijk 1567;1571). Overl. na 1.2.1580 en vóór 1583.

12.Jan Lambers van Catwijck, overl. vóór 16.1.1567. In 1535 vermeld in Cuijks Leenregister. Heemraad Hollanderbroek 1530-58. Zie kw.st. Pieck sub III h.

.**********************.

Verwarrend is verder, dat we op 3.8.1631 ook een acte vinden, waarin Lijske Peters, de dochter van Peter Peters x Iken en dan weduwe van Thijs Arnts, onder vele anderen ook 100 gulden uitkeert aan Jacob Hermens Mooren

x Griet (!) uit een huis, schuur en land, gelegen te St. Hubert aan den Berg, belendend het Brexsel (voor het eerst

in de archieven genoemd in 1411) en de rode beek.

Jacob Hermens Mooren huwt (volgend de afstammingslijn van de huwelijksdispensatie van 1721) vóór 1620 13.Anna Thijssen.

Dit zou volgens de huw.dispensatie uit 1721 te Mill dus de moeder van Hermen Jacobs (nr. 6) moeten zijn. Dit kan alleen, als deze Anna Thijssen de eerste vrouw is van Jacob Hermens, welke dan reeds vroeg isoverleden (vóór 1626). Of Anna Thijssen is de moeder van nr. 7 Maria/Meriken ?

De huwelijksdispensatie te Mill uit 1721 noemt namelijk als afstammingslijnen enerzijds van Gerardus Willems:

Maria Hermani- Hermanus Jacobi- Anna Matthei- Mattheus Wilhelmi; en anderzijds van Maria Peters:

Ludovica Theodori- Theodori Wilhelmi- Wilhelmus Matthei- Mattheus Wilhelmi.

Ook is het niet uitgesloten, dat er twee Herman Jacobs-en zijn, waarvan er een een moeder heeft, die Anna Thijssen heeft en een andere met als moeder Catharina Meussen. We vooronderstellen dan echter, dat de in de dispensatie opgegeven lijnen kloppen !

24.Hermen Jacobs (?) Mooren.

26.Thijs Willems, geb. ca. 1555, overl. na 1608-vóór 27.8.1613, (zie kw.st. Dircks sub I, nr. 8-9), huwt ca. 1585 27.Jenneke ( ? Willems), overl. na 10.5.1625; zie nr. 26.

48.Jacob Mooren. In Index Leenregisters Land van Cuijk vinden we in 1571 een Jacob Mooren. ORA Miil dd.

17.3.1557 meldt de broers Jan en Henrick Jacopsen Moer.

JOANNES/JAN PETERS JACOBS is gedoopt te Mill op 20.12.1704; get. Catharina Theunissen.

Hij overlijdt te Mill op 20.4.1784.

ORA Mill 548 dd. 9.10.1738: Jan Peters x Maria Peters kopen van Catharina Ragaij, weduwe van Johan Godfriedt de Quay, de bouwhof “de Cokse Beek” te Mill, bel. oost de erven Jacobus Smits, zuid de heide over het veld, west Hoogheids erf, noord de Karstraat. Het geheel beslaat huis, schuur en bakhuis en ca. 3 morgen land, daarnaast nog diverse landerijen, waaronder land, gekomen van Aeltje op de Weem. Koopsom 400 car.

gld., incl. cijnsen 1107.12.1 en eenderde. (Zie sub III c, waar dochter Geritje x Jan Wilbers Kempen dit goed met gelijke cijns als onderpand gebruiken dd. 1/15.3.1805).

Idem dd. 10.10.1737 verkopen Jacob Peters x Metje Willems, Huibert Peters x Maria Gerrits, Ruth Peters x Jenneke Jans, Willem Peters, Anthonij Peters x Maria Gerrits, Jan Peters x Maria Peters en Deriske Peters x Jacob Lucassen (overl. beiden) aan Jan Aben x Antonetta Peters huis en landerijen aan de Rooijen Camp te Mill voor een totaal incl. taxen 1077.3.10. De comparanten zijn, blijkens het doopregister, kinderen van Peter Jacobs en Catharina Willems,hetgeen aannemelijk maakt , dat het hierbovene op onze familieleden betrekking heeft.

Zijn kwartierstaat:

2.Peter Jacobs, (zie kw.st. Van Zeeland sub V vv, nr. 22-23), huwt Mill 20.4.1687 3.Catharina Willems (Pluck), ged. Mill 29.3.1660. Zie nr. 2.

6.Willem Theunissen Pluck/Plugh, overl. Mill vóór 1683 (zie zijn zoon Theunis x Trien Jans: p. 44-45).

Huwt vóór 1656

7.Judith Huiberts. Overl. na 18.3.1695.

12.Thonis Aerts Raeijmakers/later: Pluck/Plugh, overl. Mill vóór 1654.

ORA Mill 540 dd. 27.9.1622 dragen Hanrijk Jans van Vught x Jenneke Tomas en Jan Rossoms x Jenneke Thomas op aan Thonis Aerts x Hanriske een bouwhof, huis, schuur en landerijen, zeker vanaf 1613 tot 1622 in gebruik door Peter Thonissen Raeijmakers, bouwman, en aangekocht door Thomas Maessen x (vóór 1587) Cornelia Wolters z.g. (zie kw.st. Dircx sub I, nr. 4/kw.st. Dominicussen sub IV r, nr. 40 en 80). ND 10092 (vanaf 1604). In ND 10093 (cijnsboek vanaf 1640) worden genoemd Thonis Aerts Raaijmakers x Handersken voor hun bouwhof gelegen t.g.o. de Millse Steeg bij de Bruggen. Hun 5 kinderen Jacob Theunissen Pluck (modo: 1680 Hendrick Pluck), Willem Theunissen Pluck (modo Jan Willems Pluck), Aert Theunissen (modo: 1662 Willem Theunissen en 1683 Juttje Willems Pluck), Trijn Theunissen (modo: 1666 Cornelis Lamberts) en Ercke Theunissen (loco: 1656 Jan Willems en 1663 Dirck Willems) nemen de cijns over.

In 1654 is hij gevest in De Horst te Mill (liggend tussen Krommendijk en Molendijk; zie kaart pag. 31 en 35).

Zie dochter Arnolda: kw.st. Van de Water sub IV v, nr. 25; 50-51. Hij huwt vóór 27.9.1622 13.Hanriske, overl. na 1654 (zie ook kw.st. Dominicussen sub IV r, nr. 40-41).

14.Huibert Jans (de Lange), overl. vóór 1656 te St. Hubert, (ND 9952 (opgave Millse pastoriegoederen ca. 1650) ook GTOB 22 (2007), nr. 2, p. 62). Hij huwt ca. 1620

15.Heijltje, overl. vóór 1656.

28.Jan Huijben, wonend St. Hubert; gevest 1.2.1585 op Cuijkervoort (ORA Mill 539), huwt vóór 1585 29.Jut/Judith.

II d. WILHELMUS/WILLEM PETERS JANSSEN LANGE(N) x PETRONELLA/