Hoe elektriciteitsnetwerken zijn ingericht en wat er speelt in de elektriciteitssector is weinig over bekend onder de mensen van buiten de energiesector. Voor dit onderzoek was het daarom van belang om eerst meer informatie over de sector te vergaren voordat begonnen kon worden aan het onderzoek zelf. Om inzicht te krijgen in de sector zijn in de voorbereidende fase van deze studie de rapporten ‘Net voor de Toekomst. Een verkenning’ (Netbeheer Nederland, 2011), ‘Energieakkoord voor duurzame groei’ (SER, 2013), ‘Naar een toekomstbestendig energiesysteem: flexibiliteit met waarde’ (Donker et al., 2015) en ‘Scenario-ontwikkeling energievoorziening 2030’ (Rooijers et al., 2014) doorgenomen. Met deze rapporten wordt het perspectief van de netbeheerders, de overheid en de onderzoekbureaus weergegeven. Voor een kritische reflectie vanuit de academische wereld is daarna het essay van Steenhuijsen en de Bruijne (2013) bestudeerd. Op basis van deze vier verschillende invalshoeken zijn de aanleiding, maatschappelijke relevantie, de eerste versie van de hoofdvraag en de probleemstelling opgesteld.
In dit onderzoek is gekozen om eerst de trends binnen het Nederlandse bestuur te analyseren. Zodra dit in kaart was gebracht is er ingezoomd op de privatisering en de liberalisering van de energiesector. Dit heeft als doel gehad om de gevolgen van de shift in governance voor de netbeheerders in kaart te brengen. De transitiemanagement theorie is daarna geprobeerd toe te passen met als doel meer inzicht en zekerheid over de trends in de elektriciteitssector te kunnen bieden zodat netbeheerders met deze informatie kunnen anticiperen met hun investeringsbeslissingen. Hoewel met de
transitiemanagement theorie een integrale analyse van de trends in de sector is kunnen maken ontbreekt het nog steeds aan een methodologie die handvaten biedt om investeringsbeslissingen te kunnen maken terwijl er een grote onzekerheid over de toekomst bestaat. Om deze reden is er gekozen om vanuit de planologie een aanpak binnen het dynamisch adaptief plannen uit te proberen voor het maken van investeringsbeslissingen in het elektriciteitsnetwerk. De uiteindelijke hoofdvraag en deelvragen zijn opgesteld en de dynamic adaptive policy pathway aanpak is gekozen als
uiteindelijke aanpak die verder bestudeerd gaat worden. Er is gekozen voor deze aanpak doordat de aanpak een relatief nieuwe aanpak is, de aanpak een aantrekkelijke visualisatiemethode kent en doordat één van de sterke punten van de aanpak het inbouwen van adaptiviteit in een plan voor de lange termijn is. De verbanden tussen de trends in de maatschappij, de wetenschappelijke theorieën en de planologische aanpak zijn in het conceptueel model met elkaar verbonden.
Geïnspireerd op de stappen uit de originele DAPP aanpak van Hasnoot et al. (2012b) zijn vervolgens zeven stappen opgezet die uiteindelijk tot de bevindingen van dit onderzoek leiden. Een uitgebreidere toelichting op deze stappen is terug te vinden in subparagraaf 3.2.Voor het verzamelen van de data is gekozen om een literatuuronderzoek en een documentenanalyse te doen. Met hulp van expert interviews is de data gevalideerd en aangevuld. Een verdere toelichting op de dataverzameling is te vinden in paragraaf 3.3.
In deel A van deze studie is eerst het onderzoeksveld beschreven. Dit is gedaan zodat de relevantie trends en ontwikkelingen binnen de sector in kaart gebracht konden worden. Met deze informatie is er een globaal beeld geschetst waar de elektriciteitssector nu is en in welke richting de ontwikkelingen gaan. Op basis van deze informatie is de definitie van succes voor het te testen DAPP plan opgesteld.
De definitie van succes is een (abstract) einddoel waarin het doel van het DAPP plan is vastgelegd. Op basis van dit einddoel kunnen de latere acties beoordeeld worden (Hasnoot et al. 2012b).
In deel B is begonnen met de documentenanalyse. Eerst zijn de problemen en kwetsbaarheden in kaart gebracht. Aangevuld met informatie uit de diepte-interviews zijn de kansen en acties die voor het elektriciteitsnetwerk genomen kunnen worden opgesteld. De data van het onderzoek is gevalideerd en waar nodig aangevuld met informatie die de experts gaven.
In deel C zijn de resultaten uit de empirie geanalyseerd en is er een terugkoppeling met het theoretische kader gemaakt. Dit is gedaan door eerst een DAPP metro map te maken en mogelijke geprefereerde pathways en onvoorziene acties op te stellen. Doordat de eerste stappen van de DAPP aanpak doorlopen zijn en de map is opgesteld zijn de zwakke en de bruikbare aspecten van de aanpak naar voren komen. Deze zijn geanalyseerd en op basis daarvan is de conclusie, reflectie en zijn de aanbevelingen geschreven.
3.2.1 DE STAPPEN UIT DE DYNAMIC ADAPTIVE POLICY PATHWAY AANPAK
Zoals is te zien in figuur 3-1 is de DAPP aanpak cyclisch van aard en opgebouwd uit een aantal stappen. In deze studie zijn de eerste zeven stappen van de DAPP aanpak doorlopen. Er is gekozen om deze stappen te doorlopen doordat het daadwerkelijk uitvoeren van een aanpak de bruikbare en de minder sterke punten naar voren doet komen. De stappen die uitgevoerd zijn worden in deze paragraaf toegelicht.
De eerste stap is het beschrijven van het onderzoeksveld. Hierin dienen de karakteristieken van het systeem, de doelen en de onzekerheden richting de toekomst te worden beschreven. Dit resulteert in een ‘definitie van succes’ die een omschrijving weergeeft van wanneer de doelen gehaald zijn. Deze definitie van succes is het eindbeeld waarin abstract wordt beschreven wanneer de doelen van een plan behaald zijn en wanneer niet. Hoe dit einddoel bereikt kan worden is op talloze verschillende manieren mogelijk. Dit zorgt er voor dat bij het plannen een grote mate van adaptiviteit behouden blijft terwijl er wel een stip op de horizon staat waar naartoe gepland kan worden. Met de hulp van indicatoren kan het plan in de volgende stappen voortdurend geëvalueerd worden aan de hand van deze definitie (Kwakkel et al., 2010b; Hasnoot et al., 2012b).
De tweede stap is de probleemanalyse. In deze stap wordt de huidige situatie vergeleken met mogelijke toekomstige situaties om na te gaan wat er moet gebeuren om deze te bereiken. De mogelijke toekomstige situatie is de referentie case. Wanneer er een gat zit tussen de huidige situatie en de referentie case dan duidt dit er op dat er acties genomen moeten worden. De kansen en kwetsbaarheden worden dan in kaart gebracht. Kansen zijn ontwikkelingen die kunnen helpen bij het behalen van de doelen. Kwetsbaarheden zijn ontwikkelingen die het behalen van de doelen kunnen belemmeren.
In de derde stap worden de mogelijke acties die genomen kunnen worden om de definitie van succes te halen vastgesteld. Het doel van deze stap is om een brede verzameling van mogelijke acties op te stellen (Hasnoot et al., 2012b).
De vierde stap is het evalueren van de acties. De effecten van elke actie op de uitkomst van de indicatoren wordt ingeschat aan de hand van scorekaarten. De resultaten hiervan worden gebruikt om de adaptation tipping points voor elke actie vast te kunnen stellen. In deze stap worden daarna de kansen en de kwetsbaarheden herbeoordeeld (Hasnoot et al., 2012b). Ineffectieve acties worden buiten het onderzoek gelaten (Walker, 1988) en alleen de meest belovende acties worden in de volgende stap de basis voor de adaptation pathways.
De vijfde stap bestaat uit het maken van de pathways met hulp van de informatie die met de vorige stappen is verzameld. Het is mogelijk dat na het evalueren van de kansen en kwetsbaarheden uit de vorige stappen er nieuwe of aanvullende acties zijn geïdentificeerd. Wanneer de set acties van een adequaat niveau zijn kunnen de pathways ontworpen worden. Een pathway bestaat uit een aaneenschakeling van acties waarin een nieuwe actie wordt geactiveerd in het geval dat de voorganger niet langer meer de definitie van succes kan behalen. Dit leidt tot een adaptation map waarin alle logische potentiële pathways waarmee succes behaald kan worden zijn opgesomd. Het is hierbij mogelijk dat één actie niet perse gelijk staat aan één actie maar uit een portfolio van acties. De zesde stap is het ontwikkelen van een aantal preferred pathways. Het wordt geadviseerd om minimaal twee maar niet meer dan vier preferred pathways te maken om zo de map overzichtelijk te houden. Door meerdere perspectieven in de pathways te verwerken worden ze niet alleen fysiek maar ook ‘sociaal’ robuust gemaakt (Offermans et al., 2011). De preferred pathways gaan de basis vormen voor het dynamic adaptive plan en ze dragen allemaal bij aan het behalen van de doelen. Toch zijn sommige pathways aantrekkelijker dan andere door kostenverschillen of negatieve/positieve bijeffecten.
Met de zevende stap wordt de robuustheid van de geprefereerde pathways versterkt door het opstellen van onvoorziene acties en triggers. Door onvoorziene acties op te stellen kan het DAPP plan op de route van een preferred pathway gehouden worden. Dit soort acties zijn in het algemeen acties die de weg naar bepaalde geprefereerde pathways voorbereiden of het zijn correctieve acties die het plan op de juiste route houden indien de toekomst er anders uit ziet dan verwacht. De onvoorziene acties werken samen met het monitoringssysteem en de triggers. Het monitoringssysteem houdt de ontwikkelingen bij en wanneer een trigger een kritieke waarde behaald kan er gekozen worden om een onvoorziene actie in te zetten.
De laatste stappen betreffen het praktisch schrijven en uitvoeren van een DAPP plan. Doordat dit een exploratieve studie betreft is de keuze gemaakt deze stappen niet uit te voeren.
Figuur 3-1: schematische weergave van de dynamic adapative policy pathways aanpak. De grijze tekst valt buiten de scope van dit onderzoek (geïnspireerd op Hasnoot et al. 2012b).