• No results found

Lang zullen we wonen

In document Programma Sociaal Domein (pagina 37-41)

De babyboomgeneratie vergrijst en mensen worden gemiddeld steeds ouder. Dat heeft tot gevolg dat het aandeel ouderen de komende jaren steeds groter wordt. In Zwijndrecht neemt het aantal 80-plussers tot 2030 toe met 60%. Ouderen krijgen vaak te maken met meerdere beperkingen en waar vorige generaties nog zorg ontvingen in bejaardentehuizen en aanleunwoningen, gaat deze generatie grotendeels oud worden in de eigen woning.

Ook voor jongere mensen met een lichamelijke of psychische/psychosociale beperking geldt dat zij minder in een instelling wonen. De zorg voor deze mensen, oud en jong, komt van familie en bekenden en, waar nodig, van professionele hulpverleners, die bij de mensen thuis komen. Voor mensen met psychische problemen bestaat het risico dat ze in conflict raken met mensen in hun woonomgeving of met hun huisbaas. Dit kan voor alle betrokken partijen vervelende gevolgen hebben.

Er zijn ook inwoners die ondersteuning en zorg mijden, waarvan professionals en gemeente vinden dat zij dit wel nodig hebben. We blijven daarom samen met professionals inzetten op de aanpak om zorg en ondersteuning dichtbij inwoners aan te bieden (proactief, integraal en gebiedsgericht). De relatie tussen Lang zullen we Wonen en het thema "Vivera Wijkteams: in elke wijk een begrip" is dan ook evident.

Binnen het thema Lang zullen we Wonen focussen we ons op de twee benoemde doelgroepen. Namelijk ouderen en jongeren mensen met een lichamelijke of psychische/psychosociale/verstandelijke beperking. Doordat zij chronische aandoeningen hebben, vaak in combinatie met een kleine beurs of een klein sociaal netwerk, hebben zij meer moeite hun huis en leven op orde te houden. De hulp en zorg die mensen krijgen, moet passend zijn bij de individuele situatie.

Vraagstukken

1. Hoe organiseren we samen met partners, professionals en inwoners een persoonlijk aanbod dat aansluit op de individuele behoeften (volgens het principe van één huishouden, één plan, één regisseur)?

2. De betreffende huishouden maken vaak gebruik van meerdere voorzieningen van diverse aanbieders. Dit kan voor inwoners heel ingewikkeld zijn. We willen systeemknelpunten tussen de Wmo, WLZ en ZVW inzichtelijk krijgen en de oorzaken aanpakken.

3. Zijn er in Zwijndrecht voldoende kwalitatieve (huur)woningen om langer zelfstandig thuis te blijven wonen en wat gebeurt er met het bestaande zorgvastgoed?

4. Wat is nodig voor de mensen op wie we ons binnen dit thema richten om prettig en veilig zelfstandig te kunnen wonen? Ook voor hun omgeving?

a. Wat is nodig om ervoor te zorgen dat woningeigenaren in de gemeente op tijd maatregelen treffen om hun woning gereed te maken voor hun oude dag?

b. Welke voorzieningen zijn nodig voor een groeiende groep ouderen die in zijn eigen huis blijft wonen en deel blijft nemen aan de samenleving?

c. Wat is er nodig om mensen met een psychische of psychosociale beperking op een goede manier thuis en in de buurt te laten functioneren?

d. Wat voor soort woningen zijn nodig om bewoners langer zelfstandig thuis te laten wonen met mogelijkheden tot

37 ontmoeting en de toegankelijkheid naar voorzieningen

etc.

e. Wat hebben we nodig om ook inwoners die dementeren en hun partners en buurtbewoners langer prettig en veilig in hun eigen huis te laten blijven?

5. Welke aanpassingen aan de fysieke infrastructuur in de wijk/buurt zijn nodig zodat voorzieningen bereikbaar zijn?

Doelen en meetgegevens

 In Zwijndrecht krijgen inwoners die dat nodig hebben de juiste hulp en ondersteuning om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen.

In het beleidsplan Wmo Drechtsteden 2015-2018 zijn twee doelen opgenomen die aan de basis in het verlengde liggen van de relevante doelen opgenomen:

 Zo min mogelijk inwoners zijn afhankelijk van zware zorg en ondersteuning. Waar inwoners onvoldoende zelfredzaam zijn en het netwerk niet toereikend is, biedt de gemeente passende maatwerkoplossingen (combinatie van individuele en algemene voorzieningen)

 opvang (maatschappelijke opvang en vrouwenopvang) en

beschermd wonen voor de inwoners die zich niet zelfstandig in de samenleving kunnen handhaven.

Meetgegevens:

 we analyseren vanaf 2015 hoeveel er gebruik wordt gemaakt van de maatwerkvoorzieningen

 We monitoren de kostenreductie en streven er naar dat de uitvoeringskosten vergelijkbaar zijn met het landelijk gemiddelde.

 We meten hoe onze inwoners de algemene- en individuele voorzieningen beoordelen via de jaarlijkse

cliëntervaringsonderzoeken.

 We meten de gemiddelde verblijfsduur in de opvang (streven is dat deze stabiel blijft). We meten de verschuiving in kosten van de intramurale opvang naar de ambulante ondersteuning (streven is verschuiving van intramuraal naar ambulant).

Oplossingen en activiteiten

Tweede kwartaal van 2017 leveren we met professionals van de Vivera wijkteams, SDD, de SWOZ, GGZ-instellingen en Wmo-adviesraad en dienstverleners aan mensen met een handicap een actieprogramma op.

We willen komen met activiteiten om een antwoord te kunnen geven op de vijf genoemde vraagstukken. Een aantal oplossingen en activiteiten zijn al in gang gezet (lokaal en regionaal). Bijvoorbeeld de volgende 4:

 Eind 2016 is een 'herstelcoach' gestart. De coach is zelf een ervaringsdeskundige die optrekt met een GGZ-cliënt in een beschermde woonvorm. Doel is zelfredzaamheid te verbeteren en mogelijk uitstroom naar de basis-ggz of zelfstandig wonen.

 Gezond in de Stad is een project vanuit de Vivera wijkteams dat helpt om ouderen in de wijk Walburg weerbaar te maken en meer te laten bewegen. Samen met onder meer ondernemers,

vrijwilligers, kerken, sportcoaches werken de wijkteams aan het organiseren van een passend preventief aanbod (zie themablad Gezonde stad, gezonde inwoners).

 De Gemeente heeft het respijtaanbod voor mantelzorgers in 2016 uitgebreid en gaat daarmee in 2017 verder. Er zijn meer

activiteiten voor opvang en ondersteuning van inwoners die thuis worden verzorgd door hun familie. Dit geeft de mantelzorgers een pauze om op adem te komen. Daarmee kunnen we hen helpen om de zorg voor hun naasten vol te houden (zie themablad Mantelzorg doe je Samen).

 We werken samen met de regio (AV) gemeenten aan de uitvoering van de verordening beschermd wonen en opvang.

38 Partnerschap

De gemeente is met de Wmo 2015 moet de voorwaarden scheppen zodat mensen zo lang mogelijk zelfstanding kunnen blijven wonen.

De individuele Wmo voorzieningen worden uitgevoerd door de SDD. De gemeente Zwijndrecht is verantwoordelijk voor de collectieve, algemene voorzieningen. De gemeente voert de regie zodat activiteiten en

ondersteuning aansluit op de behoeften van de inwoners. De gemeente verstrekt hiervoor subsidie.

Daarnaast heeft de gemeente ook een informerende en stimulerende rol richting huiseigenaren en verhuurders om hun verantwoordelijkheid te nemen.

Beschermd Wonen en Opvang wordt door de SDD uitgevoerd. De gemeente Zwijndrecht werkt hieraan inhoudelijk samen met de AV-gemeenten. Doel is passende ondersteuning bieden voor inwoners met een psychiatrische achtergrond of een verstandelijke beperking.

De gevolgen van langer zelfstandig thuis wonen hebben enerzijds invloed op de woningen zelf, maar ook op het huidige zorgvastgoed dat wellicht deels leeg komt te staan. We gaan hierover actief in gesprek met de

woningcorporaties en de zorginstellingen. We voeren de PALT-afspraken uit.

De belangrijkste partnerorganisaties zijn o.a. de stichting Welzijn Ouderen Zwijndrecht, de Vivera Wijkteams, de DG&J, SDD, woningcorporaties, Bouman en Yulius en niet in de laatste plaats de Zwijndrechtse bevolking.

Planning

Opleveren actieprogramma Lang zullen we Wonen tweede kwartaal 2017.

Dit programma komt tot stand samen met de partners waaronder de woningcorporaties, Vivera wijkteams, welzijn, SDD, Seniorenraad en Wmo-adviesraad.

Budget

Geld/ middelen: de intentie is om met de al beschikbare middelen uitvoering te geven aan dit thema.

Evaluatie

Deze zal plaatsvinden via de evaluatie van het programma Sociaal Domein die twee keer per jaar aan de raad wordt aangeboden.

39

40

In document Programma Sociaal Domein (pagina 37-41)