• No results found

De rol van kunst en cultuur toegepast binnen het lokale beleid en planning van een stad

2. De waarde van kunst en cultuur bij de ontwikkeling van een duurzame samenleving

2.3. De rol van kunst en cultuur toegepast binnen het lokale beleid en planning van een stad

De geografische context en samenstelling van een gemeenschap zijn bepalende factoren bij de ontwikkeling van een duurzame samenleving. De strategieën voor het creëren van een duurzame samenleving zullen daarom moeten worden afgestemd op de specifieke geografische, politieke en ecologische kenmerken van de betreffende samenleving.132 Er bestaat om die reden ook geen blauwdruk hoe kunst en cultuur geïntegreerd kunnen worden in het lokale duurzaamheidsbeleid en stedelijke planning. In de wetenschappelijke bronnen is er maar beperkt aandacht voor de integratie van kunst en cultuur op lokaal overheidsniveau en wanneer er wel aandacht voor is, wordt veelal slechts de integratie van cultuur in brede zin besproken.

Eén van de auteurs die zich richt op de integratie van cultuur in het lokale overheidsbeleid is Jon Hawkes. Hij is van mening dat de begrippen kunst en cultuur onjuist gehanteerd worden binnen overheidsplanning en -beleid, waardoor cultuurbeleid in de huidige vorm veelal gereduceerd wordt tot kunst en erfgoed met de nadruk op de professionele kunsten. De betekenis van cultuur in brede zin wordt buiten beschouwing gelaten, terwijl juist deze cultuur de basis vormt van ons handelen. Door cultuur kunnen we reageren op veranderende omstandigheden, waarden produceren en reflecteren op ons eigen handelen. Omdat Hawkes een vitale cultuur als essentieel aspect beschouwt voor de ontwikkeling van een duurzame samenleving, is hij van mening dat er binnen lokaal overheidsbeleid meer nadruk moet komen op de waarde en functie van cultuur in brede zin.133 Hij pleit daarom niet voor een specifiek cultuurbeleid, dat zal immers toch gereduceerd worden tot de professionele kunsten, maar is van mening dat cultuur in brede zin in alle vormen van lokaal beleid moet worden geïntegreerd.134 Op die manier wordt cultuur automatisch ook in het duurzaamheidsbeleid van de stad opgenomen.

Het plannen van een duurzame samenleving en het creëren van een specifiek duurzaamheidsbeleid hebben volgens Hawkes geen effect als er geen gedragsverandering in de samenleving wordt bewerkstelligd. Het is daarom noodzakelijk dat er nieuwe waarden worden gecreëerd die in strijd zijn met de waarden in de huidige maatschappij die louter leiden tot een niet- duurzame samenleving. Precies daar ligt een sleutelrol voor de lokale overheid: het opzetten van gecoördineerde culturele actie. Dat betekent dat de overheid bestaande faciliteiten waar maatschappelijk debat kan plaatsvinden en brede maatschappelijke betrokkenheid wordt gecreëerd faciliteert of helpt bij het opzetten van nieuwe faciliteiten. Door een actieve en nauwe betrokkenheid bij dergelijke culturele faciliteiten en organisaties kan de lokale overheid beter reageren op de verschillende dynamische culturen. Onder deze faciliteiten schaart hij ook de kunstinstellingen, die

132 M. Reza Shirazi, Sustainability and the Hegemony of Technique Towards a new approach to cultural

sustainability, 2 en Nancy Duxbury en Eileen Gillette, Culture as a Key Dimension of Sustainability: Exploring Concepts, Themes and Models, 4-5

133 Jon Hawkes, The fourth pillar of sustainability, 34 134 Ibid, 35-36

volgens Hawkes belangrijk zijn in het stimuleren van de actieve participatie in de samenleving. De kunstinstellingen zijn dus ook noodzakelijk voor de ontwikkeling van een duurzame samenleving. 135 Vervolgens is het essentieel dat er meetinstrumenten komen die de culturele impact in alle domeinen van de overheid meten, zowel op inhoud, uitvoering als de resultaten van het gevoerde beleid.136

Kagan neemt een volledig tegengestelde positie in ten opzichte van Hawkes, door te stellen dat cultureel duurzame samenlevingen helemaal niet gepland moeten worden door lokale overheden. Er moet juist meer ruimte komen voor onbestemde plekken die geen functie krijgen van stedenplanners of de overheid, die zowel vluchtig als intensief en informeel door de gehele samenleving gebruikt kunnen worden en waar mensen kunnen experimenteren met meer duurzame manieren van leven.137

Naar mijn mening sluiten de visies van Hawkes en Kagan elkaar niet uit en zouden ze beide geïntegreerd moeten worden binnen het lokale overheidsbeleid. Enerzijds moet cultuur een grotere rol krijgen in alle vormen van beleid, tegelijkertijd dient ook duurzaamheid in alle vormen van beleid opgenomen te worden. Toch dienen er geen harde eisen te worden gesteld met betrekking tot het implementeren van duurzaamheid, want die hebben toch geen effect als duurzaamheid niet volledig wordt omarmd door de cultuur. De lokale overheid kan het tot stand brengen van een duurzame samenleving wel faciliteren door plekken te creëren waar maatschappelijk debat en experimenteren met alternatieven kunnen plaatsvinden, maar er moet ook ruimte blijven om dergelijke broedplaatsen vanzelf te laten ontstaan zonder alles voortdurend te willen plannen.

Duxbury en Gillette bevestigen mijn bevindingen dat er in de wetenschappelijke literatuur ideeën en theorieën ontbreken hoe kunst en cultuur en duurzaamheid geïntegreerd kunnen worden in stedelijke planning en het lokale beleid.138 Er blijkt inmiddels wel enige overeenstemming te bestaan over de waarde van kunst en cultuur voor de samenleving, maar er bestaat nog veel onduidelijkheid over hoe kunst en cultuur kunnen worden toegepast bij de ontwikkeling van duurzame samenlevingen en steden. Met name de implementatie van de theorieën in de praktijk van stedelijke planning en lokaal duurzaamheidsbeleid bevindt zich nog steeds in een verkennende fase.139 In het volgende hoofdstuk ga ik daarom specifiek naar de praktijk kijken. Allereerst verken ik de huidige situatie in Rotterdam en onderzoek ik in hoeverre daar al initiatieven in de gesubsidieerde kunstsector bestaan die bijdragen aan de ontwikkeling van een duurzaam Rotterdam. Vervolgens analyseer ik welke positie de overheid kan innemen om bestaande en toekomstige initiatieven te faciliteren om uiteindelijk de duurzame samenleving te verkrijgen. Ten slotte vergelijk ik de situatie in Rotterdam

135

Jon Hawkes, The fourth pillar of sustainability, 35-37

136 Ibid

137 Sacha Kagan, Toward Global (Environ)mental change, 38

138 Nancy Duxbury en Eileen Gillette, Culture as a Key Dimension of Sustainability: Exploring Concepts,

Themes and Models, 12

met de kunstinitiatieven en het lokale overheidsbeleid van de stad Antwerpen en ga ik na in hoeverre Rotterdam kan leren van deze grote havenstad net over de grens.

3. De ontwikkeling van een duurzame stad Rotterdam - onderzoek naar de huidige