• No results found

Voor de totstandkoming van het jurisprudentieoverzicht van artikel 4:194a BW is er een vijftal vragen gesteld. Deze vragen en de reden voor hun relevantie zijn:

1. Is er sprake van een geslaagd beroep op artikel 4:194a BW?

- Deze vraag geeft inzicht in de kans van slagen bij een beroep op artikel 4:194a BW. 2. Wat is de motivering van de toe- of afwijzing?

- Hiermee wordt duidelijk gemaakt op welke grond de beslissing genomen is.

3. Hoe kan de schuld waartegen de erfgenaam zich poogt te beschermen gerubriceerd worden?

- Deze vraag beoogt inzichtelijk te maken of het vaak hetzelfde type schulden zijn waarvoor erfgenamen bescherming zoeken.

4. Wat is de hoogte van de schuld?

- Deze vraag beoogt de mate van (mogelijke) financiële problematiek voor erfgenamen inzichtelijk te maken.

5. Spelen er overige bijzonderheden in deze zaak?

- Deze vraag is gesteld om aspecten die opvielen, doch niet gerubriceerd konden worden onder 1-4, te kunnen beschrijven

51 109 ECLI:NL:RBOBR:2017:136. 110 ECLI:NL:RBNHO:2017:2348. 111 ECLI:NL:RBLIM:2017:5283. Nr. Uitspraak Geslaagd beroep 4:194a?

Motivering Soort schuld Hoogte

schuld (€)

Bijzonderheden

1. Rechtbank Oost-Brabant

05-01-2017.109 Ja o Voldaan aan alle materiële vereisten, afwijzing verzoek zou hierom in strijd met de R&B zijn. o Schuld bleek niet uit de administratie van erflaatster &

de communicatie aangaande de schuld verliep enkel via het kind van erflaatster.

Hoofdelijke verbondenheid hypotheekschuld

439.950,- o Ontdekking schuld vóór

inwerkingtreding van de Wet BETS. Blijkens de MvT zou art. 4:194a BW dan geen gelding moeten hebben. o Aandacht voor zeer grote nadelige

consequenties van afwijzing verzoek. 2. Rechtbank Noord-Holland

07-03-2017.110 Nee o Verzoek niet tijdig (later dan 3 maanden na ontdekking) Legitimaire vordering Onbekend

3. Rechtbank Limburg

07-06-2017.111 Nee o 4:194a BW kan niet a contrario een rol spelen bij een positieve nalatenschap die verworpen is. Oneigenlijk

gebruik. Geëigende middel bij positieve nalatenschap is beneficiair aanvaarden.

52 112 ECLI:NL:RBMNE:2017:3261. 113 ECLI:NL:RBNHO:2017:10840. 114 ECLI:NL:RBMNE:2017:6714. 4. Rechtbank Midden-

Nederland 15-06-2017.112 Nee o Behoorde schuld te kennen er was te weinig onderzoek verricht. o De administratie van erflater (hierna: admin) was

uitbesteed i.v.m. een taalbarrière. Volgens verzoekster was de admin onjuist uitgevoerd en was de persoon die belast was met de admin met de noorderzon vertrokken. Rechtbank: 1) bovenstaande vrijwaart niet van raadplegen admin. en 2) wijze van admin. voeren komt voor rekening van erflater.

o Wetenschap van PGB want verzoekster verzorgde erflater en ontving daarvoor PGB. Voldoende aannemelijk dat correspondentie over de subsidievaststelling tevens op het woonadres werd bezorgd.

PGB-schuld Onbekend

5. Rechtbank Noord-Holland

27-09-2017.113 Nee o Vereiste nadere onderzoek nagelaten: i.g.v. onduidelijke/ontbrekende administratie is nader

onderzoek ver eist en is zuiver aanvaarden onverstandig.

o Staat van woning en geschiedenis erflater zouden aanleiding moeten hebben vormen tot nader onderzoek.

Meerdere

schuldeisers 5.767,96

o Verzoekers voeren aan dat notaris vermeldde dat er geen schulden waren en adviseerde zuivere aanvaarding. Rechter besteedt geen aandacht hieraan.

o Omstandigheden betreffende erflater wogen mee.

6. Rechtbank Midden-

Nederland 08-12-2017.114 Nee o Enerzijds: behoorde te weten van de schuld (vpb en ob). Thuis aanwezige administratie en post gecontroleerd,

echter niet de aanwezige administratie gecontroleerd bij een, bij verzoeker bekende, accountant. Verzoeker wist dat erflaatster niet tevreden was over de accountant. Meer onderzoek was derhalve vereist.

o Anderzijds: wetenschap van schuld (IB en premies) doch hoogte verkeerd ingeschat. Navraag doen omtrent hoogte is in zo’n geval vereist.

o Deskundigheid weegt mee: verzoeker was ondernemer.

Belastingschulden (Vpb, OB, IB en premies) Totaal: 433.242 (incl. door verzoeker verschuldi gde belasting)

53 115 ECLI:NL:RBZWB:2018:1118. 116 ECLI:NL:GHARL:2018:2754. 117 ECLI:NL:RBGEL:2018:3615. 7. Rechtbank Zeeland-West-

Brabant 20-02-2018.115 Ja o Enkel stellen dat schuld in de familie bekend is, is onvoldoende. Het gaat inmiddels om derde generatie

sinds geldlening.

o Schuldeisers verweren zich tegen het verzoek door te stellen dat nalatenschap (hierna: nlp). voldoende is om de schuld te betalen. Artikel 4:194a BW speelt echter wanneer nalatenschap onvoldoende is. Derhalve rechtens geen te respecteren belang bij verhaal op privévermogen erfgenamen.

o Vanwege het gevaar dat gepretendeerde vordering (volledige bedrag) niet volledig uit nlp. voldaan zou kunnen worden hebben verzoekers wel een belang bij bescherming privévermogen Schuld uit geldlening onbepaalde tijd (looptijd t.t. van uitspraak: 60 jaar) Hoofdsom 10.210, rente ruim 309.500

o Onderliggend belang van

schuldeisers. Zij beoogden twee der erfgenamen te compenseren. Er speelden tevens onderhandelingen over de hoogte van de compensatie (Bedrag waarover onderhandeld werd lag aanzienlijk lager dan hoofdsom + rente)

8. Gerechtshof Arnhem- Leeuwarden 22-03- 2018.116

Nee, niet

ontvankelijk o Één der erfgenamen had geen keuze uitgebracht binnen de termijn van artikel 4:192 lid 4 BW waardoor ook deze erfgenaam geacht werd beneficiair te aanvaarden.

o Geen sprake van zuivere aanvaarding dus niet

ontvankelijk. Hierdoor natuurlijk geen verhaal mogelijk op privévermogen

PGB-schuld 125.538,92 o Ondanks afwijzing is het resultaat: geen verhaal op privévermogen erfgenamen.

o Zie nr. 1 in jurisprudentieoverzicht art. 4:192 lid 1 BW.

9. Rechtbank Gelderland

28-06-2018.117 Nee o Behoorden te weten van de schuld. Na overlijden van de echtgenoot van erflaatster hadden verzoekers ofwel

informatie omtrent zijn erfenis moeten verzoeken aan erflaatster ofwel hadden zij na de dood van erflaatster onderzoek moeten doen naar de afwikkeling van zijn nlp.

o Tevens was er een brief van één der verzoekers naar de anderen waaruit bleek dat ze pas na de dood van erflaatster rechten kregen m.b.t. nalatenschap van hun vader.

Legitimaire

vordering Onbekend o Tevens beroep op R&B (artikel 6:2 BW). De maatstaf ‘onaanvaardbaarheid’ is een hoge drempel. Dat de erflaters voornemens waren geweest de verzoekers gelijk te behandelen, wat door afwijzing van het verzoek zou gebeuren, was onvoldoende.

54 118 ECLI:NL:RBMNE:2018:4081. 119 ECLI:NL:RBMNE:2018:4082. 120 ECLI:NL:RBMNE:2018:2815. 10. 11. Tussenbeschikking Rechtbank Midden- Nederland 03-07-2018118 & Einduitspraak Rechtbank Midden- Nederland 02-08-2018.119

Ja o Verzoeksters waren bekend met de onverdeelde aandelen in het onroerend goed. Echter, er waren geen problemen in de familie en de erflater zou aangegeven hebben dat de onverdeeldheid geen problemen zou opleveren

o Kantonrechter begrijpt dat belanghebbende 1 en 2 zich pas na de zuivere aanvaarding op het standpunt hebben gesteld dat zij een claim op de nalatenschap hebben. (lees: na het peilmoment).

Vordering ter compensatie van gebruik onverdeelde helft in VOF gedurende 31 jaar Claim van 234.749,81 (echter: nog onderwerp van discussie)

o Toewijzing leidt ertoe dat geen enkele schuld meer ten laste van eigen vermogen gebracht kan worden (in plaats van slechts de onverwachte schuld).

o De beslissing werd aangehouden om overige schuldeisers op te roepen met het oog op mogelijk bezwaar. Einduitspraak: overige schuldeisers hadden geen bezwaar.

o Voor een beroep op art.4:194a BW is niet vereist dat de schuld vast staat. Wel moet deze reëel zijn en op enige manier te verbinden zijn aan de erflater/zijn nalatenschap 12. Rechtbank Midden-

Nederland 05-07-2018.120 Ja o Ontvankelijk want: het telefoongesprek waarin de advocaat de schuld noemde, maar volgens verzoekers,

niet de hoogte ervan was onvoldoende om van bekendheid met de schuld te kunnen spreken.

o Niet aannemelijk dat verzoekers de schuld kenden/behoorden te kennen:

o Alle overige schulden betaald. Verzoekers zagen dit als morele plicht.

o Verzoekers hadden al jaren geen contact meer met erflater.

o Informatie ingewonnen omtrent mogelijke schulden bij voormalig boekhouder en belastingdienst.

o Onderneming erflater jaren geleden gestaakt dus geen alertheid op zakelijke schulden noodzakelijk.

o Veroordeling niet kenbaar uit bescheiden erflater

o Telefonische gesprekken over schuld dateerden ver na zuivere aanvaarding

o Aandacht voor ondeskundigheid verzoekers.

Veroordeling tot voldoening restant koopsom

bedrijfswaar.

19.225,34 o Artikel 4:194a lid 2 BW, alle voorgaande gevallen betroffen lid 1.

o Aandacht voor ondeskundigheid erfgenamen.

55

121 ECLI:NL:GHDHA:2018:2308. 122 ECLI:NL:RBOVE:2018:4935. 13. Gerechtshof Den Haag 12-

09-2018.121 Ja & Nee o 4:194a slaagt t.a.v. geïntimeerde 1 want: o Niet betrokken bij de correspondentie/besprekingen

aangaande de borgstelling o Gesteld en niet weersproken: geen

bemoeienis/kennis van zakelijke activiteiten erflater o Uit gesprek 10-03-2017 bleek enkel dat

vertegenwoordiger van de schuldeiser dacht dat de borgstelling was vervallen. Onvoldoende voor kennis.

o 4:194a slaagt niet t.a.v. geïntimeerde 2 (hierna: G2) want:

o Communicatie omtrent

borgstelling/betalingsverzoeken tevens toegestuurd naar G2.

o G2 en erflater deden gezamenlijk zaken. Kwamen gezamenlijk meermaals op bezoek bij schuldeiser. o G2 gaf in gesprek 10-03-2017 aan kennis te hebben

van de hoogte van de borgstelling.

o Niet lezen van aan hem gerichte mails brengt niet mee dat hij de schuld niet behoorde te kennen

Persoonlijke

borgstelling 162.016,22

14. Rechtbank Overijssel 22-

11-2018.122 Ja o Aangebouwde zaken bestonden reeds bij de overname van de huurwoning door erflater. Volgens erfgenamen

was er toestemming voor het gebouwde verleend.

o Geen aanwijzingen waaruit blijkt dat

woningbouwvereniging kenbaar zou hebben gemaakt dat gebouwde verwijderd diende te worden.

o Stellen dat, in de regel, bij een toestemming ook een aanwijzing wordt gegeven omtrent gebouwde zaken is onvoldoende om bestaan aanwijzing aan te nemen.

o Geen gegevens bekend omtrent situatie t.t. van overname dus niet bekend of toen over verwijdering is gesproken.

Kosten verwijdering volière/schuur bij gehuurde woning 6000-, excl. BTW.

56

123 ECLI:NL:RBNHO:2019:3047. 124 ECLI:NL:RBNNE:2019:4504. 15. Rechtbank Noord-Holland

10-04-2019.123 Ja o Geen kennen/behoren te kennen o.g.v. gegevens verzoek. Samengevat: o Adviseur verzorgde de aangifte IB, op verzoek van

verzoekster tevens voor het jaar 2016.

o Belastingdienst verzocht informatie omtrent persoonsgebonden aftrek waarvoor, na inspectie, geen bewijs voorhanden bleek.

o Adviseurs zoals deze bleken op grote schaal aangiftes te hebben vervalst. (Mogelijke) belastingschuld i.v.m. ten onrechte opgegeven PGB- aftrek

2.956,- o Belastingdienst heeft geen bezwaar.

o Schuld stond nog niet vast, geen beletsel voor een beroep op art. 4:194a BW. (Idem nr. 10.)

16. Rechtbank Noord-

Nederland 04-11-2019.124 Ja o Geen wetenschap van het testament van erflaatster waaruit bleek dat geldlening was gelegateerd aan naam 3

(vooroverleden zoon van erflaters, tevens lener van geldsom) of diens afstammelingen.

o Echter zelfs indien kennis van testament d.m.v.

onderzoek: er blijkt niet dat zij wisten of hadden moeten weten van de onverplichte aflossing. Schenking bedrag aflossing door erflaatster aan verzoekers is onvoldoende.

Onverschuldigde

betaling 145.094,-

o Niet vereist is dat de schuld vast staat. Wel moet deze reëel zijn en op enige manier te verbinden zijn aan de erflater/zijn nalatenschap. Idem nr. 10 & 15).

57