• No results found

1.1 Probleemanalyse

Het afgelopen jaar heeft de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) onderzoek gedaan naar de naleving van de Arbowet door Nederlandse bedrijven. Hieruit is gebleken dat lang niet alle Nederlandse werkgevers voldoen aan de wettelijke plichten die uit de Arbowet voortvloeien ter bevordering van een veilige werkplek. Zo voldoet slechts de helft van de werkgevers aan de plicht om een risicoanalyse van de werkzaamheden voor de werknemers op te stellen.1 Daarnaast is het aantal arbeidsongevallen in het afgelopen jaar toegenomen van 4368 in 2018 naar 4474 in 2019. Bovendien overleden in 2019 69 mensen als gevolg van een arbeidsongeval.2 Daarnaast sterven er jaarlijks ongeveer 4000 mensen als gevolg van een beroepsziekte, waarvan 3000 sterfgevallen veroorzaakt worden door het werken met gevaarlijke stoffen.3

De coronacrisis heeft de aandacht voor arbeidsomstandigheden recentelijk doen toenemen. Nu het garanderen van een veilige, hygiënische en gezonde werkplek van nog groter belang is geworden en cruciaal is voor de volksgezondheid, ontstaat de discussie wat hierin de rol van de werkgever respectievelijk de werknemer is. Zo vraagt men zich af in hoeverre de

werkgever verantwoordelijk is voor het inrichten van een gezonde thuiswerkplek en in hoeverre de verantwoordelijkheid daartoe bij de werknemer ligt,4 en wat in redelijkheid van de werkgever gevergd mag worden.5 Bij diverse zogenoemde contactberoepen is discussie ontstaan omtrent de vraag wie de plicht draagt tot het ter beschikking stellen van mondkapjes en andere beschermingsmiddelen.6 Zo blijkt dat mensen in de zorg in de afgelopen maanden blootgesteld zijn aan beroepsziekten doordat hun werkplek en arbeidsmiddelen niet veilig genoeg waren, met name doordat er niet of onvoldoende persoonlijke beschermingsmiddelen aangeboden werden.7 Door de vele dilemma’s waar werkgevers momenteel een oplossing voor zullen moeten vinden, van een manier om de lift op kantoor ‘coronaproof’ te maken tot

1 M. van der Schrier, ‘Meerderheid bedrijven houdt zich niet voldoende aan Arboregels’, Algemeen Dagblad 16 juli 2019.

2 ‘Aantal arbeidsongevallen neemt toe: Inspectie SZW gaat strenger toezien op preventie’, Inspectie SZW 27 februari 2020.

3 A. de Goede, ‘Elk jaar 3000 doden door werken met gevaarlijke stoffen: ‘Sneller compenseren’’, RTL Nieuws 14 mei 2020.

4 C. Driessen, ‘Moet mijn baas mijn thuiswerkkosten vergoeden?’, NRC 21 april 2020.

5 B. Vollebregt, ‘De baas moet ook thuis zorgen voor een gezonde en veilige werkplek’, Trouw 13 mei 2020.

6 ‘Wél mondkapje bij de kapper: Iedere foute spetter telt!’, Metro Nieuws 8 mei 2020.

7 D. van Essen, ‘FNV wil coronaschadeloosstelling voor zorgpersoneel van overheid’, FNV 24 september 2020.

6 het verzekeren van voldoende afstand tussen de werknemers,8 is het voor alle partijen van belang om te weten wat hun wettelijke rechten en plichten zijn met betrekking tot een veilige en gezonde werkplek. Het enkel wijzen op een algemene zorgplicht voor de werkgever brengt niet in alle gevallen de benodigde duidelijkheid.

In de afgelopen jaren was het belang van goede arbeidsomstandigheden veelvuldig onderwerp van discussie, zowel in de politiek als in de maatschappij. Zoals blijkt uit de Tilburgse

Chroom-6 affaire is een gezonde werkplek van groot belang voor de gezondheid en welzijn van werknemers. In deze zaak werden, in het kader van een re-integratieproject, oude treinen opgeknapt door bijstandsgerechtigden. De werknemers dienden onder ander oude verf van treinen af te schuren. Pas vele jaren na de start van dit project werd duidelijk dat de verf op de treinen mogelijk chroom-6 kon bevatten. Chroom-6 bevat kankerverwekkende stoffen en is dus een gevaar voor de gezondheid van degenen die ermee werken. Inmiddels is gebleken dat een groot aantal werknemers, die in het kader van hun re-integratietraject aan dit project hebben bijgedragen, ook daadwerkelijk kampen met gezondheidsklachten.9

Bij zowel werkgevers als werknemers bestaat dus nog veel onduidelijkheid en discussie over de daadwerkelijke omvang en inhoud van arbeidsomstandigheden.

Arbeidsomstandighedenwetgeving wordt vaak niet of onvoldoende nageleefd, en dit kan in sommige gevallen ernstige consequenties hebben. Tijdens de coronacrisis is gebleken dat werkgevers vaak niet of in onvoldoende mate op de hoogte zijn van de plichten die op hen rusten met betrekking tot het beschikbaar stellen van een gezonde en veilige werkplek. Dit leidt vaak tot onveilige en/of ongezonde situaties op de werkvloer. Het is dus van belang dat werkgever én werknemer op de hoogte zijn van wat van hen gevergd kan en mag worden en waar zij recht op hebben in het kader van gezonde en veilige arbeidsomstandigheden.

Uit de Chroom-6 affaire blijkt daarnaast ook dat het bij bepaalde gezondheidsklachten niet of moeilijk vast te stellen is of deze al dan niet veroorzaakt zijn door het werken met gevaarlijke stoffen. Veel ziekten kunnen namelijk diverse oorzaken hebben, en het is vaak onduidelijk of een ziekte geheel veroorzaakt kan zijn door de verrichte arbeid.10 Vaak manifesteren deze

8 J. Pellemans, ‘Van trapleuning tot koffieautomaat, alles op kantoor moet straks smetvrij. Maar hoe?’, NRC 8 mei 2020.

9 ‘Commissie: gemeente Tilburg, NedTrain aansprakelijk in chroom-6-zaak’, NOS 31 januari 2019.

10 ‘Chroom-6 en ziekten: wat is er bekend uit de wetenschap?’, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu maart 2017, Rijksoverheid.nl.

7 ziekten zich ook pas jaren, zo niet decennia nadat de arbeid is verricht,11 wat het moeilijker maakt om een oorzakelijk verband tussen het werk en de ziekte vast te stellen.

Bij zowel werkgevers als werknemers ontbreekt vaak kennis over hun rechten en plichten inzake de arbeidsomstandigheden. Het is voor beide partijen onduidelijk wat van hen wordt verwacht in het arbeidsproces. Tevens blijkt de huidige wet- en regelgeving niet in alle situaties en voor alle arbeidsongevallen en beroepsziekten voldoende waarborgen voor de slachtoffers te bieden. Gezien het feit dat er jaarlijks veel arbeidsongevallen plaatsvinden, en veel mensen lijden aan ziekten als gevolg van de uitoefening van hun arbeid, met name door het werken met gevaarlijke stoffen, is het van belang dat partijen in het arbeidsproces op de hoogte zijn van hun plichten en aansprakelijkheid voor het garanderen van een gezonde en veilige werkplek.

1.2 Onderzoeksdoel

In dit onderzoek wordt gepoogd om een duidelijk beeld te schetsen van de rechten en plichten van zowel werkgever als werknemer met betrekking tot een veilige en gezonde

werkomgeving. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de plichten van de werkgever en de werkgeversaansprakelijkheid zoals deze is vastgelegd in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de zorgplichten van de werkgever zoals deze is bepaald in de Arbowetgeving. Eveneens wordt gepoogd inzichten te verwerven in de reikwijdte van deze rechten en plichten en in hoeverre deze regelingen voldoende waarborgen bieden voor een gezonde en veilige werkplek. Hierbij wordt in het bijzonder ingegaan op de arbeidsomstandighedenwetgeving inzake het werken met gevaarlijke stoffen. Er wordt gekeken in hoeverre de huidige

wetgeving de veiligheid en gezondheid van werknemers, die met dergelijke stoffen werken, voldoende waarborgt. Tevens wordt bekeken of wetgeving omtrent arbeidsomstandigheden bij het werken met gevaarlijke stoffen al dan niet aangepast en/of verbeterd dient te worden.

1.3 Probleemstelling en deelvragen

‘Welke zorgplichten en aansprakelijkheden heeft de werkgever in het waarborgen van een gezonde en veilige werkplek, in het bijzonder bij het verrichten van werkzaamheden waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn?’ Dit is de hoofdvraag die in deze scriptie zal worden onderzocht en beantwoord. Deze probleemstelling zal worden onderzocht aan de hand van vier deelvragen. Ten eerste zal worden beschreven ‘waar de zorgplichten en

aansprakelijkheden van de werkgever zijn geregeld’. Voorts zal worden gekeken naar ‘welke

11 ‘Asbest’, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu maart 2017, Rivm.nl/asbest.

8 zorgplichten de werkgever heeft op grond van de Arbowetgeving en op welke wijze de

Arbowet waarborgen biedt voor een veilige en gezonde werkplek voor werknemers’. Hierna zal worden onderzocht ‘welke zorgplichten en aansprakelijkheden de werkgever heeft op grond van het Burgerlijk Wetboek’. Ten slotte zullen deze eerdere deelvragen worden

toegepast op het werken met gevaarlijke stoffen. Hierbij zal worden bekeken ‘op welke wijze het werken met gevaarlijke stoffen is gereguleerd’, ‘aan welke eisen dergelijke

werkzaamheden dienen te voldoen’ en ‘in hoeverre de veiligheid en gezondheid van werknemers wordt gewaarborgd indien zij werkzaamheden verrichten waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn’.

1.4 Wetenschappelijk en theoretisch kader

De zorgplicht van de werkgever voor een gezonde en veilige werkplek is zowel vastgelegd in de Arbowetgeving als in het Burgerlijk Wetboek. De in de Arbowet vastgestelde zorgplicht biedt slechts een algemeen kader, welke nader is uitgewerkt in de Arboregeling en het Arbobesluit. Binnen de Arbowetgeving bepaalt artikel 3 van de Arbowet de algemene zorgplicht van de werkgever. In artikel 11 van de Arbowet is daarentegen de zorgplicht van de werknemer geregeld. Beide bepalingen zijn zo algemeen mogelijk opgesteld, waardoor het voor veel partijen onduidelijk is wat er op grond van dit artikel precies van hen wordt

verwacht. Deze bepalingen bieden weinig concrete handvaten voor het handelen en nalaten van werkgever of werknemer. Artikel 3 van de Arbowet kan dan ook moeilijk los worden gezien van de concretiseringen die in de Arbowet en het Arbobesluit zijn vastgesteld, welke concretere richtlijnen bieden aan de werkgever en/of werknemer. Uit het Arbobesluit en de Arboregeling kunnen de partijen concrete handelwijzen afleiden waarmee zij aan hun zorgplichten kunnen voldoen.

Binnen het civiele recht is artikel 7:658 BW het belangrijkste artikel voor de

werkgeversaansprakelijkheid en zijn zorgplicht jegens zijn werknemers. Dit artikel biedt iets concretere richtlijnen voor de werkgever om zijn handelen op af te stemmen zodat de

arbeidsomstandigheden binnen zijn onderneming zo optimaal mogelijk zijn, maar ook hier bestaat nog veel onduidelijkheid voor de betrokken partijen. Verduidelijkingen en

concretiseringen van dit artikel zijn met name in de jurisprudentie te vinden.

1.5 Methodologie

Ter beantwoording van de probleemstelling zal ten eerste, in hoofdstuk 2, het juridische kader van de zorgplichten in de Arbowet en in het Burgerlijk Wetboek worden geschetst. Hierbij zal gekeken worden naar arbeidsomstandigheden op zowel Europees als nationaal niveau, en zal

9 aandacht worden besteed aan de diverse rechtsbronnen waaruit de aansprakelijkheid en

zorgplichten van de werkgever afgeleid kunnen worden.

Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op de Arbowetgeving. Een aantal belangrijke aspecten voor het arbeidsomstandighedenbeleid zullen worden uitgelicht. Voorts zal worden beschreven welke zorgplichten de Arbowetgeving toeschrijft aan de werkgever. Hierbij wordt de focus gelegd op de algemene plichten van de werkgever, en wordt door middel van

voorbeelden ingegaan op enkele voorschriften die deze zorgplicht concretiseren. Op deze manier wordt een beeld geschetst van enkele concrete eisen die de werkgever dient na te leven om aan zijn zorgplicht te voldoen. Tevens wordt in dit hoofdstuk aandacht besteed aan de zorgplicht van de werknemer voor een veilige en gezonde werkplek. Bovendien wordt een beeld geschetst van de wijze van toezicht op de naleving van de Arbowetgeving, alsmede de sanctionering van het niet-naleven van deze wetgeving.

In hoofdstuk 4 zal de civielrechtelijke zorgplicht van de werkgever en zijn aansprakelijkheid worden besproken. Hierbij zal voornamelijk aandacht worden besteed aan de algemene zorgplicht van de werkgever zoals die in boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is vastgelegd, maar zal tevens worden gekeken naar de eisen van goed werkgeverschap alsmede algemene civielrechtelijke plichten zoals het handelen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid en het handelen volgens goed werkgeverschap. Ook in dit hoofdstuk wordt kort gekeken naar de zorgplicht van de werknemer. Tevens zal hier aandacht worden besteed aan de mogelijkheid voor de werknemer om zijn werkgever aansprakelijk te stellen voor het niet of onvoldoende naleven van zijn zorgplicht en het vorderen van schadevergoeding.

Tenslotte zullen deze wettelijke bepalingen in hoofdstuk 5 worden bekeken in samenhang met het leerstuk over het werken met gevaarlijke stoffen. Hiertoe zal nogmaals op de

Arbowetgeving worden ingegaan, echter zal er ditmaal aandacht worden besteed aan de wettelijke bepalingen die specifiek zijn toegespitst op het voorkomen van arbeidsongevallen of beroepsziekten als gevolg van blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Ook zal hier

civielrechtelijke wetgeving worden besproken die concrete regels vaststelt voor situaties waarin met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt. Vervolgens zal gekeken worden naar de jurisprudentie waarin arbeidsongevallen of beroepsziekten als gevolg van het werken met gevaarlijke stoffen worden besproken, waarbij de nadruk ligt op de asbestjurisprudentie.

Voorts zal aan de hand van dit wettelijk kader de Chroom-6 affaire worden besproken.

10

2. Het wettelijke kader: de zorgplichten van de werkgever en