• No results found

5 Transformatie in Opsterland

In de hoofdstukken hiervoor is feitelijke informatie en belevingsinformatie over de transformatie in het sociaal domein in de gemeente Opsterland beschreven. In hoofdstuk 2 is een overzicht gegeven van de beleidskeuzes rond de transformatie sociaal domein en de rol van de raad daarbij. In hoofdstuk 3 is beschreven op welke wijze de uitvoering is ingericht en hoe tevreden zowel de gebiedsteammedewerkers als de ketenpartners zijn over de werkwijze. In hoofdstuk 4 is beschreven hoe in de praktijk vorm wordt gegeven aan de vijf uitgangspunten van de transformatie en hoe de voortgang daarin wordt beleefd door het Gebiedsteam en de ketenpartners.

In dit hoofdstuk worden de gegevens over beleid, uitvoering en de praktijk met elkaar

gecombineerd om een beeld te schetsen van de voortgang van de transformatie in Opsterland: hoe organiseert de gemeente Opsterland de transformatie en lukt het om de uitgangspunten in de praktijk te realiseren? Om daar uitspraken over te kunnen doen, worden de bevindingen getoetst aan het normenkader dat aan de start van het onderzoek is opgesteld. Daarbij volgt het hoofdstuk de volgorde van de onderzoeksvragen. Het gehele normenkader is te vinden in bijlage 5. Dit

hoofdstuk bevat daarmee een oordeel over de voortgang van de transformatie in het sociaal domein in de gemeente Opsterland en het bevat nadrukkelijk geen oordeel over het functioneren van de teams in het sociaal domein of de mate van doelbereiking van de door de gemeente Opsterland gestelde doelen. Het biedt de raad een inzicht in hoe het ervoor staat, afgezet tegen de algemene uitgangspunten van de transformatie zoals die in het hele land worden gehanteerd.

Paragraaf 5.1 betreft de inrichting van de uitvoering: is duidelijk wat de rol van het Gebiedsteam in de transformatie is en is de positie van cliënten gewaarborgd? Paragraaf 5.2 betreft de mate waarin de uitgangspunten van de transformatie in de praktijk vorm krijgen en hoe de voortgang door betrokkenen wordt beleefd. Paragraaf 5.3 betreft de rol van de raad: stelt de raad kaders en controleert de raad actief? Het hoofdstuk sluit af met een beschouwing: wat is nu de stand van zaken in de transformatie in het sociaal domein in de gemeente Opsterland en welke

succesfactoren en belemmeringen spelen er? Dat is ook de opmaat naar de conclusies en aanbevelingen in het onderzoek.

5.1 Inrichting van de uitvoering

5.1.1 Wel weten en doen, nog niet meten

De gemeente Opsterland heeft gekozen voor een Gebiedsteam binnen de gemeentelijke organisatie.

Als het gaat om de toegangstaken binnen het Sociaal Domein pakt het Gebiedsteam de taken rond WMO en Jeugd op en het team Werk en Inkomen de taken rond de Participatiewet. De beide teams werken samen in die zin dat zij elkaar betrekken bij casussen. Er is een verschil in werkstijl tussen de beide teams en hoewel integratie van beide teams wel een doelstelling is, is dat tot nu toe nog niet gerealiseerd. Dat wil niet zeggen dat er niet integraal gewerkt wordt: dat lukt prima, ook al zijn de teams niet samengevoegd. Op alle niveaus in de organisatie is men blij met de keuze voor het in huis houden van het Gebiedsteam met een brede taakstelling. Het Gebiedsteam verwijst niet alleen door, maar doet ook zelf aan begeleiding en dat wordt gezien als meerwaarde.

Op hoofdlijnen is duidelijk welke onderdelen van de ambtelijke organisatie verantwoordelijk zijn voor de drie wetten. In de Ontwikkelagenda voor de langere termijn en in de begrotingen per jaar worden de doelen vertaald in concrete activiteiten en maatregelen. Daarbij wordt niet aangegeven

RKC

Opsterland

43

wie binnen de gemeentelijke organisatie verantwoordelijk is voor het realiseren van deze doelen.

Daarover lijkt binnen de gemeentelijke organisatie wel duidelijkheid te bestaan: de

beleidsmedewerkers geven aan dat zij hiervoor verantwoordelijk zijn. Daarmee is nog niet duidelijk wie welke maatregelen daadwerkelijk uitvoert en er is geen concrete opdracht geformuleerd voor het Gebiedsteam (zie hoofdstuk 3). Daarbij is de ervaring van de medewerkers in het Gebiedsteam dat de beleidsmedewerkers behoorlijk op afstand staan (zie paragraaf 3.2.1). De taken van het Gebiedsteam variëren door de tijd, zo worden tijdelijk taken toebedeeld aan het Gebiedsteam (mantelzorgondersteuning, vrijwilligersondersteuning, dorpssteunpunten) en kiest het Gebiedsteam er soms ook voor een aantal taken weer neer te leggen bij de zorgaanbieders als zij er zelf niet aan toekomen (begeleiding). Wie wat doet lijkt daarmee tamelijk willekeurig te worden verdeeld en het Gebiedsteam past zich daar flexibel op aan.

Voor de voorliggende voorzieningen zijn er contracten met Timpaan en Code Hans voor de uitvoering van onderdelen van het vrijwilligerswerk en het jongerenwerk. Het Gebiedsteam heeft de contacten met de dorpssteunpunten verdeeld: de WMO consulenten onderhouden de contacten en iedere consulent heeft een aantal steunpunten in zijn/haar pakket. Voor de overige partners in de voorliggende voorzieningen is dat niet afgesproken. Er is geen overlegstructuur met de

voorliggende voorzieningen. Het contact met de eerstelijns (zorg)professionals is in de afgelopen jaren verstevigd (spreekuren bij huisartsen en contactpersonen per school). Als het gaat om de samenwerking met zorgaanbieders in de tweede lijn werkt de gemeente samen met SDF voor de jeugdhulp en heeft de gemeente daarnaast aanbieders gecontracteerd die via de gemeente zorg in natura bieden. Het vergoeden van niet gecontracteerde zorg vanuit PGB’s wordt ontmoedigd. Het valt op dat ketenpartners het Gebiedsteam zien als verantwoordelijk voor de transformatie - de eerstelijns (zorg)professionals en nog meer de zorgaanbieders zien hun rol vooral in concrete casussen, maar voelen zich minder verantwoordelijk voor de opgaven in het gebied van de gemeente Opsterland in bredere zin. Het Gebiedsteam zelf geeft daarover aan: de transformatie kunnen wij niet alleen bewerkstelligen, het hele veld moet daarin meedoen anders kom je er niet.

De transformatie als opdracht van het Gebiedsteam wordt het meest expliciet gemaakt in de paragraaf: veranderopdracht Sociaal Domein in de Ontwikkelagenda. Daarbij wordt een aantal uitgangspunten voor het getransformeerd werken genoemd die de medewerkers in hun handelen moeten meenemen. Dit wordt echter niet concreet vertaald in prestaties die geleverd moeten worden en waarover kengetallen worden bijgehouden. Ook de beleidsdoelen en maatregelen uit de Ontwikkelagenda zijn niet allemaal even concreet en meetbaar geformuleerd (wel als het gaat om de Participatiewet). Zowel over de voortgang in de werkwijze als over de te behalen resultaten zijn wel gegevens beschikbaar (bijvoorbeeld in de zorgadministratie of de evaluaties van

ketenpartners), maar die informatie wordt niet navolgbaar ingezet om mee te sturen (kengetallen, streefcijfers). Bovendien gaat het daarbij veelal om kwantitatieve informatie of kwalitatieve informatie over de verleende zorg, maar niet zozeer om de opgave die er is in het getransformeerd werken. De bijdrage die de ketenpartners dienen te leveren aan de transformatie heeft geen plek gekregen in de contractafspraken die er liggen. Er is recent een dashboard ontwikkeld op basis van de informatie uit de zorgadministratie, maar dat sluit (nog) niet aan bij de doelen zoals

geformuleerd in de Ontwikkelagenda. In de stuurhutbijeenkomsten wordt wel op dit niveau over de gemeten prestaties vanuit het dashboard gesproken, maar die bijeenkomsten zijn al enige tijd niet geweest in verband met corona. In de bezuinigingsbijeenkomsten komt de koppeling tussen

maatregelen bij de doelen uit de Ontwikkelagenda en de prestaties uit het dashboard ook aan de orde, maar daarbij is niet zozeer de doelbereiking op inhoud leidend, als wel de ontwikkeling in de uitgaven.

RKC

Opsterland

44

Tabel 5.1.1: Normen inrichting van de uitvoering

Norm Toetsing

Het is duidelijk wie in de ambtelijke organisatie welke rol speelt in de uitvoering van de drie wetten.

deels voldaan Het is duidelijk welke opdracht het Gebiedsteam heeft, welke taken tot het takenpakket

van het Gebiedsteam behoren en welke taken elders (in de gemeentelijke organisatie of bij externe partijen) belegd zijn.

deels voldaan

De prestaties die het Gebiedsteam dient te leveren in het transformatief werken zijn eenduidig geformuleerd.

niet voldaan De prestaties die gecontracteerde partijen dienen te leveren in het transformatief werken

zijn eenduidig geformuleerd.

niet voldaan

5.1.2 Vertrouwen op kwaliteit

De kosten van de taakuitvoering door het Gebiedsteam zijn niet apart inzichtelijk gemaakt in de begroting. Voor de taakuitvoering zijn geen normen of kengetallen geformuleerd (bijvoorbeeld over caseload): als er met taken wordt geschoven of de werkdruk als hoog wordt ervaren, dan bespreken de medewerkers in afstemming met de teamleiders welke taken wel of niet worden gedaan of worden de taken onderling anders verdeeld. Worden er substantiële taken toegevoegd, dan is er ook uitbreiding in de formatie. Voor het overige betekent het dat als er taken bijkomen dat er op een andere wijze wordt geprioriteerd door de medewerkers zelf. De zorgadministratie biedt wel zicht op gebruik en kosten, maar dit wordt niet vertaald naar streefcijfers voor de caseload van de medewerkers, op basis waarvan taaktoedeling of teamomvang wordt besproken.

Het Gebiedsteam werkt hard en medewerkers zetten graag een stapje extra, zowel voor de

inwoners als voor de ketenpartners en voor elkaar. Het harde werken wordt gerespecteerd door de teamleiders en zij bewaken het welzijn van hun medewerkers. De werkdruk en de caseload is behapbaar, medewerkers voelen zich gezien en gesteund door de organisatie. De medewerkers zelf geven wel aan dat door de werkdruk drie taken er te veel bij inschieten: preventie en

vroegsignalering, samenlevingsopbouw en het bieden van lichte ondersteuning.

Voor de kwaliteit van de taakuitvoering zijn naast de wettelijke kaders geen eisen vanuit de organisatie geformuleerd. Wel is er sprake van collegiaal overleg waarin de medewerkers met elkaar de inhoud van de maatwerkplannen bespreken. Door corona vindt dit overleg nauwelijks plaats en worden de maatwerkplannen niet meer gedeeld, maar consulenten kunnen de

maatwerkplannen bespreken met bijvoorbeeld de gedragswetenschapper die onderdeel is van het Gebiedsteam. De kwaliteitsmedewerker heeft niet als taak het toezien op de kwaliteit van maatwerkplannen, maar kan wel om advies gevraagd worden. Uit de interviews blijkt dat ook de teamleider niet alle maatwerkplannen controleert, maar steekproefsgewijs toeziet op de kwaliteit.

Daarmee is er niet standaard een tweede paar ogen dat let op de kwaliteit van de

maatwerkplannen. Er is in het team een slag gemaakt met de onderbouwing in de maatwerkplannen (rechtmatigheid), naar aanleiding van bevindingen van een juridisch medewerker. Tegelijk merken de gebiedsteammedewerkers dat door de plannen te bespreken er meer naar de regel en minder naar de bedoeling wordt gekeken.

Het Gebiedsteam geeft de beschikkingen zelf af. Er is een administratie binnen het Gebiedsteam en een backoffice in OWO verband (sinds 2017). Dat was in het begin even wennen, maar nu loopt dat volgens de medewerkers zelf soepel. Een enkele keer wordt genoemd dat indicaties lang duren en dat zorgaanbieders pas zorg willen verlenen als de toekenning op papier binnen in. In de ogen van de gebiedsteammedewerkers voldoet de administratieve ondersteuning.

RKC

Opsterland

45

Tabel 5.1.2: Normen financiële en kwalitatieve controle

Norm Toetsing

De kosten van de uitvoering door het Gebiedsteam zijn inzichtelijk. Niet voldaan De kosten van de uitvoering door het Gebiedsteam staan in verhouding tot de taken. Deels voldaan

De caseload van een gebiedsteammedewerker is bekend. Niet voldaan

De caseload van een gebiedsteammedewerker in Opsterland is vergelijkbaar met die van gebiedsteammedewerkers van andere gemeenten.

Geen beoordeling14 De kwalitatieve normen voor de uitvoering door het Gebiedsteam zijn inzichtelijk. Niet voldaan De kwalitatieve controle ondersteunt de uitvoering door het Gebiedsteam. Niet voldaan De administratieve organisatie ondersteunt de uitvoering door het Gebiedsteam. Voldaan

5.1.3 Cliënt in beeld: informeel, maar serieus genomen

Cliënten kunnen bij hun gesprek met het Gebiedsteam een onafhankelijk ondersteuner inschakelen.

Die wordt in de praktijk nauwelijks ingeschakeld. De meeste inwoners zoeken ondersteuning in het eigen netwerk en soms gaat een zorgaanbieder mee. Gebiedsteammedewerkers wijzen niet actief op de mogelijkheid een ondersteuner in te schakelen en ook de zorgverleners doen dat niet actief.

Er is een klachtenregeling voor de gemeente Opsterland en een medewerker die dat proces begeleidt. Naar verhouding zijn er weinig klachten en de werkwijze is gericht op het informeel afhandelen van klachten. Als er naar aanleiding van een klacht iets aangepast kan worden in een proces of in een regeling, dan doen de medewerkers dat in hun beleving zelf, hoewel dit valt onder de verantwoordelijkheid van de teamleider en kwaliteitsadviseur. De kwaliteitsadviseur wordt betrokken als het een formeel proces betreft.

De tevredenheid van cliënten wordt door standaardonderzoek bijgehouden en de raad wordt hierover geïnformeerd. Het beeld dat daaruit naar voren komt is positief en er is tot nu toe geen aanleiding geweest om op basis daarvan het beleid te herzien. Omdat de representativiteit van de standaardonderzoeken ter discussie staat, wordt de werkwijze rond het monitoren aangepast om een hogere respons te krijgen.

Tabel 5.1.3: Normen positie van cliënten

Norm Toetsing

Onafhankelijke cliëntondersteuning wordt in de praktijk op een passende manier beschikbaar gesteld aan cliënten.

deels voldaan

Klachten van inwoners worden op een adequate manier afgehandeld. voldaan Het college past de opdracht aan het Gebiedsteam adequaat aan op basis van uitkomsten

van klachtenprocedures.

deels voldaan Het college monitort ervaringen en tevredenheid van cliënten. deels voldaan Het college past het beleid adequaat aan op basis van uitkomsten van cliëntonderzoeken. niet van

toepassing