• No results found

Informatie, toestemming en familiegroepsplan

3.3.2 ‘Waarheidsvinding’ gecertificeerde instellingen en Raad voor de Kinderbescherming

3.4 Rechtswaarborgen voor betrokkenen bij jeugdhulp

3.4.1 Informatie, toestemming en familiegroepsplan

Om participatie en een goede rechtspositie voor jeugdigen en hun ouders mogelijk te maken, is informatieverschaffing van groot belang. De Jeugdwet bevat geen specifieke bepalingen over de informatieverschaffing in de toegangsfase, waarin door of namens de gemeente wordt bepaald of een jeugdhulpvoorziening moet worden getroffen. Bruning, Rap & Verkroost concluderen naar aanleiding van hun onderzoek naar de participatiemogelijkheden van jeugdigen in het jeugdhulpverleningstraject, dat niet is gewaarborgd dat een jeugdige in deze fase al kan participeren.226 De Jeugdwet bevat geen regeling voor de toestemming van de jeugdige en/of zijn

wettelijke vertegenwoordiger in de toegangsfase: een jeugdige hoeft bijvoorbeeld geen toestemming te geven wanneer iemand namens of voor hem naar een lokaal team stapt.227 Wel gelden de

algemene eisen van de Awb over onder andere het horen van betrokkenen in het kader van het nemen van een besluit. Uit de jaarrapportages van de Monitor Transitie Jeugd blijkt dat problemen met de toegang tot jeugdhulp in 2015 en 2016 tot de meest gemelde onderwerpen behoorden. Veel melders voelen zich onheus bejegend en ook geven zij aan dat het toewijzen van hulp en het krijgen van een beschikking veel moeite kost. Verder is de informatievoorziening rondom de toegang onvoldoende.228

Voor de fase waarin de jeugdhulp, jeugdbescherming of jeugdreclassering wordt uitgevoerd, bevat de Jeugdwet wel eisen ten aanzien van de participatie van de betrokkenen. De jeugdige en zijn

ouders/verzorgers hebben recht op duidelijke informatie over de geconstateerde problemen en (het verloop van) de hulp en zij moeten toestemming geven voor het verlenen van jeugdhulp (artt. 7.3.1- 7.3.4 Jw). De informatievoorziening blijkt in de praktijk een aandachtspunt. Uit het jaarverslag van het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ) van 2016 blijkt dat gebrekkige informatievoorziening een groot aantal klachten op heeft geleverd (2.056 van de in totaal 14.270 geuite klachten gingen hierover; in 2015 stond het aantal klachten over gebrekkige informatie nog op de eerste plek).229

226 Bruning, Rap & Verkroost 2016a en 2016b.

227 Bruning, Rap & Verkroost 2016a en 2016b; Zie ook Kalika, Lam & Schepens 2015 en Elferink 2015.

228 Monitor Transitie Jeugd 2015, p. 3; Monitor Transitie Jeugd 2016, p. 3. Zie ook de volgende rapporten over de toegang: Samenwerkend Toezicht Jeugd 2015 en De Kinderombudsman 2015a, 2015b en 2016a. Zie ook Kamerstukken II 2016/17, 31839, 599, waarin kritische vragen werden gesteld over de veelheid aan organisatievormen voor de toegang en de verschillen die dat met zich meebrengt voor de hulp aan jeugdigen.

De bepalingen van de Jeugdwet die de informatie- en toestemmingsvereisten regelen, zijn ontleend aan de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo; Boek 7 BW).230 In de praktijk

blijkt de formulering van een aantal bepalingen minder geschikt voor jeugdhulp en

jeugdbescherming. Zo zijn de begrippen ‘ernstig nadeel’ en ‘niet-ingrijpende verrichtingen’ (art. 7.3.16 lid 2 Jw) moeilijk te duiden in het kader van hulp aan jeugdigen.231 Ook is de vraag of een jeugdige

van zestien jaar en ouder, op grond van de artikelen 7.3.4 jo. 7.3.5 lid 1 Jw, ook zelf toestemming kan geven voor een uithuisplaatsing, zonder instemming van de ouder(s) met gezag.232 In 2008 heeft de

minister laten weten dat dit niet mogelijk is, omdat voor een uithuisplaatsing zonder instemming van de betrokkenen op grond van het BW een machtiging van de kinderrechter nodig is.233 De Jeugdwet

bevat deze beperking echter niet.

De Jeugdwet schrijft verder voor dat jeugdigen en hun familie betrokken moeten worden bij het opstellen van een hulpverleningsplan door de jeugdhulpaanbieder of plan van aanpak van de GI (art. 4.1.3 Jw). Bij amendement is toegevoegd dat het gezin eerst de gelegenheid moet krijgen om een familiegroepsplan, bijvoorbeeld op basis van een netwerkberaad, op te stellen (art. 4.1.2 Jw).234

Opvallend is dat er geen waarborg is dat de jeugdige bij het opstellen van het familiegroepsplan wordt betrokken.235 Naar aanleiding van een onderzoek uit 2016, waarin wordt betwijfeld of een

familienetwerkberaad leidt tot betere bescherming van onder toezicht gestelde kinderen, heeft de staatssecretaris van VenJ nader onderzoek aangekondigd naar de effecten van de inzet van het familiegroepsplan in de jeugdbescherming.236

Uit het bovenstaande blijkt dat de participatie van jeugdigen en hun ouders niet in alle fasen van de (toegang tot de) jeugdhulp is gewaarborgd. Dit vraagt extra aandacht van gemeenten bij de toegang tot en uitvoering van de hulpverlening en verdient tevens de aandacht van de wetgever om het recht

230 Kamerstukken II 2012/13, 33684, 3, p. 212 en p. 260-262; Zie bijvoorbeeld artt. 7:450 lid 2 BW en 7.3.4 lid 2 Jw. Zie ook Buijsen 2014.

231 Verslag expertmeeting Juristennetwerk Jeugdwet van 14 oktober 2016. 232 Vogels 2016b.

233 Brief van Minister van Jeugd en Gezin aan Landelijke Organisatie Kinderen-Ouders-Grootouders van juli 2008 (https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/brieven/2008/01/07/brief-stichting-kinderen-ouders- grootouders/djb-2819887b.pdf+&cd=1&hl=nl&ct=clnk&gl=nl); Zie BMC 2009, p. 47.

234 Kamerstukken II 2013/14, 33684, 83 (amendement Voordewind/Ypma).

235 Zie Kalika, Lam & Schepens 2015; Vergelijk overigens wel Bruning, Rap & Verkroost 2016a, p. 8 waarin wordt opgemerkt dat in de Factsheet Familiegroepsplan (VNG 2016d) en de modelverordening jeugdhulp van de VNG wel wordt genoemd dat overleg moet worden geïnitieerd met de minderjarige.

236 Dijkstra e.a. 2016a en 2016b. Kamerstukken II 2016/17, 31839, 560. Zie ook de jurisprudentie waarin, in het belang van het kind, geen familiegroepsplan hoefde te worden opgesteld: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 4 augustus 2015,

ECLI:NL:GHARL:2015:5822; Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 8 oktober 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:7554; Gerechtshof Arnhem- Leeuwarden 16 februari 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:1401; Rb. Noord-Holland 8 februari 2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:988. Zie over het familiegroepsplan ook Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 12 januari 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:146.

op participatie van jeugdigen en hun ouders in alle fasen van jeugdhulp vast te leggen. 237 Tevens is

meer samenhang nodig ten aanzien van de bepalingen over toestemming.