• No results found

Illegale prostitutie op Curaçao

In document Di mi ta di bo (pagina 78-82)

7. Commercieel sekswerk op Curaçao

7.2 Illegale prostitutie op Curaçao

Naar schatting zijn er 5000 vrouwelijke sekswerkers op Curaçao werkzaam, waarvan er 1000 legaal zijn (Ridder et al., 2008: 7). Gezien het grote aantal vrouwen dat dus niet in het

gereguleerde sekswerk zit, vindt het grootste deel van het commerciële sekswerk buiten het legale systeem plaats. Dit kunnen Antilliaanse vrouwen zijn, maar zijn over het algemeen buitenlandse vrouwen die met een toeristenvisum het eiland zijn binnengekomen, of na de afloop van een visum voor Campo Alegre of een dansclub illegaal op het eiland zijn gebleven (Ridder et al., 2008: 7). Naar schatting is 15 procent van de illegale sekswerkers in eerste instantie in Campo Alegre werkzaam geweest (Faas & Fransisca, 2000). Er is een aantal wijken in Willemstad, waaronder delen van Punda waar vrouwen op straat werken. Daarnaast zijn snèks, kleine barretjes waarvan het eiland er honderden kent, de plek waar vrouwen hun

klanten oppikken. Faas en Fransisca beschrijven dat er in de snèk geen snelle actie

plaatsvindt, maar dat het meer een plek is waar mannen komen om wat te eten en te drinken, alwaar ze tegelijkertijd geëntertaind willen worden en daarna eventueel met de sekswerker mee naar huis gaan (Faas & Fransisca, 2000). Soms zijn er in snèks ook kamertjes waar prostituees werken. Niet bij alle snèks vindt er prostitutie plaats, maar naar schatting zijn er 150 snèks waar dit wel gebeurt (Ridder et al., 2008: 7). Ook is er op Curaçao een groot aantal illegale bordelen. Hieronder valt bijvoorbeeld een aantal hotels in Otrobanda. Deze hotels zijn populair onder illegale sekswerkers, omdat de kans klein is dat de immigratiedienst hier een inval doet. Over het algemeen leven deze sekswerkers een zeer geïsoleerd leven; ze komen vanuit het vliegveld direct naar het hotel toe, van waar uit ze misschien een snèk om de hoek bezoeken om klanten op te pikken, maar verder het hotel niet verlaten (Faas & Fransisca, 2000). Het is niet duidelijk hoeveel illegale bordelen er op Curaçao zijn. Er is ook een groep verslaafde vrouwen die hun geld en drugs verdient met sekswerk. Vaak worden seksuele diensten door verslaafde vrouwen aan (verslaafde) klanten verleend in ruil voor goederen of drugs. De omstandigheden waarin deze vrouwen werken zijn zeer slecht (Faas & Fransisca, 2000). Kapperszaken zijn een plek voor sekswerkers om contacten te leggen met potentiële klanten. De kapper verdient hier niets aan, behalve dat de sekswerkers hier vaak komen om zich mooi te laten maken. De mogelijke klanten van de sekswerkers hangen echter vaak rond in de buurt van deze kappers om met vrouwen te overleggen over de prijs van seksuele diensten (Faas & Fransisca, 2000).

De politie hanteert een zero-tolerance beleid als het gaat om de prostitutie bij snèks. Dit houdt in dat papieren streng gecontroleerd worden en als er illegale vrouwen zijn dan worden zij direct gedeporteerd (Ridder et al., 2008: 5). Uit angst om opgepakt te worden onderhouden vrouwen nu steeds meer vanuit huis en via hun mobiele telefoon contacten met klanten. Dit brengt deze vrouwen in een kwetsbare positie. Vanwege hun illegaliteit brengt bijvoorbeeld het aangeven van geweld problemen met zich mee. Uit het onderzoek van SOA AIDS

Nederland blijkt dat vrouwen die vanuit huis en snèks werken vaak al meer dan acht jaar hun geld verdienen via commercieel sekswerk. Doordat familieleden in het buitenland veelal afhankelijk zijn van hun inkomen is het moeilijk uit dit circuit te komen (Ridder et al., 2008:

8).

Er is nog een reden waarom Curaçao in trek is onder commerciële sekswerkers. De

antropologe Marie-Louise Janssen beschrijft in haar proefschrift ‘De reizende sekswerkers:

Latijns-Amerikaanse vrouwen in de Europese prostitutie’ dat de postkoloniale banden met Curaçao een belangrijke schakel vormen in de migratiebeweging van in het bijzonder Dominicaanse en Colombiaanse vrouwen naar Nederland.

Zo blijkt de weg die veel Latijns-Amerikaanse sekswerkers naar Europa afleggen nauw verbonden te zijn met het koloniale verleden van Nederland in het Caribische gebied, waarin een belangrijke migratieroute naar West-Europa wordt opengelegd. Een groot deel van de vrouwen uit mijn onderzoeksgroep (20 procent) heeft, voorafgaand aan hun reis naar Europa, eerst een periode van drie maanden of langer in de prostitutie op de Nederlandse Antillen gewerkt (Janssen, 2007:99).

Eén van de mogelijkheden om legaal in Europa te wonen, is het aangaan van een schijnhuwelijk met een Curaçaose man. (Janssen, 2007: 66)

7.3 Gelegenheidsprostitutie

Naast prostitutie, seksuele diensten in ruil voor betaling, is er ook sprake van

‘gelegenheidsprostitutie’. Deze term is afkomstig van Julia Terborg die onderzoek heeft gedaan naar seksualiteit in Suriname. Onder gelegenheidsprostitutie worden seksuele handelingen verstaan die niet door middel van geld betaald worden, maar door middel van cadeaus of andere goederen of diensten. Dit wordt door de meeste mannen en vrouwen dan ook niet als echte prostitutie gezien, maar als een overlevingsstrategie ten tijde van armoede.

Tevens hoeft het niet te betekenen dat vrouwen de relatie uitsluitend aangaan voor materiële ondersteuning. Het feit dat er een soort betaling plaatsvindt voor de seksuele diensten, zorgt er niet voor dat dit onder prostitutie valt, maar heeft meer te maken met het wederkerige karakter van de ontmoeting (Tiemersma, 1996: 15). Ook Faas en Fransisca beschrijven deze vorm van sekswerk. Volgens hen kent Curaçao zogenaamde Kui’s, vrouwen tussen de vijfentwintig en dertig die klanten meenemen naar huis om hen seksuele diensten te verlenen. Dit wordt echter niet als sekswerk gezien (Faas & Fransisca, 2000). De directrice van Bureau Vrouwenzaken, mevrouw Juliette-Pablo zei hier volgende over:

We hebben hier laatst een casus gehad van een mevrouw die is gaan werken en die zei van ja, ik prostitueer, maar ik moet het doen omdat ik anders niet rond kom. Dus als mijn kinderen

slapen, en ik weet dat ze echt in slaap zijn dan ga ik even een rondje lopen. Ik doe dat, maar ik wil niet dat ze dat weten, maar ik moet dat geld hebben. Dus dat gebeurt nog steeds.

Gloria Wekker, Nederlandse feministische antropologe op het gebied van gender en identiteit, zegt over Surinaamse vrouwen het volgende:

In een situatie waar vrouwen de voornaamste en vaak de exclusieve economische

verantwoordelijkheid voor hun kinderen dragen, waarin vrouwen moeten worstelen om hun hoofd boven water te houden, wordt seks een van de strategische kredietposten, waar vrouwen de beschikking en controle over hebben in een marktsituatie” (Wekker, 1994: 110).

Seks als overlevingsstrategie is een enorme stimulans voor de verspreiding van

geslachtziektes. De vrouwen bevinden zich vaak in een vaste relatie met één man, maar hebben hiernaast seksueel contact met andere mannen voor geld. De ‘vaste’ partner heeft in veel gevallen ook andere seksuele contacten. Dat betekent dat de vrouwen deel uitmaken van een groot seksueel netwerk waarbinnen geslachtsziektes en HIV/AIDS zich relatief eenvoudig kunnen verspreiden. Dit komt mede doordat deze vrouwen volgens Schoepf vaak niet in staat zijn te onderhandelen over het gebruik van een condoom (Schoepf, 1995: 31).

Het zou interessant zijn om te onderzoeken in hoeverre het aanbieden van seks in ruil voor materiële ondersteuning alleen als overlevingsstrategie door de allerarmsten wordt gebruikt.

Zoals ik eerder al beschreef is materiële ondersteuning voor veel vrouwen van groot belang in een relatie. De grens tussen gelegenheidsprostitutie en een relatie die voor een groot deel berust op ‘materiële liefde’ is niet zo groot. Dat zou ook kunnen impliceren dat het verlenen van seksuele diensten in ruil voor financiële of materiële ondersteuning niet alleen tot een tool van de armen behoort, maar verweven is in de hele samenleving. Alberts zei hier het volgende over:

Ik heb voor mijzelf altijd een theorietje, die is altijd leuk voor borrels, we hebben hier één grote prostitutiecultuur. En dat gaat van de dame die het gewoon echt voor brood voor een beurt doet, dat gaat naar als je mij iets te drinken aanbiedt, als je mijn Aquaelectra rekening betaalt, als je een beetje inchipt voor de huur van mijn huis, als je zorgt dat ik een huisje heb, of, en dat gaat door als ik maar in die four wheel drive rij en jouw creditcard mag gebruiken. En dan heb ik het over de hoogste klasse. Want daar zie ik precies dezelfde cultuur alleen dan gaat het schuil achter een Gucci zonnebril. Ik zie daar geen verschil in.

In document Di mi ta di bo (pagina 78-82)