3. STOPZETTINGEN ARBEIDSZORG
3.5. Vergelijking profiel van de medewerkers naargelang hun situatie en perspectief
3.5.7. Hoogst beëindigde opleidingsniveau
Personen die arbeidszorg hebben stopgezet en perspectief hebben op doorstroom naar trede 6 hebben relatief vaker dan de andere groepen hoger secundair onderwijs (46,7%) of
volwassenenonderwijs (4,4%) beëindigd. Ze hebben minder vaak dan de andere groepen een getuigschrift van BUSO behaald. Personen met perspectief op doorstroom naar trede 5 wijken qua opleidingsniveau weinig af van de totale groep van arbeidszorgmedewerkers (zie tabel 30).
Tabel 30
Hoogst beëindigde onderwijsniveau van de arbeidszorgmedewerkers in 2018, vergelijking actieve en stopgezette medewerkers (per perspectief na stopzetting) (in %)
Hoogst beëindigde
onderwijsniveau Actief Stopgezet in de loop van 2018 met perspectief op:
Totaal
Trede 1 Trede 2 Trede 3 Trede 4 Trede 5 Trede 6 Niet
gekend
Basisonderwijs 13,3 12,9 12,2 22,4 16,3 14,9 8,9 16,1 13,7
Lager secundair onderwijs (algemeen, technisch, beroeps of kunst)
19,2 22,4 26,5 26,6 10,2 20,1 24,4 30,0 20,3
Hoger secundair onderwijs (algemeen, technisch, beroeps of kunst)
28,9 36,4 28,0 19,3 34,7 29,9 46,7 24,4 29,0
Diploma behaald in het
buitenland 1,9 3,2 2,7 1,0 4,1 4,6 2,2 0,6 2,0
Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Aantal medewerkers 4.031 286 189 192 49 154 45 180 5.126
3.5.8. Werkverleden
In vergelijking met de totale groep van arbeidszorgmedewerkers hebben de personen die arbeidszorg hebben beëindigd in 2018 relatief vaker al gewerkt in het bezoldigd circuit (regulier en/of beschermend). Dit geldt zowel voor de personen met perspectief op doorstroom als voor de personen met perspectief op uitstroom.
71,1% van de personen met perspectief op doorstroom naar trede 6 heeft al in het regulier circuit gewerkt en 13,3% in het beschermd circuit. Het aandeel dat reeds gewerkt heeft in het beschermd circuit ligt duidelijk hoger bij de personen met perspectief op trede 5 (31,2%) of een lagere trede dan bij deze met perspectief op trede 6 (13,4%) (zie tabel 31).
Tabel 31
Werkverleden in het bezoldigd circuit van de arbeidszorgmedewerkers in 2018, vergelijking actieve en stopgezette medewerkers (per perspectief na stopzetting) (in %)
Ooit gewerkt in het
bezoldigd circuit? Actief Stopgezet in de loop van 2018 met perspectief op:
Totaal
Trede 1 Trede 2 Trede 3 Trede 4 Trede 5 Trede 6 Niet
gekend Ja, in het reguliere circuit 44,7 51,1 48,7 40,6 53,1 43,5 64,4 51,7 45,5 Ja, in het beschermd circuit 12,3 13,6 16,4 14,6 18,4 18,2 6,7 9,4 12,7 Ja, in het reguliere circuit én
in het beschermd circuit 5,7 10,5 7,9 9,9 6,1 13,0 6,7 5,0 6,4
Nee 37,4 24,8 27,0 34,9 22,5 25,3 22,2 33,9 35,5
Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Aantal medewerkers 4.031 286 189 192 49 154 45 180 5.126
3.5.9. Doorverwijzer
Een arbeidsgerichte organisatie (GTB, VDAB, vakbond, …) blijkt een nog belangrijkere doorverwijzer geweest te zijn voor arbeidszorgmedewerkers waarvan de begeleiding in de loop van 2018 werd stopgezet dan voor arbeidszorgmedewerkers die eind 2018 nog actief waren. Een uitzondering is de groep van medewerkers met perspectief op uitstroom naar trede 2. Voor deze groep blijkt het maatschappelijk werk (CAW, OCMW, …) in 58,8% van de gevallen de instantie geweest te zijn waardoor de cliënt in eerste instantie bij de arbeidszorgorganisatie terecht is gekomen.
Ook voor personen met perspectief op trede 6 (45,2%), trede 4 (43,4%) en trede 5 (35,8%) was het maatschappelijk werk een belangrijke doorverwijzer, terwijl ze dat maar was voor 13,7% van de nog actieve arbeidszorgmedewerkers.
De geestelijke gezondheidszorg is daarentegen een relatief belangrijker doorverwijzer bij de groep van medewerkers die nog actief is (25%) en bij de groep stopzetters met perspectief op uitstroom naar trede 1 (33,6%) dan bij de andere stopzetters. Zeker bij de doorstromers naar trede 5 (5,6%) en trede 6 (8,2%) blijkt de geestelijke gezondheidszorg een minder voorkomende doorverwijzer naar arbeidszorg geweest te zijn (zie tabel 32).
Tabel 32
De belangrijkste doorverwijzer van de arbeidszorgmedewerkers in 2018, vergelijking actieve en stopgezette medewerkers (per perspectief na stopzetting) (in %)
Actief Stopgezet in de loop van 2018 met perspectief op: Totaal
Trede 1 Trede 2 Trede 3 Trede 4 Trede 5 Trede 6 Niet
gekend Arbeidsgerichte organisatie
(GTB, VDAB, vakbond, …) 32,6 43,0 12,8 48,1 36,1 52,1 39,7 50,6 33,6 Geestelijke gezondheidszorg 25,0 33,6 20,7 17,8 8,4 5,6 8,2 19,4 23,5 Maatschappelijk werk (CAW,
OCMW, …) 13,7 10,8 58,8 24,0 43,4 35,8 45,2 8,9 18,8
Zorg voor personen met een
handicap 12,2 3,5 2,8 2,9 1,2 0,5 1,4 5,6 9,8
Betrokkene zelf 6,3 3,9 2,3 4,3 7,2 3,3 4,1 10,6 5,8
Sociale omgeving 5,0 2,1 1,2 1,4 1,2 0,9 0,0 1,7 4,1
Ander arbeidszorginitiatief 1,9 0,7 0,7 1,0 0,0 0,0 0,0 1,1 1,6
Opleidingscentrum 1,6 0,4 0,0 0,5 2,4 0,5 0,0 0,6 1,3
Thuiszorg 1,0 1,4 0,7 0,0 0,0 0,9 0,0 1,7 1,0
Maatwerkbedrijf 0,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,5 0,0 0,0 0,5
Geïntegreerd breed onthaal 0,1 0,7 0,0 0,0 0,0 0,0 1,4 0,0 0,1
Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Aantal medewerkers 4.329 286 430 208 83 215 73 180 5.804
3.5.10. Gepresteerde uren
De personen die arbeidszorg hebben beëindigd presteerden gemiddeld meer uren per week in
3.5.11. Vergoeding
Van de medewerkers waarvan de begeleiding in arbeidszorg is stopgezet in de loop van 2018 kreeg een relatief groter percentage een vergoeding van het arbeidszorginitiatief dan van de
arbeidszorgmedewerkers die eind 2018 nog actief waren.
Een motivatiepremie komt veel vaker voor bij de medewerkers met perspectief op trede 6 (52,1%), trede 5 (42,3%), trede 4 (55,4%) of trede 2 (63%) dan bij de nog actieve medewerkers (22,4%). Een onkostenvergoeding komt relatief vaak voor bij de mensen met perspectief op trede 5 (31,2%), trede 1 (26,2%) of trede 4 (20,5%). Een vergoeding in natura komt het vaakst voor bij mensen met
perspectief op trede 1 (12,9%) en trede 5 (11,6%) (tabel 33).
Tabel 33
De mate waarin de arbeidszorgmedewerkers in 2018 een vergoeding krijgen van het arbeidszorginitiatief, vergelijking actieve en stopgezette medewerkers (per perspectief na stopzetting) (in %)
Vergoeding Actief Stopgezet in de loop van 2018 met perspectief op: Totaal
Trede 1 Trede 2 Trede 3 Trede 4 Trede 5 Trede 6 Niet
gekend
Nee 53,4 42,0 21,9 47,1 18,1 14,9 28,8 51,1 48,0
Ja, motivatiepremie 22,4 18,9 63,0 29,8 55,4 42,3 52,1 13,3 26,8
Ja, onkostenvergoeding 17,5 26,2 9,8 17,8 20,5 31,2 15,1 30,0 18,3
Ja, in natura 6,7 12,9 5,4 5,3 6,0 11,6 4,1 5,6 6,9
Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Aantal medewerkers 4.329 286 430 208 83 215 73 180 5.804
12,7 14,0 13,7
14,5
18,3
21,5 17,3
12,6 13,4
0,0 5,0 10,0 15,0 20,0 25,0
Actief Perspectief trede 1 Perspectief trede 2 Perspectief trede 3 Perspectief trede 4 Perspectief trede 5 Perspectief trede 6 Perspectief niet gekend Totaal
Figuur 16
Gemiddelde aantal gepresteerde uren per week van de arbeidszorgmedewerker in 2018, vergelijking actieve en stopgezette medewerkers (per perspectief na
stopzetting)
3.5.12. Subsidies
Voor de medewerkers waarvan de begeleiding in arbeidszorg is stopgezet in de loop van 2018 ontvingen de organisaties minder vaak een subsidie dan voor de nog actieve
arbeidszorgmedewerkers. Het meerbanenplan arbeidszorg, het decreet sociale werkplaatsen en de lokale en regionale besturen waren de belangrijkste vorm van financiering voor de medewerkers die hun activiteit hebben stopgezet en perspectief hebben op doorstroom naar trede 5 of trede 6.
Tabel 34
De subsidies die de Vlaamse arbeidszorginitiatieven ontvangen voor de begeleiding van hun arbeidszorgmedewerkers in 2018, vergelijking actieve en stopgezette medewerkers (per perspectief na stopzetting) (in %)
Ontvangt de organisatie een subsidie voor de
begeleiding van de medewerker?
Actief Stopgezet in de loop van 2018 met perspectief op:
Totaal
Trede 1 Trede 2 Trede 3 Trede 4 Trede 5 Trede 6 Niet
gekend Ja, decreet werk en
zorgtrajecten ArbeidsMatige Activiteiten (AMA)
29,0 16,4 9,5 8,2 7,2 4,2 4,1 6,7 24,0
Ja, het meerbanenplan
arbeidszorg 15,8 17,5 3,3 24,0 10,8 20,0 17,8 31,1 15,9
Cliënt Rechtstreeks Toegankelijke Hulp of PersoonsVolgend Budget
19,8 0,4 2,1 2,9 0,0 0,9 1,4 8,3 15,4
Ja, het decreet sociale
werkplaatsen 8,9 18,9 5,8 12,0 14,5 24,7 12,3 8,9 10,0
Ja, de lokale of regionale
besturen 6,1 9,1 9,3 28,9 14,5 13,0 16,4 11,1 7,9
Ja, de lokale of regionale besturen EN ArbeidsMatige Activiteiten (AMA)
4,8 2,8 0,7 1,0 0,0 0,5 0,0 1,7 3,9
Ja, activerende arbeidszorg 1,3 0,7 0,2 0,5 1,2 0,0 0,0 0,0 1,0
Ja, Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (RTH) EN ArbeidsMatige Activiteiten (AMA)
0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,3
Ja, de lokale of regionale besturen EN activerende arbeidszorg
0,0 0,0 0,0 0,5 1,2 0,0 1,4 0,0 0,1
Nee 13,8 34,3 69,1 22,1 50,6 36,7 46,6 32,2 21,6
Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Aantal medewerkers 4.329 286 430 208 83 215 73 180 5.804