• No results found

4. c ultuur - en landscHapsHIstorIscH onderzoek

4.2. Historische schets

Het studiegebied omvat de laaggelegen riviergronden van de gemeente Wichelen. De Bergenmeers strekt zich uit over heel de zone ten noorden van de oude dorpskern naar de Schelde toe. Het gebied van de Paardeweide ligt aan de overzijde van de Schelde tegen de grens met de gemeente Berlare1. Het dorp van Wichelen is strategisch ingeplant in een inham op het uiterste punt van een langwerpige zandrug in het overstromingsgebied van de Schelde (fig. .1). Het dorp ligt bovendien aan de oorspronkelijke verbindingsweg (d’heerbane) tussen Gent

en Dendermonde die de oever van de Schelde volgde. De plaatsnaam Wichelen verwijst ook naar de bijzondere ligging van de nederzetting2. Het toponiem Bergenmeers

1 Er is een opvallend hoogteverschil tussen linker- en rechteroever van de Schelde. De oever langs de dorpskant heeft een hoogte van 9-10m boven het zeeniveau terwijl de tegenoverliggende oever met uitgestrekte weilanden slechts op -m ligt.

2 De term “wig” of bocht verwijst immers naar de

Hoofdstuk 4: Cultuur- en landschapshistorisch onderzoek

7

Fig. 4.1: Wichelen op de grens van het Land van Dendermonde en Het Land van Aalst op de Caerte figuerative van tLant van Waes ende Hulster Ambacht door Peeter Verbist (1656).

De latere Sint-Gertrudis-parochiekerk wordt ingeplant op een kunstmatige heuvel vlakbij de Schelde (fig. .)8.

Wat betreft het heerlijk gezag was Wichelen (net zoals Serskamp) sinds 11 één van de 21 ’s Graven propre dorpen

van het Land van Aalst9. Dit hield in dat deze dorpen rechtstreeks onder het gezag van de graaf stonden en dat hij ook de rechterlijke macht bezat. Een van de heerlijke rechten was het oprichten van een veerdienst met tolheffing. Het veer Wichelen-Uitbergen vormde een belangrijke historische verbinding tussen het Land van Aalst en het Land van Dendermonde10. De strategische ligging van Wichelen blijkt ook uit de oprichting van een bruggenhoofd omstreeks 172 als draaischijf voor de aan- en uitvoer van goederen voor heel het Land van Aalst11. Een tweede oversteekplaats lag net achter de parochiekerk en vormde de toegangsweg tot de Wichelse meersen aan de overzijde van de Schelde12.

In de praktijk liet de graaf zijn rechten uitoefenen door een voogd als bemiddelaar tussen het domein van de kerk en de wereldlijke overheidsinstanties. De voogdij van Wichelen en Serskamp vormde een afzonderlijk

8 Deze kerk werd ca. 1870 afgebroken wegens de slechte bouwkundige toestand en te kleine omvang voor de snel aangroeiende bevolking. De nieuwe kerk verrees in het gehucht Margote nabij de nieuw aangelegde provinciebaan. De vrijgekomen ruimte langs de Schelde werd ingericht als kerkhof. Heynderickx 1981, 9-10.

9 In 11 trekt de graaf van Vlaanderen de erfenis van de graven van Aalst naar zich toe en worden deze dorpen zijn eigen bezit. Het land van Aalst omvatte ongeveer het gebied tussen Schelde en Dender en behoorde sinds 100 tot het graafschap Vlaanderen. Van Isterdael 199, -.

10 Vanuit Aalst was Wichelen de dichtstbij gelegen veerdienst en aanlegplaats op de Schelde.Het veer wordt al vermeld in een charter uit 12. In 11 werd het in leenpand uitgegeven door de kanunniken van de OLV-Kerk van Kamerijk. Ruys 1989, 27.

11 Ruys 198, . Door het belang van de Schelde als verkeersader was Wichelen onderhevig aan talrijke oorlogsperikelen van de 17de tot de 19de eeuw.

12 Het cijnsboek van de abdij van Nijvel uit 12 vermeldt cijns van den veerman van Wichelen opt veer aende kercke. Pieters 197, 0.

duidt de meersgronden aan van het hogergelegen Wichelen. De naam Paardeweide verwijst naar het later

gebruik van deze gronden als graasweiden voor paarden. De vroegste schriftelijke vermelding van een nederzetting te Wichelen (Wighelen) dateert uit 117 in een oorkonde

van Graaf Filips van de Elzas, Aire.

Er zijn voldoende aanwijzingen dat Wichelen al vóór de 12de eeuw een belangrijke rol speelde. In 912 wordt het ‘altaar’ van Wichelen door de toenmalige bisschop overgedragen aan het Sint-Gertrudiskapittel van Nijvel wat impliceert dat er reeds een pre-Romaanse kapel of bedehuis aanwezig was. In 972 schenkt keizer Otto II Wichelen als lijftocht aan zijn bruid. Na haar overlijden keerde dit goed waarschijnlijk terug naar het keizerrijk en later naar de Vlaamse graaf Boudewijn V. Er wordt verondersteld dat de Vlaamse graven na 107 Wichelen afstonden aan het Nijvelse kapittel. De inventaris van de abdijgoederen te Wichelen uit 122 vermeldt dat Nijvel hier inderdaad een pachtgoed bezit bestaande uit twee hoven7. De Nijvelse abdij had het patronaatsrecht over de parochie en was de grootste tiendenheffer te Wichelen (zie infra).

kenmerkende bocht die Schelde maakt in Wichelen. Een Germaanse oorsprong is eveneens mogelijk; het –lo element zou dan verwijzen naar bosje op hoge zandgrond. De Potter 189, 2-.

 Deze plaatsnamen duiken pas op in de 19de eeuw wanneer de oude hooilanden omgezet zijn in weiland en er paarden kunnen grazen (zie infra).

 Latere varianten zijn Wigelinus, Wichline en Wychelen. De Potter 189, 1; Gysseling 190 (www.wulfila.be).

 De abdij van Nijvel is gesticht in de 1ste helft van de 7de eeuw door Amandus. Heynderickx 1981, 12-12.

 Wichelen is dus mogelijk een Karolingische fiscus (vicus) geweest. Rotthof 19, 1-1; Pieters 197, 7. Op de Scheldeoevers zijn nog talrijke aaneengesloten vroegmiddeleeuwse kouters aanwezig. De Karolingische bewoning in de Scheldevallei manifesteerde zich in de inrichting van grote domeinen op een landtong in de meanderende rivier of bv. op de oever van een afgesneden meander. Van Strydonck & De Mulder 2000, 8-8.

7 Het gaat om een hofjongerij die uit twee curtes bestond. Heynderickx 1981, 11. Vermoedelijk zijn de bezittingen van de abdij te Wichelen veel ouder vermits de abdij herhaaldelijk verwijst naar oude rechten en inkomsten (antique terre, terragium ab antiquo etc.). Pieters 197, 7-8.

7

Fig. 4.2: De Sint-Gertrudiskerk op de figuratieve kaart van het Land van Aalst, copie door Jacob Le Cler (1784) naar F. Horenbault (1612).

in 11 en 18 afzonderlijke heerlijkheden onder hetzelfde leenhof1. Het Goed te Zijpe in het zuiden van de

gemeente vormde het foncier van de heerlijkheid Wichelen

(zie kader)1.Geestelijk bleef Wichelen afhankelijk van de abdij van Nijvel. Met de Franse Revolutie werd deze abdij echter ontbonden en Wichelen werd een onafhankelijke parochie.

Het Hof te Zijpe

Op de Ferrariskaart (1777) is ten noorden van de kerk, op de grens tussen akker- en meersland, een rechthoekig grachtencomplex afgebeeld. Het geheel bestaat uit twee omgrachte zones omgeven door een bosaanplant. Op de figuratieve kaart van het dorp van Wichelen uit 179 wordt de omwalling van het complex weergegeven en blijkt het geheel langs de Schelde afgeboord te zijn door de weg Briel gat (fig. .)1. In het westen wordt

het domein begrensd door een dreve met bomenrij in

het verlengde van de Nieuwe straete. Vanaf de kerk loopt

een tweede met bomen begrensde dreef recht naar het domein. De grachten worden gevuld met Scheldewater

1 Van Twembeke 19, 18-187. In 11 stond Filips IV, koning van Spanje, de heerlijkheid van Wichelen als leenpand af aan de familie de Cordes. Tot de heerlijke rechten behoorde de visvangst in de Schelde langs de grenzen van de heerlijkheid. Pieters 197, -7.

1 Het Denombrement van de heerlijkheid uit 11 omschrijft dit domein bestaande uit een goed, neerhof, kapel en wallen. Van Twembeke 19, 18-188.

1 Kaartboek de Loose (1793). Ruys 1989, .

leen dat eveneens afhankelijk was van het grafelijk leenhof leen te Aalst1. Het zijn deze voogden die geleidelijk aan het heerlijk gezag te Wichelen zullen inpalmen ten nadele van de Nijvelse abdij. Wichelen en Serskamp werden

1 De voogdij of avouerie wordt al vermeld in 1209 en omvatte in 11 in totaal  lenen. De Potter 189, 12.

Fig. 4.3: Restanten van de oude kasteelsite op basis van het Kaartboek De Loose (1793) geprojecteerd op de topografische kaart (2005).

Hoofdstuk 4: Cultuur- en landschapshistorisch onderzoek

7

Fig. 4.4: De poort van het huis van de Heer van Hoybergen op een schets uit 1682

via een kleine sloot op de rivier. Uit de nummering van de percelen (1-2-) blijkt dat de kasteelsite één geheel vormt met het aangrenzend perceel ten noordwesten, omgeven door dreven met bomenrijen en gekend onder het toponiem Maelrose17. De bijhorende tekst vermeldt dat hier het oud Casteel van den heere van Wichelen gelegen

was met vlakbij ene partye Meirsch met name de motte18. Het kasteel zou opgericht zijn ca. 1 door Lancelot de Cordes, heer van Wichelen, voor zijn broer Philippe de Cordes, Heer van Hoybergen19. Het heerlijk kasteel van Wichelen lag meer zuidelijk; op het modern kadaster staat hier nog de vermelding Kasteel Sijp. In 182 werd

een deel van het kerkhof rondom de parochiekerk weg gegraven om de dreef naar het kasteel van de familie Cordes recht te trekken, dit is de centrale dreef die op de kaart van 179 staat aangeduid (fig. .)20. Het kasteel zelf werd reeds afgebroken in 1778. De latere inwoners van de Paddenhoek spraken hier over de koer of groten hof die via een overdekte inrit bereikbaar was.

Er is een mogelijkheid dat op deze plaats een oudere kasteelsite lag als eerste machtscentrum. Het feit dat sommige kaarten dit perceel aanduiden als ‘motte’ kan betekenen dat het hier om een tweeledig domein (opperhof-neerhof) gaat21. Op het DHM-Vlaanderen is te zien dat ten noorden van deze kasteelsite vlakbij de Schelde een cirkelvormige opduiking ligt; mogelijk is dit een restant van een oudere fase (fig. .). Het drassige karakter van dit gebied kan een reden geweest zijn om het heerlijk kasteel naar het zuiden te verschuiven, het latere Kasteel ten Zijpe22.